Fiets

Sporten met Shakespeare

Hoera, weer naar Buitenkunst!

In 2007 ging ik voor het eerst naar Buitenkunst, en ik ben sindsdien elk jaar gegaan, op één na: vorig jaar (zie hier voor het jaar daarvoor). Met de Ironman was het niet te combineren: trainen is behelpen, het kamperen vond ik te riskant voor mijn rug en het belangrijkste nog: mijn hoofd stond er niet naar, dat zat te vol met sport om er nog een week lang kunst in te stoppen. Maar ik heb het wel gemist. Het was één van de dingen die mijn leven vorig jaar eenzijdig maakten: leuk voor een jaar, alle focus op sport, maar niet structureel.

Dus dit jaar wilde ik zeker weer naar Buitenkunst, naar Randmeer, voor een speciaalweek, want dat is het allerleukste (een weekend doe ik zelfs niet meer: veel te druk en te veel festivalsfeer) en het werd een theaterweek over Shakespeare. Ik was superbenieuwd!

En het werd een heerlijke week. Zaterdag ben ik er op het gemakje naartoe gefietst, met m’n hele boeltje mee. De wind stond gunstig en ik fietste eigenlijk heel relaxed, ook al was het 150 km (dik 7 uur). Enige minpuntje was dat het net regende op het stuk door Het Gooi, en van de schelpenzandpaadjes werd alles smerig en mijn ketting ging kraken. Maar verder was het gewoon heel lekker. De polder, daar ben ik in de loop der jaar ook verknocht aan geraakt, dus vanaf de Stichtse Brug, met ook steeds meer zon, was helemaal heerlijk. Ik weet niet of ik het ooit eerder zo gemakkelijk en ontspannen heb gefietst.

Ik rijd altijd al lekker op de Afrikafiets, maar ik had er ook net een vaste voorvork op laten zetten (ik rijd toch nooit meer onverhard, dus geen nood aan vering), en nu is hij nog stabieler. Ik moet nog steeds een beetje wennen aan hoe hij eruit ziet, hier bespikkeld met Goois zand op z’n parkeerplekje bij de tent, met z’n nieuwe vork en voordrager:

Fiets bij tent

Een week lekker bezig geweest met Shakespeare (daarover later op mijn andere weblog meer). Een boel mooie dingen gezien van de andere groepen. Lekker gekampeerd, ondanks wat regen en enige zorgen om onze hoogbejaarde tent waar ducttape aan te pas moest komen omdat de reparatie-lijm ingedroogd was (oeps, foutje – als je op de foto hierboven kijkt, zie je bovenaan nog net zo’n stukje tape zitten). Beetje redderen bij het tentje, ’s nachts diep in de slaapzak kruipen, non-stop buiten – heerlijk. Zo’n week geeft een boel energie.

Het was gezellig, met een prettige groep en aangename tentburen. En het was voor Buitenkunst-begrippen rustig, dat vond ik wel fijn.

Gras met tenten in de verte

Uitzicht vanaf mijn tent: veel ruimte

Zelfs het ongedierte viel mee – het terrein wordt wel eens geplaagd door wespen en teken, maar nu bleef het bij een paar muggenbulten en een enkel kikkertje dat langs kwam door het natte gras. Gisterochtend moest ik een spin ongelukkig  maken:

spinnenweb

Goed kijken: spinnenweb met regendruppels

Voor mijn ego was het nog wel fijn om veel anderen te horen klagen over kou, praten over fleecedekens en rond te zien lopen in veel dikkere kleding. In kringen van triatleten en openwaterzwemmers ben ik nogal een koukleum, maar in artistieke kringen ben ik überstoer, hahaha. Nouja, nachtelijke kampeerkou is meer een kwestie van goede spullen.

We begonnen de dag steeds met een stevige warming-up, die mijn gebruikelijke oefeningen eigenlijk overbodig maakte, ook handig. Sowieso vraagt het dagelijkse leven net iets meer beweging dan thuis, en ik word ook altijd lenig van al het op-de-grond-zitten dat ik zo’n week doe.

Het sporten moest een beetje tussendoor. Op maandag was het warm en zonnig en toen ben ik na de workshop gaan zwemmen. Ik had natuurlijk geen wetsuit bij me (er zijn grenzen aan wat je op de fiets mee kunt nemen), en na 800 meter vond ik het wel best, met m’n witte vingers. Maar dat viel niet tegen, en het was wel heel lekker, in het Drontermeer.

Dinsdag en donderdag ben ik wezen lopen, dinsdag door de polder en donderdag het bos in. De rondjes gokte ik wat bij elkaar, en dat was allebei  iets korter dan ik vooraf had gedacht, maar het werd in de tijd ook krap (lunchpauze) dus het was wel goed zo – het is inderdaad best lastig te combineren, sport en Buitenkunst. Op vrijdag had ik het bijvoorbeeld veel te druk met onze uitvoering en die dag was sowieso vrij vermoeiend. Maar ik ben tevreden over wat ik wel heb gedaan. Hier liggen mijn zwem- en loopspulletjes in de tent (met daarboven weer een stukje ducttape):

schoenen, badpak, badmuts, zwembril

Ik ben ook nog twee keer naar Elburg gefietst voor boodschappen, maar dat is geen sport, dat is gewoon vervoer (6 km enkele reis).

