Loop

M’n 1e 25

Mijlpaal: vandaag heb ik voor het eerst langer dan een halve marathon hardgelopen. Stel dat ik daarbij eerder dan zo’n 900 meter had ingelopen, dan was mijn maximum tot nu toe dus 22 km. Vandaag heb ik dat opgerekt naar 25! Ik heb dat gedaan door mee te doen aan de Heinenoordtunnelloop bij Spirit. Ik heb hem als rustige duurloop gelopen, misschien nog wel net wat rustiger dan anders omdat ik woensdag bloed had gegeven. Ik kwam uit op 2u37-nogwat, en dat vond ik wel okee.

IMG

Alweer een mooi startnummer – ik ben van ’66 immers.

Het viel niet tegen: opnieuw pijnloos, en eigenlijk werd ik tussen ongeveer 14 en 22 kilometer niet eens veel moeier; de laatste drie waren wel even pittig, maarja, dat hoort bij trainen en bij het verleggen van grenzen, hè. Het was wel gezellig ook, met een babbeltje onderweg en wat mensen langs de kant.

Het was prima loopweer, en ik vond het parcours ook leuk. Ik kende bijna alles van fietsen en eerder bij Spirit gelopen te hebben, maar het zat ook allemaal net weer op een nieuwe manier in elkaar. De tunnel ‘neem’ je net voor de helft: je gaat erin bij 10 kilometer en komt eruit bij 13. Het is erin, eruit, keren, er terug in en er weer uit. Dat is natuurlijk wel even pittig, want hij is gemiddeld 6,7 % en het laatste stuk is gemeen steiler dan dat. Erin dendert dan juist weer lekker, naar beneden, zo haalde ik nog een paar anderen in.

De finish was ook grappig, want dat is niet bij Spirit zelf, maar een paar honderd meter ervandaan, in de autoshowroom van sponsor Van Splunder. Je loopt daar het terrein op en dan op het allerlaatst naar binnen, waar al die blinkende auto’s staan, en dan ligt er een heuse rode loper, een prachtige ontvangst!

Manlief was ook dik tevreden, want die had snel gelopen en was derde geworden in zijn leeftijdscategorie, dus die ging zelfs nog met een envelopje terug naar huis. Ik ben lang niet laatste geworden, overall niet en niet in mijn categorie – da’s ook wat. Ja, ooit hoopte ik nu sneller te zijn dan dit, maarja, het is niet anders, en ik ben blij dat ik dit lekker heb kunnen lopen.

Door |2015-02-07T17:43:48+01:007 februari 2015|Loop|0 Reacties

Eerste pijnvrije halve marathon

Gelijk maar de daad bij het woord gevoegd, en een halve marathon gelopen. In Gouda, waar ik vorig jaar mijn PR liep. Doel was om niet zo kapot te gaan als bij de vorige twee halve marathons, en te zien of die scherpe pijn in mijn linker bovenbeen nu inderdaad tot het verleden behoort.

IMG

Mooi startnummer!

Welnu, doel bereikt. Geen pijn in mijn been en niet kapot gegaan, redelijk vlak gelopen, en zo voor het eerst een halve marathon uitgelopen zonder in de laatste kilometers van voor niet meer te weten dat ik van achter nog bestond, zeg maar. Daar ben ik blij mee. Nog even afwachten of ik morgen geen rare spierpijn heb, en dan kan ik concluderen dat ik inderdaad uit het lappenmandje ben. En ook fijn om te weten dat het kan, een halve marathon lopen zonder op een hoop te gaan.

Enige relatieve aan dit verhaal is mijn tijd en snelheid. Ik kwam uit op 2u04. Dat is dan dus wel de langzaamste van de drie halve marathons van dit seizoen, niet zo heel veel harder dan mijn duurlooptempo (ongeveer 2u10), en heel veel langzamer dan de tijd die ik in de benen denk te hebben (1u55). Ik had niet de beste dag, ik was ietsje moeïg en ik had moeite met het vinden van het ‘gaspedaal’. Ik heb me eerst gespaard uit voorzichtigheid en in de tweede helft lukte versnellen niet meer.

