admin

Over admin

Deze auteur heeft nog geen informatie verstrekt.
So far admin has created 601 blog entries.

Feestdag!

Bijzondere dag, om twee redenen die vandaag samenvielen:

  • Ik heb voor het eerst in bijna vijf maanden weer gezwommen! Sinds vorige week is de kandidaat-op-fietsafstand waar ik eerder over schreef open: het buitenbad van het Van Maanenbad. Met royale openingstijden maar wel de nodige haken en ogen: reserveren, vooruit betalen, duurder dan voorheen, tijdslots van 45 minuten. Heel erg te trappelen stond ik daarom vorige week nog niet, zeker niet na die annulering van m’n halve triathlon (inmiddels is ook de derde van de drie triathlons die ik gepland had geannuleerd: mijn wedstrijdseizoen is al om zeep vier maanden voordat het zou beginnen – daarover een andere keer meer). Maar het buitenwater blijft maar koud en een corona-buitenzwembad wilde ik toch wel eens meemaken. 
    Vandaar: vanochtend was het zo ver, samen met Nicole. Of eigenlijk begon het gisteravond al, met het uitgraven van m’n zwemspullen:
    Het papiertje is het reserveringsbewijs en het wetsuit bleek achteraf niet nodig. Ik had na wat zoekwerk op Facebook gevonden dat de watertemperatuur 20 graden was, maar het bleek nog warmer te zijn, en dat ging best zonder wetsuit. Het was hooguit even fris aan het begin.
    Het eerste moment van aftrappen en door het water glijden was echt geweldig, zeker omdat alles stralend helder blauw was in de lentezon:
    Mijn lijf wist ook nog prima wat het moest doen om borstcrawlend vooruit te komen. Wel voelde ik meteen m’n schouder, die eigenlijk pijn heeft gedaan vanaf het abrupte einde van het zwemmen in december en die weliswaar goed vooruit gaat, maar er nog niet is. Hopelijk helpt het zwemmen bij het terugvinden van de balans erin.
    Ik timede bovendien een 100-metertje en dat was wel confronterend langzaam: 2’05. Nouja, mooie nulmeting, ik weet van vorig jaar wel dat ik het ook weer heel snel opbouw allemaal.
    De zon en het voelen van het water en de lol van zwemmen smaakten beslist naar meer – ik was bijna vergeten hoe leuk dat was, zwemmen! De volgende keer moet ik er wel aan denken om een grotere handdoek mee te nemen, want uit het water was het wel even koud. Maar heerlijk om weer te doen!
  • Thuis kon ik net even lunchen en daarna moest ik meteen door naar…. het vaccinatiecentrum! Van Schiedam Groenoord:
    (Binnen mocht je geen foto’s maken, snap ik.)
    Vorige week had ik de envelop op de mat gevonden op de eerste dag dat kon, en ik had meteen een afspraak gemaakt (ik wel).
    Ik val in de griepprikcategorie, vanwege mijn hartritmestoornis – die niet erg is en de laatste tijd zelfs helemaal niet merkbaar is, maarja, ik ‘loop’ nog wel bij de cardioloog, één keer per jaar. Ik ervaar mezelf niet als extra kwetsbaar, maar een paar weken eerder gevaccineerd worden is welkom en ik beschouw dat ook maar als compensatie voor de stress die ik heb gehad rond de diagnose.
    De prik zit erin inmiddels, de spier protesteerde even maar verder voel ik me prima. Ik vond het best leuk om de logistiek te zien en het ging vlot allemaal.
    En ja, ik laat me zonder aarzeling vaccineren. In goed vertrouwen dat de ontwikkelaars hun werk fatsoenlijk gedaan hebben, voor mijn eigen gezondheid (ik vind vooral de verhalen over long covid alarmerend genoeg, ben ook verder steeds voorzichtig) en omdat vaccineren hopelijk voor ons gezamenlijk een uitweg biedt uit deze clusterfuck.

Deze ‘feestdag’ had ook nog een opmaat. Ik was immers bezig met een ‘yogastreak‘: elke dag yoga van Yoga with Adriene zo lang ik niet zwom. Daar kwam gister na 148 dagen een einde aan. Ik blijf yoga’en, maar niet meer elke dag.

Het t-shirt met de yoga’ende hamsters had ik mezelf rond de 100e streakdag kado gedaan. Hamster Fabian heeft het nog niet geïnspireerd tot meedoen met zo’n tree pose.

Ik vond het toepasselijk om te eindigen met ‘Yoga for gratitude‘. Dat was sowieso een lekkere, en ik voelde de gratitude tot diep in mijn vezels: voor 148 dagen yoga, voor Yoga with Adriene, voor op die manier zo goed door die lange, taaie coronawinter gekomen te zijn, voor zo veel geleerd en ontwikkeld te hebben, voor zo veel plezier ook – en ook wel een beetje voor het vaccin.

 

Door |2021-05-12T14:51:49+02:0012 mei 2021|Triathlon algemeen|2 Reacties

Niet dus

Ik had het de laatste weken uitgedokterd, ook al wist ik dat het allemaal onzeker is: ik zou een triathlonseizoen van tien dagen hebben, eind augustus, begin september, met drie wedstrijden. In het midden de halve triathlon van Noordoostpolder, als hoofddoel, een week ervoor de sprint in Leiderdorp als opwarmertje (‘hoe ging dat ook alweer, triathlonnen?’) en kort erna nog de kwart van het Zwin, voor de gein – dat was er te kort op, maar die was doorgeschoven van vorig jaar en die doe ik toch vooral voor het parcours.

