Maandarchieven: november 2024

Prutsen aan Wattjes

In mijn stuk over het fijne sporten in oktober schreef ik kort dat ik problemen had met mijn in september gekochte spinningfiets. Die gaf namelijk steeds een veel te lage output (vermogen en snelheid) bij mijn mate van inspanning. Ik moest me voor 20 km/u behoorlijk uit de naad trappen en dan reed ik zo’n 65 % van vergelijkbare vermogens op een ‘echte’ fiets. Het probleem is opgelost inmiddels, dankzij Dies, hier komt het verhaal. Wie weet is dat nuttig voor andere gebruikers van een Virtufit Etappe 2.0i indoor cycle.

In de mist van begin november

Eerst even over het probleem. Op zich is het natuurlijk niet erg dat de output van een stationaire fiets niet klopt. Het is hooguit ontmoedigend om hard te trappen en dan zo’n lage snelheid te zien. Ook betekent het dat ik weinig effectieve verzetten had: het kleinste verzet was niet piepklein, daar had ik nog best wat af gewild, en de grootste waren veel te zwaar. Ik kreeg van de leverancier een tabel met daarop de verzetten met bijbehorende snelheden. Die gingen tot 55 km/u, wat bij mij dus neerkwam op 70 km/u – daar heb je niks aan, dat krijgt niemand rond.

Bovendien is zo’n fiets in de virtuele wereld niet stationair. Ik had voor dit type fiets gekozen vanwege de mogelijke koppeling met Zwift. Dat doet het goed, maar om ergens aan mee te doen is zo’n laag vermogen nogal beperkend natuurlijk.

Over het probleem had ik een aantal keer contact met de leverancier. Deels was dat nuttig – ik kon nagaan dat de snelheid per verzet klopte bijvoorbeeld. Deels was het tenenkrommend: de eerste reactie was dat als het fietsen te zwaar was, ik lichter moest schakelen. Dûh. Ik heb geen moment het gevoel gehad dat ze het probleem echt snapten. Bovendien was er niks aan te doen, zo zeiden ze, een monteur langssturen was niet nuttig.

Dus, zo concludeerde ik, had ik een fiets gekocht met een ingebouwde rekenfout. Dat vond ik raar. En was ik de enige met dat probleem? Online vond ik er niets over – alleen maar lovende recensies.

Oja, en tussendoor was ook een pedaal al uit de crank losgeraakt en bleek de schroefdraad beschadigd. Een nieuwe crank kreeg ik gelukkig wel zonder mankeren. Goed voor mijn vertrouwen was dat echter niet.

De leverancier suggereerde dat ik voor grotere precisie maar naar een veel duurdere smartbike moest kopen. Maar het gaat mij niet om precisie tot het laatste procent, het ging bij mij om een fout van zo’n 35 procent. Ongeveer de afwijking die je krijgt als je mijlen voor kilometers aanziet. Achteraf gezien bleek dat toeval, maar een van de dingen die ik wilde nagaan, was of dat het probleem kon zijn bij een fiets van Amerikaanse makelij. Leverde ook niets op.

Ik heb ook nog contact gehad met de NRC-webwinkel. De levering van de fiets was ook al een idiote soap geweest waarin bij het transportbedrijf tamelijk willekeurig namen aan adressen en postcodes waren gekoppeld (onze straat lag die week onder andere in Wijk bij Duurstede en Drachten) en ik tot drie keer toe vergeefs zat te wachten én onaangename hakketak-gesprekken had gevoerd met de dame van de helpdesk die de schuld elders legde natuurlijk. Het heeft me die week uren gekost. En ineens viel het pakket op de maandag erna uit de lucht – gelukkig waren we thuis. Samen met die ingebouwde rekenfout vond ik het van een kwaliteit die de NRC onwaardig is. Maar ook zij zeiden: lever hem dan maar weer in.

Ondertussen had ik voor Zwift een ‘workaround’ gevonden. De belangrijkste rekeneenheid van Zwift is vermogen per kilo lichaamsgewicht. Door mijn virtuele zelf aan te passen naar 42 kilo klopte dat. Zo reed ik als petieterig vrouwtje mee, en dat ging goed. Goed genoeg om er lol in te hebben (daarover een andere keer meer) en te besluiten de fiets te houden.

Ik deed een FTP-test in Zwift, waar een FTP van 153 Watt uitkwam. Moet zijn: om en nabij de 220. Maar goed dan. Hier is een plaatje van tijdens de test:

Op mijn Strava-activiteit van die test reageerde Dies. We appten nog even verder en toen bleek hij online iemand tegengekomen te zijn bij wie dezelfde spinningfiets in het begin juist helemaal geen weerstand gaf. Dat bleek een afstellingsprobleem te zijn, op te lossen door te draaien aan de weerstandskabel. Ik dacht: ‘???’ – geen idee hoe dat moet, maar ook omdat ik meteen dacht: en waarom zei de leverancier dat dan niet?