Maar daar moet ik dus niet mee zitten. Doel was écht om pijnvrij te lopen, en dat is gelukt. Het is zo de eerste pijnvrije halve marathon geworden, want niet alleen de twee van dit seizoen, ook bij de drie in eerdere jaren, inclusief die in Gouda van vorig jaar, waren de laatste kilometers een marteling. Het blijft me verbazen hoe moeilijk het is voor mijn benen om langer dan een uur hard te lopen. Nouja, dan nu eerst maar wat minder hard.

Door |2015-02-01T15:55:43+01:001 februari 2015|Loop|0 Reacties

Ach ja, de leeftijd hè?

Goed nieuws: ik ben net goedgekeurd door de fysiotherapeut: de nogal subtiele problemen rond mijn linkerheup en -bekken zijn weg. Dat betekent dat ik weer iets meer gas mag geven met hardlopen, ik ben benieuwd hoe dat dan gaat; binnenkort maar eens een halve marathon uitproberen, en/of duurlopen van meer dan 20 kilometer. Eindelijk!

De afgelopen tijd vertelde ik natuurlijk wel eens aan deze of gene dat ik met hardlopen even ‘pas op de plaats’ deed vanwege het dreigen van een blessure. Vaak kreeg ik dan als antwoord ‘ach ja, die kwaaltjes, hè, dat hoort bij de leeftijd’, of iets soortgelijks van die strekking, ‘we worden een dagje ouder’, ‘dit is de leeftijdscategorie van de kwaaltjes’ enzo.

Nouja, niet dus. Daar had dit echt niks mee te maken. Want:

  • Het ‘kwaaltje’ was ontstaan tijdens de triathlon – niks leeftijd, gewoon een sportdingetje.
  • Ik had er alleen maar last van als ik 21 km hard wilde lopen. Ouderdomskwaaltje?
  • Ik kom al 15 jaar met regelmaat bij de fysiotherapeut voor onderhoud op diverse gebieden, vooral nek, bovenrug en schouders, maar ook wel eens voor andere dingen. Als dit de ‘leeftijdscategorie van de kwaaltjes’ is, zit ik daar al heel lang in.
  • Een kwaaltje aan de leeftijd wijten is een gevaarlijke dooddoener. Want dat klinkt toch naar ‘onvermijdelijk’ en ook richting berustend accepteren in plaats van er iets aan proberen te doen. En dat is het recept voor inkakken. Misschien ook dat daarom veel mensen het zeggen: zo vertellen ze zichzelf dat ze vanwege hun leeftijd niet meer ambitieus hoeven te zijn. Nou, ik ben wél nog ambitieus. Natuurlijk zijn die aangepast aan mijn leeftijd: de hoge hartslag en dito vermogen bij het fietsen van vroeger, die ga ik nevernooitnietmeer halen. En wat ik nog aan progressie kan boeken bij hardlopen en zwemmen zal ook beperkt zijn, zeker qua kracht en snelheid. Maar lange duur, waarom niet? Achter de geraniums gaan zitten kan altijd nog.

Het enige echte leeftijdskwaaltje dat ik heb, is de leesbril. Ik bedoel: dat zijn de ogen die het veraf nog doen als altijd, maar dichtbij niet meer. Van de week nog mee geconfronteerd, toen moest ik halsoverkop op het station naar de Etos om zo’n goedkoop leesbrilletje te kopen, want de andere lag thuis, en zonder lezen gaat nog net wel, maar is niet fijn. Deze werd het (bron):

Groen leesbrilletje Etos

Om de trein te halen, betekende dat een sprintje terug naar het perron. En dat lukt dan dus prima. Op m’n 49e. Met mijn nieuwe brilletje snel in mijn jaszak gestopt.

