Blog2023-10-12T13:20:50+02:00

Zwart gat?

Neehoor, geen zwart gat. Vandaag begin ik weer gewoon met werken, en dat verdient de komende tijd wat meer aandacht. Net zoals andere niet-sport-zaken.  Maar ook op sportgebied kijk ik alweer vooruit.

Op de top van de huidige topvormgolf surf ik nog even mee naar twee evenementen: ik wil de Branderszwemtocht zwemmen, die wilde ik vorig jaar al doen maar toen was het water al te koud (het is nu nog zo mooi en warm dat ik best in Almere had kunnen starten, komend weekend, in plaats van Vichy, met m’n behoefte aan warmte, maarja, dat weet je niet van tevoren, hè? Bovendien word je dan geen Ironman, dat doet dat merk toch wel heel sterk).

En: ik ben bezig met het overnemen van een startbewijs voor de Kustmarathon. Daar speelt een beetje Zeeuws chauvinisme een rol, dat ik die graag op m’n palmares wil hebben: de marathon over het mooiste parcours van Nederland, finishend op steenworp afstand van waar ik lang heb gewoond – we wandelden vroeger vaak van Vlissingen naar Zoutelande, over het strand. Mag op 1 oktober weer bij gewandeld worden, vind ik, over het strand en de duinen, het is een loodzwaar parcours. Tijd maakt me niet uit.

Daarna gaat het gas er opnieuw af en wil ik gaan leren lopen op minimalistische schoenen. Dat idee spreekt me aan en ik vind dat mijn voeten nog wel wat sterker mogen worden. Volgend triathlonseizoen wil ik vooral weer eens lekker knallen op afstanden tot en met de Olympische, en dan vooral regionaal en wat later in het seizoen (niet meer zwemmen in te koud water, urgh).

Daartoe heb ik nog wat huiswerk te doen: dat recentelijk ontstane knieprobleem oplossen. Ik heb al contact gehad met bike-fitter Jeroen van Tri-run, en hij heeft me geadviseerd wat dingen uit te proberen qua positie en dan naar de chiropractor te gaan om naar mijn heup te laten kijken. Mogelijk drukt die in die diep gebogen houding mijn knie uit z’n voegen. Daar kan ik wel wat mee.

Ik twijfel nog over de marathon van Rotterdam: zal ik nog één keer proberen om een marathon wel helemaal uit te hardlopen? Er is echt nog progressie, en met die marathonrevolutie-aanpak, wie weet? De inschrijving is nog niet geopend, dus ik mag nog even doortwijfelen…

Waar ik nog wel mee zit, is een nieuw schrijfdoel. Dit weblog loopt op z’n eind: mission accomplished, ik heb nog een paar nootjes op mijn zang en daarna zet ik hier een punt achter. Maar ik ben voor mijn gevoel nog niet uitgeschreven, vooral niet over het thema ‘sport en vrouwen van rond de 50’. Maar hoe ik daar een vervolg aan ga geven, daar ben ik nog niet uit. Hmm… nou, daar dreigt dan wel een zwart gaatje! Maar ik weet ook: die vullen zich. Soms uit onverwachte hoek. Kan korter duren of langer, maar komt goed. Ik ben benieuwd.

5 september 2016|Categories: Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|0 Comments

Vichy-gerelateerde links

Ik doe regelmatig aan een rijtje interessante links op dit blog, en ik heb natuurlijk rond Vichy ook wat zitten googlen en surfen, en ik kwam nog wel enkele aardige dingen tegen:

  • Kijk even naar de foto op https://www.k226.com/news/newsitem.aspx?id=9277 : zo’n Ironmanlogo van strobalen hebben we ook zien staan, het stond er al tijdens onze parcoursverkenning, erg grappig!
  • Blogpost van een Belgische coach en deelnemer die na 7 km fietsen uitstapte en zo ontdekte dat een Ironman doen op routine niks is. Dat vind ik wel een interessante bespiegeling, en ook fijn om te lezen dat ook hij meer dan 4 zwemkilometers registreerde.
  • Over uitstappen gesproken… je kunt dan ook op de EHBO belanden, dat heb ik vaker gehoord, tot het ziekenhuis aan toe. EHBO in Vichy overkwam vorig jaar deze blogster, overigens verder een beetje tsja-verhaal: het begint als een lijdensweg, maar als je dan uiteindelijk in Almere finisht in 11u1, dan denk ik: nou, valt wel mee allemaal. Elke sporter komt wel eens wat hobbeltjes tegen immers.
  • Op de triathlon-data-analyse-website (goudmijn voor de cijfertjesfreaks!) staat dat er  kennelijk nogal wat gedoe geweest is bij de profs over wat je wel aanmocht als dat geen wetsuit is, met vijf diskwalificaties als gevolg. Het blijkt wel dat communicatie niet het sterkste punt is van Ironman Vichy, dat vond ik ook. En wat ook raar is, is dat een Ironman dus deels z’n eigen regels heeft en deels onder de jurisdictie valt van de nationale triathlonbond. Dat is verwarrend natuurlijk.

 

4 september 2016|Categories: Triathlon algemeen|0 Comments

Afkicken

Gister was de Binnenmaas Triathlon, die ik hier vorig jaar ook al heb omschreven als ‘de moeder aller triathlons’ voor mij. Het is niet alleen zo dat ik er zelf mijn eerste deed, in 2011 (hé, m’n eerste triathlonlustrum!), maar ook zag ik er, jaren eerder, mijn eerste triathlon van dichtbij, als supporter. Manlief, afkomstig uit de Hoeksche Waard, doet er namelijk al vanaf het begin mee, als het maar enigszins uitkomt.

We weten het niet helemaal zeker, maar het zou kunnen zijn dat die eerste keer als toeschouwer meteen in 2002 was, toen we elkaar net kenden. Ik herinner me er vooral van dat het afgrijselijk weer was en dat ik het steenkoud kreeg, maar ook wel dat het leuk was. Wat me opviel was hoe breedgeschouderd de snelle mannen waren: als je gewend bent aan fietsers, puilt dat zwem-bovenlijf over het fietsframe heen.

Ik kan ‘m helaas online niet vinden, maar op de Ironman-reclameposter die overal in Vichy hing stond ook weer zo’n breedgeschouderde, strakke macho superman, en dan denk ik nog steeds: da’s niks voor mij, die sport, zo ben ik niet. Maar toen in Binnemaas zag ik: er doen ook redelijk normale stervelingen aan mee, zoals mijn eigen nieuwe liefde. Ik heb toen in 2002 zeker niet gedacht ‘dat ga ik ook doen’, want toen waren dat zwemmen en lopen nog mijlenver van mijn bed. Maar wel heeft Binnenmaas toen ergens een positief zaadje gezaaid.

Enfin, dit jaar kwam-ie natuurlijk te kort op vorige week. Mijn hoofd zou er niet naar gestaan hebben, want dat is nog vol van vorige week. Lichamelijk had ik er wel aan mee kunnen doen, zeker aan de 1/8e. Mijn herstel gaat wonderbaarlijk goed. Ik had het er vrijdag met masseur Marcel over, tijdens zijn speciale Ironman-behandeling van vrijdag (dank je wel!): hij vond in mijn lijf al niet meer zo veel sporen terug van zondag. Hij was het eens met wat ik zelf al had bedacht: mijn schouders en nek hebben door het urenlange meewiebelen tijdens het lopen al kunnen herstellen. Dat een deel alweer herstelt tijdens de wedstrijd, dat heb ik nog nooit zo ervaren. Op de fiets voelde ik het ook al aan mijn armen. Wonderbaarlijk.

En wat Marcel ook zei, heel logisch maar ik had het niet zo voor ogen: die topvorm is er ook nog gewoon. Alles was gericht op vorige week zondag en de vorm gaat onherroepelijk weer inzakken, maar  hij is niet ineens weg. Dus herstel ik ook nog op topvormniveau. Enige wat echt een beetje gevoelig is nog is de nagel van mijn rechter grote teen. Die heeft klemgezeten, zo’n typische loperskwaal, en die krijgt al interessante kleuren:

Blauw en witEnfin, ik heb donderdag een klein stukje meegelopen bij de club, in dat mooiste shirt van de hele wereld, en dat ging goed en het was erg leuk, met zoenen, knuffels, felicitaties en zelfs applaus. Beetje last van de binnenkant van m’n knieën nog, maar dat is nu ook weg. Gister naar de Binnenmaas toegefietst, ging ook lekker. Maar niet om mee te doen, dus – als vrijwilliger. En een klein beetje om manlief aan te moedigen. Helaas moest ik een hesje aan over het mooiste shirt van de hele wereld:

Hesje over Vichy-shirtIk vind dat je, als je veel sport, ook af en toe vrijwilliger moet zijn, want zo doe je iets terug en alle organisaties van dit soort evenementen hebben moeite om genoeg vrijwilligers te vinden, dus je maakt het doorgaan van je favoriete evenement ook mogelijk zo. Ik snap ook wel een beetje waarom vrijwilligers niet staan te springen, want ik heb het gister graag gedaan en het heeft zeker leuke momenten, maar – oef.

Het was sowieso best pittig, ik heb van 10 tot 4 bijna non-stop gestaan (ik zei al: zelf meedoen is minder zwaar), je hebt er eigenlijk ogen in je rug voor nodig, maar je moet bovendien behoorlijk wat lompheid incasseren. Ik was oversteek-regelaar, dus ik stond op twee verschillende plekken waar gewone mensen (publiek, bezoekers van het recreatie-oord en mensen van de erachter gelegen hockey-club) het parcours mogen oversteken – als er niemand aankomt.

Nou, vooral op die eerste plek ben ik vaker toegesnauwd en uitgescholden dan bedankt, en ik heb soms best pittig moeten ingrijpen omdat mensen echt nergens rekening mee houden. Als je naar links kijkt, glippen ze langs je rechterkant en anderen negeren je straal. Sommigen zijn een beetje van de wereld, die kunnen er niet zo veel aan doen, maar, uhm, nouja, al m’n vooroordelen over hockeyers zijn gister bevestigd, zal ik maar zeggen.

Wat me ook opviel is hoe respectloos mensen zijn tegenover de achterhoede: er moesten nog fietsers binnenkomen, maar dan zien ze er kennelijk geen enkel probleem meer in om op het fietsparcours te gaan staan om naar ‘hun’ loper te kijken, soms met kinderwagen en al. In één geval ging mijn collega van de overkant erachteraan, toen schoof die kerel welgeteld drie meter op, kon ik ook nog een keer naar hem toe. Dat soort dingen. En dan hoor je ook nog wel eens ‘Ach, schei toch uit trut’.

Dus zo leuk is het niet. Nouja, met een groot deel van de mensen wel, hoor, gelukkig (maar iets vaker ‘dank je wel’ zeggen is welkom), en ook met de vrijwilligers onderling en de vele bekenden tussen de deelnemers. En het was, in tegenstellig tot vorig jaar én 2002, mooi weer; ik ben zelfs verbrand in mijn gezicht (oeps).

En, natuurlijk weer een boel leuke reacties over vorige week, ook van lezers van dit blog, erg fijn! Ook de eerste negatieve, nouja, non-verbaal dan – ik zag mezelf in zijn ogen ineenschrompelen. Want ja, voor sommige triathleten is er dik 15 uur over doen minderwaardig en niet allemaal hebben ze een even groot inlevingsvermogen. Er hebben er vast meer zoiets gedacht, maar dat je dat laat merken is niet zo fatsoenlijk natuurlijk. Pas later bedacht ik wat ik terug had moeten zeggen, op vrolijke toon: ‘Goh zeg, de andere 999 reacties waren positief, dank je wel!’ Maar zo gevat ben ik op zo’n moment niet.

En zo zit ons triathlonseizoen erop. Gister was voor mij een soort methadonshotje na de grote klapper van vorige week: goed voor het afkicken. Manlief was tevreden over zijn kwart, in 2:36:03 (uitslagen) (‘you are a kwart-triathlon-Binnenmaas-finisher’. Onee). Hij had bij het fietsen vlak voor hem een valpartij gezien en daar was hij even bij gestopt om te zien of beide betrokkenen weer op konden staan. Verder was alles probleemloos verlopen. Wel stond er zo’n oversteek-vrijwilliger met een opschepperig Ironman-shirt onder d’r hesje af en toe naar hem te roepen 😉

 

4 september 2016|Categories: Triathlon algemeen|0 Comments

De trainingsarbeid

Ik heb even wat gerekend om een antwoord te formuleren op de vraag: hoe veel training heeft dat gevergd, die Ironman?

Als ik 1 januari als startdatum neem en een beetje afrond, berekenen mijn Suunto-horloge en Movescount 221 trainingen in 309 uur, waarin ik 3700 km heb afgelegd, verspreid over de verschillende sporten (inclusief de sporten waarbij ik niet van m’n plek kom, zoals spinning en bodybalance).

Daarbij komen nog de oefeningen (core, buik, rek-en-strek) voor of na de training, want die klok ik alleen maar mee als ze vast zitten aan bodybalance. Dat is zeker nog wel een half uur per week – 17 uur dus.

Ook de stadsfiets is geen echte training, dat is toch vooral vervoer, maar het komt er wel bij: als ik niet zo veel voor vervoer zou fietsen, had ik er een derde wekelijkse fietstraining bij willen hebben. Goed voor 124 uur.

Grand total: afgerond 450 uur.

Die begindatum van 1 januari is wel een beetje willekeurig, maar dat rekent makkelijk. Ongeveer toen, ietsje eerder, begon ik wel met opbouwen, maar ik ben eigenlijk al twee jaar geleden begonnen. Sinds toen, en zeker heel vorig seizoen, stond alles al in het teken van dat ene doel. Ook eind maart dit jaar vond ik nog een soort startdatum: toen kon ik weer beginnen met hardlopen na de voetblessure en gaf ik tegelijkertijd in de week in Portugal een grote snok aan m’n fietsconditie. Dus ja, zeg het maar. Nou, ik houd het op 1 januari, hoor!

 

 

2 september 2016|Categories: Triathlon algemeen|0 Comments

Stripverhaal

Aan de hand van plaatjes en foto’s ga ik hier nog wat dingen vertellen over onze week in Frankrijk in het algemeen en natuurlijk over zondag in het bijzonder. De foto’s zijn weer wat groter omdat ik ze deels uit Henks Flickr overneem maar vooral ook omdat nu de plaatjes centraal staan en niet het verhaal. De kleinere foto’s op de pagina’s hiervoor zijn trouwens allemaal klikbaar om ze ook groter te krijgen.

Hier nog drie foto’s die horen bij de eerste Franse blogpost. Op de eerste neem ik een slokje van het bronwater van Vichy, uit de source célestins, wat licht prikkelend zout smaakte, best lekker, en dat is dus gewoon publiekelijk toegankelijk; de kuurders hebben een eigen ingang met meer faciliteiten. Maandag zijn we nog twee flesjes gaan vullen om mee te nemen. Bij de Ironman kregen we trouwens ook plaatselijk bronwater: de verzorgingsposten bij het lopen schonken St. Yorre,  uit een bron vlak buiten Vichy en net van het fietsparcours af. Dat was best lekker, af en toe zo’n iets prikkelend en zout smaakje tussendoor.

Ik bij tappunt kuuroord

Ik schreef toen dat er overal sporen van de Ironman-voorbereidingen waren, zoals linten aan het boom, vlakbij het loopparcours-in-wording. Zou zo’n oude boom daar niet van schrikken?

Ironman-lint om een dikke boomEn hier ben ik aan het wifiën in een café, met thee en wafels. Dat was donderdag, en dat ging prima, dus wij daar maandag weer heen. We hadden ons net geïnstalleerd met thee en wafels weer, en toen bleek de internetverbinding het niet te doen – urgh! Dus dat was eigenlijk de belangrijkste oorzaak van het digitale gehannes van maandag.

Achter de tablet in een café

Dan over naar zondag. Mijn fiets had een nachtje geslapen in het fietsenpark, zo trof Henk ‘m de volgende ochtend aan:

2016_08_28_0058

Impressie van een verzorgingspost, deze bij de doorkomst halverwege het fietsen:

2016_08_28_0191

En bij het lopen, dit werd gaandeweg de gezelligste post, eenmaal in het donker hadden die vrijwilligers met elkaar enorme lol, maar dat zonder ons te verwaarlozen, dat was heel leuk, en vooral hier regende het toen al félicitations:

2016_08_28_0282

Aan al dat wegwerpen van je eigen bidons en aannemen van de verzorgingsposten houd je dus zoveel dezelfde bidons over, zeker als manlief er ook nog verzamelt, dat je er thuis mee zou kunnen kegelen:

Zes bidons

Terug naar zondag. Deze kerel had ik ook gezien bij het lopen, met die sprieten op z’n hoofd. Henk had ook nog iemand gezien met een Bert-en-Ernie-triathlonpakje, maar verder was er niemand met een gekke uitdossing. Het is op dat punt serieuzer dan bijvoorbeeld een marathon, waar je de gekste uitdossingen ziet

2016_08_28_0355

Deze had ik dan weer niet gezien: arm in mitella. Dat zal toch tijdens de dag gebeurd zijn, want hoe heeft hij anders kunnen zwemmen en fietsen? En dan toch doorlopen – aan z’n armbandjes is te zien dat hij in het laatste rondje zit (zie verderop):

2016_08_28_0354

Dan een serietje van drie omdat ik het daarover gehad had – Fourilles ligt inderdaad in een wijngebied:

Plaatsnaambordje met wijnstreek eronnder

En in het kleine supermarktje in Chantelle hadden ze daar rosé van:

2016_08_29_0399

En die smaakt best lekker op de day after – proost!

2016_08_29_0402

Wat je op die foto trouwens niet ziet, is dat ik net een vestje heb uitgetrokken zodat het shirt beter uitkomt. Maar dat was een beetje fris. Het was maandag maar 20 graden! We verbaasden ons erover dat het daar dus in twee dagen tijd van 36 naar 20 graden kan gaan zonder onweer.

Onderweg terug naar huis stak de chauffeur z’n voorkeur niet onder stoelen of banken – let op het stickertje, daar staat ‘Proud Ironfan of 147’:

Auto met fansticker

We hadden daar (Laon) trek in koud drinken, dus wij wilden naar die supermarkt, maar dat kostte nog wat moeite, want vanaf de grote weg moest je onder een tunneltje door dat te laag was voor een auto met fietsen erop. We hebben dus meer van Laon gezien dan ons lief was – vooral er weer uit komen leverde wat extra slingertjes op.

Dan nog wat Ironman-parafernalia. Hoe langer de wedstrijd, des te groter de rugzak die je krijgt: links de nieuwe, rechts die van Luxemburg. De deelnemers aan de halve afstand in Vichy, op zaterdag, kregen ook zo’n kleinere, alleen dan met andere opdruk:

2016_08_31_0405

Bij elke loop-doorkomst krijg je een gekleurd armbandje, zodat iedereen kan zien in welke ronde je zit en wanneer je mag finishen. Ik vond de eerste doorkomst al fijn, want zonder bandje lopen voelde wat bloot, tussen al die lui mét. De vrijwilligster van wie ik het donkerblauwe, laatste bandje kreeg, die kon ik wel zoenen – hèhè, eindelijk!

2016_08_31_0406

De medaille (zwaar!):

2016_08_31_0409

Mijn startnummer, mooi roze is niet lelijk:

147 - Louise

Met ook dat AWA erop. Ik heb gister nog wat gezocht, en ik snap het nog steeds niet. Maar ik zag wel dat ik van de Nederlandse vrouwen in mijn leeftijdscategorie de meeste punten heb – omdat ik kennelijk de enige ben die dit jaar tot nu toe twee Ironman-evenementen heeft gedaan (het plaatje is ook een  link naar die site):

Ranking Nederlandse V50-54Hier dan ook nog een linkje naar mijn officiële certificaat (kuch).

 Henk heeft mij gister nog even speciaal op de foto gezet…

2016_08_31_0412

…om zijn Facebookpagina kleur te geven, hier is een screenshot/link:

henksfacebook

Ook daarop komen nu een boel likes en reacties binnen, erg leuk!

 

1 september 2016|Categories: Triathlon algemeen|3 Comments

Thuis!

We zijn weer thuis, na opnieuw een lange maar relaxte dag in de auto gister. We hebben voor de gein de tolwegen vermeden, en dan doe je er langer over, maar we hebben wel meer gezien. We waren uiteindelijk tegen middernacht thuis. Leuk om ook daar meteen weer een felicitatie aan te treffen:

kaartje

Ik ben sowieso heel erg verguld met al jullie reacties per mail, SMS, Twitter en op dit blog! Vooral ook leuk om te lezen dat de live tracking bevallen is. Ik heb zelf gisteravond nog net kunnen zien hoe veel doorkomsten ze geven, dat is wel grappig. Het loopparcours had veel slingertjes die af te snijden waren, dus lagen er veel matten, en leuk dat ze zoveel van die data doorgeven. Inmiddels staat er een samenvatting.

Ik heb daarnet de blogposts die ik maandag had geplaatst opgekalefaterd, dus de teksten van zaterdag en die van maandag over de dag zelve: de foto’s staan erbij, ik heb nog wat kleine dingetjes geredigeerd en links toegevoegd. Wie nog veel meer foto’s wil zien: zie Henks Flickr of de Finisherpix (oeps, duur zeg! en het filmpje klopt niet, dat is van vorig jaar). Ik zal zelf de komende tijd ook nog wat nagekomen zaken hier posten.

Nog wat aanvulling op basis van de uitslagen: de Roemeen met wie ik aan het eind heb opgelopen heet Voicu, die naam had hij wel gezegd, maar die was te exotisch om zondag in m’n moeie hersenen te blijven hangen. Mijn Argentijnse buurman heet Juan en is gefinisht in 12:28:06. Mijn Britse naamgenote heeft beter gelopen dan ik en is gefinisht in 14:36:50. Van de gefinishten ben ik in mijn leeftijdscategorie één-na-laatste geworden. Ik was 1514e overall, van 1822 inschrijvers, en 1551 gefinishten (de rest is DNS, DNF of DQ). Ik meen me te herinneren dat de koploper een Duitser was, toen die me inhaalde op de fiets, maar uiteindelijk heeft een Brit gewonnen, Harry Wiltshire, in een voor mij echt werkelijk totáál onvoorstelbare 08:17:14. 

Enne, het gaat nog steeds prima. Ik hoest een beetje. Bovenbenen en onderrug zijn nog wat stijf en sinds vandaag kan ik voelen dat het toch mijn rechter bovenbeen is geweest dat het het zwaarst gehad heeft, door die onwillige knie. Maar niks ernstigs. De spierpijn valt me heel erg mee, sowieso, maar zeker die in m’n schouders en nek. Toen ik zondag van mijn fiets stapte, dacht ik dat ik die een paar dagen lang amper zou kunnen bewegen, maar kennelijk heb ik het bij het lopen ook weer een beetje los weten te lopen. Onder het fietsen merkte ik het ook al: tijdens het ene onderdeel herstel je toch een beetje van het vorige. Kennelijk.

Vannacht heb ik ook weer doorgeslapen zonder midden in de nacht te gaan lopen snaaien. Maar dat is misschien vanwege de enorme portie Waalse friet met pickles gisteravond?

31 augustus 2016|Categories: Triathlon algemeen|3 Comments

Dienstmededelingen

  • Dank jullie wel voor reacties en felicitaties per mail en SMS. Ik reageer persoonlijker als ik weer thuis ben. Het is nogal behelpen met de Wifi, de eerste pogingen faalden vandaag en ik zit nu op een ongelukkig bankje net even wat te doen terwijl Henk boodschappen doet.
  • Om diezelfde reden ook nog geen foto’s, maar ik beloof: die zijn leuk! [ edit woensdag: ze staan er! ]
  • Ik heb een op zaterdag geschreven post net pas kunnen plaatsen, die heb ik wel de datum van zaterdag gegeven.
  • Ook al is de naam en bestemming van dit blog sinds gisteravond half 11 niet meer van toepassing, ik stop er niet meteen mee, hoor, ik laat nog wel wat horen over de naweeën!

En tot slot nog even: het gaat prima met me, op de day after. De meeste last heb ik van van die onschuldige dingetjes als blaren, een beknelde teennagel, steeds trek en een licht gevoel van vermoeidheid. Spierpijn valt erg mee!

29 augustus 2016|Categories: Triathlon algemeen|0 Comments

I am an Ironman!

Toen ik gister aan het derde looprondje begon, landde het besef dat ik het zou gaan halen, maar dat ik dan niet helemaal moest gaan lopen lanterfanteren. Ik ben uiteindelijk gefinisht in 15 uur, 8 minuten en 46 seconden, 51 minuten voor de tijdslimiet. Het is gelukt! Maar in dat derde rondje realiseerde ik me twee dingen:

  1. Toen ik aan de onderneming ‘hele triathlon op m’n 50e’ begon, dacht ik dat ik het nét zou kunnen halen, als het een beetje mee zou zitten. Inderdaad.
  2. Het was een mooie dag, maar de weg erheen was nog mooier.

Ik werk beide gedachten uit.

Kan net, als het meezit

Ik wist toen ik aan deze onderneming begon, dat ik er mijn grenzen mee zou opzoeken en oprekken. Dat was ook de lol ervan: zo’n doel is maximaal uitdagend en ook heel spannend. Ik heb daarover op dit blog veel geschreven (voorbeeld). In de afgelopen jaren heb ik meermalen zwaar getwijfeld aan het ooit behalen van het doel – heb ik ook niet onder stoelen of banken gestoken, m’n gekwakkel (voorbeeld). Maar het is gelukt, en daartoe heeft het ook wel een beetje meegezeten.

Wat er mee heeft gezeten, is ten eerste het trainen sinds eind maart. Daarover heb ik hier geschreven: dat had echt niet beter gekund. Het ging zelfs zo goed dat ik moet toegeven dat ik ondertussen was gaan verwachten dat er een betere tijd dan dit voor me mogelijk was geweest. Maar ik wist ook: een hele triathlon is ongewis.

Wat er verder ook meezat, waren de omstandigheden. Het pakte inderdaad zo uit dat 30 graden na dagen van 36 goed te doen is. Sterker nog: ik heb het op de fiets zelfs een beetje fris gehad, want toen was het weer op z’n slechtst, met harde wind en een paar spatjes regen, en ook een donkere lucht in de verte, die er spannend uitzag, maar echt slecht is het dus niet geworden. Aan het eind van het fietsen werd het weer zonnig en warm, en het begin van het lopen voelde zelfs even naar warm, maar toen ik bij de eerste verzorgingspost water over me heen had gegooid en daarna de eerste brug opkwam waar een briesje was, ging het wel. En vervolgens koelde het alleen maar af richting de avond, en was de temperatuur prima.

Ik kreeg wat voor mij de reden was om voor Vichy te kiezen: warmte, maar niet te gek. Het zwemwater was misschien wel het lekkerste waar ik ooit in heb gezwommen: 25 graden. Toch was nou juist het zwemmen de enige duidelijk nadelige omstandigheid: zonder wetsuit, dus trager, en ik was uiteindelijk nog trager dan ik had verwacht, maar dat gold voor iedereen die ik erover gehoord heb, dus dat lag niet aan mij. Mijn GPS heeft ruim 4 km geklokt. Ondanks de rolling start was het bovendien de hele tijd rommelig, met lui die plotseling schoolslag gingen zwemmen en dan stilvielen, en talloze zigzaggers – terwijl het heel makkelijk navigeerbaar was, want het waren met boeien afgezette baantjes.

Klaar voor de start - beetje strak bekkie, hè?

Klaar voor de start – beetje strak bekkie, hè?

Ik had het de eerste 500 meter ook moeilijk door het wennen, want je staat eerst lang te wachten voor de start en dan ineens spring je het water in en hops, daar ga je dan – met al die wedstrijdspanning nog in je lijf, dus ik kreeg mijn ademhaling niet onder controle. Ik vind de start van openwaterzwemmen vaak even lastig, maar meestal niet 500 meter lang. Het derde ‘baantje’ van 0,95 km was het smalste en daar raakte ik door de rommeligheid ook weer uit mijn ritme.

Bijna is het zover...

Bijna is het zover…

Bovendien kreeg ik, ondanks de 25 graden, wéér dooie vingers. Is dat omdat dat het dan weliswaar warmer is, maar zonder wetsuit dan toch weer koud voor mijn lijf, of is het iets zwemtechnisch, dat ik bij lang zwemmen iets afklem? Toch eens uitzoeken. In elk geval: ik was blij dat het erop zat, een kwartier langzamer dan verwacht/gehoopt: 1u45.

Die arm met het witte horloge is de mijne, midden in het gekrioel

Die arm met het witte horloge is de mijne, midden in het gekrioel

Ook bij het fietsen viel mijn tijd me tegen, 6u45, terwijl dat voor mijn gevoel okee ging. Ik reed vooral in het begin moeiteloos op de intensiteit die ik wilde, en kon genieten van de power in die goed getrainde én uitgeruste benen. Later werd het wel iets zwaarder, maar ik weet toch niet waar ik het heb laten liggen. Nouja, 180 km is toch wel lang natuurlijk, daarbij de wind in het eerste rondje, de klimmetjes, twee sanitaire stops die relatief veel tijd kostten omdat de dixi’s onhandig geplaatst stonden (stukje lopen van de weg af) – maar dan nog, ik had iets meer verwacht. In het tweede rondje heb ik wel lekker pacman gespeeld: een boel fietsers ingehaald. In het eerste rondje was ik zelf voorbijgestormd door de hele voorhoede in hun tweede rondje.

Knoppie-druk. Blij dat het zwemmen erop zit!

Knoppie-druk. Blij dat het zwemmen erop zit!

Toen ik ging lopen, liep ik een uur achter op mijn ingeschatte tijd. Ik had ook nog bewust royaal de tijd genomen voor het wisselen. Geen probleem, want ik had nog steeds ruim de tijd. Op basis van de laatste koppeltraining had ik verwacht iets harder te kunnen gaan lopen, maar het was dus net warm en de fut was er toch best wel uit al. Dus veel meer dan dribbeltempo zat er niet in, met wat wandelen tussendoor. Maar dat heb ik wel vier rondjes lang redelijk vlak kunnen doen, met een tijd net boven de 6 uur als resultaat. Daarmee heb ik mezelf niet verrast, maar ook niet teleurgesteld. Dat lange lopen is gewoon moeilijk voor me, en na 180 kilometer fietsen helemaal. Ik had bovendien zeker een okee dag, maar geen topdag, niet zo’n dag om boven mezelf uit te stijgen. Daarvoor is het misschien ook allemaal te groot en te veel.

Doorkomst bij de verzorgingspost halverwege het fietsen

Doorkomst bij de verzorgingspost halverwege het fietsen

Andere dingen gingen prima: ik kon goed eten en drinken, ben nooit misselijk of flauw geweest, het heeft niet geklotst maar ik moest wel af en toe plassen – dat kon niet beter. Doordat het koeler was dan bij de parcoursverkenning, had ik geen last van brandende voetzolen of van mijn lenzen. Amper blaren ook, ondanks al dat koelwater over me heen. De pijn in mijn benen bij het lopen was ‘gewone’ pijn, van vermoeidheid: er is niks stuk. Ik had voor noodgevallen pijnstillers in m’n special needs bag, maar die heb ik niet gebruikt.

Bijna klaar met fietsen. Ik houd de houding nog net.

Bijna klaar met fietsen. Ik houd de houding nog net.

Mijn lijf deed het verder ook goed, alleen die rechterknie was wat weerbarstig. Die moest ik om de paar kilometer op de fiets even overstrekken dan met een draai van mijn voet ‘klik’ laten zeggen, dan ging het goed. Het lijkt wel alsof hij door het fietsen ‘ontspoort’. Geen pijn gehad, wel wat ongemak, maar alleen op de fiets. Thuis gaan uitzoeken of het aan de afstelling ligt of aan mijn lijf – maar dat is al met het oog op volgend seizoen.

Met al die gunstige dingen blijf ik toch maar 52 minuten binnen de tijdslimiet. Veel meer zit er niet in voor mij, denk ik. Bij meer kou of meer klimmen of meer pech of minder trainen of heter kan ik het wel schudden. Ik bedoel: het kan niet veel beter dan nu, dan dit jaar, dan gister, en dat realiseerde ik me onderweg: het is nu of nooit. En ik weet dat je nooit nooit moet zeggen, maar nu denk ik: dit was echt eenmalig. Daar komt ook het volgende punt bij om de hoek kijken:

De weg erheen was mooier dan de dag zelve

Het lastigste moment: beginnen met lopen op het heetst van de dag

Het lastigste moment: beginnen met lopen op het heetst van de dag

Ja, het was een gave dag, gister. Het moment van finishen, dat is super indrukwekkend. Het was al donker natuurlijk, en ineens loop je dan in het spotlight de arena binnen, met muziek, allemaal mensen, high-fives gevend en de speaker met het luide ‘You are an Ironman’. Net ervoor dacht ik: ik ga janken. Maar ik had uiteindelijk alleen maar een enorme smile op mijn gezicht (en vochtige ogen).

Daarna volgde trouwens ook meteen wel een beetje anticlimax, want ik werd voor een bord geduwd voor een foto en daarna een enorme, bijna lege loods in gebonjourd. Fans mogen daar niet bij, want je hebt meteen toegang tot de fietsen en andere spullen. Dat snap ik wel, maar ik had natuurlijk niets liever gewild op dat moment dan manlief in de armen vallen. Die zag ik wel van achter een hek, en uiteindelijk pas toen ik met m’n hele boeltje werd ‘vrijgelaten’ – want zo voelde het wel een beetje.

Lopen viel toch niet tegen

Lopen viel toch niet tegen

Manlief was ook verantwoordelijk voor een paar andere fijne momenten: hij heeft zijn taak van mental coach en fotograaf uitstekend vervuld! Allerbelangrijkste moment was toen hij net ook aan het begin van dat derde rondje (ja, dat was het sleutelmoment) zei dat ik het zou gaan halen als ik zou blijven dribbelen + wandelen. Dat had ik net zelf ook bedacht, maar het was fijn om dat bevestigd te horen.

Ironman2016-stukje wandelen mag

Een stukje wandelen mag – ik strek daar mijn handen omdat die dik werden

Wat verder ook leuk was, was dat de vrijwilligers van de drankposten halverwege het laatste rondje begonnen te feliciteren. Op sommige van die posten was het op dat moment ook heel gezellig aan het worden, dat was grappig om te zien. En het was sowieso gaaf om de hele dag in het Frans toegejuicht te worden: Allez, allez, bon courage, allez Louise! En félicitations, dus. En in de Franglais-varianten – bij de Australian exit zei een behulpzame vrijwilliger dat ik ‘ze big yellow on ze rrright’ moest houden (boei).

Onder de bogen van het kuuroord in het centrum

Onder de bogen van het kuuroord in het centrum

Over felicitaties gesproken: ik vond het ook erg leuk om de eerste daarvan van de thuisblijvers al in ontvangst te nemen toen ik mijn telefoon aanzette: masseur Marcel had de live tracking gevolgd en ons loopmaatje/mede-triathleet Marcel (toeval, diezelfde naam) was al op de hoogte: hij had me live zien binnenkomen op de finishcamera. Die athlete tracking doet het dus goed!

Goed drinken is belangrijk

Goed drinken is belangrijk

Ander mooi moment was de Australian exit, de 50 meter lopen van de ene vlonder naar de ander tussen de twee helften van het zwemmen. Toen speelde net Queens ‘We will rock you’ en dat werd ons luidkeels toegezongen door het publiek aan de wal.

Het was ook mooi om ’s ochtends tijdens het zwemmen de zon te zien opgaan tussen de skyline van Vichy, en tijdens het lopen weer onder. Het laatste rondje was donker en dat was ook heel mooi, met de lichtjes langs het water. Ik vond het loopparcours sowieso fraai: langs het water, over twee bruggen en door het centrum van de stad.

Lachje voor de coach

Lachje voor de coach

Het donker was echter ook wel lastig, en in het donkerste stuk park langs de oever van het meer was ik blij dat er tien meter voor me een lotgenoot liep met een wit shirt. Ik haalde hem later in, bedankte hem, en zo knoopten we een praatje aan dat we tot vlak voor de finish hebben volgehouden, samen opwandelend, stevig doorstappend. Leuke kerel, Roemeen. Het enige echte contact dat ik heb gehad. Ik heb nog een enkele keer iets gezegd, bijvoorbeeld tegen een Britse Louise toen ik haar inhaalde op de fiets ‘We have the same name’, maar daar kwam niks op terug. Het was ongezellliger dan in Luxemburg. Misschien ook wel doordat er amper Nederlanders waren en mijn Frans niet goed genoeg is. Of was iedereen eerst te gespannen en daarna te moe?

Bijna donker maar ik lach nog

Bijna donker maar ik lach nog steeds

Maar goed, er was echt meer dan genoeg om het een memorabele dag te laten zijn, echt waar. Maar wat me ook bij zal blijven, is dat het loodzwaar was. Ik beschreef het zwemmen al, ik was blij dat het erop zat. Meteen op de fiets dacht ik: oef, m’n schouders. Die wenden wel een beetje, maar de laatste 50 kilometer hadden die het toch helemaal gehad met de fietshouding. En 180 km is een pleuriseind – het zijn eigenlijk drie pleuriseinden. Dat is het hele idee ervan natuurlijk, maar het is écht lang.

Dus ook bij het fietsen blij dat het erop zat. Maar het begin van het lopen – oef. En echt heel lekker heb ik nooit gelopen, ik was blij dat het nog een beetje ging, en dat op een gegeven ogenblik de pijn in mijn benen niet meer erger werd – die had vast een maximum bereikt. Althans, zo voelde het, maar in Istanbul had ik uiteindelijk zeerdere benen.

De finish-arena

De finish-arena

Desalniettemin: het is eerst steeds wennen en daarna doodgaan, en het duurt per onderdeel en in totaal lang. Het werd natuurlijk ook een heel lange dag: we waren om kwart voor 5 opgestaan, nadat ik amper had geslapen. Telkens als ik wegdommelde, schrok ik weer wakker van zo’n gedachte als ‘Als ik maar geen lekke band krijg’. We waren net na middernacht weer terug in ons huisje, hebben nog aan bier en chips gedaan, en lagen na 1 uur in bed. Een dag van 20 uur! Weer niet heel geweldig geslapen, ik was om klokslag kwart voor 5 weer wakker en ben om 5 uur op zoek gegaan naar iets te eten. Daarna nog twee uurtjes eraan vastgeknoopt. Ik kan nu bijkomen, en die slechte nachten waren ingecalculeerd. Maar toch.

Mijn moment van glorie: You are an Ironman!

Mijn moment van glorie: You are an Ironman!

Ik ben ook de hele dag op mijn hoede geweest om niet bij zoiets eenmaligs om iets lulligs gediskwalificeerd te worden. Alles gedaan om stayeren te vermijden (er werd niet veel gestayerd trouwens, voor zover ik heb gezien), braaf niks aangenomen van Henk en die heeft zelfs amper met me meegelopen (dat mag ook niet, da’s hulp van buitenaf), netjes alles in de ecozones weggegooid, enzovoort. Okee om me aan de regels te houden, maar het rottige bij zo’n evenement is dat het iets willekeurigs heeft: als je de pech hebt dat er net jury in de buurt is, hang je als je een gelletje aanneemt van je supporter, dat is reden voor een directe DQ. Maar ongezien kan alles natuurlijk. Het was mede daarom dat ik het verlaten van de wisselzone als bevrijding ervoer: nu ben ik niet meer startnummer 147 die onderworpen is aan de jury, maar gewoon weer burger Louise.

Moe maar met het allermooiste shirt aan van de hele wereld!

Moe maar met het allermooiste shirt van de hele wereld!

Ik heb dat allemaal gewild en opgezocht, die lange dag, die zwaarte. Ik wist waar ik aan begon. Ik wilde dit een keer meemaken. Daar ben ik me de hele dag van bewust geweest. Ik heb nooit verwacht dat het makkelijk zou zijn. Daarvoor moet je zoiets ook niet doen natuurlijk. Ik heb me ook vrijwillig onderworpen aan de jury en het Ironman-circus dat me ook wat benauwde.

Ik heb er zelf voor gekozen om als hele triathlon een Ironman te kiezen. Omdat die goed georganiseerd zijn, maar ook omdat ik anders niet deze titel boven deze blogpost had kunnen zetten. En die ga ik nooit vergeten.

Het is de mooiste titel van dit hele blog.

 

29 augustus 2016|Categories: Triathlon algemeen, Waarom|22 Comments

Groeten uit Frankrijk, deel 2

Ondertussen is het zaterdag. Sinds gister is de wedstrijdspanning toegeslagen, of nouja, ik ben niet echt zenuwachtig, het is meer een gevoel van doem, een zwarte wolk om mijn hoofd en een gewicht op mijn schouders. Gister overigens meer dan vandaag – ik had die nacht niet zo goed geslapen: te warm, muggen, beetje buikpijn. Zo zag de wolk eruit:

dat het alleen maar heel erg naar kan gaan worden morgen en onmogelijk kan gaan lukken. Mijn rug is stijf en mijn knie voel ik al bij alleen maar een stukje wandelen. Mijn eetlust is veel minder dan normaal en ik moet eigenlijk juist veel eten om koolhydraten te stapelen voor zondag. Maar tegen heug en meug proppen werkt averechts. Vorige week voelde ik me nog zo sterk, waar is dat heen? En die buikpijn vannacht, ik krijg toch geen blaasontsteking, of gaan mijn hormonen me weer een loer draaien? Het wordt helemaal niks zo.

Enzovoort.

Ik weet inmiddels dat dat erbij hoort, dat dat zo werkt bij mij, dus zo kan ik het wel relativeren. In Istanbul, vlak voor de marathon, was het nog veel erger, en ook vorig jaar in Bocholt wist ik van tevoren ‘zeker’ dat ik niet ging finishen. Dat ik het nu zo op kan schrijven is een stap vooruit. Ik zei het al vaker: vertrouwen is niet mijn sterkste punt. Het is me eigenlijk nog mee aan het vallen, al bij al. Ik had verwacht nu meer onder de indruk te zijn van het ‘morgen is de dag waar ik al twee jaar mee bezig ben’-gevoel, maar dat moet ik echt tegen mezelf zeggen om het te beseffen. Het is meer de misluk-angst, zal ik maar zeggen.

weg, velden, boom

Weggetje tussen Chantelle en Fourilles

Desalniettemin hadden we gister weer een relaxte ochtend. We zijn naar Chantelle gewandeld, het iets grotere dorp verderop, in totaal een kilometer of zes, heen over de grotere weg, terug over iets kleiners door de velden. De avond ervoor hadden we na het eten ook nog een ommetje gekuierd, dus we beginnen de weggetjes een beetje te leren kennen. Chantelle heeft een paar winkeltjes en cafés, en een grote abdij. De ‘zonnedraaiers’ verwachten de zon kennelijk uit de grond ofzoiets, of zijn de zonnebloemen depressief?

Depressieve zonnebloemen

Depressieve zonnebloemen

’s Middags zijn we weer naar Vichy gereden, waar het inmiddels krioelde van de triathleten. Het ‘Centre Omnisport’ was ook omgetoverd tot een Ironmanbolwerk. We hebben ons daarin geworpen zodat ik me kon inschrijven en de parafernalia in ontvangt kon nemen: polsbandje, envelop met startnummers en alle benodigde tassen, in een rugzak. Daarna hebben we wat rondgekeken om het terrein te verkennen.

Inschrijven

Inschrijven

In het zwemwater bleken aardig grote veel betere zwemmers aanwezig te zijn: het meer van de Allier, een afgedamd stuk van de rivier, is een visreservaat. De dam is meer een drempel, met aan één kant een vissentrap ernaast, of hoe noem je zoiets.

Morgen kom ik ze gezelschap houden in het Lac d'Allier

Morgen kom ik ze gezelschap houden in het Lac d’Allier

 

 

Henk is vervolgens zijn eigen gangetje gegaan, en ik naar de briefing. Die was van 7 tot 9 tijdens de pasta party, en voor beide afstanden en in beide talen tegelijk. Dat vond ik allemaal wat ongelukkig, zeker omdat ik niet op een pasta party zat te wachten – niet op het eten, maar ook niet op de party. Ik word al gauw heel moe van al te veel mensen en drukte om me heen, zeker in combinatie met m’n wedstrijd-doem.

Nou goed, ik ben er dus nooit gekomen, op die briefing. Het was ondertussen afgeladen vol, de briefing zou pas om 8 uur zijn, het omgeroepen Engels was van het niveau âllo-âllo en verdacht veel korter dan wat er in het Frans gezegd werd. En een paar duizend atleten probeerden zich richting die pasta party te proppen, met harde muziek op de achtergrond. Oja, en koel was het er ook niet bepaald, hè, het was gister weer een graad of 36.

Nou, laat dan maar. Ik had alle informatie goed gelezen, Ik had me geöriënteerd, het fietsparcours verkend, de Ironman-logistiek in Luxemburg al meegemaakt (wat erg fijn is nu, dat de tasjes al vertrouwd zijn enzo). Ik was er ook al achter dat het zwemmen zonder wetsuit zou zijn. Zo warm is het water: ruim boven de 24 graden. Ik vind dat niet erg, trouwens, ik vind het wel lekker zwemmen. Maar het maakt me wel wat trager, dus dat wordt een tijd boven de 1,5 uur.

Dus, manlief gebeld en naar ons huisje gegaan, alwaar we alweer een rustige avond hadden, dit keer met de streekrosé, en ja, die is lekker.

Ik had nog maar één vraag over, en dat is of het inderdaad zo is dat je special needs bags met alles erin worden weggegooid na afloop. Ja dus, blijkt na ook het in echt Engels geschreven nieuwe programmaboekje gelezen te hebben. Het eerdere boekje dat ik van de site had gedownload was nog in het Franglais geweest, en daarin stond dat de tassen zouden worden geworpen (‘thrown’). In het nieuwe staat destroyed. Dat gaf me even wat hoofdbrekens, want ik had van tevoren gedacht daar een assortiment brillen in te doen, al naar gelang ik wel of niet mijn lenzen in ga houden en of ik behoefte heb aan een zonnebril al dan niet op sterkte. Maar mijn brillen zijn niet bepaald van wegwerpkwaliteit, dus dat moet anders. Het wordt morgen een beetje bewolkt (én koeler: ‘maar’ 30 graden), dus het kan zonder zonnebril en voor als ik mijn lenzen niet in wil houden, heb ik m’n oudste en meest aftandse reservebril bij me. Ik kan die eventueel ook nog meenemen uit die special needs bag.

Het blijft een beetje zonde, en raar ook, dat je die tas met extra spulletjes niet terugkrijgt. Dat gaat me ook wat sokken, compeed en tape kosten in elk geval. Die sokken zitten erin omdat ik verwacht dat die drijfnat worden van al het water dat ik over me heen ga gooien. En dan denken jullie misschien: geef dat dan aan Henk, dat soort noodgevallenspulletjes, dan kan hij aangeven wat je nodig hebt. Maar dat mag dus niet.

Tussen de parafernalia zat voor Henk wel nog een aardige sticker: fan van startnummer 147. Verder ook tattoos voor op m’n arm en kuit. Misschien komt het doordat ik net een boek aan het lezen ben dat grotendeels in de Tweede Wereldoorlog speelt en waar de Auschwitz-tatoeages in voorkomen, maar een getatoeëerd nummer, voor mij hoeft het niet. Gelukkig is deze tijdelijk. Maar goed, het hoort er allemaal bij. Je onderwerpt je aan het hele Ironman-circus.

We hadden het er op de terugweg over, dat dat circus ons een beetje op de zenuwen werkt, ook dat benadrukken van de Ironman-familie en de enorme merchandising waar, zo te zien, veel mensen gretig gebruik van maken, zodat je van top tot teen in Ironman-outfit rond kunt wandelen, inclusief opvallend veel compressiekousen (in de hitte). Henk zei: ‘ze maken het groter dan het al is, zo’n hele triathlon’ en dat slaat de spijker op z’n kop. Geef mij maar de kleine, gemoedelijke evenementjes. Maar goed, die zijn er voor deze afstand nauwelijks. En misschien denk ik er na morgen wel heel anders over. Ja, het is goed georganiseerd, al zag ik meer mensen afdruipen toen ze hoorden dat de briefing pas een uur later begon dan verwacht, sommigen daarvan met stoom uit hun oren. En een beetje goede organisatie mag ook wel voor het geld dat je betaalt. Ook dat viel me weer op, net als in Luxemburg: wat laat de gemiddelde Ironman-deelnemer het breed hangen.

Even terzijde: ik had het er laatst met Nicole ook al over dat het voor introverte en snel overprikkelde sporters vervelend is dat men het nodig vindt om bij al die evenementen knetterharde muziek uit boxen te laten schallen en mensen in meutes bij elkaar te drijven. Sommigen vinden dat ‘gezellig’, ik zou het liefst een rustige, zakelijke briefing hebben, en dan de keuze kunnen maken om me in het feestgewoel te storten. Het is het verplichte ervan waar ik jeuk van krijg – en het luchtte me op om gewoon eigenwijs te zijn en weg te gaan.

inschrijflijst

Ik, AWA?

Ook zo’n onderdeel van het Ironman-circus is dat je een status kunt krijgen van AWA, All World Athlete. Volgens de info is dat voor de beste 10 % in een age group. Tot mijn stomme verbazing ben ik tot dat elitecorps toegetreden, alleen maar op basis van Luxemburg (waar ik in het rechterrijtje van m’n age group zat) en mijn inschrijving hier. Of het is een fout. Maar vandaar dat ik zo’n gek laag startnummer heb. Dat maakt dat ik m’n fiets in de priority rij mag zetten ook, nounounounounou. Als ze maar niet verwachten dat ik hard ga!

Fiets, tassen en een boel spullen

Ik ga een dagje sporten en ik neem mee…

Over naar vandaag. Tot mijn verrassing en vreugde goed geslapen, dat scheelt voor de wolk om m’n hoofd. Me vanochtend op de logistiek gestort: alles klaargelegd voor wat er in welke tas moet, terwijl manlief zich ontfermde over mijn fiets voor een laatste poets- en smeerbeurt, banden oppompen enzo. Het nu eindelijk helemaal gestalte geven aan al die dingen waar ik de afgelopen maanden over heb nagedacht en mee heb geëxperimenteerd (voorbeeld), dat vond ik erg leuk. Alles onder controle ook. Nouja, op het moment dat ik dit schrijf, moeten de verse eet- en drinkdingen nog, zoals de bammetjes met Marmite. Dat doe ik pas op het laatst, vanwege de hitte.

Bevoorrading

De bevoorradingslogistiek

En verder waren we weer lui. We hebben allebei al veel gelezen, bij een bakkie thee in de schaduw van ‘onze’ tuin. Het is een zeldzaam rustige vakantie voor ons, tot nu toe!

Tegen vijf uur zijn we weer naar het Ironmandorp vertrokken: het was tijd om mijn fiets te stallen en wisseltassen in te leveren , dat alles in ruil voor de registratiechip. Het was er minder druk dan gister. De vrijwilligers waren allemaal erg behulpzaam en ook wel frans-charmant. Mijn voornaam staat op mijn startnummer, en in ‘Bonjour Louise’ klinkt die ineens zeer welluidend: mijn naam is helemaal thuis hier.

Het tassenpark

Het tassenpark

Mijn buurman, startnummer 146, bleek een Argentijn die niet alleen eind juli Maastricht gedaan had, maar ook vandaag de halve afstand. En morgen dus de hele. Op een huurfiets!

Daarna boodschappen gedaan, getankt, en hier thuis lekker aan de soep met stokbrood. Nu ik dit schrijf, is het bijna 9 uur en zit de dag er dus zo’n beetje op, het is morgen vroeg op immers. Morgen is de dag waar ik twee jaar lang intensief mee bezig ben geweest. Morgen is het dan zo ver! Dat is op dit moment nog een raar, abstract idee….

(Zaterdag geschreven, maandag geplaatst, geantedateerd.)

 

 

 

 

27 augustus 2016|Categories: Triathlon algemeen|0 Comments

Recente berichten

Archief

Ga naar de bovenkant