Ik was vorige week begonnen met het maken van een trainingsschema en afgelopen zaterdag zat ik helemaal klaar om me in te schrijven voor de enige waarvoor dat nog moest, meteen dat hoofddoel. Die inschrijving zou namelijk op 1 mei openen.

Niet dus.

Afgelast.

En ja, het zou onzeker zijn, natuurlijk, dat weet ik. En ik heb vorig jaar een dikke laag afgelastingseelt op mijn ziel gekweekt. Maar toch kwam dit hard aan. Omdat mijn hoofddoel daarmee door mijn handen viel, maar vooral omdat ik dacht: tsjongejonge, als het eind augustus nog niet kan, wanneer dan wel, dan in elk geval dit hele seizoen nog niet.

Wat kan er dan wél, tegen die tijd? Mag ik hopen op een buitenlandse wandelvakantie? Voorlopig maar weer forse slagen om de arm.

En als het echt zo is dat tegen die tijd zo’n beetje iedereen die dat wil, gevaccineerd is en het kan dan nog steeds niet, dan stemt dat mij ook somber over de langere termijn. Dat is nog allemaal afwachten natuurlijk.

Later op de dag luisterde ik naar Rijnmond en daar passeerden gesprekken over het Songfestival en reclame met hoe je tickets kon winnen voor het EK voetbal. Dat ervoer ik als vervreemdend: Songfestival en EK voetbal wel, maar triathlonnen niet? Vanwege het grote geld? Kunnen er alleen mega-commerciële dingen doorgaan dan?

Ik vraag me af of we met z’n allen wel voldoende hebben nagedacht over wat we weer willen, over wat prioriteit heeft in een zich openende samenleving. Een beetje langs de lijnen ook van wel naar een terrasje maar nog nauwelijks samen mogen sporten, wat mijn keuze ook niet is. Ik vind dat zorgelijk.

Ondertussen ben ik nieuwe plannen aan het maken. Maar het valt me eventje zwaar nu – ook door het aanhoudende slechte weer. Nouja, als mijn langste wedstrijd straks om één kilometer zwemmen gaat, heb ik op dat punt geen haast om het open water weer in te duiken. Dat is nog stervenskoud.

Maar o, wat zou ik graag wél zwemmen, bij een graadje of twintig en een zonnetje erop….

 

Door |2021-05-04T13:38:12+02:004 mei 2021|Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Control how you play

Ik heb gister een leuk webinar bijgewoond van NL-Coach: de masterclass ‘Control the controllables‘, met Nico van Yperen, de eerste Nederlandse hoogleraar sportpsychologie. Een boek van zijn hand zat erbij inbegrepen: Focus, vertrouwen, veerkracht en andere mentale aspecten van sport en presteren.

In het webinar liet Van Yperen dit geweldige, hyper-Amerikaanse filmpje zien, dat meteen duidelijk maakt waar het bij ‘control the controllables’ om gaat:

Belangrijkste wat ik van boek + webinar heb geleerd is dat een optimale prestatie als het erom gaat, zoals in een wedstrijd, bepaald wordt door wat je op dat moment kan (‘how you can play’) min prestatieverlies door afleiding, zoals westrijdspanning. Dat heeft drie consequenties:

  • Boven jezelf uitstijgen kan eigenlijk niet. Het is een aftreksom, geen optelsom met iets magisch ofzoiets erbij. Wat je kan in een wedstrijd, kon je sowieso al. Als boven jezelf uitstijgen niet kan, is het dus ook niet iets waar je naar hoeft te streven. Scheelt weer in de druk! Dat het soms wel zo lijkt en dat atleten het in interviews na de overwinning wel eens zeggen, is waarschijnlijk vooral een effect van de euforie van het moment.
  • Niet alles wat mis gaat in een wedstrijd, ligt aan dat prestatieverlies door afleiding. Sommige dingen kun je sowieso niet of niet altijd, dus ook in een wedstrijd niet. In het boek staat een voorbeeld van hoe golfers (Van Yperen is er zelf een) gemiddeld 30 van de 100 keer van 120 meter afstand de bal op de green kunnen krijgen. Als dat in een wedstrijd níet lukt, is dat dus niet een mentaal probleem ofzoiets – het gaat sowieso vaker fout dan goed.
  • Om tot een topprestatie te komen, moet je het prestatieverlies zo veel mogelijk beperken. Dat is echter een negatief geformuleerd doel, en dat werkt niet. Beter is om je aandacht te richten op waar je controle over hebt: how you play. Wat dat precies betekent, moet je per sport of sporter concretiseren en inoefenen, door bij afleiding de drie R’en te doen: register, release, refocus.

Nuttige inzichten, maar nog niet heel praktisch natuurlijk. Ik vond het boek ook al niet zo heel praktisch, veel minder bijvoorbeeld dan Focus of de boeken van Carrie Cheadle, en in het webinar begreep ik  uit de vragen dat er meer deelnemers behoefte hadden aan concretisering, bijvoorbeeld als je werkt met kinderen of met ‘amateurs’ – in de zin van niet-topsporters. Dat is duidelijk niet zo Van Yperens pakkie-an. Alle voorbeelden in boek en webinar zijn van topsporters. Leuk, dat zeker, het boek is sowieso lekker lezen met mooie foto’s ook – maar ver van mijn praktijk.