 

Door |2015-01-30T12:33:20+01:0030 januari 2015|Loop, Waarom|0 Reacties

Lekker

Ik heb deze week een lekkere trainingsweek, zo realiseerde ik me gister. En met dat lekker bedoel ik dan wel twee verschillende dingen; de betekenis van het woord verschilt per sport:

  • Lekker lopen is dat ik deze week gelopen heb zonder hinder, dus zonder beperkingen. En dat was alweer even geleden. Ik heb ongeveer twee maanden doorlopend iets gehad, allemaal niks echt ergs, maar toch: overbelaste kuiten na een techniektraining, iets zere knie nadat ik me thuis op de trap verstapt had, lang zere benen na een matige halve marathon, verkouden, en toen dat er allemaal op zat, had ik ‘gewoon’ twee weken waarin ik wat moeïg was door een paar keer slecht slapen en enige werkstress. Ik zei al: niks bijzonders allemaal. Maar wel heel lekker om een week te hebben waarin ik weer helemaal de oude ben en dus zonder pijn, zonder zorgen, zonder futloosheid loop.
    Lekker is dan dus vooral de afwezigheid van ongein.
  • Lekker zwemmen was deze week: stappen vooruit. Maandag zwom ik, in het toch al lekkere zwembad van Vlissingen, mijn snelste 100 meter ooit, in 1’54; vandaag evenaarde ik die tijd.
    Maar beter nog: woensdag had ik mijn derde en laatste les van de Zwemanalyse-elitecursus, en daar viel een groot kwartje, of de puzzelstukjes kwamen samen. Ik was al wekenlang aan het zoeken naar de goede coördinatie van vooral mijn linkerarm bij het stuwen, het wegduwen van het water in het tweede gedeelte van de doorhaal. Soms lukte het, vaak niet. Ik had al het idee dat het lag aan mijn ademhaling, en inderdaad hielp woensdag eerst zwemmen met een snorkel, maar later vooral ook: mijn benen bewust nog véél rustiger houden. Ik ben net weer gaan uitproberen, en als ik bewust vanaf mijn heupen mijn lef met of zonder pullbuoy even rustig houd, verstoor ik mijn slag niet en kan ik zowel links als rechts beter druk opbouwen.
    Volgens Roy van Zwemanalyse lukt dat nu trouwens alleen maar omdat ik in de afgelopen weken beter heb leren stuwen, want dat is het ingewikkelde bij zwemmen: alles hangt met alles samen. Maar woensdag had ik dus het idee dat dat alles ineens een stuk beter met de andere alles samen kwam te hangen. Ik heb de cursus dan ook met een zeer tevreden gevoel afgesloten, en ik vind hem ook voor herhaling vatbaar.
    Lekker betekent hier dus: ik heb wat geleerd en ik boek progressie. Ik kan het zelfs voelen bij het zwemmen, en die krachtigere doorhaal, dat gevoel van mezelf voortduwen ten opzichte van het water, dat alleen al is lekker.

Twee keer lekker, lekkerlekkere week dus!

 

Door |2015-01-23T14:50:32+01:0023 januari 2015|Loop, Zwem|1 Reactie

Lappenmand(-je), deel 2

Gister kreeg mijn hardlooptraining bij de atletiekvereniging gewoon weer de notatie ‘lekker’ in mijn logboek, dus de nvtb-ellende is achter de rug. Wel lijkt me dat een oorzaak voor mijn moeite met de kou is dat de temperatuur zo jojo’t op het ogenblik: dinsdag vernikkelde ik bij de waterkou van 1 graad; vandaag en morgen is het zweten en puffen in de tegenwind bij 11 tot 14 graden.

