Jaararchieven: 2016

Beter, dus terug- en vooruitblik

Net als in augustus heb ik mezelf maar weer eens beter verklaard. De sesamoïditis is gewoon echt over. Dinsdag heb ik overdag twee keer twee kilometer gewandeld van het station naar een afspraak in Leiden en terug, en ’s avonds nog vier kilometer hardgelopen. Daar hield ik wat spierpijn aan over, maar verder niets. Het gaat gewoon goed!

Wat ik nu als belangrijkste les leer van deze blessure is (1) shit happens – het was toch echt heel suffe pech, die tot de ontsteking leidende misstap en (2) sommige dingen gaan gewoon echt normaal over.

Over dat laatste punt: mijn schrikbeeld is dat dingen níet overgaan, eindeloos blijven doorzeuren bijvoorbeeld, of van kwaad tot erger gaan. Ik heb als kind mijn vader ooit ziek zien worden en dat ging inderdaad van kwaad tot erger, jarenlang – en toen ging hij dood. Nouja, in het echt zat er iets meer nuance in, maar in mijn kinderperspectief ging het zo, en daar heb ik natuurlijk een diepe escalatie-angst aan overgehouden. De scherpe kantjes zijn daar dankzij wat therapie echt wel vanaf, maar helemaal weg zal het nooit gaan.

Mijn vage blessure van vorig jaar leek ook zo’n doorzeurend gevalletje. Of lijkt, zelfs, want het is nog steeds niet helemaal over: om de paar dagen draait er iets vast in mijn rug of bekken dat gauw ook weer loskomt, maar waar ik in de tussentijd wel hinder van heb, onder andere in mijn schouder. En de fysiotherapeut heeft geen idee meer.

In het geval van de sesamoïditis was er aanzienlijke voedingsbodem voor die angst. De eerste, foute diagnose van een ingescheurde pees bijvoorbeeld – eenmaal gehavende pezen blijven vaak een zwakke plek, dat hoorde ik al heel gauw. Dat het om sesamoïditis ging, hoorde ik op een vrijdag om 3 uur, en ja, wat kun je dan anders dan je tot internet wenden? Nou, als je ergens bang van wordt… ik vond geen enkel voorbeeld van een normaal herstellende sesamoïditis, maar juist van jarenlang aanhoudende gevallen die zelfs na operaties nog niet over waren, of gevallen van drie maanden gips. Ik heb er een nacht slecht van geslapen. 

Dat googlen had ik niet moeten doen, natuurlijk, maarja, je moet wat. Ik kon pas anderhalve week daarna terecht bij de orthopeed. Achteraf was dat misschien niet eens nodig geweest, maar ik had grote behoefte aan deskundig advies. En geruststelling, maar die geloofde ik toen nog maar half.

Maar inderdaad: een paar weken ontstekingsremmers en acht weken rust en het was over. Het duurde me natuurlijk te lang, maar achteraf gezien denk ik: nouja, valt wel mee. Ik ga nu naar voren kijken: hoe ga ik het hardlopen opbouwen naar 28 augustus? Ik heb die vraag maar eens voorgelegd aan mijn trainingsbegeleider, en daarna ga ik puzzelen aan mijn trainingsschema. Dat had ik al, eind januari, maar dat moet nu anders en dat is best nog even ingewikkeld.

Ik ben in elk geval de blessureperiode goed doorgekomen: fietsen gaat voorspoedig, zwemmen gaat okee, en ik heb volgens mij een grote stap gezet met de core stability.

 

Door |2016-04-07T17:37:37+02:007 april 2016|Triathlon algemeen|0 Reacties

Weer thuis!

Nog even terugblikken op de week in Portugal. Allereerst: het weblog werd in die week mede mogelijk gemaakt door:

  • Manlief, vanwege diens tablet, die wat meer kan dan de mijne, zoals de Movescount-gegevens uploaden, en hij heeft ook een beter toetsenbord, wat schrijven makkelijker maakt. Simpelweg het feit dat hij (manlief) thuis was maakte bloggen ook makkelijker, want anders zou ik niet zo nadrukkelijk ‘we zijn niet thuis’ op internet verkondigen.
  • Jo, in het algemeen natuurlijk, want zonder haar was de hele week er niet geweest of in elk geval heel anders, maar voor het weblog in het bijzonder door haar telefoon: de meeste foto’s van afgelopen week waren daarmee gemaakt. Zo ook deze, van één van de resultaten van de week: vormstrepen:

