Mentale zwemles
Gister een leerzame ervaring tussen Wemeldinge en Kattendijke, met het woensdagavondgroepje. Het woei harder dan ik had verwacht en we hadden die wind en dus ook stevige golfslag tegen in de ebstroom. Ik vond die golven erg zwaar: ik kwam geen moment in mijn ritme, want dat wordt door die golven verstoord. Harken is dat dan dus. Bovendien vragen golven, kwallen (niet heel veel maar wel grote en felgekleurde) en navigeren (Dies’ gele boei in het vizier houden) zo veel van mijn aandacht dat er niks overblijft voor techniek. Daardoor zwem ik slechter dan ik kan, en daar ben ik me ook van bewust. Samen voelt het alsof ik amper vooruit kom.
Daarbij komt dat ik gister en ook de keer meezwemmen ervoor de langzaamste van de groep was. De rest van de achterhoede is er dan niet, op vakantie enzo. De anderen zijn sneller – dat is op zich grappig: tussen de triatleten doe ik best aardig mee, maar tussen de ervaren ‘echte’ (zee-)zwemmers niet. Maar dan moet er dus iemand van hen op me wachten, zoals gister Dies dus, en later Margreta – want ja, je doet het als groep (dank, beiden!). Maar die kan dan dus geen eigen tempo zwemmen. Dat vind ik niet helemaal comfortabel.
Ik heb nog steeds weinig gevoel voor tijd in het open water, het voelde in elk geval als eindeloos lang zwemmen, en ik werd een beetje bezorgd of ik het wel vol ging houden. Ik was dus blij toen we afbogen naar Kattendijke en mijn armen het nog steeds deden.
Eenmaal daar met vaste grond onder de voeten keek ik op mijn horloge: ik had 1 uur en 2 minuten gezwommen. Dat is niks bijzonders: net die twee minuten trager dan de vorige keer. Tsjonge, dat viel mee!
Dat was een wijze les qua zeezwemmen: zo heel veel maakt die golfslag dus niet uit. De zwaarte zat hem in mijn gedachten erover: gehark, geen ritme, ik ben te traag, dit gaat eindeloos duren, ik houd de hele boel op, ze moeten op me wachten. Alleen mentale zwaarte dus. Leerzaam!
Met dat besef ben ik weer een heel klein stukje zee-zwem-ervarener geworden.