Triathlon algemeen

Against all odds

Na de deceptie bij de Branderszwemtocht had ik er weinig fiducie meer in dat er nog wat door zou gaan de komende tijd. Maandag, op een qua weer ook heel sombere dag, lekten er ’s middags maatregelen uit waaronder dat we de stad niet meer uit zouden mogen. Dus toen ik aan het eind van de middag toch nog maar even op de fiets stapte (nat-nat-nat), waren de taper-intervallen wat halfslachtig. Gelukkig wel lekker.

’s Avonds vielen de maatregelen qua grote steden mee en bleek sport te vallen onder de talloze uitzonderingen van groepsgrootte- en reisbeperkingen. Verder viel het niet zo mee, en ontstond er de dagen erna een grote chaos in de opvolging. Daarin sneuvelden voor ons twee dingen waarnaar we hadden uitgekeken: woensdag de tijdrit van de BinckBankTour in mijn geboorteplaats (Mathieu van der Poel over de Boulevard zien racen, dat leek me supergaaf) en half november (pas!) de geheel op corona-maat georganiseerde marathon van Vlissingen waar manlief aan mee zou doen.

Er zaten aan de nieuwe coronamaatregelen en sowieso aan de huidige situatie nog wat meer haken en ogen waar ik bloedchagrijnig van werd. Qua maatregelen voelde ik me vooral overgeleverd aan de willekeur van plaatselijke bestuurders. Daarnaast moet ik nu zelf steeds ethische beslissingen nemen: is op de fiets naar Delft gaan voor een afspraak met vrienden een reisbeweging die je moet beperken of niet? We hebben het gisteravond niet gedaan, dat beperken, en het was gezellig, maar dat terzijde.

Tussen al die ellende door kwam het bericht dat TriOuderkerk door zou gaan. Sinds de afgelasting van Alphen in juli was dat nog de enige triathlon van dit seizoen waar ik me vooraf voor had ingeschreven (de HIAthlon was een ‘nakomertje’). Hij was wel doorgeschoven van half augustus naar begin oktober. Daarmee zou het mijn eerste oktobertriathlon ooit worden, de laatste in het seizoen. Dit eerste weekend van oktober kunnen we onder normale omstandigheden nooit, want dan loopt manlief de Kustmarathon, maar die is ook afgelast.

Wat ook frappant was, was dat het nou juist de Olympische Afstand doorging – verder had ik me dit seizoen vooral voor kwarten ingeschreven, waarbij je 500 meter minder zwemt. Deze OD (1500 meter zwemmen, 40 kilometer fietsen, 10 lopen) had ik nog maar één keer eerder gedaan, toen op een traag parcours en heel voorzichtig. Dat kon echt beter.

Maar goed, het bericht over het doorgaan kwam dus tussen al die maatregelen en afgelastingen. Toch wel een dilemma ook: moet dat nou, met honderden sporters naar de regio met de meeste besmettingen afreizen? Maar ik realiseerde me ook wel: als wij niet gaan, verander je daar niets aan, en ik ben niet bang dat zo’n triathlon een besmettingshaard is. Het is buiten en de aanpak is aangepast.

Dus: toch maar wel dan. Maar het vooruitzicht kon de corona-wolken in mijn hoofd toch niet  helemaal verdrijven. Dat had ook wel met het weer te maken: de verwachting was kil en nat. In de auto op de heenweg regende het non-stop bij een graad of 13.

En ik hield een slag om de arm. Ik dacht: ik geloof het pas als ik ben gestart. Of eigenlijk pas helemaal als ik de finish haal. Mijn voorbereidingen bleven zo wat halfslachtig: ik heb nog een keer gelopen, ben wezen afharden in het afkoelende zwemwater en deed vrijdag nog wat yoga. Toen constateerde ik al: mijn hoofd weet het nog niet, maar mijn lijf heeft er wel zin in. Moet ik vaker doen misschien, halfslachtig taperen.

Nou, ik ben gestart. En gefinisht. En doordat de afstanden allemaal aan de korte kant waren – het fietsen zelfs maar 36 kilometer – was het niet moeilijk om sneller te zijn dan toen in Rotterdam: ik finishte in 2:44:51, dat was 18 minuten sneller dan toen, en dus een heel dik PR.

Ik heb al met al lekker buiten gespeeld. Het ging goed, zonder dat het echt super was – zoals bij de HIAthlon het fietsen. Het zwemmen was eerst wat rommelig en het water aan de koude kant (16 graden), maar het gaf me wel een kick hoe veel ik er inhaalde (m’n GPS had trouwens niet z’n beste dag, dus de afstanden van zwemmen en fietsen op Strava kloppen niet). Fietsen heb ik voorzichtig gedaan. Er werd gewaarschuwd voor gladheid, ik wilde wat overhouden voor het lopen en ik heb ook nog wat moeten inhouden om niet te stayeren. Het lopen ging naar behoren voor wat ik nu kan, wat wil zeggen dat het wat traag en moeizaam is, maar meer zit er niet in op het moment en het ging relatief beter dan bij de HIAthlon.

De wissels heb ik redelijk op m’n gemakje gedaan om voldoende warms en droogs aan te hebben. Dat ging goed, alleen direct na de finish was het echt kil. Het bleef zo goed als droog; de meeste regen viel tijdens het zwemmen. En later in de auto terug ook weer.