Wit-bruine benen

Jo zei op de heenweg nog dat ze hoopte met streepjes terug te komen, nou, ook bij haar zijn ze luid en duidelijk hoor! Bij het uitpakken net kwamen er een hoop warme spullen ongebruikt uit de tas. Ik had me van tevoren niet voor kunnen stellen dat het echt de hele week warm en mooi zou zijn, dus ik had een lange broek, een warme fietstrui, rainlegs en zelfs dunne handschoenen bij me. Hahaha! Een groter ‘probleem’ dan kou en regen was de enorme hoeveelheid zon voor de nog aan niets gewende Nederlandse huidjes!

Op dat punt was het dus een prima week en ook verder heb ik het goed naar mijn zin gehad. Het was gezellig en relaxed. Ik heb net iets minder uren gefietst (18) dan vooraf als maximum gedacht (20), maar dat is prima. In die uren hebben we wel veel minder kilometers gemaakt (405) dan ik had ingeschat (500), want het fietste allemaal vrij traag, mede door het klimmen, tegenwind, zoeken en soms de slechte weg. Alleen op die grote N125 kon je echt tempo rijden, en in Spanje af en toe. Maar aantal kilometers is al helemaal niet belangrijk. Volgens mij heb ik uitstekend aan mijn basisconditie gewerkt. Lijf deed het hartstikke goed, op dat kleine verkoudheidje na, maar daar had ik amper last van.

Het fietsen was af en toe ook heel mooi, vooral in de Portugese heuvels en met onze pontjestocht als hoogtepunt. Desalniettemin zou ik Monte Gordo niet direct als fietstrainingsbestemming aanraden en we vinden ‘m ook niet voor herhaling vatbaar. Het aantal mogelijke fietsrichtingen is wel erg beperkt. Eigenlijk is alleen naar het noorden, de heuvels in, goed te doen. In het zuiden kun je niet, want daar ligt de zee. Naar het westen heb je die rottige, drukke en slechte N125 en naar het oosten moet je met de pont naar Spanje – wat leuk is, maar ook tijdrovend en niks voor de serieuze doorfietsers natuurlijk.

Bovendien zijn de kaarten dus veel te slecht, waardoor je moeilijk tochten kunt plannen. Daar is nog wel een mouw aan te passen met GPS en/of betere voorbereiding – wij hadden ook nog naar routes kunnen zoeken op internet natuurlijk, maar ik vind het altijd leuk om zelf wat te puzzelen met de kaart en dat viel dus tegen.

Pluspunten zijn wel dat er veel gefietst wordt. In Monte Gordo barst het van de fietsen met boodschappenmandjes maar we kwamen ook andere racefietsers tegen. Gister zijn we zelfs ingehaald door een dame! Er zijn dus ook fietsenwinkels, gelukkig maar, want die hadden we wel nodig. Ik vond mijn fiets helemaal prima, maar die van Jo, tsja, daar hadden we toch wel twijfels over. Rijd je eerder lek als de band te strak om het wiel zit? Drie lekke banden in één week, da’s toch wel erg veel.

Ander voordeel van het vele fietsen is dat de automobilisten zich voor buitenlandse begrippen netjes gedragen. We hebben een enkele vreemde manoeuvre gezien en wel eens moeten remmen voor een auto die voorrang nam, maar het was nooit gevaarlijk, en ze gaan ook vaak met richting aan geven wijd om je heen.

Er zijn zelfs ook fietspaden, maar die liggen allemaal wel heel erg ongelukkig. Dat van Monte Gordo naar de veerboot is zo smal dat je er niet op kunt inhalen, dus voor zo’n boodschappenfiets voor je moet je eraf de weg op (boink). Langs het laatste stuk N125 ligt een fietspad dat om elke boom slingert en ook van elk huis de op- en afrit meeneemt, kedoeink-kedoeink, dat was echt geen porem, maar het lijkt okee om als racefietser dan toch op de weg te fietsen. Het verbaasde ons alleen wel dat ze enerzijds dus wel het benul hebben om een fietspad aan te leggen, maar dan niet voldoende sjoege om dat een beetje fatsoenlijk te doen.