Aan het eind van het webinar zei Van Yperen nog wel wat over die kinderen: dat het tot in de puberteit belangrijk is dat plezier voorop staat, en dat plezier hebben in de sport voor hen een belangrijke mentale vaardigheid is, opdat ze blijven sporten. Dat zou ik graag los willen koppelen van leeftijd!

 

Door |2021-04-23T12:08:00+02:0023 april 2021|Boeken, Trainer, Triathlon algemeen|0 Reacties

Trainingsaanpak 10 kilometer

Om het verhaal van m’n tien kilometer helemaal af te maken, hier m’n trainingsaanpak, geïnspireerd door gepolariseerd trainen en de souplesse-methode.

Ik ben in november begonnen op een onderhoudsbasis van 10 kilometer rustige duur plus gemengde intervallen, die ik deels eigenlijk, achteraf gezien, iets te hard liep. Dus het was even zoeken, maar dit liep ik sinds november, met drie trainingen per week en altijd een rustdag ertussen (scheelt een hoop blessurerisico, is mijn ervaring):

  • Rustige duurloop op gevoel, tempo meestal net wat trager dan 6’30/km, uitgebreid van tien naar bijna 15 kilometer. Dat ging de laatste tijd erg lekker, ik vond het vooral leuk om weer een wat grotere actieradius te hebben en dus meer te kunnen variëren met routes.
  • Lange tempo-intervallen net nog in het aerobe gebied, dus net onder tien-kilometer-tempo, ongeveer 5’35/km en achteraf even checken of ik inderdaad met m’n hartslag onder de 152 was gebleven (wat nu met m’n nieuwe horloge weer prima kan). Opgebouwd naar 4X8′ en daarna de pauzes (4′) wat geïntensiveerd naar duurlooptempo, zodat het een wisselduurloop werd, van zo’n 10 kilometer. Dit ging meestal wel lekker, maar een enkele keer wilden ze niet zo. Deze trainingen lijken het gevoeligst voor de vorm van de dag en voor de omstandigheden. Met fikse wind tegen moest ik het tempo sowieso wat aanpassen, en in die enkele dag hitte eind maart ging ik een keer goed kapot in het derde interval!
  • Het korte werk, deels ook als brugtraining, dus met intervallen naar boven en beneden, als kracht-, techniek-, snelheids- en intensiteitstraining. Opgebouwd naar 5X400 + 10X200 en aan het eind 5X100 puur voor de techniek. Alle snelheid op gevoel: hard maar soepel. 400 meter loop ik dan in ongeveer 5’/km, 200 meter nog wat sneller – behalve natuurlijk brug-op. Met in- en uitlopen en lange pauzes kwam ik dan uit op ongeveer 10 kilometer ook. Altijd leuk, deze training, ik houd wel van dat knallen! Wel zwaar soms, ik blijf er een beetje spierpijn van houden in m’n bovenbenen als ik ‘m echt goed raak. Daarom probeerde ik deze zo te plannen dat ik daarna twee rustdagen had.

Ik had lang de tijd om op te bouwen en wilde niet te snel pieken, dus ik kon het doen met twee weken op, één week af. In de ‘week af’ liep ik meestal twee keer, sinds januari meestal met één van die twee keren een testloop, dus echt hard. Maar er was ook een keer lekker rommelen in de sneeuw bij!

Enige kinkje in de kabel was dat ik in december even wat last had van de ‘ophanging’ van mijn voeten, en dat kwam doordat wat ik deed te zwaar werd voor m’n blotevoetenschoenen. Ik deed mijn duurlopen daarmee maar dat strandde net boven de 10 kilometer. Dat vond ik jammer, maar ik heb er vorig jaar wel sterkere voeten en kuiten mee opgebouwd en aan mijn techniek gewerkt. Inmiddels loop ik op schoenen met halve drop – het nieuwste paar zijn Nike Free schoenen. Dat gaat prima: daar loop ik technisch beter op dan op traditionele en het is niet te belastend.

 

Door |2021-04-19T10:27:15+02:0019 april 2021|Loop|0 Reacties

Presteren na de menopauze

Onder het motto ‘het gaat zo weinig over prestatiegericht sporten en de overgang dus schrijf ik er zelf maar over’ wil ik nog even een dingetje uitdiepen dat ik gister schreef:

De zorg dat ik, ondanks goed en lekker trainen, in de dikke twee jaar sinds m’n Sara-PR wel heel veel trager was geworden, is weg.

Die zorg, die zat hem erin dat ik de afgelopen maanden de indruk had dat ik op de tien kilometer behoorlijk langzamer was geworden sinds januari 2019. Sindsdien had ik geen tien meer voluit gelopen immers, dus ik ervoer gister wel als vergelijkend testmoment, ook al in de aanloop.

Drie weken geleden liep ik een testloopje en toen kwam ik tot precies 56 minuten, dik 2,5 minuut langzamer dan toen. Ik dacht toen: okee, daar kan misschien nog een minuut af, maar dat is dan nog steeds een aardige achteruitgang. Zeker omdat ik toen eigenlijk voor een halve marathon trainde en die tien kilometer toen ’tussendoor’ deed.