En zo ging het dus wel. Ik vond de coronamaatregelen minder precies dan bij de HIAthlon, maar wel voldoende. Beetje onhandig gedoe met dat je de gezondheidschecklist op je telefoon moet laten zien, parc fermé niet slim ingericht, rolling zwemstart was in twee rijen het water in sprinten en dus toch wasmachine. Maar volgens mij deed iedereen wel z’n best en dat is het allerbelangrijkste. 

Het was een leuk parcours, in, om en zelfs over (vlonders) de Ouderkerkerplas en met een boel groen, onder andere langs het riviertje Holendrecht – vanwege het parcours wilde ik ‘m graag doen. Ik kende het daar net niet, terwijl ik de omgeving wel goed ken uit mijn Amsterdamse en Amstelveense tijd. Wel veel snelweg in de buurt.

Leuk dat manlief erbij was, bij zijn enige triathlon dit seizoen mijn buurman in het parc fermé – in mijn oude wetsuit, want hij is laatst uit het zijne gescheurd:

Het was niet de gezelligste triathlon, vond ik, mogelijk mede door het weer. Ik was ook minder euforisch dan bij de HIAthlon. Maar wel tevreden. En mijn humeur vandaag is veel beter dan eerder in de week, dat effect heeft het zeker ook gehad.

Dapper van de organisatie én de gemeente dat het door kon gaan! Dat voelde echt als against all odds. Dank!

Door |2020-10-04T11:53:19+02:004 oktober 2020|Triathlon algemeen|0 Reacties

Foto’s Hiathlon

Het heeft even geduurd, maar hoera, er zijn nu foto’s van de Hiathlon! Ik had er zelf nog eentje gemaakt vorige week toen ik – eenmaal thuis – ontdekte dat er handige dingetjes zaten in het oranje tasje dat ik had gekregen: een flexibele drinkfles en handontsmetter:

De actiefoto op de fiets is niet zo heel flatteus, maar goed, dat kan misschien ook niet, ik was aan het geven! En ik had nog niet de tijd genomen ook om m’n pakje goed te doen. Het is in twee delen die aan de achterkant in elkaar klikken en de pijpjes kruipen op onder m’n wetsuit.

De loopfoto is leuk: hier betreed ik net het groen-groen-groen-groen-knollen-knollenland!

 

Door |2020-09-25T18:02:57+02:0025 september 2020|Triathlon algemeen|0 Reacties

Overschiese Sportweek (1): experimenten

Deze week is het hier in de wijk sportweek. Je kunt aan allerlei activiteiten van de ‘sportaanbieders’ gratis meedoen. Voor mij valt die week in twee verschillende delen uit elkaar: ik ben zelf aanbieder en ik ben uitprobeerder.

Over de aanbied-kant later meer, want dat loopt nog: ik heb woensdag samen met Babet een stiltewandeling begeleid en zondag volgt er nog één. De uitprobeerkant zit er echter wel al op, dus daarover nu.

Ik heb twee dingen uitgeprobeerd omdat ik op zoek ben of er een alternatief is voor mijn sportschool. Die vind ik onder de corona-beperkingen niet zo prettig: de lessen zijn ingekort en gehaast en ik voel me binnen al gauw claustrofobisch en niet op mijn gemak. Spinning binnen (met al dat gehijg) vertrouw ik sowieso niet, en de logistiek vind ik niet optimaal, waardoor dichtbij andere mensen komen onvermijdelijk is.

Ik ga onder normale omstandigheden ongeveer één keer per week naar de sportschool, voor:

  • ‘Core stability’: kracht, coördinatie en balanstraining, vooral voor rug, buik en bekkenregio. Doe ik nu al jaren in de vorm van bodybalance. Kan ik thuis goed vervangen, zo is me de afgelopen maanden gebleken, met wat er op YouTube staat, maar dat is wel maar in m’n uppie.
  • Krachttraining. Kan ik deels thuis vervangen, maar niet alles en niet zo precies. Het is bijvoorbeeld veel lastiger om een kilo zand erbij te doen in de emmers waarmee ik lunges doe, veel lastiger dan dumbells van een kilo zwaarder pakken. Met m’n zwemkoord trek ik altijd aan dezelfde weerstand, anders dan met katrollen en gewichten. Leg press kan al helemaal niet.
  • Spinning, als het weer ’s winters te slecht is om buiten te fietsen, als het uitkomt in m’n trainingsplannen om eens écht heel diep te gaan, want dat kan het beste binnen, en soms ook gewoon voor de lol. Bij elkaar is dat misschien maar een keer of tien per jaar, maar ik vind het wel belangrijk. Ik kan het niet zomaar vervangen, dan zou ik moeten investeren in een betere/leukere indoor fietstrainer. Veel geld voor die tien keer per jaar. En waar laat ik ‘m?
  • Eventuele andere dingen, zoals op de crosstrainer of loopband bij blessures.

Nou goed, deze week dus wat uitgeprobeerd, namelijk een Pilates-les buiten in Park Zestienhoven van Mindful Motion en een bezoek met proefles aan Let’s Go, een nieuwe sportschool in de Spaanse Polder, boven een sanitairwinkel:

Tsja. Allebei hadden aantrekkelijke kanten én minpunten.