Ook prettig was het assortiment aan lekkere koolhydraten bij de, ook al lekkere, koffie: elke dag probeerden we ander gebak uit, en dat leken allemaal plaatselijke specialiteiten. Water is er ook overal, de dorpen hebben pompen. ’s Avonds aten we vooral vis, met aardappelen of rijst. Afgezien van een gemengde salade is er weinig groente bij het eten, maar we hadden wel weer veel fruit bij het ontbijt in het hotel.

Een klein dingetje wat me nog opviel in vergelijking met 14 jaar geleden, toen ik westelijker in de Algarve heb gefietst, toen in mijn eentje: we hadden nu geen vervelende aandacht van mannen. Dat had ik toen wel, het is zelfs de enige keer geweest dat ik op de fiets handtastelijkheid heb ervaren. Een passerende kerel op een brommer legde toen even zijn hand op mijn kont. Zou het nu schelen dat we met zijn tweeën waren, of zijn het de 14 extra jaren?

De terugreis ging supervlot, de Ronde van Vlaanderen was mooi en manlief is op dit moment iets aan het koken met veel groente. Het is ook weer fijn om thuis te zijn!

 

Door |2016-04-03T17:34:16+02:003 april 2016|Fiets|0 Reacties

Lekke band #3

Jawel hoor, vandaag stond er opnieuw een band van Jo lek:

Jo band aan het wisselen

We hebben nou toch wel een beetje twijfels aan haar materiaal. Haar trapas kraakt ook.

Heel ambitieuze fietsplannen hadden we niet voor vandaag, alleen maar koffie drinken in Tavira, 35 km verderop, over die drukke weg. Dachten we, het bleek nog geen 25 te zijn (die kaarten…). Wel een aardig stadje, en prima koffie!

Tegelhuisjes in Tavira

En als ik, met een beetje moeie benen en een hartslag onder D1 op een golvende weg met twee vingers in mijn neus en inclusief een sukkelrondje door het stadje op een heen-en-weertje 24 gemiddeld rijd, dan ben ik dik tevreden, en dan is er ook wel wat gebeurd met mijn vorm deze week. Mooi zo!

Zo is het terugblikken al een beetje begonnen, later meer. Onze fietsen worden zo opgehaald en  morgenochtend vroeg vertrekken we; we zijn vroeg genoeg in Nederland om de finale van de Ronde van Vlaanderen te zien!

 

 

 

Door |2016-04-02T16:55:32+02:002 april 2016|Fiets|0 Reacties

Spaans-Portugese pontjesroute

Gisteren hebben we de tip van de lekkebandmannen opgevolgd en achteraf zijn we blij met de pech van toen want het bleek een prachtige tocht.

De eerste 20 kilometer naar het noorden waren al bekend van maandag, en opnieuw mooi in de heuvels, die overigens getuigen van betere tijden: veel verwilderde olijfboomgaarden die nu jachtgebied zijn. Wel hadden we een harde, koude wind tegen. Ik had het op de klimmetjes zwaar, want die koude wind veroorzaakte in combinatie met dat verkoudheidje dat ik al een paar dagen heb inspanningsastma zodra mijn hartslag een beetje opliep. Toen het warmer werd, werd het beter en mijn benen deden het de hele dag prima.

Daarna volgden we de Guadiana rivier, mooimooimooi, tot aan Alcoutim, een oud stadje aan de rivier (Movescount deel 1 – ik heb ‘m steeds gestopt bij de pontjes om de batterij te sparen). Ertegenover ligt het Spaanse Sanlúcar, met een grote vesting op een heuveltop: de twee landen zijn niet altijd vriendjes geweest, dat is sowieso goed zichtbaar. Maar nu pendelt er een vredig voetveer over de rivier waar net fietsen in passen:

Fietsen op bootje

Aan de Spaanse kant volgden eerst nog een paar pittige klimmetjes en daarna was het dalen met de wind in de rug. We hebben er nog wat extra slingertjes aan vast geknoopt onderweg naar de al bekende veerboot van Ayamonte (Movescount deel 2). Terug in Portugal hebben we zelfs nog een rondje gemaakt, waardoor we op dik 130 kilometer en bijna 6 uur fietsen uitkwamen (deel 3). Die uren aantikken, dat was mijn doel voor deze week, dus qua trainen was het zo ‘af’, maar het was bovendien landschappelijk een prachtige dag.

Ik fiets de heuvel op

En ja, de zon scheen ook weer de hele dag!