Gister ben ik een eindje teruggefietst, naar Muiderberg, 68 kilometer. Daar heeft manlief me opgehaald. In 150 kilometer tegenwind had ik geen zin, het was net mooi zo. Met eerst nog flink wat regen, en daarna een heeeeeeeeeel lange rechte weg, van ongeveer het vliegveld van Lelystad tot aan het Gooimeer bij Almere Hout – ik heb een streep van 24 kilometer door de polder getrokken! Voor hoofd (Buitenkunst achter me laten) en lijf (even lekker doortrappen) was het precies goed zo, uitwaaien met zo veel ruimte om me heen. Prachtige roofvogels gezien ook nog onderweg, eentje van heel dichtbij.

Hier staat mijn fiets klaar voor de start, met op de achtergrond mijn kampeerafdruk in het gras:

Bepakte fiets voor lichte plek in grasHet blijft bijzonder om ’s ochtends m’n hele huishouden op te vouwen, in tassen te stoppen en dan zo mee te nemen. Het ultieme fietsen! Wel met een paar kilo aanhangend water, want het miezerde bij het inpakken, maar afgezien van de Hollandse Brug was alles natuurlijk zo vlak als een pannenkoek, dus dat was geen probleem. De ketting liep weer als een zonnetje, want in Elburg hebben ze alles, ook kettingsmeer.

Mijn enige fysieke probleem is geweest dat ik net voordat ik wegging speciale kampeer-Birkenstocks had gekocht: van plastic. Ik loop graag op Birkenstocks, maar de gewone kunnen niet heel goed tegen nattigheid, en in de zomer ben ik van het beleid: open schoenen, ook op nat gras enzo, want m’n voeten drogen wel en dan zitten ze niet opgesloten in laarzen ofzoiets (die ik bovendien niet mee kan nemen op de fiets). Dat plastic schuurde echter al op de eerste avond mijn iets vochtige voeten kapot, en met ook nog een middag regen eroverheen en gauw in Elburg gekochte Compeeds zagen mijn voeten er dinsdag zo uit, met de boosdoeners op de achtergrond:

Vieze voeten met drie compeedsIk hoop dat voeten en schoenen aan elkaar wennen, want verder is het wel ideaal: het lekkere Birkenstock-voetbed en dan waterbestendig. Gister stonden ze even voor de tent in de miezer, en daarna kieperde ik achteloos de plasjes uit en trok ze aan. Voor kamperen zijn ze superhandig.

Het is niet al te hygiënisch daar, door de blubber en met z’n allen in die paar douches, dus ik was een beetje beducht voor infectie, maar het is allemaal prima gegaan. Toch was ook dat wel zo’n momentje waarop ik dacht: hmm, vorig jaar had ik dit echt helemaal niet jofel gevonden. Groot gelijk dat ik toen niet ben gegaan.

Maar super fijn om dit jaar weer wel te kunnen!

Door |2017-08-13T15:42:52+02:0013 augustus 2017|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

Ik kan het nog

Gister vastgesteld dat ik nog steeds de Keutenberg op kom, op m’n racefiets – de zwaarste klim van Nederland. Hoera! Ik vond het wel spannend, want het was al een hele tijd geleden (twee jaar? drie jaar?), dus voor het eerst als 50+’er, en bovendien met gister niet de beste benen én tegenwind. Het blijft een kreng, die intimiderende muur als je de hoek om komt, en die vraagt het uiterste van me, maar het is heel fijn als ie dan gaat afvlakken en ik kom nog steeds vooruit. Hoera, ik kan het nog! Er stond ’trappen, kut’ op het asfalt geschreven, misschien scheelde dat.

Verder ook lekker getoerd/getraind in Zuid-Limburg, met Jo (van haar zijn de foto’s). 100 km, met de bekende klimmetjes van de Amstel Gold Race. Af en toe in triathlonsferen, want zondag is de Ironman en we zaten met een deelnemer in de trein en we gingen ook een stukje over het al uitgepijlde parcours.

Ik op een klimmetje

Trein heen, trein terug, dat gaat net op een dag. Zo heb ik het vaker gedaan, ook vaker met Jo. Het lukt zelfs als er, zoals gister, geen treinen over de Moerdijkbrug rijden en ik dus via Utrecht moest, waardoor ik een uur langer dan anders dezelfde trein als Jo (uit Haarlem) had – gezellig. Op de terugweg wel weer wat gedoe met iemand die per se op de fietsenplek wilde zitten in een verder vrij lege trein, je hebt toch vreemde mensen ertussen…

Aan het begin regende het nog even, maar daarna veel zon en best warm. En loeiveel wind, die nooit echt gunstig stond en soms keihard tegen. Aan het eind vond ik het zelfs eng worden, want het voelde en klonk alsof er takken naar beneden zouden kunnen komen. Wat, zo zag ik op de terugweg van het station, in Rotterdam daadwerkelijk gebeurd was.

Paar nieuwe dingetjes ontdekt ook, ook al heb ik in dat stukje Nederland al heel veel kilometers liggen. Een nieuw klimmetje (Schweiberg), en dit monument voor Jean Nelissen op de Gulpener Berg, dat is er pas sinds een dik jaar:

Profiel, wielrenner, glas

Maar een boel was als vanouds, waaronder de vlaai:

Ik met vlaai en koffie

Door |2017-08-04T15:40:36+02:004 augustus 2017|Fiets|0 Reacties

Trainen

Op het uitroepteken van vorige week volgen zeven wedstrijdloze weken. Het is zomervakantie, dan zijn er niet zo veel triathlons, en we hebben andere plannen. Het is dus een mooie ’tussentijd’ om lekker te trainen. Ik hoop het zwemmen te consolideren, mijn duurconditie op de fiets nog stevig te verbeteren en de stijgende lijn van het lopen uit te bouwen.

(Ik zeg ‘ik hoop’ want dit was meteen niet de makkelijkste trainingsweek. Dinsdag stond ik al klaar om met sportmaat Philip in de Schie te gaan zwemmen, maar toen dreven daar een heleboel dode vissen (zie nieuwsbericht). Het was echt geen porem, al viel ons niet-zwemmen-leed wel in het water (nouja, niet dus) in vergelijking met het dierenleed. Gister heb ik heerlijk gefietst, heen en weer naar Arno in Hoofddorp, dikke 120 km, maar er ging iets vaag zeer doen in mijn lies wat gisteravond zeer pijnlijk werd, geen idee wat het is. Vandaag kalm aan dus, het is niet weg maar beter dan gisteravond.)

In die tussenliggende periode ga ik ook bezig met trainen in die andere zin van het woord: als trainer. Nouja, dat ben ik sowieso al een klein beetje, als trainingsbegeleider (‘schemaschrijver’) van mezelf, manlief en Marcel. Met mezelf ga ik in die zeven weken dus sowieso aan de slag, manlief heeft in die tijd z’n grote evenement en Marcel ga ik zien. Afgelopen week ben ik bovendien bij een groep-met-vacature bij een andere atletiekvereniging wezen kijken en daar ga ik de komende twee weken aan de slag als proeftrainer. Het boek met trainingsadviezen ‘voor gewone mensen’ samen met Nicole vordert ook langzaam-maar zeker.

Over beide kanten van trainen de komende tijd dus meer! Ik heb een nieuwe categorie aangemaakt op dit weblog: ‘Trainer‘.

Door |2017-07-22T17:31:42+02:0022 juli 2017|Fiets, Trainer, Zwem|0 Reacties

! , !

Bij het plannen van de wedstrijden had ik bedacht dat de Triathlon 010 mijn hoofddoel zou worden van het eerste deel van het seizoen. Niet alleen is dat een leuke wedstrijd; ik deed hem eerder en was vorig jaar supporter, maar ook wist ik dat het even zou duren voordat mijn fietsen op niveau zou zijn vanwege een relatief late seizoensstart (na de marathon). Ik wist toen nog niet dat daar een aardige vormdip bij zou komen.

Die dip voelde ik de afgelopen weken wegtrekken, en eronder kwam langzaam-maar-zeker juist een verrassend goede vorm te voorschijn – gewoon stug door blijven trainen is duidelijk toch wel ergens goed voor geweest. Dus ik had zin om lekker te knallen, een mooi uitroepteken achter de eerste seizoenshelft.

Mooi doel leek me om mijn tijd van 2015 te verbeteren. Dat was toen een 1/8e, nu ging het om een sprint, dat is officieel 250 meter langer zwemmen. Maar het zwemmen in 2015 was te lang en steenkoud, en bovendien was ik toen niet in goede doen (zie het verslag). Dus die paar minuutjes langer zwemmen kon ik vast wel compenseren, ook gezien de recente resultaten.

Maar toen bereikte mij het bericht dat het zwemmen niet door zou gaan. Blauwalg. Alwéér. Ik hoorde het zaterdag; het was vrijdagavond laat bekend geworden. Dat was sowieso heftig, want zaterdag waren er ook al wedstrijden, en niet de minste: de teams van alle divisies plus een NK! De divisiewedstrijden zijn als run-bike-run doorgegaan, maar het NK werd afgelast (bericht). En ook de wedstrijden op zondag, voor het gewone volk, werden een run-bike-run.

De moed zakte me even in de schoenen, want lopen is mijn slechtste en moeilijkste onderdeel, en ik had juist erg veel zin in een echte triathlon. Ik had bovendien niet zulke goede run-bike-run-ervaringen: in Luxemburg vorig jaar had ik de indruk dat mijn fietsen had geleden onder het hardlopen ervoor, en over Krimpen in mei, in het diepste dal van mijn dip, wil ik het maar niet meer hebben.

Ik was bang dat het uitroepteken zou veranderen in een komma in mijn seizoen, op weg naar nu zeven weken lang trainen en dan de resterende wedstrijden in september.

Maar niet getreurd, en gisterochtend op naar Zevenhuizen. Want het heet wel 010, maar het is niet in Rotterdam en het is 17,5 km hiervandaan, zo mat manlief precies onderweg naar huis, want hij is terug gelopen. Hij was mee voor support en foto’s, en terug trainen dus (zie zijn blog). Hij maakte veel meer foto’s dan ik hier laat zien, ook van anderen, dus voor de geïnteresseerden, zie zijn album.  

Ik had er toch wel zin in en de sfeer rond de roeibaan voegde daar nog wat aan toe – het is een hartstikke leuke wedstrijd, misschien wel de allerbreedste triathlon (inclusief fietsen met boodschappenmandjes en OV-fietsen), met altijd een aantal bekenden en verder ook aanspraak in het parc fermé. Als je goed kijkt, zie je op de grond naast me iets roods, dat is de Feyenoord-handdoek van mijn aardige buurman. Dat was voor mij ook een handig oriëntatiepunt bij het wisselen:

2017_07_16_0026

Door de omzetting naar run-bike-run liep alles wel wat uit, dus 40 minuten later dan gepland gingen we van start. Over het fietsparcours, en dus moest de laatste deelnemer van de startserie ervoor klaar zijn met fietsen. Wij stonden al klaar om te starten en hebben haar met luid applaus binnengehaald – zo’n wedstrijd is het dus.

2017_07_16_0104

De eerste 2,5 km (nouja, iets korter) liep ik in 12’12. Dat is voor mijn doen prima. Mijn lopen is door het diepste dal gedaan van de drie sporten, en is nu duidelijk op de weg terug naar boven, overigens mede dankzij een chi-running-opfriscursus vorige week. Het ging goed dus:

2017_07_16_0135

Maar het was vooral op de fiets dat ik mezelf verraste. Ineens voelde fietsen weer zoals het voelt als ik goed ben. Alles met een hartslag vlak onder mijn omslagpunt, zonder dat mijn benen pijn doen. De trapfrequentie rond de 100 zonder dat dat moeite kost. En voldoende power in mijn benen voor de stukken tegenwind. Aaah, zo lekker!

2017_07_16_0169

En voeg daar dan bij dat ik 20 kilometer lang tientallen deelnemers heb ingehaald. Het was misschien wel het beste pacman-spelen dat ik ooit heb gedaan. Ik reed tegen het einde nog een dame voorbij die opzij keek en ‘sodeju’ zei, dat was wel een momentje. Ik ben zelf maar één keer ingehaald, door een bekende van manlief nogalliefst. Hier heb ik er aan het einde van het eerste rondje net weer een hele zwik ingehaald:

2017_07_16_0154

En het resultaat daarvan was dat ik bij de wisselzone hoorde dat ik op dat moment 4e dame lag van mijn serie, en dat later bleek dat ik in de leeftijdscategorie 40+ (87 vrouwen) de derde fietstijd van de hele dag heb gereden: 40’25. 40+, hè, dus met vrouwen tot wel 11 jaar jonger ertussen!

2017_07_16_0187

De tweede loopbeurt (kleine 5 km) voelde iets moeizamer, maar het ging toch aardig. Relatief was mijn klassering zelfs beter dan de eerste loop (17e versus 28e), dus anderen hadden het nog moeizamer. Ik heb 5’30 gemiddeld gelopen, net zo hard als vorige week in Terneuzen, toen met frisse benen maar onder zwaardere omstandigheden. Er zijn me nog twee dames voorbij gekomen, dat viel niet tegen, en ik werd dus 6e vrouw in mijn serie, 3e 40+’er (jammer dat ze geen 50+ onderscheiden).

https://www.flickr.com/photos/henkvermaas/35153224503/in/album-72157683872961961/

2017_07_16_0432

En zo finishte ik dus, in 01:23:19 (uitslagen) – en was ik hartstikke tevreden. Het was toch een uitroepteken geworden! En misschien toch vaker doen, een run-bike-run. Gepland dan, hè. Want als het een triathlon is, wil ik toch graag zwemmen.

2017_07_16_0564

!

 

Door |2017-07-17T11:06:55+02:0017 juli 2017|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Koel- en fietsfoto’s Bocholt

In vervolg op mijn vorige post: wat ook hetzelfde was dit jaar, was de enorme stortvloed aan foto’s die niet alleen zondag gemaakt zijn, maar die ook vrij beschikbaar zijn op internet. Daarin is Bocholt toch ook bijzonder. Het zijn er zo veel dat je je een ongeluk zoekt, maar gelukkig kreeg ik hulp van @jeanette van het Triathlonforum die mij had gespot.

Hier zijn twee koelfoto’s. Dat ziet er misschien niet uit, maar het is wel lekker:

Spons uitdrukken op hoofd

Water over mijn hoofd(da’s ook weer een fraaie in de categorie miss wet t-shirt met twee sterke punten…)

Oja, en die groene dingetjes om mijn armen, die zijn om je looprondes bij te houden. je krijgt er elke ronde één omgeschoven en met acht van die bandjes mag je finishen.

Op de fiets sta ik er iets normaler op. Nouja, wel met een blauwe stip, dat is om me van de voorkant te kunnen onderscheiden als Mitteldistanz-deelnemer – elke afstand heeft een andere kleur:

Fietsen

Fietsen met graffiti op de achtergrond

En dus danke schön Free.TriPix en Melanie Ivens Pixx.

En oja, ondertussen heb ik vandaag superlekker getraind, zwemmen en hardlopen. Waarom waren m’n benen zondag niet zoals vandaag?

Door |2017-06-14T17:03:48+02:0014 juni 2017|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Help, ik raak mijn spullen kwijt!

Eerst maar het goede nieuws: ik ben een stuk opgeknapt sinds vorige week. De hormonen rommelen af en toe nog een beetje, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Ik had het niet zo druk met werk, heb dus veel kunnen slapen, veel gelezen ook, dat was lekker.

Ik heb ook goed kunnen trainen, mede dankzij het heerlijke weer. Het werk dat ik wel had ging sneller dan verwacht, zodoende kon ik woensdag gaan fietsen en toen heb ik er in dik 5 uur de vormstrepen aardig ingebrand. Het zwemwater is ook geweldig. Lopen voelt nog een beetje amechtig, maar de relatie tussen snelheid en hartslag is weer normaal en het voelt weer lekker.

Dus, allemaal okee weer. Ik kijk inmiddels uit naar volgende week.

Maar… ondertussen is manlief serieus aan het trainen voor zijn Ironman. Daar hoort natuurlijk ook bij dat hij bepaalt met welke spullen hij die gaat doen. Nadat hij eerst al mijn shorty-wetsuit had ingepalmd, wat ik nogalliefst van hem gekregen had, heeft hij vandaag proefgereden op mijn fiets – met mijn schoenen:

Henk op mijn fiets, met mijn schoenen aanHet gaat ongeveer goed: mijn zadel zat hem niet zo heel lekker en die schoenen zijn een maatje te klein. Maar met een paar kleine aanpassingen kan hij erop voort.

Op zich is het natuurlijk een voordeel dat we zo veel spullen van elkaar aan kunnen. Ik geloof dat mijn vlinderbroekjes van oorsprong ook van hem waren, en ik draag ook wel zijn spijkerbroeken. We schelen één schoenmaat, enkele centimeters in lengte (ik ben langer), een paar kilo (hij is zwaarder), en we hebben iets andere verhoudingen – naast de gebruikelijke man-vrouwverschillen heb ik bijvoorbeeld dikkere bovenbenen. Dus sommige broeken kan ik niet aan. Maar veel is dus wel uitwisselbaar.

Alleen, hoe gaan we dat nou praktisch doen bij de komende triathlons? Help, ik raak mijn spullen kwijt!

Door |2017-06-03T17:53:49+02:003 juni 2017|Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Hoe had ik dat vorig jaar gedaan?

Vorige week had ik een trainingsweek zoals het niet moet. Ik had vooral een veel te drukke werkweek om fatsoenlijk te kunnen trainen: maandagavond vloog ik naar Zweden om daar dinsdag de hele dag op mijn nette schoenen te staan voor een grote groep, en ’s avonds vloog ik alweer terug. Ik was om 1 minuut voor middernacht thuis, toen had ik zere voeten en kon ik geen pap meer zeggen.

Niet echt veel tijd om uit te rusten, althans, er moest nog werk af, donderdag gaf ik college en vrijdag had ik nog een lange dag met een groep in Amsterdam, inclusief heen en weer in de spits. Alles bij elkaar geloof ik dat ik vorige week een record aantal declarabele uren heb gedraaid in mijn 17-jarig zelfstandigenbestaan.

Voor het sporten betekende dat sowieso al dat ik dinsdag en vrijdag geen tijd had. Maandag heb ik tussendoor nog wel een herstel-zwemtraining kunnen doen, om de dag ervoor te verwerken. Woensdag had ik alleen tijd om even te zwemmen, maar toen kon ik me amper concentreren – het zwembad was nog rommelig druk ook. Donderdag ging het nog wel aardig: lekker diep gegaan bij spinning.

Maar zaterdag ging ik hardlopen en daar heb ik na drie kilometer de brui aan gegeven: ik was niet vooruit te branden. Mijn hoofd vond het heerlijk om buiten te zijn en lekker te luchten, maar mijn lijf ging op een heel gematigd tempo al zuchten en steunen. Het was echt even genoeg geweest. Ik had ook nog ergens uitslag door opgelopen, rode vlekjes op een groot stuk van mijn lijf – misschien iets gegeten in Zweden waar ik allergisch voor ben?

In die drie kilometer had ik wel kans gezien om mijn kuitspieren fikse spierpijn te bezorgen: ik ben door de marathon uit de regelmaat geraakt van het lopen op de minimalistische schoenen, en ik moet eigenlijk weer zo’n beetje bij nul beginnen met opbouwen – dat stel ik maar even uit.

Nou is werkdrukte het soort vermoeidheid waar ik snel van opknap, dus gister heb ik heerlijk gefietst: mijn eerste rit van meer dan 100 km van het seizoen, ook de eerste in ‘kort-kort’ (korte broek en korte mouwen), naar de punt van de landtong van Rozenburg en daarna een rondje over Voorne-Putten, bij ideale omstandigheden (zon, precies de goede temperatuur, weinig wind), en in het prachtige lentegroen, inclusief divers jong grut (lammetjes, pulletjes enzo), en met mijn geliefde wide open spaces, inclusief een bijna rimpelloos Haringvliet. Dat is dan zo lekker dat het opknappen tijdens het trainen gewoon doorgaat. Ik kwam verfrist thuis, en juist niet afgedraaid als twee weken ervoor.

Maar goed, dit was dus een week waarin ik alleen een uurtje spinning en een fietstocht als beetje fatsoenlijke training kan meetellen. Met hardlopen heb ik nu echt wel een beetje trainingsachterstand zelfs.

Nouja, geen ramp – wat maakt het uit eigenlijk? Komende zaterdag staat de triathlon van Krimpenerwaard op het programma, dan loop ik maar wat rustiger. Daarna de draad weer oppakken. En ondertussen heb ik lekker verdiend vorige week natuurlijk.

Maar hoe deed ik dat vorig jaar? Toen had ik zulke weken niet. Ik heb de afgelopen maanden harder gewerkt dan in diezelfde tijd vorig jaar, en dat is ook te zien aan mijn omzet. Deels liep dat gewoon zo, deels stuurde ik daarop. Had ik vorig jaar nee gezegd tegen die Zweden-klus? Geen idee, het deed zich niet voor. En dat was misschien ook niet toevallig?

Tot slot nog een anekdote. Vorige week zondag, tijdens een voor Rotterdammers memorabele uitzending van Studio Sport, zei een commentator dat Ajax de finale van de Europa League zou spelen in Solna.  ‘Solna’, dacht ik, ‘daar moet ik morgen heen, dat is ook toevallig’. Dus maar eens wat beter op Google Maps gekeken en zo ontdekte ik dat mijn hotel bijna ín het stadion stond. Er was vorige week geen ontsnappen aan voetbal mogelijk!

Hier zie je mijn hotel links (mijn kamer had ook zo’n rond raampje, maar zat aan de andere kant) en rechts de ene wand van het stadion, met de poster voor de finale:

Hotel en deel stadion Solna

Door |2017-05-22T15:57:36+02:0022 mei 2017|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|2 Reacties

Uh…

We waren er helemaal klaar voor, vandaag, op deze bijzondere dag: ik had het wielershirt van manlief geleend en Nicole had een speciale bidon op de kop getikt – doen we anders nooit, maar vandaag….

Selfie in Feyenoord-wielershirtNicole met Feyenoord-bidon

Uh, nouja, we weten allemaal hoe dat inmiddels is afgelopen. In de auto terug luisterden we naar hoe een moeizame 0-0 bleef staan; ik was m’n fiets aan het uitpakken toen manlief kwam zeggen dat het 1-0 geworden was, en ik zat nog niet of het was al 3-0. Als het een andere club was geweest, had ik het heel grappig gevonden. Iets met schieten, beer, huid en verkopen. Maar het was Feyenoord.

Nou past het wel een beetje in het plaatje van de afgelopen week. Of eigenlijk misschien al langer, want de goede lezers van dit weblog hebben misschien al wel geconcludeerd dat het al een tijdje niet top gaat, met de teleurstelling van de marathon en het gebrek aan loopprogressie, de peptalk die ik nodig had in Spanje, het zwemwak waar ik sinds een paar weken in zit, het gemis van een Groot Doel…

Ik heb inderdaad al  een tijdje niet helemaal mijn draai, en daar kwam afgelopen week ook nog flink wat bij wat niet direct met sporten te maken heeft. De belangrijkste (maar niet eens alle) punten: we zijn waarschijnlijk veel geld kwijt doordat een bedrijf waaraan we hadden aanbetaald voor isolatie van ons huis failliet is, en manlief ging door zijn rug en kon zijn eerste Ironman-trainingsweek op z’n buik schrijven.

Vandaar dat ik vandaag met Nicole aan het fietsen was, en niet met hem, bij de 8HW-Tourcyclo. En ook hoe dat verliep, paste in het plaatje: het was veel slechter weer dan voorspeld, kouder en hardere wind en geen zon te bekennen. Dus dat Feyenoordshirt is niet zichtbaar geweest want zelfs met jasje erover vond ik het nog fris. We zijn ook nog heftig van de route afgedwaald doordat we een pijl misten en niet wisten hoe de route verder liep. Het was beuken tegen de harde wind en dat raakten we op een gegeven ogenblik zat. Toen we weer op zo’n eindeloze dijk aan het  ploeteren waren zijn we, in goed overleg, omgekeerd en teruggereden naar de auto.

Het werd zo dus onze deels zelf verzonnen en deels sterk ingekorte variant op dat achtje door de Hoeksche Waard. Wel best ook, ik heb nog maar heel weinig gefietst, mis in de wind vooral nog de power in mijn bovenbenen na al die maanden vooral hardlopen. Ik had bovendien geen goeie benen vandaag: de afgelopen week heeft veel energie gekost en ik had woensdag ook nog bloed gegeven. En ik snak naar zonnige warmte.

Gelukkig was het wel gezellig, de Hoeksche Waard mooi met de knotwilgen, het fluitekruid, het koolzaad en al het andere groen. Het was ook een prima training zo. Het was misschien niet zo veel, maar wel m’n langste en verste fietstraining van 2017, en ik moet ook niet al te ongeduldig zijn in het opbouwen van m’n fietsvorm. Die gaat echt wel komen.

Maar er zijn betere dagen. Of weken zelfs.

 

Door |2017-05-07T17:50:02+02:007 mei 2017|Fiets|0 Reacties

Marathontwijfels

In januari meldde ik hier dat ik van plan was om de marathon in eigen stad te gaan lopen. Ik heb achteraf wel eens gedacht: ik heb me in een vlaag van overmoed daarvoor aangemeld. Ik wilde het nog heel graag eens proberen, correctie: ik wil het nog heel graag een keer proberen. Zondag is het zo ver. Maar ik heb er een hard hoofd in. Als het weer niks wordt, als ik weer zo ga lopen strompelen als de laatste 12 kilometer in Istanbul bijvoorbeeld, dan wandel ik naar de metro en houd ik de hele marathon voor gezien. Motto: het moet wel leuk blijven.

Ik heb min-of-meer getraind via de marathonrevolutiemethode: zonder lange duurlopen, maar aangepast aan het trainen bij een atletiekvereniging en met op sommige zaterdagen de hardlooptrainersopleiding, en een iets hoger uitgangsniveau. Ik heb redelijk kunnen trainen, af en toe wat kwakkeltjes, daarover schreef ik eergisteren al, maar de grote lijn was okee.

Dat heeft wel wat opgeleverd, maar een boel ook niet.

Wat het sowieso niet oplevert, die methode, is zelfvertrouwen: ik heb nauwelijks langer dan 14 km gelopen, en zondag zijn het er 42. Dat is sowieso spannend natuurlijk, maar die onzekerheid durfde ik wel aan, dat was het experiment. Ik weet niet of ik erin geloof dat je met zo weinig kilometers een marathon kan lopen, maar ik zou het sowieso niet meer doen met lange duurlopen, en dit experiment ben ik weloverwogen aangegaan.

Wat het wel heeft opgeleverd: ik voel me goed, ik ben fris, uitgerust, ik voel me scherp, die duurlopen van 14 kilometer loop ik inmiddels moeiteloos en daarvan herstel ik snel. Dat was op weg naar Istanbul wel anders.

Wat het niet heeft opgeleverd: ‘meetbare’ progressie, in twee opzichten:

  1. Een hoger tempo bij een vaste hartslag. Ik ga de marathon lopen op duurlooptempo, hartslag <130, dus daar heb ik veel bij getraind. Idee daarvan is dat je dan langzaam-maar-zeker sneller wordt bij die hartslag. Nou, dat is niet gebeurd. Mijn tempo zwalkt. De laatste vijf 14-kilometer-lopen gingen gemiddeld in respectievelijk 6’48, 6’25, 6’45, 6’30 en 6’49 per km. Zeker die laatste was een klap in mijn gezicht, want toen voelde het heel lekker, maar o, wat is dat langzaam! Die 6’25-6’30, dat is wat ik me voorstel bij m’n marathontempo, dan loop ik ‘m in 4u30 ongeveer. Maar daar kom ik dus soms niet eens in de buurt.
    En hoezo, vanwaar die grilligheid? Ik kan alleen maar bedenken dat ik hem kennelijk technisch af en toe ‘niet raak’, maar dat merk ik dan dus niet.
    Overigens verklaarde die wisselvalligheid wel een deel van de ellende van die lange duurlopen op weg naar de marathon van Istanbul, want die liep ik op een vast tempo (in plaats van hartslag) en dus soms te intensief, waardoor ze te hard aankwamen. Die grilligheid is niet nieuw, namelijk, die signaleer ik ergens al wel jaren. Ik heb de woelige overgangshormonen ook wel eens de schuld gegeven, maar die zijn op dit moment redelijk koest, althans, zo ervaar ik het.
  2. Betere resultaten op de VIAD-test. Ik heb er op 23 januari een gelopen en gister, en die resultaten zijn zo ongeveer gelijk. Gister bleef mijn hartslag bij de vaste tempo’s soms ietsjepietsje lager en mijn herstelhartslag ietsjepietsje hoger, maar het scheelt heel weinig en dat is afgerond dus gewoon geen duidelijke progressie. Voor wie de getallen wil zien: hier zijn ze.

Tsja. Nouja, op zich is dit beter dan op weg naar Istanbul, want toen was ik trager geworden en had ik enorm afgezien op die lange duurlopen, en dat is nu niet zo. Maar wat ik ook kan concluderen: mijn trainingsaanpak heeft onvoldoende gerendeerd.

Komende zaterdag krijg ik ook nog eens mijn diploma als hardlooptrainer, dus de vraag ‘wat nu?’ moet ik eigenlijk zelf kunnen beantwoorden. Welnu, dit zijn mijn ideeën daarover:

  1. Wacht die marathon eerst maar eens af – wie weet.
  2. Als het niks wordt: doelen bijstellen. De (halve) marathon verder vergeten en me richten op afstanden tot 10 km. Boven het uur wordt hardlopen wezenlijk veel moeilijker voor me. Ik weet: met een marathon daag ik mezelf enorm uit. Misschien is het gewoon een brug te ver voor me. Jammer, maar geen probleem: ik wil m’n grenzen graag verleggen, maar soms loop ik er dan dus ook tegenaan.
  3. Anders gaan trainen. Van lange duurlopen ga ik achteruit, met kortere duurlopen heb ik stagnatie, dus laat ik het eens zonder duurlopen proberen. Het is lastig voor me om met zo’n lage intensiteit technisch goed te lopen, dat is de kern ervan denk ik. En verder heeft het mogelijk ook nog met m’n ‘dikke poten’ te maken: ik heb niet de bouw voor een lange-afstandsloper. Er zijn trainingsmethodes zonder duurlopen – ik schreef daar al een keer over
  4. Nog meer investeren in techniek, al valt het me tegen wat bijna een jaar daaraan werken me oplevert – nog niks, althans, niet in snelheid. Het schijnt er wel beter uit te zien en het voelt ook lekkerder, maar het voelt vooral lekkerder op de korte afstanden. Ik kan volgens mij vooral veel harder sprinten dan voorheen. Nou heb ik met zwemmen ook een periode gehad dat de techniekverbetering op langere afstanden niets opleverde, dat doet het ondertussen wel, dus wie weet heeft dit nog wat meer tijd nodig.
  5. En vooral: blijven genieten, los van de tijden en de snelheden en de prestatiedrang. Ik geef toe: dat is wel eens lastig. Ik was gister na die VIAD-test echt teleurgesteld, omdat ik graag loon naar werken wil. Misschien, zo dacht ik, moet ik ook maar eens minder hard werken ervoor. Dat lopen, dat is wel okee, maar al die core stability en andere oefeningen…

Dan is er nog één aspect wat mij helemaal met stomheid slaat. Ik heb namelijk wel reuze-progressie, maar ergens anders. Een maand geleden liep ik op zaterdag een halve marathon waarbij ik compleet op een hoop ging. De dag erna ging ik met moeie benen m’n geliefde trainingsrondje fietsen naar de punt van de landtong van Rozenburg, 73 km. Het woei een beetje, het was druk op het pad, ik had nog heel weinig gefietst (in de zin van: training – wel op de stadsfiets) en mijn hartslag bleef hartstikke laag (gemiddeld 119). Toen ik terugkwam, was het maar goed dat ik al was afgestapt toen ik op mijn horloge keek, anders was ik subiet van m’n fiets gevallen: dat was een recordtijd. Ik ben op dat traject nooit eerder zo snel geweest. Huh?

Dus wat levert al dat hardlopen op? Teleurstellende hardloopprestaties en geweldige fietsbenen. En dat vind ik toch echt moeilijk om te begrijpen.

Nou goed, duim maar voor me zondag, het wordt (voor mij) lekker weer! En als alles aan trainen een experiment is, dan is zondag dat bij uitstek. Ik meld me wel weer hier om erover verslag te doen.

 

Oja, en dan denk je misschien: maar ze heeft bij die Ironman toch ook een marathon gelopen? Ja, in een tijd die me zondag buiten de tijdslimiet zou brengen, met veel wandelen. Zo ga ik het écht niet doen zondag, dan wandel ik naar de metro!

Door |2017-04-05T20:21:26+02:005 april 2017|Fiets, Loop|0 Reacties

Hiaat #2

’t Is april en dan zou ik nog eens wat nabeschouwen op het terugblikken op de Ironman. Dat ga ik ook doen, zo af en toe in de loop van de maand.

Ik wil beginnen met het opvullen van nóg een hiaat. Vorige maand deed ik dat al met een urgente, maar ik ontdekte er kort daarna nog één: dat Blaudzun niet op m’n speellijst stond!

Vorige maand waren manlief en ik naar Blaudzuns concert in Vredenburg. Dat was beregoed! In de toegift speelde hij achter elkaar twee nummers waarvan ik dacht: wacht eens, die stonden niet op mijn Ironman-playlist? Huh? Ben ik ze toen vergeten? Tss!

Het gaat in de eerste plaats om Who took the wheel, het ultieme fietsnummer. In de versie op de plaat (in de link) en zeker ook als hij het solo speelt (zoals in de Avondetappe, als singer-songwriter, zo heb ik hem leren kennen), denk ik daarbij aan een klimmer die en danseuse  alleen een Alp opfietst (denk: Marco Pantani in zijn beste tijd). Live vorige maand had het eerder de dynamiek van een massasprint, heerlijk.

En dan is er Promises of no man’s land, het nummer dat de NOS als tune gebruikte tijdens de Olympische Spelen van Sotsji, toen de Nederlandse schaatsers op ware goudjacht waren. Dus dat nummer is dan weer het ultieme sport-presteer-nummer. Het heeft een prachtige ingehouden spanning die dan in het ‘when the heat is on’ tot ontlading komt. Ook zo’n nummer om niet stil bij te kunnen blijven zitten!

Hier zijn ze allebei op Spotify:

Door |2017-04-01T19:00:00+02:001 april 2017|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties
Ga naar de bovenkant