  • Pilates is leuk, alles klopte aan de les, en het zou goed voor me zijn dat weer wat regelmatiger te doen. Mindful Motion geef ’s zomers buiten les, en dat is heerlijk. ’s Winters is het in een grote zaal met weinig deelnemers, dus geen claustrofobie. Máár dan heb ik geen spinning, fitness of crosstrainer (e.d.) en het rooster is wel erg beperkt: alleen op zondagmorgen. Hmm. Maar zondag in het zonnetje was het wel heerlijk:

  • Let’s Go heeft virtuele spinning, ‘Live & on-demand cycling 1Rebel’. Dat doe je individueel, op een fiets met een monitor. Je kunt je aansluiten bij een klasje dat op dat moment plaatsvindt of kijken naar een opname van zoiets. Dat zag er goed uit, behalve dan dat het niet helemaal mijn soort spinning is – het is meer met ‘kunstjes’ dan echt op fietsen gericht. Zo zit er achterop de fiets een houder voor haltertjes bijvoorbeeld.
    Daar zou nog wel omheen te werken zijn, maar de sportschool is ook nogal duur voor maar één keer per week, en dan betaal ik voor een boel wat ik niet gebruik. Het is wel een prachtige sportschool met alles erop en eraan en gloednieuw – maar ik vind het echt niet kunnen om extra geld te vragen voor zo’n mager groepslesaanbod. Dat moet allemaal nog uitgebreid gaan worden, zeiden ze. Maar iets als pilates of bodybalance is er niet. En ik weet niet of dat ooit komt, want het publiek is meer voor de hippe sporten, zal ik maar zeggen, niet voor van die verantwoorde dingen voor dames van middelbare leeftijd.
    Ik voelde me woensdagavond een beetje de oma, tussen wat er op proef was (slechts één andere dame), het personeel en de andere bezoekers. Niet dat ik me daardoor tegen zou laten houden overigens. Maar ik was wel een beetje verbaasd toen de proef-groepsles bestond uit iets boks-achtigs. Zo maak je nog eens wat mee: had ik daar ineens voor het eerst in mijn leven bokshandschoenen aan!

Alles bij elkaar heb ik wel lol gehad in de experimenten. Voornemen is nu om in m’n sportschool maar eens te gaan vragen of ik in m’n eentje gebruik zou mogen maken van een spinningfiets. Als ik dan met m’n eigen telefoon spinning-lessen van YouTube ofzoiets kan volgen, heb ik een veel goedkopere vorm van virtuele spinning. Met die kortere bodybalance moet ik dan maar leren leven. Het is wel een heleboel keren per week, zowel overdag als ’s avonds – tel uit m’n winst. Daartoe inspireerde het allemaal dus wel.

Tot slot nog een knie-selfie in een Pilates-standje onder de zon van zondag:

Door |2020-09-25T14:35:48+02:0025 september 2020|Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

HIAaaaaaaaaa!

Ik had er lang niet meer op durven hopen voor dit jaar, maar ik heb vandaag een echte, heuse triathlon gedaan! De 1/8e van de HIAthlon, in Hendrik-Ido-Ambacht. Pas een dag of tien geleden ingeschreven, toen ik er vertrouwen in kreeg dat het door zou kunnen gaan. Het klonk als een leuke breedtetriathlon. Ik heb inderdaad lekker buiten gespeeld vandaag!

Ik had van de week een beetje getaperd en gister nog wat yoga enzo gedaan, dus fysiek was ik er wel klaar voor, al was ik wel wat stijf – maar dat verdween precies op tijd. Gister had ik m’n fiets gepoetst, jawel, de racefiets: het fietsparcours zou vijf bochtige rondjes zijn, dan loont de triathlonfiets niet.

Een paar jaar geleden ben ik in Kopenhagen ook nog op deze fiets gestart, maar verder doe ik al meer dan vijf jaar triathlons op een andere fiets natuurlijk. Dat voelt dan toch zo als: leuk voor haar, dat ze dit nog eens mag meemaken.

Daarna m’n spullen gepakt, en net als vorige week kon ik merken dat dat lang geleden was: uh, waar is het talkpoeder voor in m’n loopschoenen, en waar de trislide om snel uit m’n wetstuit te komen – helemaal niet mee geoefend. Alles gevonden uiteindelijk. Wat een bult spullen, voor 1,5 uur sporten:

Dat was zelfs nog een tweesporenbeleid eerst, want er was kans op afgelasting van het zwemmen vanwege problemen met de waterkwaliteit. Pas later gister kwam het besluit: zwemmen mocht, maar er was wel nog een kleine kans op zwemmersjeuk, dus als je dat niet zag zitten, mocht je er een run-bike-run van maken. Ik heb even gegoogled en durfde het wel aan. Ik schrok eigenlijk meer van de watertemperatuur: 16,5 graad – oef, de Schie donderdag was nog bijna 20!

Op naar Hendrik-Ido-Ambacht, voor de start om 12 uur. Mooi zonovergoten park, met prima 1,5-meteroplossingen. Eerst een wachtplek:

En daarna veel ruimte in het parc fermé, een soort eigen territoriumpje:

Enige lastige was dat de serie ervoor uitliep en iedereen daarvan uit het parc weg moest zijn voordat wij erin mochten. Dus wij moesten op die wachtplek wachten, geen probleem. Toen we er eenmaal in mochten, was ik als één van de laatsten binnen, en ik was er amper en toen werd er omgeroepen dat we zouden gaat starten. Hallo – ik heb echt even tijd nodig om m’n spullen handig klaar te leggen én om m’n wetsuit aan te trekken.