Nu was mijn training op de tien gericht. En ook goed gegaan, net zo goed als toen. Ik denk zelfs dat ik technisch nog wat vooruit gegaan ben, en baat heb voor het hardlopen bij de yoga.

Dus, vroeg ik me af, hoezo ben ik dan trager? De leeftijd? Wat overal staat, is dat je ongeveer 1 procent per jaar achteruit gaat door ouder worden. Dan zou ik dus maximaal ongeveer 1 minuut trager moeten zijn. Voor wat dat waard is, want daar zijn grote individuele verschillen in, het effect van trainen is veel groter, en dan heb je ook nog de omstandigheden en de vorm van de dag.

Dat besef ik ook wel: het is best lastig te vergelijken allemaal. Die omstandigheden, daar schreef ik gister al over, zijn sowieso heel anders door de corona-situatie, met effect op het lopen van zo’n tien kilometer zelf, maar ook op mijn hele bestaan.

De andere onzekere factor, zo besefte ik, is de menopauze. Achteraf gezien liep ik dat Sara-PR in een van de laatste pieken van de pieken en dalen van de overgang. Een paar weken erna dook ik in een van de langste, diepste, moeilijkste én laatste dalen. Inmiddels is alles een heel stuk stabieler. Ik ben liever stabiel iets trager dan dat ik afwissel tussen PR’s en DNF’s, zoals in de eerste helft van 2019.

Maar ondertussen was ik natuurlijk wel nieuwsgierig wat het effect op mijn presteren van de menopauze (juni 2019) is. De vrouwelijke geslachtshormonen zijn immers ook prestatiebevorderend, minder dat testosteron, maar toch. 

Welnu, ik denk dat ik kan concluderen dat het dus wel meevalt: ik was gister 40 seconden trager dan in januari 2019. Mijn gemiddelde hartslag was even hoog.

Sowieso is er eigenlijk niet zo veel veranderd. Ik ben bijvoorbeeld niet zwaarder dan toen – het is echt mogelijk om door de overgang te komen zonder extra kilo’s, ook al wordt het tegendeel wel beweerd. Ik hoef daar ook niet veel moeite voor te doen, net als eerder in mijn leven. Ik eet wel iets minder dan vroeger, denk ik, maar dat gaat vanzelf. 

Ik vond de overgang k*t en ik vind dat ik er lang last van heb gehad: dik acht jaar, bij vlagen, en met wisselende symptomen. Maar het mooie is; het gaat over! Ik heb baat bij de nieuwe stabiliteit en hoop dat er nog een boel mooie sportjaren gaan volgen! 

(met dank aan Nicole voor de inspiratie voor deze blogpost)

 

Door |2021-04-18T19:18:30+02:0018 april 2021|Loop, Vrouwensport|0 Reacties

Een tien kilometer die smaakt naar meer

Vandaag heb ik de winter-hardloop-trainingsperiode afgerond met mijn eerste virtuele wedstrijd. Ik wilde dit weekend sowieso een goeie tien lopen, en er kwam nog bij dat ze vanuit de Erasmus Universiteit mensen zochten om die afstand te lopen voor onderzoek, ‘10K for science‘. Dat gaf nog een extra stok achter de deur.

Ik wilde in elk geval graag onder de 55’ lopen en met rond de 54 zou ik blij zijn, welnu, het werd 53.59! Daar ben ik heel blij mee.

Het was vooral wel gaaf om te merken hoe veel het nog uitmaakt om echt te pieken, want drie weken geleden liep ik bij een testloopje 56’. Dat was een tussendoortje, nu had ik getaperd en stond ik ook mentaal op scherper. Naar dat dat nog twee minuten zou schelen had ik niet verwacht. De zorg dat ik, ondanks goed en lekker trainen, in de dikke twee jaar sinds m’n Sara-PR wel heel veel trager was geworden, is weg.

Echt op scherp staat, dat was voor het eerst sinds heel lang, misschien wel sinds september 2019. Vorig jaar had ik dat virtueel nog niet op kunnen brengen en de evenementen die wel doorgingen waren te anders-dan-anders. Ik ben wel benieuwd wat het uit zou maken met een ‘echt’ evenement. Ik kon nu achter niemand schuilen voor de tegenwind en ik had ook niet die kick van de finishboog in zicht en misschien nog net even kunnen inhalen. Maar net voor de start gewoon thuis yoga kunnen doen als warming-up (dag 124 van m’n streak –  ik ben deze maand bezig met Adrienes #30daysofyoga) en elke straatsteen van het parcours kennen zijn ook voordelen.

Ik was ook nu niet helemaal alleen, want manlief en zijn trainingsmaatje Jeannette deden ook mee, maar die zijn allebei veel sneller. Jeannette liep zelfs een PR! Toevalligerwijs startte er tegelijk nog een groepje van dezelfde plek als wij, de Hoge Brug, ook voor een tien. Maar ook die zag ik snel voor me uit verdwijnen.

En nu verder, de zomer in. Omdat het lopen nu lekker gaat, met al duurlopen van dik 14 kilometer, denk ik erover om door te trainen voor een halve marathon dan wel een halve triathlon. Halve marathon kan sowieso, halve triathlon gaat van de corona-omstandigheden afhangen, het zou die van Noordoostpolder kunnen worden. En dan leg ik dit keer de trainingsfocus eens bij het lopen, dus wat ‘ingehouden’ met het fietsen. Dan ben ik benieuwd wat dat oplevert ten opzichte van de vorige keer.

Mijn fietsen is ook nog niet zo op dreef als andere jaren in april, door de focus op het lopen nog maar ook door een combinatie de laatste tijd van twee dingen:

  • Het slechte weer. Als het niet sneeuwt of te hard waait, is het al heel wat, maar dan is het nog steeds erg koud. Ik train sinds 2002 op de racefiets, ik kan me niet heugen dat april ooit zo slecht is geweest. Maart was ook al koud en winderig, en februari had die week sneeuw waarin fietsen onmogelijk was (voor mij althans). Op de sporadische dagen dat het wel okee was, was het hier meteen weer niet te harden zo corona-druk. Ik zie op dat punt ook wel een beetje op tegen de komende maanden en dat is een reden om niet voluit op fietsen in te zetten. Vandaag was het weer overigens wel prima: stralend zonnig en net warm genoeg voor korte broek en mouwen.
  • De last van mijn schouder sinds de yoga, waarvan ik hoop dat het uiteindelijk tot verbetering leidt (zie het yoga-verhaal). Het gaat nu de goede kant op, en de chiropractor verwacht dat het nog verder op zal knappen als ik weer ga zwemmen. Volgens haar zijn mijn grote rugspieren namelijk lui geworden toen ik in december van de ene dag op de andere van drie keer per week naar nul ging met zwemmen. Ik doe nu oefeningen om ze te activeren. En kijk ernaar uit om in mei weer te gaan zwemmen. Het buitenzwembad gaat op 1 mei open en als het nou een beetje warmer wordt (please, weergoden!), kan de Schie kort daarna. Dat is dan op tijd om eind augustus een beetje fatsoenlijke twee kilometer te kunnen zwemmen. Met de combinatie van zwemmen en lang fietsen moet ik eerst nog wel even oppassen, denk ik.

De paar keer dat ik heb gefietst, ging het wel makkelijk als vanouds. Ondanks dat ik al een jaar bar weinig op de stadsfiets rijd – dat heb ik kennelijk niet nodig om mijn fietsvorm in de winter te behouden. Ook wel weer interessant! Ik ga ook zeker mijn best doen op het fietsen en het blijft de sport waar ik het meest van geniet – maar het accent gaat net iets anders liggen dan de jaren hiervoor. Op fietsvakantie gaan we niet; als we al ergens heen gaan, is het om te wandelen.

Maar goed, het is allemaal nog met een dik voorbehoud natuurlijk. Ik knijp in mijn handjes dat ik niet, zoals veel triatleten, zit met een opeenstapeling van naar september doorgeschoven of wedstrijden, want het voorseizoen gaat in elk geval niet door. Daarna is het maar weer afwachten.

In elk geval weet ik nu dat een virtuele wedstrijd ook prima gaat én leuk is!

 

 

Door |2021-04-17T16:16:01+02:0017 april 2021|Triathlon algemeen|0 Reacties

Een nieuw maatje

ik had sinds 2015 hetzelfde sporthorloge: een Suunto Ambit 2. Nouja, niet precies dezelfde: het originele exemplaar werd in 2018 gestolen en daarna kreeg ik een vervangend exemplaar van de Suunto-importeur – heel lief. Vooral omdat ik tussendoor twee andere horloges had uitgeprobeerd en daar niet tevreden over was.

Zo had ik toen al even wel kunnen snuffelen aan modernere sporthorloges, want 2015 is op die markt heel lang geleden. Het enige wat er echter aan mijn Ambit ontbrak, voor mijn gevoel, was bluetooth. ik moest altijd een computer en kabeltje hebben om te synchroniseren.

Verder doen die nieuwe horloges van alles waar ik geen behoefte aan heb: constant m’n hartslag meten, m’n stappen tellen, me vertellen hoe goed ik geslapen heb en of ik wel hersteld ben, trainingsprogramma’s voor me maken, enzovoort. Dat weet ik allemaal zelf beter dan m’n horloge. Met m’n horloge kunnen betalen, er muziek op draaien of er m’n appjes op ontvangen, daar heb ik al helemáál geen behoefte aan. Zeker niet als je daar een half fortuin voor moet neertellen.

Al die overbodige snufjes weerhielden me er lang van om iets nieuws te kopen. Ik ben bovendien erg gehecht aan mijn spullen en zeker niet iemand die steeds het nieuwste van het nieuwste wil hebben. Vergelijk: mijn racefiets wordt over een paar dagen 19. Voor fiets en horloge geldt dat we zo veel samen hebben meegemaakt dat dat een band schept.

Maar het ging wel wat knagen – door die bluetooth en doordat het kabeltje versleet en steeds moeilijker verbinding maakte met de computer. Er is een tandje uit het verbindende knijpertje:

Dus moest ik eigenlijk een nieuw kabeltje kopen en was dat nog de moeite waard?