Maar er is nog wel iets anders qua lappenmand: ik mag van de fysiotherapeut even niet opbouwen met lopen – ze verwacht ongeveer een maand. Ik voelde die bui al hangen en het was niet alleen slecht nieuws, maar het is wel jammer, want zo loop ik de trainingslopen voor de marathon mis. Die wilde ik in januari en februari doen, tot 30 kilometer. Vorig jaar had ik er één gedaan, van 20, en dat vond ik toen erg leuk, vandaar. Nouja, dat gaat ‘m dus niet worden, maar als ik in februari zelf kan opbouwen tot 25 kilometer is er niets aan de hand voor mijn plannen met de halve triathlon en hele marathon verderop in het jaar.

Het goede nieuws is dat de fysio dus verwacht dat het probleem snel op te lossen is, en dat dat me bovendien zal verlossen van de heftige pijn in mijn linkerbovenbeen die ik bij de twee matige halve marathons van november en december had. Dus er is mogelijk een verklaring voor mijn tegenvallende prestaties van toen.

En de bui voelde ik al hangen toen ik na mijn duurloop van 2 uur van afgelopen maandag zomaar ineens spierpijn had rond mijn linkerheup en -bekken. Heb ik anders nooit, en spierpijn aan één kant, diezelfde kant als van dat zere bovenbeen, ja, dan is er toch echt iets niet goed, en moet ik oppassen dat ik mezelf niet blesseer. Had ik al gedacht, en de fysio bevestigde dat dus.

Wat er aan de hand is, is dat er iets subtiels niet lekker zit bij die linkerheup en -bekken. En dat is gekomen door iets tijdens de triathlon van Binnenmaas in augustus. Toen ik begon met fietsen, heb ik iets voelen gebeuren (verspringen?) waardoor ik toen op de fiets pijn had tot aan mijn knie. Dat trok weer netjes weg, op een zeurderig gevoel in mijn bilspier na. Dat was eerst niet iets om me heel erg zorgen over te maken – bij het sporten merkte ik er niets van (bij de eerste keer dat zere bovenbeen had ik zelf de relatie nog niet gelegd). Naar die bilspier heb ik de fysio al eerder laten kijken, en toen verbeterde het wel, maar het verslechterde vervolgens ook weer. De aanpak concentreerde zich eerst vooral op mijn bekken, omdat ik aan de andere kant ook wel eens een scheefstand in mijn S/I-gewricht heb. Dinsdag vertelde ik over het zere bovenbeen en de spierpijn, en toen heeft ze wat beter naar mijn heup gekeken en daar is dus ook wat mee, dat gewricht draait niet helemaal lekker. Maar volgens haar zou het met een paar behandelingen wel beter moeten zijn. Het is ook echt alleen bij de extremere inspanningen: gister heb ik 14 kilometer gelopen met tempo-intervallen – geen centje pijn.

Dus: even pas op de plaats, want dat is prima, ik hoef niet rustig aan te doen, ik mag alleen niet verder. Dat is jammer, maar nouja, beter nu even iets rustiger aan en straks weer lekker door dan een echte blessure oplopen. En niet naar Barendrecht voor een duurloop zondag? Rustig weekend dan. Dan ga ik lekker een keertje extra zwemmen!

 

Door |2015-01-09T11:45:09+01:009 januari 2015|Loop|0 Reacties

Nvtb

Ik houd van mijn trainingen een eenvoudig logboekje bij, in Excel, en één van de cellen heet ‘Opmerkingen’ en die gebruik ik voor een subjectieve evaluatie van de training. Ik gebruik daarin wel eens de code ‘nvtb’, voor niet vooruit te branden. Dat slaat dan op een totaal mislukte training, zo’n rare onderprestatie dat ik er zelf om moet lachen. Dat ik dan met zwemmen m’n best doe, en op de 100 meter aantik 10 seconden langzamer dan normaal. Of dat ik denk hard te lopen, totdat ik m’n hartslag of tempo zie. En er dan nog een schepje bovenop denk te doen, maar dan alleen maar langzamer ga.