Om me heen klonk meer gemor. Ik ben dus al wetsuit-aantrekkend naar de officials gehobbeld om te klagen. Het was een rollende start, dus wat later starten was geen probleem, maar uiteindelijk ben ik wel als laatste én overhaast gestart.

Tijdens het lopen naar het water realiseerde ik me dat ik in de haast m’n horloge niet startklaar had gezet. Het gehannes daarmee heeft me een plekje in het klassement gekost, want dat scheelt maar 4 seconden. En nog bleek ik het zwemmen niet geklokt te hebben. Nouja. De wedstrijdleider heeft na afloop nog excuses aangeboden en gezegd dat ze inderdaad wel wat gestresst waren geweest.

Zwemmen ging okee. Ik haalde er zowaar nog een paar in maar had verder alle ruimte natuurlijk, met die late start. Het water was fris maar niet te koud, geen zwemmersjeuk. Er gingen uit de eerste startserie  verhalen over glas op de ondiepe bodem, maar ook daar niets van gemerkt. Mijn zwemtijd volgens de uitslag was 13’42, voor ongeveer 550 meter zwemmen + twee kleine stukjes lopen + wat moeizaam uit de plas krabbelen + klungelen met m’n horloge – kan ik niks over zeggen, maar het voelde goed.

Fietsen ging daarna super. Klein bekend stukje – ik ken Hendrik-Ido-Ambacht alleen van erlangs fietsen. Blij dat ik op de racefiets was, niet zozeer vanwege het sturen, maar omdat het iets van 8 keer per rondje, dus 40 keer in totaal, optrekken uit de bocht was, en ik ga op de racefiets makkelijker staan daarvoor. Ik ging dat wel voelen, maar dik tevreden. Zelf heb ik 31,2 km/u geklokt en in de uitslag heb ik van alle vrouwen de 2e fietstijd! Ook weer dik voldoende ruimte, dankzij het uit elkaar getrokken en sowieso kleine startveld.

Lopen ging zo-zo – ik constateerde vorige week al dat ik niet op dreef ben na te veel alleen maar basistraining (werk aan de winkel voor de winter). Het voelde wel alsof ik het gaspedaal intrapte, maar heel hard ging ik niet en mijn hartslag bleef eigenlijk ook wat te laag. Het was bovendien een grappig maar lastig parcours: schelpenzandpaadjes en twee forse onverharde stukken, waarvan één door een bonkig weiland. Ik kreeg er ‘In een groen-groen-groen-groen-knollenknollenland’ van in mijn hoofd! 5,4 km in 32,23 (zelf geklokt) – mwah.

Op het moment dat ik finishte had ik geen idee van totaaltijd of klassering. Het was water en medaille pakken en daarna meteen wegwezen, want er volgde nog een startserie, op de korte afstand. Dat was wat abrupt, dat voelde een beetje leeg, maar goed, dat is niet anders. Wie weet is een triathlonmedaille uit 2020 straks wel een collector’s item:

Ik had nog net even tijd voor een wisselzone-selfie:

In de middag kwamen de uitslagen dan wel. Ik ben gefinisht in 1:26:59 en daarmee 7e geworden van in totaal uit de twee series (slechts) 12 vrouwen – dat waren er maar weinig, op 83 deelnemers in totaal (+ 24 voor de run-bike-run). Geen leeftijdscategorie-onderverdeling. Meer in detail:Mijn startserie vond ik voor zo’n breedtetriathlon nog best hoog niveau en goed materiaal; in de eerste serie waren meer niet-racefietsen enzo te zien geweest.

Ik was tevreden. Ik heb lekker gesport onder perfecte omstandigheden, en ik ben vooral erg blij dat ik dit seizoen toch nog een leuke triathlon heb kunnen doen. Het blijft toch gewoon leuk, de bedrijvigheid in zo’n wisselzone en de drie sporten achter elkaar. Ik heb wat kunnen ouwehoeren ook, zeker tijdens dat wachten, en na afloop nog met een vrijwilliger, dat was ook leuk. Lekker om weer mee te maken!

En wat er verder ook nog gaat gebeuren – deze pakken ze me niet meer af! Een echte heuse triathlon in het rare sportjaar 2020! HIAaaaaaa!

Door |2020-09-19T21:31:05+02:0019 september 2020|Triathlon algemeen|0 Reacties

Welkom (sticky)

Ik ben dit weblog eind 2014 begonnen. Het heette toen ‘Op weg naar een hele triathlon op mijn 50e’. Op 28 augustus 2016 volbracht ik die, de Ironman van Vichy. Hier staat het verhaal van die dag, nog steeds een hoogtepunt van dit weblog.

Erna ben ik doorgegaan met schrijven over mijn eigen belevenissen, vrouwensport en trainingszaken. Ik werd trainingsbegeleider, ik triathlon nog steeds, en ik schreef een boek. Rond de verschijningsdatum is dit weblog dan ook verhuisd naar hier, de site bij dat boek. Ik blog hier vrolijk verder.

Wees welkom, neus lekker rond op dit weblog, ik heb geprobeerd het leuk én informatief te maken. Als je wilt reageren, doe dat – vind ik leuk!

