Weer eens een blessure-zoektocht
Deze blogpost gaat over een blessure, maar die heeft eigenlijk niet eens zo heel veel met sporten te maken, althans, dat denk ik. Ik heb periodes gehad dat ik in het dagelijks leven mank liep, maar wel kon hardlopen, en een keer liep ik mank richting het zwemwater en kwam ik er recht van lijf en leden weer uit. Een andere keer kon ik geen schoolslag zwemmen van de pijn. Tijdens de yoga ging het een keer fout maar ook hoorde ik twee keer een soort ‘pok’ waarna het juist weer goed ging. Tijdens mijn andere sporten is er nooit wat misgegaan. Sterker nog: de meeste keren ging het mis bij de eerste beweging nog in bed. Of anders bij van die doodgewone dingen als de trap oplopen of de was ophangen. Gooi maar in mijn petje dus. Maar ondanks die onduidelijke relatie met sporten toch maar even over bloggen hier.
Waar gaat het om? Welnu, sinds januari ben ik een heel aantal keren door mijn heup gezwikt. Het voelt dan alsof die uit de kom gaat, maar dat zal wel meevallen – pijn doet het in elk geval zeer zeker, aan de voorkant van mijn heup. Het moment zelf, en daarna ook. Soms kon ik mijn been dan niet goed naar achter strekken (waardoor wandelen dus pijnlijker was dan hardlopen). Bovendien was ik dan onzeker want een volgende zwik lag steeds op de loer.
Het zwikken hing altijd samen met scheefstand in mijn bekken – en dat is de story of my life, zal ik maar zeggen, die bekkenproblemen. Ik had er voor het eerst in 1988 last van (dat weet ik zo goed omdat het tijdens die fietsvakantie was dat Nederland het EK voetbal won). Het heeft in al die jaren verschillende uitingsvormen gehad, dit zwikken was nieuw. Ik baalde er erg van, ik heb jaren getobd met scheeftrekken aan de linkerkant, dat was nog niet zo lang echt helemaal over, en nou dit weer…
Soms kwam het vanzelf goed – dat was dan zo’n verlossende ‘pok’ – maar meestal niet of dan duurde dat me te lang. Als het goed scheef zit, wordt het soms ook alleen maar erger en draait m’n hele rug vast, en via iets wat afknelt in mijn nek voel ik het dan tot in mijn vingers.
De laatste tien jaar word ik voor die bekkenproblemen mobiel gehouden door chiropractoren. Daar ben ik al die tijd ambivalent over geweest: het hielp maar al dat geduw tegen m’n gewrichten vond ik best heftig, en ik ben wel gevoelig voor de kritiek op de beroepsgroep, zoals bijvoorbeeld verwoord door Arjen Lubach en ik wist dat er risico’s aan verbonden zijn. (Overigens vind ik bij die kritische geluiden dat er een schijntegenstelling geschetst wordt tussen de reguliere zorg, zoals die van fysiotherapeuten, en de chiropractie – alsof in de reguliere zorg alles evidence-based is, er nooit iets misgaat, er niet alleen aan symptoombestrijding gedaan wordt en ze overal een oplossing voor hebben, als je maar geduld hebt. Dat is niet mijn ervaring.)
De laatste jaren kwam ik bij een chiropractie-praktijk als ik dat nodig had. Ik ging sinds mijn verhuizing dan meestal in combinatie met een ander doel in de Randstad. Dat liep in maart echter tegen een grens aan: het kwam maar niet goed met die heup/bekken en ik kreeg het niet meer ingepland. Bovendien dacht ik: ik wil het – zo mogelijk – structureler oplossen. Dus stapte ik over naar een praktijk in Goes, waar ik begon aan een intensief programma gericht op duurzaam herstel: de eerste zes weken twee keer per week erheen, daarna één keer.
Ik ben nu nog ambivalenter dan voorheen. Het lijkt erop dat het geholpen heeft. Dat ging bepaald niet in een rechte lijn en dat was best wel lastig, maar ik ben inmiddels al wekenlang niet meer opnieuw door mijn heup gezwikt. Het gebied is nog wat gevoelig, maar het heeft veel te verduren gehad natuurlijk ook. Bekken en rug zijn terug naar de voor mij gebruikelijke toestand van soms wat stijf maar goed mee te leven.
Aan de andere kant vond ik het ook een hele opgave, zo vaak naar de chiropractor, qua tijd, geld en frustratietolerantie. Ik was me er de hele tijd van bewust dat de aanpak een commercieel verdienmodel is. Dat speelde sterker dan ik eerder heb meegemaakt. Zo ga je alvast met je gezicht naar beneden klaar liggen op de behandeltafel. Zo ontmoet je dus de chiropractor – niet bepaald communicatief maar het scheelt tijd en dus geld. Luisteren was sowieso niet het sterkste punt van deze chiropractor, en we hebben wat vruchteloze discussies gehad, onder andere over de vraag of ik mijn lichaam niet opzadel met te veel ‘stress’ door het vele sporten, urgh. (Dat blijft toch lastig in de zorg: we moeten allemaal meer bewegen, maar als je dan een probleem hebt, doe je ineens te veel.)
Ondertussen ben ik ook nog naar een goede fysiotherapeut geweest die ik kende van vroeger, Leanne. Onder andere over oefeningen – want daar kon de chiropractor me ook niet mee helpen. Daar had ik wel wat aan, ook ter geruststelling. Ik ben met een lichaamskussen gaan slapen om mijn bekken en rug minder te laten roteren in zijligging in bed (het staat daar als zwangerschapskussen, haha, zo wordt het in Nederland vermarkt; in andere landen is een lichaamskussen gebruikelijker, begreep ik), en ik zit weer eens in een (bijna) dagelijkse zomer-yogastreak met hopelijk ook gunstig effect. Ik sport nog steeds veel, fietsen vooral, maar op dit moment niet in een strak schema. Mogelijk hebben al die andere kleine beetjes ook geholpen. Ik ben in elk geval voorzichtig optimistisch.
Wel wil ik toch echt graag af van de chiropractie. Na de zomervakantieperiode ga ik dus op zoek naar andere mogelijkheden om die bekkenproblemen aan te pakken.