Blog2023-10-12T13:20:50+02:00

Terugblik: turbulentie!

Flyer toneeluitvoering BloedbruiloftZomaar ineens was dat grote doel waar ik twee jaar naar toe had gewerkt behaald en het proces ten einde. Zeker in de laatste maanden had het een groot deel van mijn tijd en aandacht opgeslurpt, en had ik er nogal wat voor opzij geschoven – ik schreef daar eerder over (voorbeeld). Van die focus heb ik enorm genoten, maar ik heb er ook naar uitgekeken om weer tijd en aandacht te hebben voor andere dingen.
 
Zo had ik me al voor de Ironman ingeschreven voor toneel (in februari uitvoering, komt dat zien!), een opleiding in de acceptance-and-commitmenttherapie (ACT) en ik had me voorgenomen om eindelijk examen te doen in de schriftelijke cursus Sportpsychologie en coaching die ik anderhalf jaar eerder in huis had gehaald.
 
Dat is allemaal gelukt:
 
Certificaat ACT-opleiding
Diploma sportpsychologie en coaching
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Als eindopdracht voor die opleiding Sportpsychologie heb ik trouwens een workshop ‘Omgaan met wedstrijdspanning’ ontworpen. Geschikt voor groepen, dus als iemand interesse heeft voor bijvoorbeeld de atletiekvereniging, hoor ik dat graag. Ik heb het thema geïllustreerd met wat ik nog steeds één van mijn mooiste Ironmanfoto’s vind – van kort voor de start:
 

2016_08_28_0063

 En toen… zat er nog meer ruimte in mijn tijd en er kriebelde van alles,  ook nog eens aangewakkerd door die ACT-opleiding (die was erg leuk, goed, nuttig), en ook wel omdat het met mijn werk redelijk rustig was. Met een beetje kabbelen neem ik niet zo gauw genoegen, vandaar dat gekriebel.
 
Het leidde uiteindelijk tot drie nieuwe plannen die nu volop in werking zijn:
 
  • Ik ga weer een boek schrijven! Of ik moet zeggen: we, want het is samen met Nicole. De werktitel is ‘Je hoeft geen supermens te zijn om  je grenzen te verleggen’; we willen trainingsadviezen geven voor ‘gewone stervelingen’ of ‘mindere goden’ (‘voor losers’, zegt manlief). Ons is het namelijk al een tijd een doorn in het oog dat de trainingsadviezen die je in boeken en op internet vindt, gericht zijn op, of op z’n minst afgeleid zijn van, toppers. Daar vindt immers het onderzoek plaats, en daar verdienen trainers het beste hun brood. Maar als je, bijvoorbeeld, ouder bent, minder getalenteerd of ergens een andere beperking hebt, dan vind je weinig. Dat gat willen wij vullen, deels met echte adviezen en kennis, deels met ervaringsverhalen van onszelf en anderen – en Nicole voegt daar een geweldige dosis humor aan toe!
    Er is een hoop meer over te zeggen, natuurlijk, maar dat doen we wel in het boek. Jullie horen er natuurlijk te zijner tijd meer over – na deze terugblik zet ik een punt achter dit weblog, maar ik zal nog zeker terugkomen als er iets te melden is over het boek. Dat kan nog wel even duren natuurlijk. Als je ideeën hebt voor de uitgave ervan, dan horen we dat graag!
  • En toen…. Besloot ik ook nog hardlooptrainer te worden, althans, de opleiding te gaan volgen. Sinds half november ben ik HIO, hardlooptrainer-in-opleiding, bij RunningHolland. Ik vond het tijd worden om twee jaar gemopper op hoe de trainingen bij RA gaan om te zetten in iets constructies (probleem is nu wel dat ik alleen maar kritischer word, maarja, da’s een tussenfase), een papiertje halen leek me goed voor mijn geloofwaardigheid als schrijver van een boek met trainingsadviezen, en ik heb nog vagelijk ook wel een gevoel van missie om iets te betekenen vooral voor vrouwen die zich tegen heug en meug naar de sportschool slepen omdat ze ‘moeten’ sporten. Maar concreet is dat nog niet, ik heb nog geen heldere plannen voor zelf trainer zijn.
    Eerst die opleiding maar eens. Die is leuk maar pittig. Ik heb er veel aan voor mijn eigen lopen (zie mijn verhaal van eerder over techniek, dit is de andere ‘input’ voor daar hard aan werken op het ogenblik), vind het leuk om met de groep samen te trainen en elkaar aan het werk te zien, ik leer ervan bijvoorbeeld op het gebied van anatomie en fysiologie en ook po het gebied van hardloop-trainingsleer meer tot in detail dan eerder. Ik vind het leuk om zelf trainingen te geven en dat gaat ook goed tot nu toe – ik heb al flink wat kwaliteiten gescoord, want dat is de beoordelingswijze.
    Maar het kost wel veel tijd (dertien zaterdagmiddagen in Amsterdam, plus flink wat huiswerk) en ik vind het soms oncomfortabel om de langzaamste te zijn in de groep – want ja, dat ben ik, en ik heb zelfs al een stuip van faalangst gehad bij een moeilijke oefening. Hoe het eraan toe gaat sterkt me wel in de overtuiging dat er een gat in de markt is voor trainers speciaal gericht op de mindere goden.
  • Van een heel andere orde: ik heb de moed bij elkaar verzameld en ben gestopt met de hormoonsuppletie die ik sinds april gebruikte vanwege mijn slechte slapen, vermoedelijk een overgangskwaal. De pillen hielpen (denk ik), maar ik voelde me er oncomfortabel bij: ervoer het een beetje als de natuur tegenwerken (overgang is geen ziekte) en mezelf chemisch aanpassen om de ratrace vol te kunnen houden, iets waar ik bij ritalin en anti-depressiva altijd tegen ben geweest. Bovendien had ik zo geen idee meer hoe het zat met mijn eigen veranderende hormonen. Ik voelde me wel heel kunstmatig vlakgetrokken. Dat was lekker, maar ook onnatuurlijk. En wat ging ik zo uit de weg?
    Ik voelde me in de periode na de Ironman zó goed dat ik dacht: ik durf het wel weer zonder. Zelfs als het slapen weer zo slecht wordt als ervoor, trek ik dat voorlopig wel, en hopelijk kom ik dan hormonaal in rustiger vaarwater. Mocht ik het niet trekken, dan zijn die pillen er als vangnet. Maar nu: weg ermee! 
    Ik vond het superspannend, maar het gaat prima. Ik slaap redelijk – goed genoeg in elk geval. Minder goed dan met de pillen of dan vroeger, maar veel beter dan de voorgaande vijf jaar, royaal genoeg om goed bij te functioneren. Ik snap ook beter waarom ik slecht slaap als dat zo is, wat meer grip erop geeft. Meer in het algemeen voel ik me op dit moment niet die speelbal van mijn hormonen die ik vorig jaar was. Terwijl het allemaal nog zeker niet voorbij is: nog geen menopauze in zicht. Wel word ik minder vaak ongesteld (hèhè, eindelijk). 
    Over het allerslechtste slapen van vorig jaar denk ik achteraf dat ik mogelijk op het randje van overtraindheid zat, als gevolg van de lange duurlopen in de aanloop naar de marathon en daarna het trainen te vroeg weer te zwaar oppakken. De combinatie van winter + hormonale disbalans + iets te zwaar trainen ontregelde mijn slapen kennelijk, waardoor het helemaal een uitputtingsslag c.q. vicieuze cirkel werd. Maar slecht slapen deed ik de 4 jaren daarvoor ook al, en waarom het ten opzichte daarvan nu zo veel beter is, weet ik niet. Ik ben echt niet vier jaar lang overtraind geweest. Maar ik ben wel blij met hoe het nu gaat!
En zo was het dus in oktober en november best turbulent. Ik zat in verschillende opleidingsachtige situaties tegelijk, dat was druk, en ik moest me in al die situaties verhouden tot enerzijds de groep en anderzijds de persoon vóór de groep (die ook nog wel eens wat over mij roept, zeg maar), en dat terwijl ik het spannend vond hoe het met mijn slapen zou gaan. Maar zo heb ik het gevoel dat ik mezelf ook wel heel hard ontwikkelde. Die comfortzone, die was ik onderweg naar de Ironman al kwijt; ik heb ‘m nog steeds niet teruggevonden!
 
En oja, ondertussen  moest ik ook nog gewoon werken. En dat werd nog een okee jaar ook, dat ik onlangs financieel kon afronden op net iets meer dan mijn streefomzet, en een boel interessante dingen gedaan ook. De zomer was erg rustig, maar dat kwam goed uit dit jaar!
 
Zwart gat na de Ironman? Absoluut niet. Eerder is het zo dat ik aan het Ironmanproces extra zelfvertrouwen heb overgehouden en dat meteen heb benut. Frappant genoeg verscheen precies daarover een artikel in Pyschologie Magazine van november: dat dat de meerwaarde is van afzien. Sportpsycholoog Gerald Weltevreden legt het in dat artikel uit. Blijf je altijd maar in je comfort zone, dan daalt je zelfvertrouwen. Van een uitdagend doel stijgt het – als het maar niet té uitdagend is. Ik had dat zelf op die manier nog niet zo helder voor ogen, maar het vat wel de afgelopen periode in één keer samen.
 
Ik zei eerder al, hè: geweldig, dat Ironman-proces. Kijk eens wat het oplevert!
 
6 januari 2017|Categories: Boeken, Loop, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Comments

Terugblik: het sporten sindsdien

De eerste keer dat ik na de Ironman weer naar Bodybalance ging, vond ik het emotioneel om te voelen hoe groot het verschil was met ervoor. Weg de permanente focus op dat ene doel, weg de altijd aanwezige voorzichtigheid van ‘wel heel blijven!’, welkom ontspanning, en ook: welkom veel meer lef om mijn grenzen op te zoeken.

Bij zwemmen durfde ik zo mezelf ineens weer wel pijn te doen – ik heb bijna anderhalf jaar lang voorzichtig gezwommen, enerzijds omdat ik nog altijd in mijn schouder het restant van de peesontsteking voelde (bijna weg nu) en anderzijds omdat met het zwemmen van die lange afstanden, het steunen op het aerostuur van de triathlonfiets en de kracht- en stabiliteitsoefeningen mijn schouders doorlopend zwaar belast waren, en ik ze zeker niet over het randje wilde duwen. Niet dat ik dat nu wel wilde, maar ik kon wel weer eens een gokje wagen – de paddles weer eens opzoeken bijvoorbeeld.

De lange periode zonder iets te ‘moeten’ qua duur of snelheid maakte dat ik een lange rust- en overgangsperiode inging. Ik ben net vorige week weer begonnen met opbouwen. Dat was lekker: niks moest per se, in geval van twijfel ging ik niet sporten, ik hoefde niet te ‘bijten’ op iets moeilijks en ik stopte zodra ik ergens iets vervelends voelde. Al met al heb ik nog best wel veel gedaan, maar weinig met snelheid en/of duur. En zo ontstond er ruimte om met techniek aan de slag te gaan. Ik heb op dat vlak zowel bij het zwemmen als bij het hardlopen een stap vooruit gezet.

Voor het zwemmen heb ik opnieuw een cursus gedaan bij Zwemanalyse. Net als twee jaar terug de elite-cursus bij trainer Roy, waar ik eigenlijk te langzaam voor ben maar wel ervaren genoeg. Je hebt dan maar drie keer les, maar wel intensief: twee uur lang, in een klein groepje (4 à 6) en met video-analyse ter plekke en naderhand uitgeschreven.

Er vielen allerlei kwartjes en om een lang verhaal kort te maken: bij de laatste les deden we een CSS-test en de 400 meter die ik toen zwom, was mijn snelste ooit. En dat terwijl ik een pittige werkdag achter de rug had en me voor mijn gevoel een beetje naar het zwembad toe had gesleept, dus er eigenlijk niets van had verwacht. Progressie! Voor het eerst in jaren! Ik zwem m’n CSS-baantjes nu zo’n 2 seconden sneller dan ooit eerder,  en als ik dit weet uit te bouwen, komt de kilometer onder de 20 minuten echt in zicht.

Over de techniek: Ik had het eerst vervelend gevonden om te moeten onderkennen dat mijn grootste techniekfout van twee jaar geleden, het achteruit trekken van mijn elleboog in plaats van stuwen met hand en onderarm. Dat is te zien op deze foto – het beeld is een still uit de video van het laatste baantje van mijn 400-meter-PR, overgenomen uit Roy’s laatste analyse. Ik ben dus best een beetje moe en die elleboog zou eigenlijk boven mijn hand moeten zijn:

Ik weet niet of ik dat ooit helemaal af ga leren maar ik geloof dat ik nu eindelijk echt weet waar ik de verbetering daarvan moet zoeken.

Bovendien heb ik (denk ik) wat kleinere verbeteringen gemaakt. Ik was misschien hier en daar wat hypercorrect geworden in het uitstrekken, de hoge elleboog en de ‘traagheid’ van de glijslag, en daardoor geforceerd gaan zwemmen. Mijn ritme is iets omhoog, ik steek dynamischer in en hoop dat het met die elleboog nu goed gaat. Aandachtspunt is nog om m’n hand niet weg te draaien voordat m’n slag af is, daar was ik me niet van bewust en ik heb de indruk dat alleen al dat beter doen wezenlijk scheelt. 

Sommige verbeteringen voelen ontspannener voor mijn schouder, en daar was ik ook naar op zoek. Ik voel de slag nu meer in mijn bovenrug dan  in mijn schouder ‘aankomen’ als ik zwaarder train, dat is goed. Ik ben benieuwd of het ook scheelt voor die verkleumende handen in het open water. Vooralsnog train ik lekker verder op duur, kracht en techniek. De lol daarin is ook weer helemaal terug. Voor het eerst in drie jaar is er wezenlijke progressie!

De lessen bij Zwemanalyse zijn bovendien erg leuk – ook al is het altijd even slikken om jezelf op video te zien. Twee uur lang bestaat de wereld uit niets anders dan zwemtechniek, en dat is naast leerzaam ook heel ontspannend! En dan krijg je aan het eind ook nog een heus soort zwemdiploma:

Certificaat borstcrawlcursus

Dan het lopen. Al langer had ik interesse voor ‘barefootrunning’. Bij de Chi-running in mei liet Annemarie de schoenen daarvoor voelen en zien – tsjonge, wat lekker licht! Bovendien zou het volgens haar heel goed bij die techniek passen en hem ook stimuleren. Ik heb altijd graag op blote voeten gelopen, deed vroeger op het strand niet anders, ook hardlopend over langere afstanden. En toen ik wat ging lezen erover, dacht ik: zit wat in. Maar ermee gaan experimenteren in de aanloop naar de Ironman, dat ging niet, want je moet die andere belasting voor je voeten rustig opbouwen.