Door |2023-03-09T15:22:36+01:006 september 2020|Triathlon algemeen|1 Reactie

Sportkunstenaar 2021 (sticky)

Om de week begeleid ik een stiltewandeling in Overschie. Als je mee wil doen – wees welkom – kom ervaren wat lopen met een groep in stilte met je doet! Tot nu toe gaat het steeds door, aangepast aan de corona-maatregelen. Neem even contact op voor de precieze info.

Daarnaast – het zijn nog steeds uitzonderlijke tijden, maar je kunt bij mij terecht voor advies als je wilt trainen voor wandelen, hardlopen, fietsen en aanverwanten. Helemaal als je dat sinds de coronacrisis bent gaan doen. Ik kan je helpen met eerste én vervolgstappen.

Neem ook contact op als je rustige duursport wil inzetten voor je geestelijke welbevinden. Last van stress, angst, somberheid, concentratieproblemen? Niet gek, nu – er komt (nog steeds) veel op ons af. Wandelen, hardlopen of fietsen kan je helpen deze tijd goed te doorstaan.

Of wil je gewoon sporten met meer plezier? Beter omgaan met alle onzekerheden van nu. Kansen benutten die er liggen nu er zo weinig wedstrijden zijn. Als je daar ondersteuning of begeleiding bij zoekt, neem dan contact op.

(bijgewerkt op 12 maart)

Door |2020-09-02T19:45:42+02:002 september 2020|Triathlon algemeen|2 Reacties

Een andere maar goede sportzomer

Toen de lockdown goed en wel onderweg was en het duidelijk was dat er voor 1 september geen triathlons en dergelijke door zouden gaan, heb ik me bezonnen op mijn sportieve doelen voor de zomer. Doorlopend tot nu, ongeveer, want het is bijna 1 september en op dit moment heb ik inderdaad, zowaar, een aantal evenementen in mijn agenda voor de komende weken: een fietstoertocht, een zwemtocht, een of twee loopjes, een tijdrit en ook nog een heuse triathlon. Met alle slagen om de arm natuurlijk.

Het betekent dat ik de zomerperiode afrond en overga naar een korte meer wedstrijdgerichte periode. De hele zomer lang heb ik geen wedstrijdspecifieke training gedaan, het was allemaal ‘basis’-werk. Ik heb bijvoorbeeld nog geen koppeltraining gedaan en het ontbreekt me ten enen male aan tempohardheid bij het zwemmen en hardlopen: ik maak makkelijk snelheid, maar kan dat niet lang volhouden. Dat kon niet anders, dus dat is niet erg, maar het gaat dus wel een beetje veranderen. Een beetje maar, want om optimaal voorbereid te zijn, had ik specifieker moeten trainen. Maar daarvoor was het allemaal te onzeker, ik koos voor niet-wedstrijdgerichte doelen.

Mooi moment om de coronazomer op sportgebied te evalueren, dus op het gebied van die niet-wedstrijddoelen. Ik schreef laatst al over het bereiken van een bijzonder doel: weer eens meer dan 200 kilometer fietsen. Dat was een fraaie – die ook mooi illustreert wat ik bedoel met niet-wedstrijdspecifiek sporten, want om te trainen voor die olympische afstand in Ouderkerk hoef ik natuurlijk echt geen 215 kilometer te fietsen. Mijn andere doelen heb ik ook bereikt, op één na. Daar begin ik mee.

Niet bereikt: zwemmen weer op niveau. Vlak voor de lockdown begon, zwom ik harder dan ooit tevoren. Op 5 maart verraste ik mezelf met een snelle 400 meter als onderdeel van een intervalprogramma, dus niet eens voluit – dankzij de cursus Powerstroke van de winter Een dikke week later gingen de zwembaden dicht. (Achteraf heb ik me er trouwens nog wel eens over verbaasd dat ik me, voor zover ik me herinner, op die 5e maart totaal niet bewust was van wat ons boven het hoofd hing. Maf is dat.)
Vanaf mei ben ik terug begonnen met zwemmen in open water en half juni ook in het zwembad, sindsdien in totaal meestal zo’n twee keer per week. Dat was sowieso heel fijn en ik pikte het best snel weer op. Hoe goed precies, dat weet ik niet – ik heb al gauw in het begin van het zwembadzwemmen een 20-minutentest gedaan en dat viel me toen niet tegen, maar drie weken geleden viel het tempo in intervallen me wél tegen.
De dag daarna ontwrichtte ik m’n (hypermobiele) duim en dat gaf een dusdanige dreun tegen de pees dat ik eerst zelfs veel last had in het dagelijks leven, laat staan dat ik kon zwemmen – typisch gevalletje pech. Het gaat wat op en neer en ik heb alweer pijnvrij kunnen zwemmen, maar ik heb daarna ook alweer níet kunnen zwemmen toch weer.
In elk geval: terug op het niveau van maart ben ik niet. Dat kan misschien ook niet met maar twee keer per week zwemmen, waarvan één keer in open water. Dat is altijd wat rommelig: ik ben dan noch met techniek noch met snelheid bezig (maar het is wel fijn). Het is niet anders. Hopelijk gaat die duim snel wel echt helemaal over.
Ik bezin me nog hoe veel werk ik komende winter in het zwemmen wil gaan steken – maar daarover, dus over toekomstplannen, een andere keer.