Door |2016-04-02T16:29:02+02:002 april 2016|Fiets|0 Reacties

Kort verslag rustdag

En wat doet een mens op een rustdag? Nou, blog bijwerken dus eerst, vanochtend, en lekker lui lezen. Daarna een hapje eten, en ’s middag zijn we ieder ons weegs gegaan: Jo wandelen en ik heb een rondje door Monte Gordo gedaan voor een enkel boodschapje en rondkijkend.

Daarna heb ik een klein herstelloopje gedaan. Herstel in twee betekenissen: van de sesamoiditis (20 minuten, het schiet al lekker op met opbouwen) en van het fietsen van de afgelopen dagen. Door dat laatste was ik supersloom, typisch die stand waar het lijf in gaat op een rustdag. Ik dacht zelfs: als ik mijn linkervoet alleen uit lopen had kunnen sturen, had ik het gedaan. Het was ineens ook weer warm, terwijl het vandaag iets kouder was want winderiger.

Daarna planken, buikspieren, rekken en het beneden in het hotel het stoombad in. Nou, dat is het dan wel weer zo’n beetje, zo’n rustdag: zometeen is het etenstijd!

Door |2016-03-31T18:41:05+02:0031 maart 2016|Fiets, Loop|0 Reacties

Elk nadeel hep z’n voordeel

Gister wilden we niet te lang en niet te ver fietsen. We begonnen met het verkennen van de Ecovia Litoral, de fietsroute langs de Algarve-kust, vooral met het oog op plannen om een keer lang naar het westen te rijden en dan met de trein terug. Maar die fietsroute is voor een racefiets niet zo fijn, want meteen Monte Gordo uit was al maar halfverhard. Daarmee kwamen die plannen meteen op losse schroeven te staan, want de enige andere oost-west-verbinding is de N125 en dat is een drukke weg. Het voelt niet gevaarlijk, er wordt ook veel gefietst en de automobilisten gedragen zich keurig, maar fietsen in de uitlaatgassen van langsronkend verkeer is toch niet echt fijn en het wegdek is ook slecht. Nou goed, nog even over nadenken dus (wordt vervolgd).

We hadden op de kaart een doodlopend weggetje gezien naar een dorpje in de heuvels, Estorninhos, dat leek ons wel een aardige bestemming, zo’n einde van de wereld. Na 50 minuten fietsen reed Jo echter lek, dit keer haar achterband. Je zou denken: slechte banden op haar Jorbi Evolution. Maar dit was pure pech want ze haalde er een doornachtig stuk metaal uit.

En je gelooft het niet, maar deze band zat dus nog veel strakker dan de voorband. Echt niet normaal – ik heb wel vaker moeite met zo’n strak racebandje eraf krijgen, maar het lukt altijd maar dit dus écht niet. En Jo heeft van het klimmen veel sterkere handen dan ik. Met de Portugese huurbandenlichters ging het al helemaal niet, maar gelukkig had Jo haar eigen bij zich – die had ze de dag ervoor ook al nodig gehad.

Als de nood hoog is, is de redding echter nabij, en die zag er dit keer uit als twee Nederlandse kerels op mountainbikes die niet zozeer die brute mannelijke kracht hadden alswel een zakmes dat wél onder de band te krijgen was. Toen bleek echter ook nog het ventiel van Jo’s eigen Nederlandse binnenband stuk en (en dat is wel een blunder) een van onze twee huurpompjes doet het ook niet, dat is voor een ander type ventiel. Al met al waren we dus een uur bezig! 

Maar, om die net overleden grootheid te citeren, elk nadeel hep z’n voordeel, want die kerels hadden nog wel een goede tip voor onze lange tocht: 50 km naar het noorden is nog een bootje over de grensrivier en dan terug door Spanje is een mooi rondje.

Ons eerste fietsdoel was een fietsenwinkel, want we waren in één klap door onze reservebanden heen. Die winkel vonden we in Altura. En een zonovergoten terrasje met koffie van 70 cent ook. Overigens alleen maar Nederlanders op dat terrasje – het barst ervan, hier in de buurt. De toeristen op dit moment zijn oudere Nederlanders, deels overwinteraars, of atleten – er wordt hier heel wat afgerend, en hard ook, vooral door strakke, jonge Scandinaviërs.

Al met al waren we toen dus al heel lang bezig voor 16 slome kilometers. Ook de tweede poging schoot niet erg op, dit keer vanwege die hopeloze Portugese kaarten. Wegen zijn er in het echt maar die staan niet op de kaart en omgekeerd, ze staan als onverhard op de kaart maar blijken asfalt en omgekeerd, enzovoort. We liepen een paar keer dood, hebben zelfs even moeten lopen – en uiteindelijk bleek wat we bedacht hadden niet te kunnen.