Het voelt dan alsof er ergens vanuit mijn lijf een middelvinger naar me opgestoken wordt: een protest tegen trainen, van ergens diep van binnen. Dat type trainingen – ze komen zo’n beetje eens per maand voor.  Zonder dat ik het aan zie komen, want dan zou ik niet eens zijn gaan trainen. Soms is er een verklaring voor (meestal: moe), soms ook niet.

Afgelopen dinsdag had ik zo’n ‘nvtb’. Ik trainde bij de atletiekvereniging, en … nog maar in het derde interval (van twaalf) werd ik voorbij gelopen door een groepje dat ik normaal gesproken royaal voor blijf, en ik zag ze voor me uit van me weglopen. ‘Ik denk dat ik beter thuis lang onder de warme douche kan gaan staan,’ dacht ik, ‘en daarna vroeg naar bed met een warme kruik.’ Aldus geschiedde.

Ik had het niet zien aankomen, maar dat vond ik achteraf een beetje suf van mezelf. Ik had namelijk de nacht van maandag op dinsdag maar een dikke 4 uur geslapen, ik had het de hele dag koud gehad, en ik had in die kou al anderhalf uur op de stadsfiets gezeten, allemaal te korte verplaatsingen om me warm te fietsen (zo dat überhaupt mogelijk ware geweest), en ook steeds tussendoor te kort ergens binnen om op te warmen. Die gure waterkou met een windje van dinsdag, dat is waar mijn lijf – toch al geen kou-liefhebber – het slechtste tegen kan. Mijn voeten zijn die hele dag geen moment warm geweest. Dat was zelfs nog een reden om wél te gaan hardlopen, dan zouden ze opwarmen, en dat gebeurde ook. Terwijl het ondertussen ook nog was gaan regenen en ik eerst bij de oefeningen op de baan stond te vernikkelen.

Ik had door die kou kennelijk mijn energievoorraad voor de dag opgestookt. En die was nogal beperkt, vanwege die slechte nacht. We waren laat thuisgekomen uit de Zesdaagse (erg leuk trouwens), en eenmaal in bed was ik onrustig, had ik het koud, had ik trek vanwege het vroege avondeten lang geleden, en ging manlief snurken. Tussen 2 en 3 heb ik zitten eten en een kruik gemaakt. Daarna ging het beter, maar ik werd veel te royaal voor de wekker wakker. Dat slechte slapen, dat heb ik sinds een aantal jaar, bij vlagen, vooral ’s winters. Het begon tegelijk met de eerste veranderingen in mijn menstruatiepatroon, dus ik neem aan dat het een overgangsverschijnsel is, en voor mij ook het enige echt vervelende. Gelukkig is het meestal hanteerbaar, beïnvloedt het mijn functioneren niet.

Maar dinsdag dus wel. Toen zat ik er even straal doorheen. Zo erg zelfs dat ik er gister, na een veel betere nacht, nog steeds last van had. Dat werd toen dus in mijn logboek een R – voor rustdag. Vandaag is het stukken beter. En het is veel warmer en zelfs droog ondertussen, dus ik ga vanavond lekker trainen!

Door |2015-01-08T17:28:25+01:008 januari 2015|Loop, Vrouwensport|0 Reacties

Terugblik: hoogte- en dieptepunten van 2014

Het is de dag van het jaar om terug te blikken, in dit geval op mijn sportjaar 2014. Het is niet echt een duidelijk hoogtepunt, maar toch belangrijk het afgelopen jaar: mijn beslissing om inderdaad te gaan trainen voor die ene hele triathlon in 2016. Ik had dat al eerder bedacht, en de beslissing afhankelijk gemaakt van mijn progressie in het afgelopen jaar: ik wilde met hardlopen en zwemmen een stap vooruit zetten, zonder in te leveren bij het fietsen, en dus in totaal een betere triatleet worden.

Dat laatste: niet inleveren bij het fietsen en dus een betere triatleet worden, dat is gelukt. Na al dat hardlopen in de winter hoefde ik mijn fiets maar te zien of de fietsvorm was er, en in de eerste de beste triathlon, die van Ter Aar in mei, verraste ik mezelf met een dik PR op de kwart triathlon: maar liefst 20 minuten sneller, hét hoogtepunt van het jaar. Ik was met lage verwachtingen gestart: mijn PR op de kwart stond nog niet bepaald scherp, maar ik was verkouden geweest en had pas op vrijdag besloten dat ik toch wel kon starten. In het gunstigste geval had ik verwacht 10 minuten sneller te kunnen zijn dan dat PR, en ik kon dus de klok niet geloven toen ik over de finish kwam.

Het was zo’n dag waarop op de fiets alles lukt: ik reed 40 km lang rond mijn omslagpunt zonder een centje pijn. En zonder mijn benen zo uit te putten dat ik daarna niet meer kon lopen, en ook dat ging goed. Verder was het ook een prachtige dag, zelfs de autorit naar Ter Aar was al mooi, met de zon die door nog wat mistflarden kwam. Later op de dag werd het zelfs echt warm, maar gelukkig was de start vroeg. De zwem- en fietsfoto’s bovenaan dit weblog zijn van die dag, en hier is om het compleet te maken dan een loopfoto (manlief was mee als fotograaf):

lopen ter aar
Later volbracht ik ook nog een 1/3 triathlon en verbeterde ik op de 1/8 ook mijn PR. Dus, die ervaringen gaven de doorslag om te zeggen: ik ga voor die hele. Ondanks dat die gewenste progressie bij lopen en zwemmen een beetje ‘mwah’ was. Ik had daar tijden aan verbonden: een halve marathon lopen onder de 2 uur en een kilometer zwemmen onder de 20 minuten. Dat eerste is gelukt, in februari, en onlangs nog een keer, maar met hangen en wurgen. Dat tweede is niet gelukt. Al bijna een heel jaar geleden, bij de eerste keer zwemmen in het nieuwe jaar, zwom ik 20’34” en daarna werd ik helaas alleen maar langzamer. Die stagnatie of zelfs achteruitgang bij het zwemmen is mijn grootste bron van frustratie op sportief gebied in 2014. .

Die 34 seconden waren voor mij echter geen aanleiding om niet voor die hele triathlon te gaan. Op zo’n hele maakt dat welgeteld twee minuten uit, op een omvang van waarschijnlijk meer dan 13 uur. En het zwemmen ging afgelopen jaar op een ander vlak juist heel goed: voor het eerst had ik de smaak van borstcrawlen in open water echt te pakken. Dat heeft toch ook een paar zomers geduurd.

Afgelopen seizoen leidde het zelfs tot een heus Heintje-Davids-effect. In de tweede helft van september begon ik witte vingers en tenen te krijgen van mijn retourtje Doenbrug (2,3 km zwemmen bij ons achter), en besloot ik oktober te willen halen en er dan op de eerste een punt achter te zetten. Dus op 1 oktober met lichte pijn in het hart nog een laatste keer en toen afscheid genomen van het open water. Twee dagen later stond ik al klaar om naar het zwembad te gaan toen ik dacht: het is prachtig weer en het kan niet veel kouder zijn dan eergisteren, dus ik ga lekker nóg een keer voor de laatste keer dit seizoen. En dat was fantastisch, en beslist ook één van de sportieve hoogtepunten van dit jaar. Het was een stralend zonnige, windstille en warme herfstdag – en zo had ik nóg een keer die pijn in mijn hart van het afscheid.

Op de valreep van 2014 lijkt er dan toch ook weer verbetering te zitten in mijn zwemmen, dus er is hoop voor 2015. Dat is dan het mooie zo aan het eind van het jaar, want met hardlopen was deze maand juist niet veel soeps. Terugblikkend concludeer ik dat het lastig is om op meer dan één front tegelijk vooruitgang te boeken, en dat er bij zwemmen en hardlopen bij mij niet altijd uitkomt waar ik voor train.