Wel bereikt (1): plezier, genieten en goed voor mezelf zorgen. Dit was by far het belangrijkste doel van de zomer en het is hartstikke goed gelukt. Ik heb heerlijk gefietst, hardgelopen, gewandeld, gekajakt (inclusief onze eerste tweedaagse kajaktocht!), gezwommen en zelfs ook lekker m’n oefeningen gedaan (kracht, core, yoga, bodybalance), in de sportschool of thuis. Vooral het lange fietsen is altijd goed voor mijn lichaam en ziel. Het wandelen met diverse maatjes was ook sociaal belangrijk – gezellig, dus. Ik heb ook veel plezier beleefd aan de thuistriathlons die we hadden verzonnen. Ik voel me kakelfit en het sporten heeft me enorm geholpen in deze verder moeilijke en karige tijd.

In onze trapkajak

Wel bereikt (2): basisconditie voor toekomstige wedstrijden behouden. Ook prima gelukt. Ik heb mijn lopen bijvoorbeeld onderhouden voor de tien kilometer die op het programma staat in die ene triathlon. Ik heb het fietsen op wedstrijdvermogen met piepkleine stapjes opgebouwd naar de intervallengte van 4X8′, en dat is mooi voor 40 kilometer hard. Het vermogen dat ik dan haal is zelfs net wat hoger dan vorig jaar; ik ben qua fietsen in bloedvorm. Kracht en core stability heb ik probleemloos weten te onderhouden, beter dan in een seizoen met veel wedstrijden. Rug, bekken en net voelen stabiel en probleemloos. Sowieso voel ik me opvallend goed (ik schreef het al eerder, zó fijn dat het overgangsgehannes achter de rug is). Dat is mooi, voor als er inderdaad nog wat komt aan wedstrijden, en anders voor de verdere toekomst.

Wel bereikt (3): sterkere voeten kweken. Het was één van de dingen die ik al vroeg in de lockdown leerde: dat die periode een kans bood om aan zwakke plekken te werken. Waarvan akte! Ik had van de winter een voetblessure, en daar ben ik mee aan de slag gegaan.
Ik ben in maart voor de derde keer begonnen met het opbouwen van lopen op blote-voeten-schoenen. De vorige twee keer strandden in blessures, maar nu gaat het goed. Het geeft veel spierpijn, maar die kan steeds helemaal wegtrekken omdat ik maar één keer per week erop loop. Dat was wel een gok, want één keer per week zou ook te weinig kunnen zijn. Niet dus. Het ging met kleine stapjes, maar inmiddels loop ik er zo’n 40 minuten rustig op; in intervaltrainingen wat korter. Mijn kuiten zijn dus veel sterker aan het worden. Daarnaast loopt het lekker en is het goed voor mijn looptechniek.
Maar nog belangrijker: ik train er mijn voeten mee. Ik ben daarnaast oefeningen gaan doen en heb fikse progressie geboekt. Volgens mijn masseur zijn mijn voetspieren zelfs voelbaar dikker geworden. Ik sta tegenwoordig mezelf bewust uit evenwicht te brengen op één voet waarvan ik de middelste drie tegen opgetrokken houd. Het ziet er zo uit:

* * *

Al met al ben ik de sportzomer dus hartstikke goed doorgekomen. Het deed me goed te merken dat ik geen wedstrijden nodig heb om veel te sporten en goed te worden. Ik mis de reuring ervan wel, maar het is ook relaxed: met die zere duim had ik anders wel zorgen gehad en misschien zelfs niet kunnen starten op 22 augustus, de oorspronkelijke datum van TriOuderkerk. Al zou dan alles anders geweest zijn natuurlijk. 

Want anders was het, en is het, en dat is zeker nog steeds bepaald niet makkelijk of leuk. Toen het virus weer begon op te laaien, heb ik ondanks al dat fijne sporten een behoorlijk sombere periode gehad. Het is spannend hoe het verder gaat. Mijn doelen waren niet voor niets zo geformuleerd dat ik ze in eigen hand had, dat ze niet geannuleerd konden worden. De toekomst is nog steeds ongewis.

Door |2020-08-31T14:28:42+02:0031 augustus 2020|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|4 Reacties

Kennis over sportvrouwen: progressie!

Ik heb de laatste tijd twee dingen gelezen waarvan ik dacht: hèhè, progressie! Op een gebied dat al langere tijd mijn interesse heeft, en waarvan het me al langere tijd frustreert dat er zo weinig over bekend is c.q. zo weinig goed over te vinden: vrouwen en sportprestaties.