Ik had al eens gekeken naar welke nieuwe Suunto dan, want Suunto zou het blijven natuurlijk. Grote aarzeling zat ‘m in de herinnering aan de gebrekkige compatibiliteit van de nieuwe Suunto’s met m’n vermogensmeter, ik had geen idee of dat was opgelost.

Achteraf ben ik blij dat ik niet bijvoorbeeld vorig jaar de knoop heb doorgehakt. Dankzij de coronacrisis, want als we volgens de plannen naar Mongolië gegaan zouden zijn, had ik voor die reis een bluetooth horloge willen hebben.

Want….  toen doekte Suunto hun webplatform Movescount op en moest ik, moest elke Suunto-gebruiker, aan de Suunto app. Met drie problemen waar ik niet mee uit de voeten kon:

  • De gebrekkige intervalinformatie. Ik vond het helemaal schokkend om erachter te komen dat de Suunto app geen vermogensgegevens per interval geeft, waardoor je er dus bijvoorbeeld niet eens een FTP-test mee kan doen. Ik had TrainingPeaks als ’third party’ platform erbij genomen, maar daar krijg ik alleen de informatie die ik wil als ik betaal. In dat type doorlopende kosten had ik niet zo’n zin. Dan kon ik beter dat geld in een nieuwe horloge stoppen. Het kan mogelijk ook elders gratis, maar dat voelt als m’n data te grabbel gooien.
  • De rare hartslagschommelingen. Die worden ook naar zo’n ’third party’ doorgezet, en daarmee is bijvoorbeeld maximale hartslag daarin ook waardeloos.
  • Het gepriegel met het telefoonschermpje. Zelfs met leesbril is dat voor mijn 45+-oogjes te klein.

En dus werd in de afgelopen weken voor mij duidelijk: een nieuw horloge wordt urgent, en dan wordt het dus géén Suunto. Ik moet zeggen: dat deed pijn. Ik was Suunto trouw, zij mij niet – zo voelde het. Ook omdat ik ook nog eens een zeer onbevredigende chat had met de helpdesk erover: eerst uren in de wacht, daarna afgescheept.

Het gaf een beetje troost dat ik niet de enige blijk die het een stomme actie vind van het merk, ik bevind me in het goede gezelschap van  niemand minder dan DC Rainmaker, de grote meneer op sportgadgetgebied (Quote: ‘Honestly – I think Suunto has lost the plot here with their app/platform ecosystem’).

Via die site, alwaar ik de laatste weken (te) veel tijd heb doorgebracht, viel mijn keuze op de Polar Vantage M. Dat is niet bepaald niet nieuwste van het nieuwste van het meest geavanceerde, maar daar heb ik ook geen behoefte aan en het zijn voor mij financieel nog steeds niet de beste tijden (niet rampzalig, maar bepaald geen weelde). Dit horloge doet wat ik belangrijk ben en heeft een goede prijs-kwaliteitverhouding. En het is geen Garmin – die marktdominantie is me te groot, daar houd ik niet van, zeker niet als je gegevens daardoor ook nog eens eerder gehackt worden.

Ik vond het lastig om de knoop definitief door te hakken, deels omdat ik eigenlijk niet van m’n Ambit c.q. Suunto af wil, en deels omdat het toch om flink wat geld gaat (minder dan op de Polar-site, maar toch), en tijd ook, want zo’n horloge moet wel ‘gedresseerd’: gekoppeld aan andere apparaten, de trainings- en scherminstellingen goed gezet, enzovoort.

Mijn nieuwe Polar is van de week gearriveerd, wit weer, net als de Ambit:

Met dresseren en testen ben ik nog bezig. Tot nu toe gaan de belangrijke dingen allemaal goed en ben ik ervan onder de indruk van wat er kan en hoe makkelijk dat gaat. Met hoe licht-ie is en hoe soepel het bandje en hoe goed hij ‘paart’ met m’n vermogensmeter – om maar een paar van die belangrijke dingen te noemen. Ik ben blij met weer wel een groot computerscherm en goede data via de computer én het gemak van synchroniseren met bluetooth. Zwemmen heb ik alleen nog niet kunnen proberen.

En wie nou denkt: jeetje zeg, zo’n heel verhaal over een horlogetje… dat sporthorloge is mijn vaste trainingsmaatje, dag in dag uit! Polar was mijn eerste hartslagmeter ooit, lang geleden, dus ik ga terug naar een oude liefde.

Bedankt, ouwe-trouwe Ambit!

Door |2021-04-16T13:45:49+02:0016 april 2021|Triathlon algemeen|3 Reacties

Twee boek-vluggertjes

Ik ben pas geleden door twee boeken gesjeesd: lees-vluggertjes. Ik vond ze allebei aardig: leuk genoeg om hier wat mee te doen. Maar ben van allebei niet helemaal de doelgroep, vandaar dat ik ze niet heel grondig heb gelezen.

Het eerste boek is Zwem je mentaal sterk van Marjon Huibers. Wat ik daar leuk aan vind, is dat het een boek is voor mentale training, helemaal toegespitst op één sport. Daarvan zijn er bij mijn weten niet veel: de meeste sportpsychologische boeken gaan over sporten in het algemeen. Door de focus op zwemmen te leggen, zijn de oefeningen veel concreter en specifieker en gaat het boek ook in op de mentale uitdagingen van die sport, zoals het ademhalen en openwaterzwemmen.

