Sporten en de coronamelder
Nu vandaag de coronamelder werd gelanceerd, liet ik mijn gedachten eens gaan over mijn sociale leven van de afgelopen tijd. Eerder had ik bedacht dat ik sinds de ingang van de meest recente maatregelen nog best veel gedaan had, heel anders dan in de lockdown van het voorjaar en de meeste sportgerelateerd: ik was naar masseur en chiropractor geweest, naar het zwembad, ik had zelfs een triathlon gedaan.
Gisteren vond ik het in Zwembad West zelfs op het randje van te druk. Wel gezellig overigens, boek bekenden van het vrijdagmiddag-lunchuur, sommigen had ik sinds 13 maart niet meer gezien. Maar ik word tegenwoordig gauw wat claustrofobisch van veel mensen om me heen.
Geen gekke hoog-risico-dingen, maar toch, wel aardig wat sociaal contact. Vandaag realiseerde ik me dat het aantal keren dat ik daarvan langer dan vijftien minuten binnen anderhalve meter afstand van iemand ben geweest, de meting waar de app bij ‘aanslaat’, welgeteld neerkomt op: nul.
Nouja, ik plus telefoon dan, want bij de masseur en misschien soms ook net bij de chiropractor kom ik wel voor zo lang zo dichtbij, maar dan heb ik mijn telefoon niet op mijn lijf maar ergens in een jaszak of tas. Van hen verwacht ik bovendien te horen als ik aan besmettingsrisico heb blootgestaan en omgekeerd zal ik het hen melden als ik later positief test. Bij vrienden let ik op de anderhalve meter, en bij anderen die dichterbij komen, zoals passanten bij het winkelen, fietsen, wandelen en hardlopen, halen de vijftien minuten nevernooitniet. Bij hardlopen neem ik bovendien m’n telefoon niet mee.
Wat ik me bovendien realiseerde, is dat het risico op vals-positieve meldingen van de app bij het sporten best groot is. Bijvoorbeeld bij het zwemmen. Tegenwoordig ligt vanwege de maatregelen mijn tas met spullen inclusief telefoon ergens langs de badrand. Best kans dat er op minder dan anderhalve meter een andere tas met telefoon ligt. Maar als de eigenaar daarvan later besmet blijkt, zegt dat nog niet zo veel over mij – misschien zwom hij aan de andere kant van het zwembad. Op dinsdagavond bijvoorbeeld heb ik meestal maar één baangenoot; in de andere twee banen is het drukker. Maar daar blijf ik verder vandaan.
Bij de triathlon: idem dito. Telefoon blijft in tas. Als een buur in het parc fermé besmet blijkt, zegt dat weinig over mij. Enzovoort.
Bij een grote kans op vals-positieve uitslagen is het jezelf snel kunnen laten testen cruciaal. Ik zou namelijk niet spontaan op basis van alleen een melding in quarantaine gaan. Daarvoor is de kans op vals alarm te groot. Omgekeerd zou ik mogelijk alleen maar ten onrechte paniek zaaien bij de eigenaren van die tassen.
Waar het dus op neerkomt, is dat de coronamelder op dit moment voor mij geen nut heeft. Ik ga het in de gaten houden. Als ik weer een diverser sociaal leven krijg en met het openbaar vervoer ga reizen, ga ik er wel eens over nadenken. En dat kan nog wel een hele tijd gaan duren…