  • Het zinnigste wat ik ooit heb gelezen over prestatiegericht trainen in de overgang – in een interview met trainer Rob Veer als onderdeel van een artikel over non-responders, ‘Trainen zonder resultaat?’, van Jurgen van Teeffelen, in de meest recente editie van Sportgericht. Dat hele artikel is de moeite waard, maar ik vond vooral frappant dat Veer zegt dat vrouwen in de overgang bij uitstek non-responders zijn: ze lijken ’tamelijk ongevoelig voor trainingsprikkels’. Wat dat is wat een non-responder is: die volgt een verantwoord en weloverwogen trainingsschema, maar gaat toch – tot haar frustratie – niet vooruit. Veer zegt: ‘hoe ik mijn schema’s ook aanpas, ze lijken amper te verbeteren’, en dan gaat het over ervaren hardloopsters.
    Ik vind dat herkenbaar – het is mij onder andere overkomen toen ik in 2017 voor de marathon trainde (zie hier mijn twijfels) en ik heb soortgelijke verhalen van anderen gehoord. Veer zegt nog te willen uitzoeken  hoe het komt, en dat ga ik zeker volgen natuurlijk! 
  • Eindelijk eens een echt goed en genuanceerd stuk over de invloed van de menstruatiecyclus op presteren en trainen, van Alex Hutchinson, . Het is gebaseerd op een meta-analyse van andere onderzoeken, onder andere door Kirsty Elliott-Sale, die ik al een tijdje volg op Twitter vanwege de interessante en genuanceerde dingen die ze schrijft over vrouwelijke fysiologie.
    Waar het in de kern op neerkomt, is dat die invloed van cyclus op presteren zeer individueel is. De ene vrouw presteert op een ander moment in haar cyclus dan een ander en ook de effectgrootte varieert. Het beste wat je dus kunt doen, is je eigen cyclus bijhouden in relatie tot je prestaties en ook tot training en herstel. Als er een patroon te ontdekken is, kun je daar je sporten op afstemmen. Individualization heet dat – oftewel: je kunt niet uitgaan van gemiddeldes.
    Het artikel na dat over de non-responders in Sportgericht zegt trouwens hetzelfde – dus ook dat is een artikel over vrouwenzaken: cyclus én borstblessures.

Voor mijzelf is dit allebei al wat minder relevant: een cyclus heb ik al een tijdje niet meer en de overgang zit er ook wel zo’n beetje op. Maar het zijn wel twee concrete handvatten voor sportvrouwen en hun trainen – concreter dan ik ooit gezien heb. Of nouja, ik heb wel vaker heel concrete adviezen gelezen, maar die geloofde ik dan niet. Deze wel!

Nouja, met al die individuele verschillen zijn er ook vrouwen in de overgang die wél goed reageren op een traningsschema – ik deed dat zelf ook bij vlagen wél. Maar als je in de overgang bent en je gaat maar niet vooruit, dan is dat toch typerend voor die levensfase.

 

Door |2020-08-23T19:43:01+02:0023 augustus 2020|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

De kaap van de 200 gerond

Ik heb gister een van mijn alternatieve seizoensdoelen bereikt. ‘Alternatief’ in de zin van: bedacht na het annuleren van allerlei andere dingen, waaronder een fietsvakantie en een boel triathlons. Om toch iets te hebben om mijn tanden in te zetten dacht ik: laat ik op de fiets de kaap van de 200 kilometer weer eens ronden. Dat kan niet geannuleerd worden, ik ben niet afhankelijk van anderen, dus dat gaat gewoon wél door.

200+ kilometer fietsen heb ik wel vaker gedaan toen ik nog alleen fietste, maar sinds ik aan triathlon doe is het zeldzamer geworden. De laatste keer was al vier jaar geleden: in juli 2016. Twee keer deed ik het toen, als lange duurtrainingen in de aanloop naar de Ironman. De foto die ik de eerste keer daarvan maakte, inspireerde me gister. Dit is de foto van toen, nog met m’n oude fietscomputer:

teller met 200,15 km

En deze maakte ik gister:

Dat was een beetje op een willekeurig moment, want ik was al ongeveer 10 kilometer daarvoor over de 200 kilometer gegaan: mijn horloge moest op de batterij-spaarstand vanwege de lange duur van de tocht, en dan doet de GPS het niet zo goed. Ik was al dichtbij huis: het werd in totaal ongeveer 215 in het echt, 204 op m’n horloge. Het blijft bijzonder, die een vooraan in een twee te zien veranderen!

Het traject was bijna helemaal gelijk aan dat van de andere 200+-tocht van 2016: heen en weer naar mijn broer in Vlissingen, om daar te gaan lunchen. Ik heb inmiddels meer parcourskennis, dus ik kan het wat scherper aansnijden. Dat ging gister maar op één plek niet helemaal goed: ik miste op de terugweg een afslag in Middelburg en reed te ver door over het bolwerk.

Dat missen van de afslag had er alles mee te maken dat ik op dat moment steeds angstvallig naar de lucht aan het kijken was en aan het tellen tussen de bliksems en het gedonder. Ik had bij mijn broer grondig de Buienradar bestudeerd en was op basis daarvan iets eerder vertrokken dan aanvankelijk gepland. Maar de dikke bui kwam wel heel snel doorzetten. De regen was wel lekker, na de hittegolf – we hebben hier nog niet veel regen gehad. Maar dat onweer… het bleef ver weg, maar eenmaal over de Veerse dam vertrouwde ik het toch niet helemaal, en bovendien regende het zo hard dat ik slecht zicht had. Dus toch maar even geschuild – tien minuten was genoeg.

Eenmaal op Schouwen zag ik de bui voor me uit wegtrekken:

Ook daarna heb ik nog regelmatig omgekeken, want volgens de Buienradar zou er nog een bui komen. Maar dat viel alles mee, en eigenlijk was het perfect fietsweer: uitstekende temperatuur, wind mee, zonnetje. En het was heel erg lekker rustig, want de bui had een heleboel toeristen verdreven!