‘Niet helemaal de doelgroep’ zit hem erin dat ik niet alleen zwemmer ben, maar triatleet (die al zo lang niet meer heeft kunnen zwemmen dat ik wat weemoedig werd van het boek) en dat ik al een boel weet over mentale training. Er staat dus weinig nieuws voor me in. Dan is € 29,95 wel veel geld. Eigenlijk vind ik het boek sowieso duur. Het is mooi verzorgd (harde kaft, lintjes, steunkleur, tekeningen) en je krijgt er een kek notitieboekje bij – maar dan nog vind ik het veel geld voor de inhoud. Het maakt het boek wel een geschikt cadeautje, voor elke zwemmer die serieus aan de slag wil met mentale vaardigheden.

Het tweede boek is Ook leuke meisjes worden 50, van Maaike de Vries en Manon Kerkhof. Het is een boek over de overgang, en aangezien die er voor mij op zit, ben ik er als het ware te oud voor. Mijn interesseert echter nog steeds de relatie tussen sport en de overgang, en op dat gebied vond ik zowaar iets echt nieuws in dit boek waar ik blij mee was: uit onderzoek blijkt niet dat sporten helpt tegen overgangsverschijnselen: je kunt opvliegers niet wegsporten.

Daar ben ik blij mee, omdat mij dat altijd als te simplistisch maakbaar voorkwam, en omdat de gedachte dat sporten (en vegetarisch eten) wél zou helpen, mij nogal heeft achtervolgd. Die kom je best wel veel tegen namelijk en dus had ik verwacht dat ik probleemloos door de overgang zou rollen. Dat viel tegen! Er zijn vrouwen die wél baat hebben bij sporten en natuurlijk helpt het om fit te zijn, maar dat is het dan ook.

Wat me verder opviel aan het boek was de grote plek die is ingeruimd voor bekkenbodemproblematiek. Dat vond ik weer een voorbeeld van: eerst hoor je er nooit over, dan ineens overal. Het boek bevestigt wat ik net leerde en gaat ook nog wel verder, onder andere over mogelijke operaties. Dat gaat mij wat te ver, maar goed, het is het specialisme van een van de auteurs.

Ik vind het boek verder wel goed, maar ook een beetje onduidelijk in enerzijds evidence-based nogal veel maakbaarheidsmythes ontkrachten, zoals die over de gunstige invloed van sport en vegetarisch eten, en anderzijds er toch een hele hoop leefstijladviezen tegenaan gooien: vrouwen moeten weer een heleboel. Het zit wat dat betreft in dezelfde hoek als Hart & Hormonen, al vond ik dit boek wel veel beter: breder, leesbaarder, minder drammerig, en net iets minder alleen maar kwalen. Nog steeds wel veel kwalen – beide boeken komen vanuit de medische praktijk, en daar komen nou eenmaal meer vrouwen met problemen.

Vrouwen moeten wel ook weer aan het sporten, want ja, dat is toch wel goed. Dat ís het ook, natuurlijk, maar ik voel me als voor-de-lol-en-de-prestatie-sportende 50+-vrouw weer niet gezien. Het beweeg-hoofdstuk spreekt de lezeressen alleen maar aan als vrouwen die geen zin erin hebben. Dat gaat altijd zo, en het kan voor de meerderheid wel gelden, zeker de meerderheid in de medische praktijk – dat weet ik allemaal wel, maar ik krijg wel een sik van die eenzijdigheid.

Ik had dit boek op basis van de titel wel wat vrolijker en speelser verwacht. Maarja, misschien kan ik het inmiddels allemaal wat beter relativeren dan vijf jaar geleden….

 

Door |2021-04-08T15:17:53+02:008 april 2021|Boeken, Vrouwensport, Zwem|0 Reacties

Te precies je hartslag meten?

Nog eentje in wat inmiddels een serietje geworden is hier op het blog: over de nadelen van te veel meten en rekenen aan je sport (zie de vorige keer). In de tijd dat ik me een slag in de rondte googlede op zoek naar informatie over boezemfibrilleren (zomer 2019) kwam ik ergens tegen dat cardiologen soms simpel worden van de sporters die een uitdraai van hun hartslagmeter laten zien en zeggen: kijk hier, dat is toch niet goed? Ik kan dat nou niet meer vinden natuurlijk, maar het is wel blijven hangen en ik snap nu goed waar dat vandaan komt.

Als ik kijk naar de hartslaggrafieken van de Suunto-app, die ik sinds een tijdje ‘verplicht’ ben te gebruiken bij m’n horloge, denk ik ook: jemig, ik moet naar de dokter. Hier is er eentje van een intervaltraining, te zien zijn het inlopen en de eerste twee intervallen. Het tweede ziet er normaal uit, maar het eerste, wat een ratjetoe – ritmestoornis?

Met mijn geschiedenis van boezemfibrilleren was ik er niet helemaal gerust op. Ik heb daar verder nauwelijks last meer van: het afgelopen halve jaar heb ik alleen nog een enkele keer lichte hartkloppingen gehad die vanzelf over gingen. Tijdens het sporten had ik er sowieso maar heel zelden last van – het afgelopen jaar één keer ofzoiets.

Maar nu dus dit rare patroon. En dan ook nog elke training zoiets.