Een paar dagen na de Kustmarathon zat ik al bij natuurlijkhardlopen.nl en ik kwam thuis met deze schoenen: licht, geen demping, zero drop (geen hoogteverschil tussen voor en achter) en met veel teenruimte:

schoentjes

En daarbij kreeg ik een opbouwschema dat ik in grote lijnen braaf gevolgd heb, soms zelfs op helemaal blote voeten op de loopband in de sportschool, dat loopt ook erg lekker:

img
Dat viel nog niet mee, want ondanks mijn goede getraindheid kwam deze nieuwe vorm van lopen keihard aan op mijn kuiten (m. soleus vooral) – meer dan op mijn voeten. De stap van 5 naar 8 minuutjes bijvoorbeeld, toen kon ik de volgende ochtend amper de trap af komen van de spierpijn. Waarschijnlijk maak ik bij  het lopen nu pas voor het eerst  echt gebruik van de elasticiteit van mijn achillespees. Elastischer, dat is hoe het voelt: dat ik makkelijker de ‘stuiter-energie’ kan benutten – dat heet ook wel ‘reactiviteit’. Ik loop op ‘de schoentjes’ dan ook veel makkelijker harder – wat ook wel een beetje een valkuil is vanwege die kuitspieren (niet te hard, niet te hard, niet te hard!).

Ik heb het einde van het schema net voor kerst gehaald, maar waar het al die maanden lang net goed ging, joeg ik toen m’n kuitspieren wel even over de kling. Van een duurloop op 1e kerstdag ben ik terug komen strompelen en de training erna moest ik overslaan. Gewoon lopen gaat weer goed maar ik moet met de schoentjes weer een stapje terug doen. Ik weet ook nog niet zo goed hoe ik het opbouwen daarmee kan combineren met nu weer echt gaan trainen. Ik deed duurloopjes wel zo dat ik eerst op die schoentjes liep, terug thuis uitkwam en dan m’n gewone schoenen aantrok voor de resterende  kilometers. Twee weken terug heb ik een keer een deel van de RA-training erop gedaan, maar dat omkleden kost vrij veel tijd. En voor een succesvolle marathon moet ik voorzichtig zijn met die kuiten.

Het is dus nog een beetje zoeken, maar ik wil er wel mee verder, zeker om er regelmatig op te blijven trainen om zo mijn techniek vooruit te helpen. En misschien wel om er helemaal op over te gaan. Als ik ervan overstap op gewone schoenen, ervaar ik die als vreemd ‘wegzakkerig’ zacht, zoiets als een te zachte matras, en die dikke hak zit in de weg.

Sinds half november ben ik ook nog op een andere manier met mijn looptechniek bezig, want ik doe een opleiding, maar daarover een andere keer meer. Belangrijkste accent op dit moment is mijn armzwaai – dat ik meer met mijn armen ga doen en minder roteer in mijn schouders. Daartoe ben ik ook weer fors bezig met core stability: het planken heb ik op iets lager niveau bijgehouden en ga ik nu weer opbouwen, en ik doe andere buikspieroefeningen. Alles om dat ‘geschommel’ eruit te halen en die reactiviteit beter te kunnen benutten.

Ook al is het nog steeds moeilijk om  het bij ‘gewoon’ lopen goed te doen, toch loop ik voor mijn gevoel beter. Ik was ook niet ontevreden over hoe het er op dit filmpje uitzag. Wel houd ik daar mijn heupen kunstmatig stijf, ook weer zo’n hypercorrectie-dingetje (tegen het roteren) en is er een verschil tussen rechts en links, waarvan ik niet precies weet hoe het komt, misschien gewoon door m’n scheve knie rechts. Links gaat beter, met ook een betere middenvoetslanding bijvoorbeeld.

Dan nog over de rest. Ik bodybalance weer en merk daar progressie bij. Ik doe wat krachttraining en extra rekken voor mijn liezen en sartorius, vanwege de overbelasting daarvan bij zowel Ironman als Kustmarathon.

Ik ben ook weer een nieuwe poging aan het wagen om van die eindeloze bekken-scheefstand-problemen af te komen, met Krullaards Perfect Rest (KPR). Ik had namelijk als restant van de blessure van anderhalf jaar geleden nog steeds van die ‘vlagen’ waarop er iets scheeftrok rond mijn linkerheup/bekken/onderrug, doortrekkend naar mijn schouder, en waar noch fysiotherapeut noch chiropractor raad voor wisten, omdat het meer een banden- dan een gewrichtenprobleem was (kennelijk). Niet heel veel last van, maar wel hinderlijk. Na twee behandelingen weet ik nog niet of het het echt gaat oplossen, maar ik geef het nog niet op. Het gaat vooral op en neer nog.

Bij die KPR-behandeling horen ook oefeningen (ik oefen me een ongeluk) en inlegzooltjes die onder je hiel een beetje ‘wiebelen’, waardoor je bekken gestimuleerd wordt om zelf beter z’n balans te zoeken. Die lopen prima, maar ze hebben één nadeel: ook die zijn belastend voor m’n kuiten. Dat ik mijn kuiten vlak voor kerst overbelastte, lag mede aan de bijna 18 km die ik die week op die zooltjes heb gewandeld. Ik ben me toch sterke kuiten aan het kweken, niet normaal!

O, en het fietsen? Nou, daar is die bekkenbehandeling zeker ook op gericht. Ik had immers net voor de Ironman last gekregen van mijn rechterknie, en waarschijnlijk lag dat ook aan ergens iets scheefs of anderszins afwijkends in de buurt van heup/bekken, als ik diep zit – op andere fietsen dan de triathlonfiets heb ik er geen last van. Ik heb dat eerst met de chiropractor geprobeerd en later dus met KPR. De laatste keer op de triathlonfiets, met oudjaar, had ik daarop ook geen last meer, maar het voelde nog wel een beetje raar. Ik heb goede hoop dat het helemaal goed gaat komen.

Heel vaak heb ik het niet uitgeprobeerd, dat fietsen op de triathlonfiets. Want het fietsen stond zo’n beetje stil, zoals elk jaar in deze tijd. Althans, zo ervaar ik dat dan, maar ik heb toch nog wel eens een week van in totaal 7 uur gemaakt, en altijd wel minstens iets van 3 – dat is wat ik ‘niet fietsen’ noem, want echt gericht trainen is dat niet. Het is op de stadsfiets, en af en toe op de Afrika-fiets woon-werk heen en weer naar Den Haag. Dat loopt soms best wel op, en zo onderhoud ik mijn fietsconditie dus wel, dat gaat elke winter zo en dan bouw ik daarop makkelijk verder.

Alles bij elkaar heb ik dus vooral vaak gesport, met veel aandacht voor techniek, maar niet lang of hard, en een beetje naar hoe het uitkwam. Mijn Movescount-overzicht is dan ook een ratjetoe met op het oog veel lopen (de lengte van het streepje duidt de tijdsduur aan): 

Allerlei symbooltjes
Dat ziet er heftiger uit dan het was. Lopen was soms maar een kwartier, met nog wandelen ertussendoor ook – op die nieuwe schoentjes. De langste training, die groene, was dat wandelen, en bij een paar er lang uitziende hardlooptrainingen heb ik meer stilgestaan dan gelopen, vanwege alle instructie. Of zo’n dag als de een-na-laatste bijvoorbeeld, de dag voor kerst – drie keer getraind??? Nee, één keer naar de sportschool gegaan, daar eerst spinning gedaan (omdat het te hard woei voor buiten fietsen), daarna een kwartier op blote voeten op de loopband, en daarna nog wat kracht- en souplesse-oefeningen. En eigenlijk de allereerste dag van weer opnieuw gaan opbouwen ook, 24 december – spinning had ik sinds half augustus niet meer gedaan!

Ik heb die lange overgangsperiode als leuk en nuttig ervaren. Om goed te herstellen, maar ook om techniek zó op de eerste plaats te kunnen zetten, omdat er voorlopig toch niets ‘moet’ aan duur of snelheid. Dat ‘hoort’ weliswaar eigenlijk zo, bij goeie triathlon-periodisering, maar ik had het nooit zo welbewust gedaan. Met nieuwe dingen bezig zijn en iets leren – er is niets wat mij zo motiveert! 

Ik heb dus voor mijn gevoel wel weer een nuttige stap gezet. Ik ben benieuwd wat dat gaat opleveren nu ik weer ga opbouwen voor het nieuwe seizoen. Over de triathlonplannen daarvoor een andere keer.

 
4 januari 2017|Categories: Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|2 Comments

Terugblik: herstel

Ja, prima hersteld hoor. Twee weken na de Ironman was het pijntje in mijn lies weg en kon ik gaan toewerken naar die twee nawee-evenementen. Daarna, dus op 2 oktober, ging het gas er écht af. Opnieuw moest die lies bijkomen, en verder was het gewoon ook wel even welletjes geweest allemaal.

Ik was toen even bang om lui en vadsig te worden, want zou mijn lichaam reageren op ineens zo veel minder doen? Ik ben nu 4 maanden verder en ik ben niet lui en vadsig geworden, en dat wist ik ook wel, eigenlijk. Mijn gewicht is normaal voor de tijd van het jaar, ik voel me prima, en de belangrijkste ‘kwaal’ die ik aan Ironman + Kustmarathon heb overgehouden is een zwarte teennagel. De foto links is van het Kustmarathon-weekend (1/2 oktober), rechts is recent, en vergelijk ook met begin september.

zwarte teennagelnageldecember

 

 

 

 

 

Dat gaat nog wel even duren dus, maar ik heb er geen last van en als de blote-voeten-tijd weer aanbreekt, kan ik ‘m verstoppen onder nagellak. Als de nagel er dan nog aan zit.

Wel zat er qua herstel nog een soort ‘drempel’ in: ergens rond 20 november voelde ik me ineens nog een stukje energieker en had ik ook voor het eerst zin om bijvoorbeeld wel alle intervallen bij een RA-training echt hard te lopen, of om een hele duurloop ook echt uit te lopen, en niet even te wandelen tussendoor – enzovoort. In diezelfde tijd verdwenen ook de buien van wel erg veel zin in snaaiend eten en/of alcohol die ik sinds de Ironman af en toe had. Kennelijk was ik toen nog een niveau dieper hersteld ofzoiets.

Sindsdien voel ik me prima. De vele virussen van de herfst heb ik weerstaan op één licht verkoudheidje na, en dat is voor mij een goed teken.

Het is overigens niet zo dat ik naar helemaal nietsdoen ben afgezakt. Dat zou ik niet lekker vinden, het is niet nodig voor herstel.  Eerder integendeel – het bloed kan beter wat blijven stromen. Bovendien zou helemáál niet fietsen ook nog praktische problemen opleveren, omdat het zo belangrijk is voor mijn dagelijkse vervoer (in 2016 zat ik gemiddeld een half uur per dag op de stadsfiets). Ik heb de tijd op sportief gebied vooral benut voor andere zaken, techniek vooral. In de volgende terugblik-post daarover meer.

Enne, gelukkig nieuwjaar ook allemaal trouwens!

 

2 januari 2017|Categories: Triathlon algemeen|0 Comments

Terugblik: de twee nawee-evenementen

Ik hoopte al voor mijn Ironman dat ik in de ‘naweeën’ ervan nog twee evenementen zou kunnen doen die allebei best zwaar waren, maar die ik dan zou kunnen doen op de al opgebouwde vorm, dus zonder er opnieuw voor te trainen. Dat ging vooral afhangen van de mate van herstel, en, in het eerste geval, ook nog van het weer. Welnu, het is allebei gelukt en het was allebei erg leuk. Daar houd je dan dit soort parafernalia aan over:
 
O.a. medaille, badmuts en startnummer
Het eerste evenement was de Branderszwemtocht in Schiedam. Die had ik vorig jaar al willen doen, maar toen was het in september al zo koud geweest dat het water was afgekoeld tot beneden een voor mij acceptabel zwembare temperatuur. Dit jaar was de nazomer prachtig – erg van genoten sowieso – en op de dag van de zwemtocht was het water nog zo’n 20 graden. Dat is prima te doen, en het was bovendien warm en zonnig: een stralende dag.
 
Schiedam tijdens de Brandersfeesten en onder een stralende zon, dat is die stad op z’n mooist en ik heb de zwemtocht dan ook ervaren als een fraai rondje zwemmend sightseeën. Borstcrawlend zie je niet eens zo heel veel, maar toch vond ik het bijzonder om vlak langs de zwaarden van oude schepen te zwemmen, door een eeuwenoude sluis, langs oude kades en vlak langs tot in het water hangende takken van treurwilgen.
 
Ik ken Schiedam goed, maar zo had ik het nog nooit ervaren, en opnieuw besefte ik dat één van de leuke dingen van het Ironman-proces is geweest dat ik op gekke plekken ben gekomen, plekken waar je anders nooit komt. Zoals ín de Schiedamse havens en grachten dus. Grappig is ook dat je start en finisht bij twee distilleerderijen, zoals het Schiedam betaamt natuurlijk.
 
Het was dus een leuke, goed georganiseerde tocht. Het zwemmen ging ook goed: als het 3,8 km was geweest, was ik een kwartier sneller geweest dan in Vichy, maarja, het was wel in wetsuit. Desalniettemin vond ik het ook wel weer lang, voor m’n verkleumende handen en voor m’n schouders. Dus blij dat ik er was, maar heel tevreden!
 
Enigszins alarmerend vond ik wel dat manlief zo ongeveer net zo  snel had gezwommen als ik. Hallo, wel achter me blijven, hè? Ik kon ‘m juist altijd op deze ene sport nog wel verslaan.
 
Het tweede nawee-evenement was de Kustmarathon, de marathon met het mooiste parcours van heel Nederland, finishend op steenworp afstand van waar ik ben opgegroeid. Die had ik al een paar keer gewandeld en nog vaker als supporter van manlief meegemaakt. Nu dus zelf als deelnemer. Dat had nog wat voeten in de aarde gehad, want de inschrijving was al gesloten, maar gelukkig doen ze aan goede startnummerruiling en zo kon ik toch mee doen (Jetty, bedankt!).
 
Het was een hele belevenis, maar het was wel loodzwaar, dus het werd een lange middag. Ik was uiteindelijk 8 minuten voor de tijdslimiet van 6 uur binnen, met nog 12 mensen ofzoiets achter me in de uitslag (er moeten er wel heel wat buiten tijd zijn binnengekomen en uitgestapt).
 
Het was springtij, en de bijna 7 km op het strand van Noord-Walcheren was dus ploeteren door het mulle zand. Op z’n smalst was het maar een paar meter breed! Ik vond het zelfs om te wandelen al zwaar, en dat heeft dus heel veel tijd en energie gekost. Ik had natuurlijk ook totaal niet getraind op onverhard lopen, alles rond mijn enkels en in mijn liezen schrok zich te pletter.
 
Maar het was dus wel een prachtige strandwandeling. En het kon me toch niet zo veel schelen, qua tijd – het was een nawee, hè? Er heeft  op het strand iemand tegen me aan lopen mopperen omdat die z’n streeftijd niet ging halen, die zou gaan uitstappen. Ik dacht: zet de knop om en geniet van je strandwandeling. Verder was het trouwens wel weer gezellig in de achterhoede.
 
Na het mulle zand was de fut er ook wel uit en dan komt nog een boel hoogteverschil in de duinen. Alles wat omhoog ging of zanderig was moest ik wandelen, verder ging dribbelen nog wel een beetje. De laatste 5 km waren niet echt leuk meer, maarja, toen wilde ik natuurlijk finishen. Dat dat nog zo krap werd, dat verbaasde me wel. Henk had het nog iets gunstiger gehad qua getij, maar toch was het ook voor hem de langzaamste editie van de Kustmarathon, al maakte het in zijn klassering niet uit – iedereen was langzaam.
 
Dus bepaald geen mega-prestatie, maar ik heb er wel van genoten. Ik had de dagen ervoor voor werk veel binnen gezeten, de dag ervoor zelfs bij een symposium in zo’n onderaardse college-zaal zonder ramen, en dan is zo’n middagje luchten heerlijk. Het weer was beter dan verwacht, ik had een jackje bij me voor het geval het zou regenen en waaien als ik al moe was en moest wandelen, maar dat heb ik niet nodig gehad. Ik heb er zelfs een beetje verbrand hoofd aan overgehouden – en een finishersshirt. Beide zijn te zien op deze foto van de dag erna:
 
Ik met rood hoofd in roze finishersshirt
Wel schrok ik van hoe mijn benen direct na de finish voelden. Ik had die plek die ik na Vichy voelde weer overbelast (aanhechting in lies van de sartorius-spier) en ik had spectaculaire blaren van het zand in m’n schoenen. Maar dat viel uiteindelijk allemaal best wel mee. Ik was fit genoeg om erna de traditionele mosselen op de Vlissingse Boulevard te eten, met mijn broer, die bij de finish op ons wachtte.
 
Dat was het ook meteen, qua evenementen, of althans: ik heb sindsdien nog meegedaan aan een 5 kilometer-nightrun, met Nicole, dat was leuk, en we hebben net vandaag samen de Zwemvierdaagse volbracht (zie ook vorig jaar). Het eerstvolgende grote evenement op de agenda voor mij is, jawel, de marathon hier in de stad. Ik wil nog één keer proberen of ik dat kan, 42 kilometer lopen zónder te wandelen….
 
30 december 2016|Categories: Loop, Waarom, Zwem|0 Comments

Terugblik: intro

Mijn Ironman is vandaag precies vier maanden geleden, en dat is een mooi moment om te beginnen met terugblikken. Ik ga daar op dit weblog mee door tot 19 januari, de laatste dag dat ik nog 50 ben. Dat leek me wel een mooie symbolische duur voor het terugblikken.

Want ik ga dat terugblikken doen in meerdere posts. Toen ik aankondigde dat ik nog een nabeschouwing toe zou voegen aan dit blog, had ik dat niet zo voor ogen: ik dacht dat het bij één post zou blijven. Maar ik heb zo veel te vertellen dat ik daaraan niet genoeg heb.

Er is namelijk de afgelopen vier maanden veel gebeurd. Ik heb ze zelfs soms als turbulent ervaren, of althans: ergens in november vroeg ik me wel af wat ik allemaal overhoop aan het halen was. Inmiddels voelt dat weer wat rustiger, maar het is voor mij wel duidelijk dat er door het wegvallen van het Grote Doel ineens ruimte kwam in mijn hoofd, tijd en leven voor een boel andere dingen. Daarover ga ik schrijven.

Een heel korte samenvatting daarvan is: het gaat goed met mij, in het post-Ironman-tijdperk, zowel lichamelijk als geestelijk, en een deel daarvan komt ook echt door de Ironman-ervaring:

  • Ik voel me veel beter dan vorig jaar om deze tijd. Ik dobber volgens mij nog steeds lekker voort op de conditie die ik had opgebouwd. Ik heb mezelf ook niet helemaal laten instorten, maar ben inmiddels wel goed uitgerust, en net begonnen met opbouwen voor het nieuwe seizoen.
  • Ik kijk nog steeds met veel trots en plezier terug op de twee jaar van het Ironman-proces en op de dag zelve. Dat geheel heeft mijn zelfvertrouwen vergroot en me geïnspireerd. Die inspiratie strekt tot buiten mijn eigen sporten, dat vind ik wel bijzonder om te merken.

Maar dat is dus heel in het kort. Meer volgt, tussen vandaag en 19 januari. Met weer af en toe een post, zoals jullie eerder gewend waren. Die schrijf ik tegenwoordig trouwens onder het toeziend oog van mijn Ironman-Procyclingtrumpalter-ego:

Schrijven onder de poster

28 december 2016|Categories: Triathlon algemeen|1 Comment

Voorlopig de laatste

Vaste volgers van dit weblog hebben het misschien al gemerkt: ik ben stilgevallen. Dit is voorlopig mijn laatste post. Ik heb in de tien dagen na mijn Ironman mijn zegje gedaan, tot en met het dankwoord van vorige week. Ik had daar expres vaart mee gemaakt, omdat ik wist: daarna krijg ik het druk met andere dingen. Dat was ook zo, en dat is goed.

Time to move on, zal ik maar zeggen, ook al is de Ironman nog steeds prominent aanwezig in mijn gedachten – ik geniet nog lekker na. Net vandaag nog heb ik voor het eerst bewust gebruik gemaakt van mijn lifetime of bragging rights: ik vertelde tegen een onbekende zwembadgenoot dat ik vorige maand Ironman geworden was, met het gewenste effect: ‘ooh, echt? – aah!’

Want ja, ik heb de trainingsdraad weer een beetje opgepikt, vandaag in het zwembad dus, maar verder vooral heerlijk dingen buiten gedaan met al dat mooie weer. Ik moet nog wel voorzichtig zijn, merk ik: alles komt hard aan, in de vorm van spierpijn terwijl ik voor m’n gevoel bijna niks gedaan heb. Er zit bovendien ook nog niet veel vaart in. Maar verder gaat het prima met me.

Dit is niet helemaal de laatste post. Ik beloof dat ik over een paar maanden, laten we zeggen rond de kerst, nog een keer terugkom voor een terugblik op de iets langere termijn. Maar voorlopig zet ik nu dus een punt hierachter. Dat is nodig, want, zoals ik al eerder zei: sinds 28 augustus om ongeveer half 11 ’s avonds ben ik niet meer ‘op weg naar een hele triathlon op mijn 50e’, de titel van dit blog.

Voor wie hier nieuw komt binnenvallen: welkom! Als je in één klap wil lezen waar dat op weg naar toe geleid heeft, lees dan de blogpost van 29 augustus. Je krijgt dan meteen een beeld van de grote lijnen van dit weblog, zeker als je de links erin volgt. En verder zou ik zeggen: neus lekker rond, ter lering en vermaak. Daarvoor heb ik dit blog geschreven.

En wie nog verder iets wil vragen of zeggen – ik blijf de reacties lezen en mij e-mailen kan ook altijd. Op de contact-pagina staat de info, ook over hoe ik op Twitter en Movescount te volgen blijf.

Dan eindig ik (voorlopig dus) met een geweldig cadeau dat ik deze week van manlief kreeg en wat hij helemaal speciaal voor Ironman Louise heeft laten maken door Pro Cycling Trumps – die verder ook fantastische dingen maken. Ik heb hem ook prachtig op papier, en dat gaat een heel speciaal plekje krijgen…

Cartoon van Ironman Louise

16 september 2016|Categories: Triathlon algemeen|3 Comments

Dank

Ironman kon worden, dat kon ik niet in m’n uppie. Hier komt mijn dankwoord.
 
Dank aan…..
 
In de eerste plaats de man die mij al meer dan 14 jaar uit de wind houdt. Hij is daarmee begonnen op 15 juni 2002 en hij is het blijven doen. Zonder daarbij ook maar één stayerregel te overtreden!
Zoenen!
In de dagen rond de Ironman was Henk mijn fotograaf en mental coach, daarover schreef ik al eerder, maar ook mijn kok, chauffeur, verzorger, trainingsgenoot, mecanicien én supporter. Hij heeft mijn twijfels, mijn zenuwen en mijn oogkleppen verdragen en me altijd gesteund in het ‘project Ironman’. Hij is ook ooit degene geweest die me bij de triathlonsport introduceerde. En nu is hij zelfs een beetje jaloers op mijn status en op dat mooiste shirt van de hele wereld…. Ojee, krijgt dat een vervolg? Henk, Ironman op je zestigste? Ik draai volgend jaar de rollen met alle liefde om!
 
Mijn trainingsbegeleider: Coen van Topvorm. Ik heb hem amper meer nodig omdat ik in al die jaren al zo veel van hem heb geleerd. Maar de paar adviezen die hij gaf, resulterend in mijn trainingsschema, met onder andere het twee-op-één-principe (elke derde week een herstelweek in plaats van elke vierde), het investeren in fietsen boven de 180 km en het lange taperen pakten hartstikke goed uit.  De maximaaltesten bij hem waren ook prettig bemoedigend, en ik kon altijd bij hem terecht voor vragen.
 
bier-selfie

Met Jo, na het fietsen

Mijn trainingsmaatjes: in de eerste plaats Jo, met wie ik samen een week in de Algarve fietste en die week werd het kantelpunt: daarvoor sukkelde ik met alles; daarna ging het goed. Dat is geen toeval!
 
Dan Nicole (fietsen en hoera, steeds meer zwemmen), Bob (lopen), Philip (fietsen), Christiane (die ik wel wat aandeed in de Schie, dat heb ik op dit blog niet eens durven opbiechten: ze werd na ons zwemmen ziek), de lunchuur-zwemgenoten van Zwembad West, Marijke (wandelen) en zal ik ook Jolanda (sauna) noemen? Sauna was vooral ontspanning, maar voor mij ook hitte-training.
 
Mijn club: Rotterdam Atletiek, de trainers en clubgenoten daar, met name trainer Aad en clubgenoot (en eerder mede-Tri-Experience-borstcrawl-leerling) Perry omdat hij vertelde over zijn ervaringen met het koude water bij de Ironman van Kopenhagen en me zo op het spoor zette van, uiteindelijk, Vichy, om zeker te zijn van warm zwemmen.
 
Met Nicole, vóór het fietsen

Met Nicole, vóór het fietsen

Degenen die mijn lijf heel houden: in de eerste plaats Masseur Marcel, al een bekende op dit blog. Als alles was gegaan zoals hij had gehoopt, dan had hij ten tijde van mijn Ironman in Spanje gewoond en daar een yoga-resort gehad. Voor mij was het fijn dat dat werd uitgesteld; hem wens ik toe dat hij zijn plannen binnenkort wel kan verwezenlijken. En dan kom ik een keer een weekje yoga doen, hoor!
 
Dan de fysiotherapeuten Marianne en Leanne, chiropractor Mulder en osteopaat Ferry (zelf oud-triatleet), die me regelmatig uit de knoop halen en verder ook adviseren. Ze begrijpen alle vier hoe belangrijk sporten voor een sporter is. Op het laatst was het advies van sportdiëtiste Sandra erg fijn.
 
Mijn huisarts moet ik hier toch ook noemen, dokter De Lorenzo, ook al vindt hij een paar keer per week een half uur op de crosstrainer staan genoeg sport voor een vijftiger. Hij wilde me wel een recept geven voor hormoonsuppletie vanwege mijn slechte slapen door de overgang, en dat spreekt bepaald niet vanzelf, heb ik begrepen. Ik weet niet waar ik nu zou staan zonder die pillen, maar als ik nog steeds regelmatig nachten van twee uur had gemaakt, zoals ik deed in februari en maart, dan was die Ironman nooit gelukt. Ik ben ambivalent over de pillen, wil er ook weer vanaf – maar wat is het fijn om weer normaal te slapen.
 
Jeroen van Tri-Run, die ik hier ‘bike-fitter’ noem, maar hij heeft me niet alleen goed op m’n fiets gezet maar ook breder geadviseerd.
 
Die fiets is nu in onderhoud bij fietsenmaker Den Braber hier in de buurt en hij reed en schakelde in Vichy als een zonnetje.
 
Annemarie Pruyt, voor de chi-running.
 
Tri-Experience en Zwemanalyse die me leerden borstcrawlen.
 
Mijn sportschool, Fitsportland, al zegt een Ironman ze daar niet zo veel. Bodybalance en spinning waren wel belangrijke trainingsingrediënten en ze geven daar prima instructie.
 
Al die organisatoren en vrijwilligers van al die evenementen die mijn tussendoelen waren of waar ik om een andere reden was. In het bijzonder de collega’s van het organisatieteam van de Vrouwentriathlon. Volgens mij zette bijvoorbeeld Kitty me op het spoor van de marathonrevolutie en Sione van betere core stability.
 
Dank ook aan alle mede-sporters (v/m) met wie ik ’n woordje wisselde bij die evenementen, in het bijzonder in juni in Luxemburg.
 
De leden van het triathlonforum en het forum van Fiets – daar heb ik reuzeveel van geleerd en ook veel plezier mee. Mijn andere digitale en papieren inspiratiebronnen heb ik hier steeds zo veel mogelijk vermeld.
 
De Ironman-organisatie, niet alleen voor het evenement en het een woord geven aan mijn nieuwe status, maar ook voor het regelmatig rondmailen en twitteren van waardevolle tips.
 
Dank ook aan de vrienden die zelf niks met triathlon hebben, want dat voorkwam dat ik helemaal achter die oogkleppen verdween. Fijn hoe Marjan en Engelien toch meteen wilden weten hoe het was gegaan.
 
Ik zou ook graag iemand willen bedanken van wie ik de naam niet weet en die ik nooit meer zie in Zwembad West, maar vroeger wel: man van toen een jaar of 30, donker haar, rode zwembroek, goeie zwemmer (instructeur?). We maakten een jaar of vijf geleden langs de kant een keer een praatje en ik zei toen tegen hem dat ik niet kon borstcrawlen omdat ik daar niet sterk genoeg voor was: na een paar baantjes verzuurden mijn armen. Hij zei toen: ‘Dat is geen kwestie van kracht, maar van techniek. Je probeert waarschijnlijk te hard te gaan; probeer eens rustiger te zwemmen’. Ik ben op basis van zijn woorden gaan experimenteren, en hij bleek gelijk te hebben – hartstikke gelijk zelfs! Vooral als ik buiten zwem, kan ik me er nog steeds over verbazen: kijk eens, ik kan kilometers lang  borstcrawlen! Wie had dat ooit gedacht! En dan moet ik nog vaak aan hem denken. Hij heeft een grote rol gespeeld in mijn triathlon-ontwikkeling, waarschijnlijk zonder zich daarvan bewust te zijn of het zich zelfs maar te herinneren.
Ik gebruik het gesprek met hem ook wel eens als voorbeeld als het gaat om zingeving: hoe je soms in kleine, terloopse dingen iets voor iemand kunt betekenen.
 
En tot slot: jullie. Dank, alle lezers van en reageerders op dit weblog. Ik schreef het al eerder: dat schrijven, dat wordt nog afkicken voor me! Ik heb het weblog in mijn diepste dalen wel eens als druk ervaren: als ik het Ironman-project zou opgeven of als het zou mislukken, dan had ik dat hier moeten bekennen. Maar dankzij het schrijven erover heb ik er meer van geleerd en meer uitgehaald; het is één van de dingen geweest die het proces zo zeer de moeite waard hebben gemaakt. Ik heb het met plezier gedaan, ik heb genoten van jullie reacties op dit blog en via andere kanalen.
Uiteindelijk was het verlangen om voor jullie een keer een blogpost te schrijven met de titel ‘I am an Ironman’ óók een grote motivator: ik keek daar stiekem al heel lang naar uit.
 
 
8 september 2016|Categories: Boeken, Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|1 Comment

FAQ: was je kapot?

Sinds ik terug ben, hebben al best wel veel mensen gevraagd hoe ik me voelde na de finish, in de zin van: hoe kapot ik was. Nou, dat viel best mee. Ik ben al wel eens véél kapotter geweest, vooral bij meerdaagse fietstochten, en het meest van allemaal tijdens de Tour d’Afrique (vier maanden). Zoiets holt veel meer uit.

In mijn boek daarover schrijf ik over zo’n loodzware dag in Afrika (2008):

De eerste dag in Ethiopië, 8 februari, waren de wegen meteen onverhard. Ik wilde graag om vier uur in het kamp zijn. De dagen ervoor waren druk, vol en stresserig geweest en ik wilde ’s middags even kunnen bijkomen: beetje schrijven, rondrommelen, even liggen om mijn rug te ontspannen. Ik had uitgerekend dat ik daarvoor gemiddeld ongeveer 15 km per uur moest rijden. Dat lukte niet. De weg was slecht, het was heet en we waren voor het eerst stevig aan het klimmen en dat werd in de loop van de dag steeds meer. Op 20 kilometer voor het kamp reed ik gemiddeld 20 kilometer per uur, dus zou het nog een uur duren. Op 15 kilometer reed ik 15 gemiddeld en zou het dus nog steeds een uur duren. Op 10 kilometer reed ik 10 kilometer per uur, op 5, in een steile klim, haalde ik de 5 gemiddeld niet eens meer. Ging ik het kamp ooit halen?

Ik kan er nou om lachen, maar het voelde toen écht alsof ik er nooit zou komen. Toen ik er  uiteindelijk was, heb ik eerst een potje zitten janken. De volgende dag heb ik niet gefietst en op de bagagetruck meegereden – ik kon niet meer.

Dat was vermoeidheid van heel andere orde dan een Ironman, vooral mentaal. In de dagen voor de Ironman had ik me bij wijze van spreken een ongeluk geschreven, rondgerommeld en gelegen om m’n rug te ontspannen, en de dag erna kon dat meteen weer. Dan is één zo’n lange dag geen probleem.

Daarom is ook het trainen voor een Ironman anders dan voor een meerdaagse fietstocht.  Je hoeft niet steeds de volgende dag op dezelfde manier met die toch al vermoeide spieren door te gaan, zoals ik wel heb gedaan in bijvoorbeeld een 1000-kilometer-fietstrainingsweek in de aanloop naar Afrika. Juist dat type inspanning hoefde ik nu niet te trainen. Na een loodzware dag fietsen ga je lopen of zwemmen. Dat is niet altijd makkelijker of lichter, maar wel anders.

Wat ook een rol speelt, is dat je je bij zo’n Ironman eerst spaart, want er komt nog zo veel, en daarna is de fut eruit. Daardoor heb ik bijvoorbeeld best vlak gelopen eigenlijk. Ja, heel langzaam, maar van harder proberen te lopen en dan de man met de hamer tegenkomen ga je je uiteindelijk beroerder voelen. Overigens, het vlakke lopen is ietsje vertekend doordat mijn eerste ronde trager is uitgevallen door twee stopjes: ik moest een steentje uit mijn sok halen. De eerste keer had ik alleen mijn schoen uitgetrokken, dat bleek niet genoeg, dus ik moest nog een twee keer een bankje opzoeken om ook m’n sok uit te trekken.

Ik ontdekte gister dat ik wel een klein dingetje heb overgehouden aan de hele onderneming: een aanhechting in mijn lies van een beenheffer is een tikje overbelast. Ik kreeg er gister na 5 kilometer lopen last van. Vorige week na 4, maar dat vond ik toen nog passen in gewoon herstel. Het is niks ernstigs, het is ongetwijfeld gauw weer over, maar ik moet daar qua lopen dus wel even geduld mee hebben nu. Afgezien daarvan is mijn hoofd nog meer bezig met 28 augustus dan mijn lijf.

En was ik blij, over de finish? Ja, zeker: dat rondje door het ‘amphitheater’ was geweldig. Ik ging zo hard dat ikzelf helaas onscherp ben (*kuch*), maar de foto geeft een indruk van het felle licht, het enthousiaste publiek en de high fives:

2016_08_28_0392

Maar direct daarna had het ook iets wezenloos allenerigs, die enorme lege loods in dwalend, dat beschreef ik al, en ik moest meteen ook wat dingen regelen, namelijk al m’n spulletjes terugkrijgen: fiets en drie tassen. Ik vind: voor het gevoel op dat moment zelf hoef je het niet te doen. Maar ik drijf nu nog steeds wel een beetje op de Ironman-bubbel: de glorie houdt een flinke poos aan!