Hier is Goedereede op die terugweg:

Ook de heenweg was rustig geweest. Het was iets heiïg en best warm. Wel met tegenwind, maar dat wist ik, en die viel niet tegen, ik hield een aardig tempo. Ik werd op de Oosterscheldekering ook nog eens geholpen door een passerende racefietser bij wie ik kon aanpikken. Ik heb een stukje van hem geprofiteerd en daarna nog even een praatje met hem gemaakt. Dat schoot ineens lekker op.

Hier is Goedereede op de heenweg:

De wind is de bepalende factor op het traject. Ik was al wekenlang naar de weerberichten aan het kijken op zoek naar een geschikt moment: een dag zonder andere verplichtingen en met niet al te harde wind uit de zuidwestelijke hoek, liefst iets aanzwellend in de loop van de middag. Dan kan het, en dan kan het veel beter dan toen in 2016. Toen woei het eigenlijk te hard en heb ik enorm afgezien. Gister was natuurlijk wel even spannend met die bui, maar verder ging het prima. De bui was wel heftiger dan ik op basis van het weerbericht had verwacht.

Afzien heb ik gister niet gedaan, ik heb lekker gefietst. Aan het eind kreeg ik wel wat moeite met het lange zitten: handen, polsen, rug; vandaag heb ik de meeste spierpijn in mijn triceps. Mijn benen bleven het uitstekend doen, zo lang het maar rustig bleef – brug-op en zo werd wat lastiger. Helemaal aan het eind draaide de wind net door naar het noordwesten, maar dat kon de pret toen niet meer drukken.

Het was zo’n dag dat mijn benen alles wel willen en kunnen. Lekker is dat! Ik was goed uitgerust en had eerder de lange duur geleidelijk en spelenderwijs opgebouwd. Ik vind veel en lang fietsen gewoon fijn, zeker als dat is over de eilanden van Zeeland en Zuid-Holland. Ik word er ook goed van: ik voel me op het moment topfit en energiek.

Het deed me gister ook veel goed dat het zo rustig was. De laatste tijd heb ik wat zorgen gehad om de toenemende drukte op de fietspaden, maar gister heb ik relaxed kunnen fietsen. Het kan nog – gelukkig. 

Ik ben blij met het bereiken van dit doel. Met dank aan mijn broer voor de uitstekende verzorging halverwege, inclusief twee Zeeuwse energierepen (bolussen)!

 

 

Door |2020-08-18T19:03:11+02:0018 augustus 2020|Triathlon algemeen|0 Reacties

Liggend, zittend en staand rond het eiland

Vanochtend de zesde thuistriathlon gedaan. Nouja, ik moest er de triathlonmodus van m’n horloge wel voor aanpassen:

Dat was om een idee van manlief uit te voeren, namelijk achtereenvolgens liggend, zittend en staand rond het nieuwe Schie-eiland bij ons achter, dat overigens officieel het Veerhuiseiland heet, weten we sinds kort, naar het enige gebouw erop.

We waren vanochtend al vroeg op gang, maar nog wel tijd voor een selfie in triathlonpakjes:

Net als bij een echte triathlon hadden we een hoop spulletjes nodig, in een afwijkende combinatie, zoals hier de saferswimmers achter op de kayak:

We voeren eerst naar buren Olaf en Brenda, van wie we de SUP-boards mochten gebruiken (dank!), en daarom was het handig om daar de ‘wisselzone’ te maken. We hadden twee weken geleden ook hun boards geleend om het uit te proberen, speciaal met het oog op dit plannetje, deze foto is van toen:

Olaf gaf het startschot. Eerst ‘liggen’: zwemmen, bij een watertemperatuur van boven de 22 graden, dus zonder wetsuit. Ten opzichte van de andere sporten duurt het zwemmen lang, maar het is wel vertrouwd.

Daarna zijn we in onze trapkajak gestapt voor een gezamenlijk rondje ‘zitten’. Dat flitste voorbij, we voeren voor ons doen heel hard (6,7 km/u) – we hebben regelmatig gevaren, de laatste tijd, veel verder ook al, dus kun je op zo’n klein stukje gas geven dan. Het is ook een heel simpele beweging. Het lijkt ook wel op fietsen en is zo mooi op z’n plek als tweede sport. 

Daarna stapten we over op de SUP’s. Dat ging bij mij niet helemaal vlekkeloos, mede doordat er een slak zat op de plek waar ik me eigenlijk vast wilde houden. Na een plons in het water kon ik echter toch gaan ‘staan’ voor een rondje peddelen. De slak is nog een eindje meegevaren maar er toch afgespoeld onderweg.

Het was dus nog maar onze tweede keer op een SUP, en voelde dus nog steeds wat wiebelig en onwennig. Het is een gekke beweging omdat je steeds moet overpakken – doorhalen aan de ene of aan de andere kant betekent ook dat je je handen moet wisselen van boven naar onder. Het is ook best zwaar, de wind stak op en zo na het zwemmen kreeg ik moeie armen. Maar wel ook leuk. 

Alledrie de parcoursen waren dus even lang: zo’n 2,1 km. In totaal zijn we er net geen 2 uur  mee bezig geweest. Zo ziet dat er dan uit op GPS:

Lekker twee uur buiten gespeeld en leuk om het verschil in beleving te merken tussen die drie bezigheden op precies dezelfde plek!

 

Door |2020-08-02T14:23:34+02:002 augustus 2020|Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant