Maandarchieven: februari 2024

Foto’s zwemloop

Hier twee leuke foto’s van zaterdag, met dank aan de fotografen van Dynamica:

 

Die tweede is net na mijn inhaalactie; de andere dame was een baangenoot en we hadden het nog even over het snelle zwemmen. Ook zij had nog nooit zo hard gezwommen!

Wat ik zaterdag niet had geschreven, even over m’n outfit: ik had best wat hoofdbrekens gehad over de kou en dus ook over mijn kleding. Uiteindelijk was een tip van manlief om van mijn tweedelige tri-suit alleen de onderkant aan te trekken, en te zwemmen in sport-bh – een zwarte, dus dat past er prima bij. Dat ging goed en het scheelde nattigheid op m’n bovenlijf. Daarna dus dit best dikke maar goed ademende shirt aan, een dierbaar en nuttig souvenir van een trainingsweek in Italië van heel lang geleden. M’n startnummer (aan band) is niet zichtbaar omdat dat klapperde in de wind. En anders dan anders in multisport-wedstrijden: ik liep met bril. Ik wilde m’n lenzen nog niet in vanwege de ontstoken ogen door de verkoudheid.

 

 

Door |2024-02-26T11:25:17+01:0026 februari 2024|Loop, Zwem|0 Reacties

Hard zwemmen met een zere keel

Ik schreef hier vrijdag dat de verkoudheid ‘net op tijd over’ was voor de zwemloop. Dat dacht ik toen echt, vandaar dat ik het amper kon geloven toen ik ’s avonds weer keelpijn kreeg, nu aan de andere kant. Ik weet nu nog steeds niet of er iets nieuws bezig is of dat de verkoudheid na drie weken met een soort toegift kwam, maar ik voelde me gister in elk geval verre van jofel. Niet ziek, hoor, maar ook bepaald niet op m’n energiekst. Ik twijfelde zelfs nog over wel of niet starten, ook vanwege de kou. Maar het leek me toch te leuk en ik dacht: ik zie wel hoe het gaat. Dus ik stapte toch maar gewoon in de auto: op naar Vlissingen.

Leuk was het inderdaad weer. Ook al was het veel drukker dan twee jaar geleden, het blijft een kneuterig en overzichtelijk evenement met een breed niveau en ook een boel kinderen (derde startserie). Ik heb even zitten kijken bij de start van de eerste serie; deze foto is van tijdens hun briefing:

Daarna ben ik wat gaan loslopen buiten, bij de bloempot die de ingang vormt van het zwembad (waar overigens veel over te doen is: ik noem het nog het Vrijburgbad maar zo heet het niet meer na een overname die tot een grote kostenstijging heeft geleid):

Ik voelde me nog steeds niet heel jofel maar ook zeker niet te slecht om te starten. Om kwart voor 2 was het zo ver. In mijn baan hoopten we allemaal in 10 minuten te zwemmen, of net eronder. We startten en ik had meteen in de eerste baan het gevoel dat het zwembad maar 20 meter was ofzoiets. De baantjes vlogen voorbij, wat ik me herinnerde van de vorige keer: zo 500 meter zwemmen lijkt veel sneller te gaan dan een interval van 400 meter in het zwembad. Ik werd nog wel twee keer ingehaald en kwam daarbij tegen de kurken en achteraan, maar eigenlijk zwommen we allemaal even hard, dus in een perfect treintje (dank, baangenoten!). En allemaal harder dan verwacht dus.

De tijd vloog om, en het ging goed. Ik kon halverwege de heen-baan steeds de klok zien en die kon ik amper geloven: ik was op weg naar 9:30 ofzoiets. Waar kwam dat ineens vandaan? Ja, het treintje, maar zelf raakte ik hem ook gewoon hartstikke goed. Met dank aan de cursus bij TriExperience van afgelopen herfst, en mogelijk ook aan mijn lage verwachtingen, dat helpt wel vaker.

Eenmaal afgetikt zag ik dat het nóg sneller was: 9’17. Wat? Ik ben in de verste verte nog nooit zo snel geweest! Ik heb bij zwembad-evenementen een soort abonnement op 10-blank en in m’n beste zwemperiodes had ik 500 meter in ongeveer 9’30 gekund, schat ik in, maar dat heb ik nooit geklokt, laat staan ‘officieel’ in een wedstrijd (ik heb er jarenlang last van gehad juist in trainingen op m’n snelst te zijn, op een achternamiddag in de kerstvakantie bijvoorbeeld). Ik was 40 seconden sneller dan de vorige keer, 2 seconde per baantje – en dat is in het zwembad een reuzestap! Ik was met een halve minuut langzamer al blij geweest, dus nu zweefde ik het zwembad uit.

Misschien was het de euforie, in elk geval: ik verprutste de wissel (weer) totaal. M’n shirt zat binnenstebuiten, ik zat te prutsen met m’n brillenkoker en met m’n schoenveters (weer de snelveters vergeten), ik deed de rest klunzig en verstrooid – en iedereen was dus het zwembad al uit en toen kwam ik er nog achteraan. Rumpf, m’n zoveelste slechte wissel. Onthouden: als ik later dit jaar weer triathlons ga doen, dan moet ik écht m’n wissel oefenen van tevoren, want dit slaat helemaal nergens meer op.

Het lopen – over een echt Walchers parcours met meidoornhagen, weilanden en een bunker – ging matigjes. Of eigenlijk moet ik zeggen: het ging zoals ik zou verwachten bij niet helemaal fit. Ik loop dan al maanden telkens ongeveer 5’30/km, en nu dus ook. Dat betekende bijna 1,5 minuut trager dan de vorige keer en dan ik eigenlijk zou willen en waar ik voor getraind heb. 27’33, dat liep ik in november ook al, toen ik weer net aan het opbouwen was. Tsja. M’n krentenbollen zaten ook nog een beetje in de weg. Lastige starttijd, zo net na de lunch.

Nouja, ik heb het maar te nemen zoals het komt. En dat was verder wel okee. Ik had het niet koud, het bleef droog en het woei niet al te hard – dat viel alles mee. Ik haalde nog één of twee dames in en lag dus niet meer laatste van m’n startserie, en ik kon eerst jagen en later samen oplopen met een Vlaamse deelnemer op de lange afstand, dat was leuk. Hij liep me er op het allerlaatst wel uit.

Ik finishte in 41:48 en dat is dus geen persoonlijk parcoursrecord, maar die gedachte had ik eerder al laten varen. Wel zag ik vandaag in de uitslag dat ik m’n leeftijdscategorie heb gewonnen. Dat had ik gister niet gezien want ik had nog gezellig wat staan ouwehoeren en daarna moest ik snel weg omdat ik met m’n broer had afgesproken.

Al met al was het zo een leuke dag. Ik ben buitengewoon in mijn nopjes met m’n zwemtijd. Ik heb best wel last soms van m’n grillige prestatieniveau en sterk wisselende vorm van de dag. Vaak ben ik daardoor gefrustreerd, maar een heel enkele keer weet ik mezelf ook gigantisch te verrassen. Ineens wil het dan wél.

Vandaag voel ik aan mijn lijf dat er gister niet meer in had gezeten. M’n benen zijn verrassend moe zelfs, m’n schouders een beetje stijf. Dat is best een lekker ‘day after’ gevoel. Nou die keel nog…

 

Door |2024-02-25T17:55:43+01:0025 februari 2024|Loop, Zwem|0 Reacties

Op naar de wintertrainingsafsluiter

Morgen doe ik mee aan de zwemloop in Vlissingen. Dat is geen superbelangrijke wedstrijd, maar ik doe toch een procesverslagje, zoals gebruikelijk de dag ervoor.

Ik had bedacht dat de zwemloop een mooie afronding en dus ook evaluatie van de wintertraining zou zijn, kort voordat onze verhuizing losbarst. We tellen inmiddels af naar volgende week vrijdag, dan is de overdracht! We zijn al van alles aan het regelen natuurlijk. Ook met de verkoop van ons oude huis gaat het goed: de kopers zitten in de drie dagen bedenktijd na het tekenen van het voorlopig koopcontract, dus het is bijna definitief. Dus dat gaat allemaal goed maar het houdt ons wel bezig natuurlijk. Ik moet nog zien hoe veel er de komende maanden van sporten terechtkomt en bij wat ik kan doen, wil ik het vizier meer naar het fietsen wenden.

De zwemloop leek me een mooie graadmeter van hoe goed ik de winter met zwemmen en lopen ben doorgekomen. Ik hoopte op een persoonlijk parcoursrecord: de vorige keer had ik traag gewisseld,  ik zou nu minstens even hard moeten kunnen lopen, althans, dat was wel m’n seizoendoel (een losse 5 km weer eens onder de 26′ lopen, wat ik als ‘goed’ beschouw), en zwemmen zelfs iets harder dan twee jaar terug: binnen de 9’50. In trainingen lig ik daarvoor op koers.

Maar of het eruit wil komen morgen – geen idee. Ik schreef eerder al over in januari iets te veel drukte en stress en daardoor wat gekwakkel. Het ging een beetje op en neer met mijn vorm. Die 5 kilometer binnen de 26′ is zodoende nog niet gelukt: ik heb een paar Parkruns gedaan maar steeds was er wel wat. Het enige wat ik kon zien is dat bij een lager tempo m’n hartslag ook vrij laag lag, wat hoop gaf voor als ik het gaspedaal eens een keer wel zou weten in te trappen.

En toen…. werd ik verkouden. Ik ben niet echt ziek geweest, geen koorts, maar wel vervelend en langdurig aan het snotteren: in totaal bijna drie weken. Met onder andere nachtelijk hoesten en dus slaapgebrek, gepruttel in een bijholte en afgelopen week nog een snijdende keelpijn. Het is net op tijd over en ik heb de laatste week wel weer wat kunnen trainen, maar heel jofel voel ik me niet. Ik heb ook anderhalve week niet kunnen trainen en me beperkt tot wandelen en yoga. De snelheids-puntjes-op-de-i heb ik dus niet kunnen zetten.

Wel gingen die laatste trainingen alweer okee en ik weet: eens een keer flink verkouden is niks ernstigs en voor mij heel normaal (de laatste jaren kom ik eigenlijk gemiddeld heel goed weg zelfs). Qua timing komt het gelukkig net goed: ik ben fit genoeg om morgen te starten. Of ik het gaspedaal dan ga weten te vinden – geen idee.

Wat er als hindernis voor het persoonlijke parcoursrecord nog bijkomt is dat het weerbericht ongunstig is: gevoelstemperatuur van 3 graden, bij stevige wind. Dat lijkt me bij het hardlopen geen pretje: in m’n natte kloffie en met blote benen naar buiten. En de wind scheelt sowieso snelheid natuurlijk.

Nou goed, wat maakt het ook allemaal uit – ik ga morgen gewoon lol hebben. Afgaand op mijn trainingen, daarbij dan ook nog de trap- en krachttraining, waarmee ik veel verder ben gekomen dan vorig jaar, heb ik gewoon een goede winter gedraaid. En naar omstandigheden was dat helemaal super. Wat er morgen ook uitkomt!

 

Door |2024-02-23T13:26:55+01:0023 februari 2024|Loop, Zwem|0 Reacties

Ik ben inderdaad echt anti-e-bike

Ik had de link van het stuk hier van laatst over mijn fietshuur in Enschede doorgestuurd aan een vriend van me die onlangs een e-bike heeft gekocht. Motto: vraag me niet enthousiast te zijn over je aankoop. Hij mailde terug: ‘Je bent echt anti-e-bike 😉’

Dat zette me aan het denken: ja, hoezo eigenlijk? Want die aversie is er. Ik heb nog wat gemaild met de klantenservice van Fletcher Hotels over mijn ervaring en de abominabele prijs-kwaliteitverhouding van hun fietsen, en kreeg toen als geste een voucher voor een keer e-bike huur. Toen dacht ik: ‘steek die e-bike maar in je jeweetwel’. Ik wil er niet op dood gevonden worden, zal ik maar zeggen.

Waar komt die weerzin toch vandaan? Een belangrijke rol speelt de last die ik heb van de grote hoeveelheid e-bikes. Aan de ene kant heb ik hinder van de langzaam fietsende bejaarden en toeristen op e-bikes die de recreatieve fietspaden bevolken en die bijvoorbeeld hardnekkig naast elkaar blijven fietsen en die traag en onhandig reageren als ik achter ze bel om ze in te halen (zie dit draadje), zodat mijn eigen sportieve fietstocht een hindernisbaan wordt. Aan de andere kant heb ik in de stad last van de speed-pedelecs en fatbikes (en scooters) die me voorbij komen raggen op snelheden die niet op een fietspad thuishoren en die het daar levensgevaarlijk maken. Ik zit er voor mijn gevoel dus als het ware ‘tussenin’ en ervaar daardoor het zelf-trappen als steeds lastiger en stressvoller (zie ook een eerdere post en het boek dat ik daarin noem).

Maar ik weet ook wel: eigenlijk is dit meer een infrastructuurprobleem dan een e-bike-probleem. De fietspaden zijn niet bemeten op de huidige drukte en snelheidsverschillen (uh, en het gedrag van veel fietsers), en ik zie ook nog geen enkele beweging in de goede richting. Dat kun je e-bikers niet aanrekenen, sterker nog: het is leuk dat zo veel mensen fietsen. Een aanpassing van de infrastructuur zou ten koste gaan van ruimte voor de auto, en dat is duidelijk nog een brug te ver. Ook handhaving loopt achter, al is daar net wel een beginnetje.

Maar er is nog iets. Het gaat mij aan het hart dat in een dikke tien jaar de Nederlandse fietscultuur radicaal is veranderd. Standaard fietsen is nu op een e-bike in plaats van dat je zelf trapt – mijn ervaring in Enschede onderstreepte dat nog maar eens. Die verandering is voor een paar mensen een zegen: als je ziek bent of stokoud, of problemen hebt met je knieën, kun je dankzij de trapondersteuning mobiel blijven en plezier houden in het fietsen. Dus voor die individuen is het een geweldige ontwikkeling. Net zoals voor die enkeling voor wie de e-bike de auto vervangt, maar dat is een piepkleine minderheid. En eigenlijk heeft sowieso elk individu altijd wel de een of andere goede reden om op een e-bike over te stappen.

Maar als je de verandering collectief bekijkt en afzet tegen het zelf trappen van vroeger, dan ziet het er zo uit:

  • Groter gemak, met als gevolg een teruglopende gezondheid. Zelf trappen is simpelweg beter voor je gezondheid, omdat je je zwaarder inspant.
  • Grotere snelheid, met dus meer haast en onveiligheid op het fietspad, voor de e-bikers zelf (voor een deel omdat die dingen gaan doen die ze anders niet zouden doen en ook eigenlijk niet goed genoeg kunnen), maar ook voor de andere gebruikers daarvan – wat ik hierboven beschreef. Net als gemak is snelheid sowieso een discutabele waarde. Dan ben je dankzij je e-bike sneller thuis uit je werk, maar moet je vervolgens wel aan de mindfulness om uit de jakkeren-stand te komen.
  • Milieuschade: die accu’s moeten worden gemaakt en opgeladen.
  • Grotere ongelijkheid, omdat e-bikes veel duurder zijn dan gewone fietsen en dus niet voor iedereen weggelegd. Je zult bijvoorbeeld maar als enige van een vriendengroepje zonder e-bike naar school moeten fietsen. De sociale druk om over te stappen op een e-bike is sowieso gigantisch. Je moet denk ik dezelfde mate van aversie hebben als ik om het níet erg te vinden dat iedereen je voorbij sjeest in de spits, zoals op het drukke forenzen-fietspad hier in de buurt, dat uit de stad langs de Schie voert.

En dat alles bij elkaar, zie ik als helemaal symptomatisch van het doorgeschoten huidige kapitalisme: het lokt je ergens naartoe met de belofte van genot, gemak en tijdwinst, het klopt je geld uit de zak, het maakt dankbaar gebruik van onze gevoeligheid voor groepsdruk – en de negatieve gevolgen ervan dragen we collectief en zijn bovendien onze ‘eigen verantwoordelijkheid’.

De e-bike staat voor mij dus symbool voor iets wat op veel bredere schaal uit de hand loopt. Mijn verzet tegen de e-bike is daarom mijn verzet tegen een dolgedraaide wereld. En natuurlijk bereik ik daar niks mee voor dat collectief. Wel voor mijzelf als individu, en hopelijk ook voor net dat hele kleine beetje minder groepsdruk.

 

(met dank aan Arno voor de inspiratie!)

 

Door |2024-02-13T11:16:41+01:0013 februari 2024|Uncategorized|0 Reacties

Neehoor, ik kom niet blauw het water uit

Alex attendeerde me erop dat ik genoemd word in de eindejaars-aflevering van Fiets de Podcast – waar ik zelf in juli in optrad. Het is na 21’50 en het gaat daar over douchen met en zwemmen in koud water. Erg leuk!

Als ze mijn dippen al heftig vinden, zouden ze eens moeten kijken op de Facebookgroep van open water zwemmers – die blijven er een stuk langer in dan ik. Of wat te denken van het WK IJszwemmen? Ik kan me daar niets bij voorstellen, hoe je een kilometer kan zwemmen in steenkoud water. Op de terugweg van de dikke dertig slagen in water van net boven de 4 graden in december ging ik al trager bewegen, de kou komt dan echt binnen.

Maar blauw uit het water? Nee, dat niet. Eerder rood, en vooral: voor mijn gevoel onoverwinnelijk! De kick die het geeft is echt super!

 

 

Door |2024-02-07T16:47:04+01:007 februari 2024|Zwem|0 Reacties

Gewenst voor februari: mildheid

Tussen kerst en vorige week zondag had ik niet gefietst, althans, niet om te trainen, alleen stadsfietsritjes. Fietsen is deze winter weliswaar de sluitpost, maar zo weinig was toch niet de bedoeling. Ik was er wat knorrig over: ik deed te weinig voor mijn gevoel, voelde me lui en vroeg me af waarom het maar niet lukte om sinds ik weer fit ben, het aantal trainingen weer naar normaal op te trekken, enzovoort. Okee, het was veel slecht weer en ik had het druk, maar dat is toch geen excuus? Zo gaf ik mezelf op mijn kop.

Totdat ik me eigenlijk pas gister realiseerde hoe debiel druk januari geweest is:

  • Werk: ik heb een normaal goede omzet gedraaid, en ben daarbij ook nog drie dagen naar een conferentie geweest, ik heb geacquireerd en twee artikeltjes afgemaakt. Dat ging allemaal lekker overigens, maar het was dus bepaald geen freewheel-werkmaand zoals ik die in de zomer wel eens heb. Ik heb ook nog een aantal losse eindjes weggewerkt en gezorgd dat ik helemaal ‘bij’ ben, voordat straks de verhuizing losbarst.
  • Verhuizen: het nieuwe huis vraagt nog niet heel veel aandacht, al hebben we wel al wat aangezwengeld, maar hoe veel er komt kijken bij het verkopen van een huis had ik onderschat: alles steeds opruimen, schoonmaken en straktrekken, voor de foto’s en de bezichtigingen. We wissen al onze sporen uit, en daarna zijn we van alles kwijt. Het is een boel gedoe, plus de spanning. Het gaat wel goed, hopelijk kan binnenkort de vlag uit.
  • Andere besognes: we hadden nog een crematie én net voor kerst werd de voorlopige vergunning verleend voor de verbouwing van de kerk naast ons oude huis tot restaurant. Daarbij speelt van alles, dus daar moesten we ons ook nog tegenaan bemoeien, uit zorg voor ons huis en de toekomstige eigenaren. 1 februari was de deadline voor een ‘zienswijze’. Dat was een hele klus: de vergunning bestond uit honderden pagina’s verspreid over 40 documenten; we hebben er acht pagina’s over volgeschreven.
  • Feest: in januari viel nog een officiële feestdag en de gebruikelijke twee van onze familie, namelijk de verjaardagen van mijn broer en mij zelf, die we altijd trouw vieren. Dat waren allebei leuke dagen.

Okee, zo realiseerde ik me gister: en in zo’n maand verwacht ik dan ook nog de sterren van de hemel te sporten? De hele rest gaat goed: dus hardlopen, zwemmen, krachttraining, het winterdippen, project daglicht… maar er is ergens wel een grens.

Die grens, die voel ik nu wel. Manlief en ik vertonen allebei wat stressverschijnselen en we zijn moe.

Wat verwacht ik van mezelf – toveren? Het láátste wat ik nu zou moeten doen, is ontevreden zijn over mezelf. Ik ken mezelf toch ook al wat langer, ik weet dat ik die neiging tot oordelen over mezelf heb. Maar ik ben ook hardleers.

Uh, nee, dat is wéér een oordeel: lui hardleers.

Note to self: blijven oefenen met mildheid.

En oja, ik weet ook: niet fietsen is slecht voor mijn humeur. Ik miste het ook gewoon.

 

 

 

Door |2024-02-05T10:18:21+01:003 februari 2024|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties
Ga naar de bovenkant