Enfin, Dies heeft verstand van techniek, hij is langsgekomen, ik heb een pedaal met vermogensmeting op de fiets gezet om te vergelijken, en zo is het gelukt om vermogen en snelheid veel meer in lijn te brengen met de realiteit. De weerstandskabel bleek maximaal strak aangedraaid. Het is het ding zo ongeveer in het midden van deze foto van het open achterwiel:

Je ziet de schroefdraad zitten waar je aan kan draaien. Dat ding dus, maar zelfs nu ik het weet, kan ik het nog niet aanwijzen op deze tekening uit de handleiding:

Knap dat Dies dat wel kon! Het probleem is daarmee opgelost, nouja, min-of-meer. De vermogens zijn niet zo precies, zeker niet de hoge. Maar rond FTP klopt het aardig. Er zijn nuttige kleine verzetten bijgekomen. In Zwift weeg ik ondertussen gewoon weer 63 kilo, en doe ik dusdanig mee dat 175 Watt rustig is, ook op een geinig virtueel mountainbikeje:

Dankzij het grotere absolute vermogen kan ik op het vlakke in een groep nu beter meekomen. Er zijn nog wel andere beperkingen: die onnauwkeurigheid van de hoge vermogens, het trage reageren van de vermogensmeter, het feit dat het eigenlijk geen echte meting is maar een berekening. Door dat laatste – denk ik – kan ik in Zwift aan sommige wedstrijden niet meedoen en werkt helaas ook de erg-modus niet. Maar dat zijn dingen die horen bij deze beperkte investering, dat snap ik wel.

Als ik zwiften zo leuk blijf vinden als nu, wil ik op termijn wel iets beters kopen. Maar dit is een prima begin. Dankzij Dies, dus, en niet dankzij winkel of leverancier.

 

Door |2024-11-25T19:46:20+01:0025 november 2024|Fiets|1 Reactie

Verschenen: Tot je 90ste op het podium

Het nummer was al even uit, maar mijn exemplaar was kwijtgeraakt in de post. Ik had de drukproef gezien en wist dus hoe mooi het zou worden, maar ik kreeg het net pas echt onder ogen: mijn artikel ‘Tot je 90ste op het podium’ in Fiets Magazine nr. 11 (november, p. 94-97). Ik schrijf mijn, maar ik moet eigenlijk zeggen ons, want mijn man maakte de foto’s.

Het artikel is een verslag van de Radweltpokal, het fietsfestival voor masters in Oostenrijk waar ik nu twee keer ben geweest. Op het maken ervan kijk ik met veel plezier terug. In het artikel komt een aantal draden samen die belangrijk voor mij zijn: sporten met plezier en prestaties als je ouder wordt, sport en zingeving, de strijd tegen de dominantie van de auto, het principe van ‘winner takes all’ in de huidige economie… en schrijven. Het was leuk om met een journalistiek doel bezig te zijn en zo met een boel mensen in gesprek te komen. De samenwerking met Fiets was ook prettig. Voor herhaling vatbaar dus!

(dit is een dubbelpost met lhcornelis.nl)

Door |2024-11-15T13:30:31+01:0015 november 2024|Fiets, Vrouwensport, Waarom|1 Reactie

Toffe Looptrainersdag

Ik liep zaterdag over het terrein van Papendal naar de auto en toen realiseerde ik me ineens: o, flip, geen foto’s gemaakt! Vorig jaar had ik dat wel gedaan. Van mijn workshops op de Looptrainersdag. Nou, dan maar even deze post zonder plaatjes van de dag: het was weer heel erg leuk, leuker nog dan vorig jaar. Althans, mijn workshops. Verder had ik het ietsje ‘uitgekleed’. De reisafstand is nu zo groot dat ik de eerste programmaonderdelen had overgeslagen, anders werd het wel heel erg vroeg op (met ook nog een etentje ’s avonds was het al een knetterlange dag), en ik reisde bovendien alleen, waar in voorgaande jaren vanuit Rotterdam het bijpraten met carpool- en trainersgenoot Paul ook een wezenlijk onderdeel was van de dag.

Mijn workshops waren een feest. Als eerste gaf ik ‘Zin en onzin over hardlopen in de overgang’, gericht op trainers natuurlijk. Ik had de indruk dat die enorm aansloeg, vooral op het punt van de frustratie dat je prestatieniveau in die jaren zo grillig kan zijn. Daarover gaat het nooit, dat herkenden de aanwezigen ook – alsof prestatiegericht sporten op die leeftijd niet bestaat. Die aanwezigen waren vooral vrouwen en gelukkig ook een paar mannen. Ze deden actief mee, dus het was heel dynamisch en ik leerde er zelf ook nog wat van: naast koolhydratenverwerking kan er nog meer veranderen in je spijsvertering onder invloed van de rommelige hormonen, waardoor zelfs coeliakie kan ontstaan.

Mijn tweede workshop was dezelfde als vorig jaar, ‘Optimaal training geven aan ouder wordende lopers’, meer in het algemeen gebaseerd op mijn boek. Ik had een paar kleine aanpassingen gemaakt, waardoor die nog net wat beter liep dan vorig jaar. De bespreking van de casus kwam meer uit de verf zo, en dat was erg leuk.

Ik had de voorbeelden heel dichtbij gehouden én geïllustreerd. In de workshop over de overgang las ik een ervaringsverhaal voor. Dat was van mezelf, uit het boek ook, maar dat vertelde ik pas achteraf, en toen liet ik ook een foto van die dag (triathlon Oud Gastel, 2017) zien. Die illustreert de moeizaamheid goed. De casus van de tweede workshop, ‘Henk’, was fictief, maar de foto erbij was die van mijn eigen man – en er zaten een paar elementjes in die ik frappant goed herken. Maar mijn deelnemers kenden ook zo’n beetje allemaal wel een ‘Henk’. De foto speelde ook een rol in de casus, want je kan erop zien dat er nog wel wat aan ‘Henks’ looptechniek te verbeteren valt: z’n voorste been is te gestrekt (te recht en te ver naar voren), waardoor hij te veel op z’n hak gaat landen zometeen. En hij trekt zijn schouders op. Maar zonder copyrightproblemen kan ik hier dus toch twee plaatjes laten zien, uit mijn eigen presentaties:

Door |2024-11-11T12:08:21+01:0011 november 2024|Trainer, Vrouwensport|0 Reacties
Ga naar de bovenkant