Op de fiets kwam er dit jaar eerder meer uit dan minder: ik was met heel weinig training goed. Het is duidelijk: ik ben en blijf in de eerste plaats fietser. Dus mag ik nog even? Met triathlon en prestaties qua tijd had het niets te maken, maar het fietsen van de Tour Arctic was beslist ook een hoogtepunt van afgelopen jaar. Als ik dan één dag moet kiezen, was het die waarop we, vers vanaf de veerboot van de Inside Passage van Alaska, over de White Pass gingen als mooiste dag. Het landschap was schitterend, het fietsen ging lekker en ik vond het bijzonder om in de voetsporen van de goudzoekers te treden. Hier ga ik:
whitepass
(Dat rare dingetje bovenop mijn helm is een lampje, dat hadden we net daarvoor nodig gehad en ik was vergeten het eraf te halen.)

Door |2014-12-31T12:39:10+01:0031 december 2014|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Lappenmand

Min-of-meer onvermijdelijk voor mij in deze tijd van het jaar en met alle virussen die rondgaan: ik ben snipverkouden. En misschien wel daarom heb ik ook nog steeds een zeer bovenbeen van de halve marathon van zondag, en misschien daarom ook die matige prestatie, twee dagen voordat het snotteren begon?

Dus helaas even niks-niet. Niet die 60 km lopen in één week, wat ik voor tussen kerst en oud&nieuw van plan was, in 5 keer 12 km, waar ik anders altijd maar drie keer per week loop. En ook niet vandaag mijn nieuwe fiets ophalen, want mijn hoofd is te wattebollerig om door de sneeuw naar Hilversum te rijden.

Bleh, maar goed, het had slechter uit kunnen komen, vooral qua werk. Met een beetje geluk ben ik met een paar dagen weer fit.

Door |2014-12-27T10:59:00+01:0027 december 2014|Fiets, Loop|0 Reacties

Hmm

Dat ‘Hmm’ in de titel is er niet eentje van jummie, lekker, maar meer van tsja, ik weet het even niet, dus een hmm waarbij je ook op je hoofd kan krabben. Dat is zoals ik me voel na mijn tweede halve marathon van het naseizoen, gisterochtend in Leiden.

Het was een leuke loop, een informele, kleinschalige, kneuterige en zelfs ietwat oubollige trimloop in Leiden over een aardig parcours, drie rondjes van 7 kilometer door Polderpark Cronesteijn. De start was om half 11 en toen woei het nog niet zo hard en bovendien zorgden de bosjes in het park voor wat beschutting.

De wind kan ik er dus niet echt de schuld van geven dat het slecht ging. Nouja, slecht… ik evenaarde zo ongeveer mijn PR van eerder dit jaar: 1uur58-nogwat (deze loop was net iets te kort eigenlijk). Dat was drie minuten sneller dan een paar weken geleden bij de A4Run. Maar toch was ik niet tevreden. Enerzijds was dat omdat ik denk dat ik harder zou moeten kunnen. Ik was weggegaan op 5’30 per kilometer, en dan zou ik op 1u56 uitgekomen. Dat lijkt me eigenlijk best reëel gezien hoe ik train en hoe ik een paar weken geleden 10 Engelse mijlen liep. Vooral de lange duurlopen gaan goed, beter dan ooit, dus dan zou er ook een betere halve marathon uit moeten rollen, ja toch?

Dat dat dan niet lukt, dat is op zich geen ramp en het gaat me ook niet om die paar minuutjes. Wat me meer dwars zit, is de manier waarop. Vanaf ongeveer halverwege al werd het per kilometer steeds zwaarder, en boven de 16 gingen mijn benen stevig pijn doen. De laatste twee kilometer heb ik meer gestrompeld dan hardgelopen, naar mijn idee, met veel pijn in linkerbovenbeen en rechterknie en trager dan op duurlooptempo. Ik heb vandaag ook nog fikse spierpijn – vooral de trap af is geen feest.