7 september 2016|Categories: Fiets, Triathlon algemeen|0 Comments

De commercie

Hoorde ik ook als vraag: wat is nou eigenlijk een Ironman, ten opzichte van een triathon? Welnu, Ironman is een merk, en ook wel hét merk: zij zijn de directe erfgenamen van waar het ooit begonnen is met de hele afstand, op Hawai (geschiedenis). De markt van de hele triathlons is verdeeld tussen twee grote, internationale spelers, Ironman en Challenge, en een handjevol plaatselijke eenlingen, zoals de Frysman en de Ch’triman. Alles valt onder de ITU, die zelf ook wedstrijden organiseert, zoals die in Rotterdam eerder dit jaar.

Het merk Ironman (‘Anything is possible’ dat mij een ‘Lifetime of bragging rights’ oplevert) heeft geweldige marketing, dat doen ze wel erg gelikt en Amerikaans, maar het heeft toch wel wat, al is het alleen maar omdat ik nu dus al een dikke week de hele tijd loop te zeggen dat ik een Ironman ben. Ik heb geen idee hoe je jezelf noemt als je een Challenge finisht, dat is gewoon niet hetzelfde. Sowieso een suffe naam, trouwens.

Ironman staat erom bekend dat de organisatie goed is, ook voor de achterhoede (dat dan niet het eten op is enzo, en inderdaad was dat perfect), maar het is ook duurder dan Challenge.

En Ironman is ook rete-commercieel, Je kunt jezelf ter plekke helemaal arm kopen in een enorme markt aan bijvoorbeeld een outfit met alles erop en eraan en overal die merknaam en het logo (de M met de punt) op. Je kunt zelfs een blijvende tattoo laten zetten van dat logo. Welk merk krijgt dat voor elkaar?

Dan zijn er van die echte verleiders door het maatwerk dat mogelijk is door de schaalgrootte: je kon in Vichy een t-shirt kopen met piepklein de namen van alle deelnemers erop, dus als je dan goed kijkt, sta je er zelf tussen (hoefde ik niet, ik wilde alleen dat finishersshirt, en dat was bij de prijs inbegrepen). Je kunt niet om die markt heen: om bij de inschrijvingsbalie te komen, moest je erdoorheen.

Nog een voorbeeld: voor mij waren de pasta- en afterparty gratis, nouja, bij de prijs (bijna 500 euro!) inbegrepen, maar als ik manlief had willen meenemen, had hij daar 20 euro voor moeten betalen. Voor een pasta-buffet in een vreetschuur, zal ik maar zeggen. Maarja, anders moest ik alleen (uiteindelijk ben ik helemaal niet gegaan, maar bij wijze van spreken).

Nog één voorbeeld als slot: hoe het gaat met de foto’s. Dat is weliswaar een ander bedrijf, maar het zijn ongetwijfeld twee handen op één buik. Eén download is 20 euro, oef, het goedkoopste pakket is 60, ook oef, en daarvoor krijg je ook een boel slechte/mislukte, maar er zitten er natuurlijk net drie bij die ik wel leuk vind. Urgh.

Ik schreef in mijn verslag van de dag dat ik meteen na de finish voor een bord werd geduwd voor een foto, en toen is meteen door mijn hoofd gegaan: hier mag ik straks grof voor betalen. Dat voelt toch vervelend. Ik zou zeggen: vraag een of twee tientjes meer inschrijfgeld en geef de foto’s weg, zeker als ze worden afgedwongen. Het gaat om deze twee foto’s, rechts met Voicu:

Ik direct na de finishVoicu en ik na de finish

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik heb inmiddels besloten dat ik deze ‘knipjes’ voldoende vind: het gaat me om de herinnering, en daartoe denk ik de tekst middenop wel weg. Hetzelfde geldt voor foto # 3, één uit de serie van het fietsen met een maisveld op de achtergrond:

Op de fiets, achtergrond is maisveldNou goed. Voor mij was een Challenge of zo’n kleintje in principe ook okee geweest, maar ceteris paribus had ik wel een voorkeur voor een Ironman. Vanwege de goede organisatie, maar ook vanwege dat ‘You are an Ironman‘. Want dat hééft het wel. Mezelf zo noemen kost verder gelukkig geen geld meer.

 

6 september 2016|Categories: Triathlon algemeen|2 Comments

Hygiëne-tips

De Ironman is inmiddels zo lang geleden dat ik wel kan stellen dat ik er niks aan heb overgehouden, in de zin van: geen virus of bacterie opgepikt. Het had me niets verbaasd als dat wel was gebeurd, want de hygiëne was allerbelabberdst. Ik had me dat van tevoren  niet gerealiseerd, en had ook nergens gelezen dat als je vatbaar bent of per se niet ziek wilt worden, je beter een handreiniger meeneemt. Ik geef ‘m hier dus maar als tip! Je hebt van die piepkleine flesjes daarvan, die heb ik ook in mijn tassen sinds ik in een smerige trein-wc het noro-virus opliep, in 2007, vlak voordat we naar Afrika gingen. In Afrika ben ik niet zó ziek geweest!

Ik heb in de loop van de dag op diverse dixi’s van twijfelachtig allooi gezeten, die ook nog eens steeds twijfelachtiger werden: het water erin raakte op en achter op de bril van de laatste lag een heuse drol.

Bovendien heb ik van tientallen mensen eten aangenomen, soms recht uit hun handen, zoals tucs. En klakkeloos naar binnen gewerkt.

Ik heb een enkele keer wat water over mijn handen gegooid, uit mijn bidon, uit een bekertje, of door een vrijwilliger uit de spuiten. Zeker als ze ook nog eens gingen plakken van de gel. Dat was alles 

En dat bij een door vermoeidheid langzaam-maar-zeker ondermijnd rakende weerstand, die wellicht toch al niet op z’n best is vanwege het ‘scherp staan’ van de topvorm.

Maar het is goed gegaan. Ik heb er onderweg mijn schouders over opgehaald: de incubatietijd van dat soort infecties is lang genoeg om eerst gewoon te kunnen finishen. En nu is-ie echt wel verstreken.

Klein dingetje dat wellicht in mijn voordeel werkt: ik was niet helemaal uitgemergeld. Mijn gewicht is, na een dipje in Luxemburg waarna ik bewust meer ben gaan eten, stabiel gebleven: net boven de 60 kilo, mijn normale topvormgewicht. Ik heb me in Frankrijk niet gewogen, maar eenmaal thuis was het ook dat weer. Na drie dagen bunkeren was mijn eetlust ook alweer terug naar normaal. Er zal nu wel een kilootje bijkomen, maar dat is helemaal prima. Om me ook komende winter de virussen van het lijf te houden!

En tot slot nog een andere toiletbezoek-gerelateerde tip: een los broekje is op de fiets bij zo’n lange onderneming handiger dan een triathlonpakje. Dat zou ik een andere keer anders doen. Het ISM-zadel zit het beste met het dunne zeempje van mijn pakje, een gewone fietsbroek voelt als een dikke luier. Dus ik had daar speciaal iets voor moeten zoeken. Nu was het wat behelpen.

5 september 2016|Categories: Fiets, Triathlon algemeen|0 Comments

Recente berichten

Archief

Ga naar de bovenkant