Gelukkig had ik een tijdje overlap tussen die Suunto-app en ouwe-trouwe Movescount, en op Movescount, het platform dat ik jarenlang gebruikt heb, ziet datzelfde stukje training er zo uit:

Niks aan de hand! Dit is gewoon, dit is wat ik al die jaren heb gezien: een geleidelijke stijging.

Wat is er nou ‘waar’? Kennelijk middelt de app minder uit en zie je bij wijze van spreken elke hartslag als zodanig, misschien zelfs inclusief een soort warmdraai-meetfouten van de hartslagmeter (weet ik niet, zou kunnen). Eigenlijk is dat te precies, of althans: preciezer dan nodig is. Movescount en mijn horloge zelf generaliseren daarover of corrigeren iets – ofzoiets.

Sinds The haywire heart weet ik dat je serieuze ritmestoornissen echt wel voelt. Daar was hier geen sprake van – het voelde zoals in het onderste plaatje: gewoon. Dus ik hoef niet naar de cardioloog. Althans, dat denk ik. Ik spreek de cardioloog over een paar maanden nog weer eens, controle vanwege dat boezemfibrilleren, dan zal ik het toch eens vragen. Voor de zekerheid.

Dus ik denk dat ik ook in dit geval beter om mijn gevoel kan vertrouwen dan op een app, maar ik snap wel heel goed waardoor veel sporters ongerust worden!

 

 

Door |2021-03-30T14:45:35+02:0030 maart 2021|Triathlon algemeen|0 Reacties

#projectdaglicht volbracht

Ik had afgelopen winter twee ‘projecten’ lopen in het kader van ‘help Louise zo goed mogelijk de coronawinter door’. Het ene, elke dag yoga, bereikte woensdag de mijlpaal van 100 dagen,  en ik ga nog vrolijk verder. Het andere beschouw ik dit weekend als voltooid: #projectdaglicht.

Vanaf het begin van de wintertijd heb ik me ten doel gesteld om elke dag in het daglicht naar buiten te gaan, in totaal minstens 7 uur per week. Ik had al gauw in de gaten dat ik iets moest doen om niet in een soort mol te veranderen, met de eenzijdigheid van het thuiswerken. Ik weet dat ik voor mijn humeur nogal van daglicht afhankelijk ben namelijk, en vanzelf kwam ik amper meer overdag buiten. 

Het is elke week gelukt, meestal royaal. Door er zo’n nadrukkelijk doel aan te koppelen, kon in de discipline opbrengen om overdag naar buiten te gaan, en dan ’s avonds nog wat door te werken (indien nodig). Alles bij elkaar lukte het me zo om ondanks dichte zwembaden en veel minder dagelijkse beweging, niet véél minder te bewegen dan normaal, hooguit een beetje én anders. Ik voel me nu eigenlijk best wel goed, ondanks alles. Ik heb me in maart wel eens slechter gevoeld: de regelmaat in mijn leven (saai….. maar wel ergens goed voor) en het niet verkouden zijn scheelt. Van coronakilo’s heb ik ook geen last. 

Desalniettemin vond ik net de laatste weken toch best lastig. In februari zaten een paar makkelijke weken met sneeuw- en ijspret en direct daarna mooi en warm weer. Ik ervoer toen al een gevoel van opluchting: hèhè, de winter zit erop! Dat was echter te vroeg gejuicht, want sindsdien is het voor mijn gevoel bijna non-stop winderig, grauw en kil. En dat terwijl er genoeg was om chagrijnig van te worden, zoals de opnieuw stijgende besmettingen en het inconsistente corona-beleid, waardoor we in deze eindeloze kwakkellockdown zitten. Het venijn van de winter zat (zit?) in de staart.

Voor #projectdaglicht heb ik normaal hardgelopen (m’n gewone trainingen, daarover een andere keer meer, goed voor gemiddeld zo’n 3 uur per week), weinig gefietst (0-3 uur, gemiddeld nog geen 2, denk ik – slechts af en toe heb ik de stadsfiets nog nodig en ik heb minder op de race- en triathlonfiets getraind dan ik zou hebben gewild, door het weer) en verder vooral veel gewandeld: ommetjes hier in de buurt en soms elders, alleen met manlief en met vrienden of broer of in de vorm van de stiltewandeling.

Het vele wandelen is wel een coronacrisis-genoegen, moet ik zeggen. Ik blijf het erg leuk vinden om vlakbij huis nieuwe paadjes te ontdekken. Zelfs als ik daar af en toe wat moeilijk voor moet doen, zoals hier langs de Zweth:

Net daarvoor hadden we een oorlogsmonument ontdekt, de ‘steen aan de Zweth‘:

3,5 kilometer van hier, nooit eerder gezien!  

Nu het zomertijd is, hoop ik dat ik weer voldoende daglicht beleef zonder dat ik er zo nadrukkelijk mijn best voor hoef te doen. Als we weer regelmatig buiten kunnen lunchen bijvoorbeeld, net als vorig jaar, scheelt dat al heel veel. ’s Avonds naar buiten, als dat beter uitkomt – dan is het nu ook licht. En eens zal het toch ophouden met waaien? 

 

Door |2021-03-28T17:40:12+02:0028 maart 2021|Fiets, Loop, Waarom|0 Reacties
Ga naar de bovenkant