En dat bevalt me niet: ik doe geen duurtrainingen van twee uur om na een uur langzaam maar zeker af te branden. En mijn doel voor dit deel van het seizoen was om de halve marathon beter onder de knie te krijgen. Dat gevoel heb ik nu echter helemaal niet – beide halve marathons waren een worsteling.

Hoe komt dat toch? Die A4Run was een zware halve marathon, daar was iedereen het over eens. Gister kan ik zo’n omstandigheden-excuus niet bedenken. Ja, er was wind, maar om daar nou zo op leeg te lopen? En iets anders kan ik ook niet echt bedenken.

Vandaar: hmm. Ik weet het even niet. Morgen nog maar eens met de atletiek-trainer over hebben. En nóg maar een poging wagen binnenkort. Want misschien was het wel gewoon pech.

Door |2014-12-22T17:10:52+01:0022 december 2014|Loop|2 Reacties

Buitenspelen voor volwassenen

Vandaag onder een lekker winterzonnetje heen en weer naar het zwembad gelopen. Vorige week zaterdag ook al in de zon een lange duurloop gedaan. Dat waren qua weer de beste dagen van de afgelopen twee weken, die ik verder best pittig vond: het is kennelijk weer even enorm wennen aan echte kou, na al die zachte maanden. Net boven nul met wind en regen, dat vind ik het ergste weer dat er is. Van de week ben ik zelfs een keer na een half uur uit bed gegaan om een kruik te maken: mijn voeten werden maar niet warm. Maar die twee zonnige hardloopmomenten verzoenen me dan weer met de winter.

Hardlopen is een heerlijke manier om zelfs bij winterse omstandigheden veel buiten te zijn. Door het trainen bij RA ben ik nu op dinsdag- en donderdagavond standaard urenlang buiten. Kom daar anders eens om, in november en december. Ja, natuurlijk, het kan altijd, maar zonder de stok achter de deur van het trainen zou ik toch aanzienlijk minder buiten komen, zeker in de winter. En fietsen is gevoeliger voor kou, wind en gladheid, en bovendien ga ik niet op de racefiets in het donker, dat is me te link.

Dus toen ik nog niet hardliep, kwam ik ’s winters minder buiten. Ik ging dan in de sportschool naar spinning, ook best leuk, maar er gaat toch echt niets boven buiten sporten. Ik vind veel buiten komen niet alleen lekker, het is volgens mij ook ontzettend goed voor mijn lijf. Niet voor niets voel ik me het best op fiets- of wandelvakanties, liefst met kamperen. Dat is non-stop buiten, heerlijk.

Maarja, zo’n vakantie is wat anders dan door de Nederlandse winter komen. Daarin maakt doelgericht trainen dus dat ik meer buiten kom dan ik anders zou doen. Dat klinkt eigenlijk helemaal niet zo speels, maar zo ervaar ik het toch wel. Zeker als ik net buiten kom, dan voel ik me wel eens zoals die koeien die na een lange winter weer de wei in mogen. Niet voor niets zit er in mijn inloopprogramma een stukje huppelen! Hardlopen, het is een soort buitenspelen voor volwassenen.

Het was trouwens eigenlijk de bedoeling geweest om vandaag 21,1 km buiten te spelen in de vorm van de halve marathon in Spijkenisse. Maar afgelopen dinsdag heb ik me verstapt, gewoon thuis op de trap, en daarbij mijn linkerknie bezeerd. Niks ernstigs, en het is alweer zo goed als okee, maar ik doe maar even voorzichtig. Vandaag op dat punt wel even getandenknarst, want de weersomstandigheden waren natuurlijk behoorlijk perfect. Zaterdag is er een halve marathon in Linschoten, volgende kans?

 

Door |2014-12-14T17:15:20+01:0014 december 2014|Loop, Waarom|0 Reacties
Ga naar de bovenkant