Ik ben hier de laatste maanden af en toe ‘gehint’ dat ik dusdanige verschijnselen had dat ik me naar de gynaecoloog had laten doorverwijzen. Daar ben ik woensdag geweest en dat was een opluchting, dus nu het verhaal. Omdat het óók over mijn sporten gaat, maar ook omdat ik het belangrijk blijf vinden om open te zijn over de overgang, al is het maar omdat er nog zo weinig informatie is over sporten in die jaren. 
 
Zo lang als ik dit blog schrijf, en nog langer zelfs, al 7,5 jaar, zijn mijn hormonen aan het ‘rommelen’. Meteen met de eerste subtiele veranderingen aan mijn cyclus ging ik slecht slapen, en dat was jarenlang mijn belangrijkste probleem, totdat een half jaar hormoonsuppletie dat in 2016 oploste. Sindsdien waren alleen de nukken en grillen van mijn cyclus een probleem, met onder andere grote vormdips (voorbeeld) en bijna-bloedarmoede tot gevolg, alsmede een boel praktische besognes.
 
Vorig jaar dacht ik dat de menopauze nabij was: ik voelde me anders, stabieler; ik was veel minder vaak én heftig ongesteld en ik kreeg voor het eerst opvliegers, een paar maanden lang – die overigens niet heel hinderlijk waren. Hèhè, dacht ik.
 
Maar dat was te vroeg gejuicht. Sinds eind januari heb ik een opeenvolging gehad van 5 weken PMS, toen een horror-menstruatie, meteen daarna weer 2,5 week PMS, toen nog een keer ongesteld, en sindsdien rommelt het wat door. Ik heb me 2,5 maand beroerd gevoeld van de zwaarte in lichaam en hoofd van de PMS of van het bloedverlies of van de buikpijn, of alles tegelijk. Ik vond het zwaar, de gewone dingen volhouden kostte veel wilskracht en ik heb enkele dingen afgezegd omdat dat volhouden me te veel werd. Het was ook praktisch vervelend – gelukkig zijn al te gênante situaties me ook dit keer bespaard gebleven, maar dat heeft me heel wat kopzorgen gekost. (Ik doorbreek graag het taboe op de overgang, maar er zijn wel grenzen.)  
 
Lastig allemaal, en bovendien had de huisarts in die periode een vleesboom bij me geconstateerd. Dat is op zich niet heel alarmerend en het was een verklaring voor die heftige menstruaties, maar het zat me toch niet lekker, en daarin speelt natuurlijk een rol dat mijn moeder aan baarmoederkanker is overleden. De kans dat ik dat zou hebben was heel klein, maar toch. In mijn somberste vlagen dacht ik natuurlijk wel aan kanker, of op z’n minst aan een buikoperatie.
 
Nou, de gynaecoloog afgelopen woensdag heeft me gerustgesteld: hij zag geen vleesboom (huh? Nouja, niet de eerste foute diagnose van m’n huisarts…) en verder ook niets verontrustends. Het enige wat er aan de hand is, zijn die ontregelde hormonen. En daarvoor heb ik, opnieuw dus, hormoonsuppletie gekregen. Net als drie jaar geleden ben ik daar ambivalent over (de overgang is geen ziekte), maar wat de doorslag geeft is dat mijn gezondheid onder druk stond de afgelopen maanden. Dankzij mijn goede basis veerde ik ook steeds snel weer terug, maar ik hield mezelf wel met ijzer bijslikken op de been.
 
Ik ben blijven sporten, soms met hangen en wurgen. Het enige wat even niet meer lukte een paar weken terug was hardlopen, want daar kreeg ik toen ook buikpijn bij. Dat is gelukkig al weer over en lopen gaat weer lekker. De halve marathon in februari was natuurlijk wel een slachtoffer van de ongein, ook omdat in die PMS-weken m’n vage bekkenblessure enorm opspeelde – vast geen toeval. Zwemmen en fietsen ging soms, bijvoorbeeld de eerste dagen op Mallorca, moeizaam, maar verder toch ook vaak goed, soms verrassend goed zelfs. Dat deed deugd. Mede daardoor kon ik de hele tijd voelen dat er ‘onderliggend’ niet zo veel aan de hand was. M’n rusthartslag is permanent wat aan de hoge kant, maar dat is niet zo gek, lijkt me.
 
Wel hing de angst voor ergere zaken als een schaduw over me, en had ik daardoor soms wat moeite met vooruit kijken, bijvoorbeeld naar het aanstaande triathlonseizoen. En ik dacht natuurlijk ook wel eens: wat als het net op de belangrijkste wedstrijddagen wéér hommeles is? Sinds woensdag kijk ik weer graag vooruit!