En toen waren we eenmaal een keer op gang en stonden we alwéér stil, dit keer om een geinige reden: een overstekende kudde geiten die ook nog eens een heuse file veroorzaakte:

Geiten op de weg

Maar goed, ik (de kaartlezer – vind dat altijd erg leuk om te doen) moest me dus wel gewonnen geven (***frustratie***). Ook Jo zat niet heel relaxed want de nieuwe band hobbelde een beetje en na al dat lekkebandengeweld was ze haar vertrouwen wel kwijt natuurlijk. We zijn uiteindelijk over die drukke N125 teruggereden. In totaal hebben we toch nog dik 2 uur gefietst, maar daarin géén afstand afgelegd. Nou goed, zo gaat het dus wel eens.

Wat leren we  hiervan? De volgende keer fietsen in Portugal niet zonder (1) een goede eigen reparatieset (2) betrouwbare GPS-routes (ook die twee reddende engelen hadden alleen maar slechte kaart-ervaringen) en eventueel (3) toch maar liever met een mountainbike.

En ook dit nadeel had z’n voordeel: ik had nog puf genoeg om weer een stukje opbouw-hardlopen te doen. Qua sesamoïditis gaat dat prima, ik zak alleen met m’n andere voet langs de nieuwe inlegzool en dat schuurt. Daarna zelfs ook nog netjes geplankt en buikspieroefeningen gedaan en als beloning de hotel-sauna in. Lijf vond dat best zo, ik ben sowieso zeer tevreden over hoe mijn benen het doen. Schouders lijken al een stuk gewend aan de andere fiets dus ook dat gaat goed. Ik ben heel licht snotterig, maar verder voel ik me fit. Slapen kan nog steeds beter maar is zeker ruim voldoende. En ik heb het verbranden weten te beperken tot mijn onderlip. 

En het fietsen was tussen de bedrijven door ook weer heel mooi. Ja, zon-zon-zon weer. De heuvels in het achterland hier zijn schitterend, af en toe keken we ineens ver terug naar de kust, en we kwamen ook nog door een beeldig dorpje, Santa Rita, met dit kerkje:

Kerkje

 

Door |2016-03-31T11:01:40+02:0031 maart 2016|Fiets|0 Reacties

Dagje Spanje

Het is inmiddels donderdag=rustdag dus tijd om te bloggen en ik blik nog even terug. Dinsdag hebben we een dagje Spanje gedaan. De veerboot over de grensrivier Guadiana is 5 km hiervandaan. Desalniettemin haalden we niet de beoogde pont van half 10, want Jo’s fiets stond met een platte voorband en de buitenband bleek ongehoord strak om het wiel te zitten, echt niet normaal, dus dat kostte even tijd. Geen probleem, om half 11 het volgende pontje:

Onze fietsen op het pontje

Op de kaart ziet de kust van West-Andalusië eruit als natuurgebied van zoute wetlands, maar daar hebben ze dan wel vrij recentelijk heel veel toeristisch beton voor gezet, dus daar zagen we maar af en toe een glimp van. Meer landinwaarts vond ik het landschap typisch agrarisch Andalusië, met veel sinaasappelboomgaarden:

Sinaasappelboomgaard

Landschappelijk was het dus wat minder fraai dan de dag ervoor, maar verder was het wel aangenaam: de kaart klopte precies, de wegen waren goed (op de bandas sonoras na, de talloze verkeersdrempels, dat Spaanse woord kende ik nog en dat is veelzeggend) en vlak zodat we lekker konden rouleren (dat was de bedoeling van deze trainingsweek: lang maar extensief fietsen), ze hadden van die heerlijke Spaanse cafe con leche met lekkers voor heel erg weinig geld, en het was de hele dag stralend weer. Zo stralend zelfs dat ik met mouwstukken heb gereden om verbranden te voorkomen! 

Dik 100 Spaanse kilometers later waren we terug bij de pont, en ach wat vervelend nou, toen moesten we een uur wachten en tsja, dan móet je wel aan het bier, hè, met deze selfie als gevolg:

bier-selfie

De overtocht terug was ook nog bijzonder fraai vanwege het mooie avondlicht. Het was een lange dag, die we terug in Monte Gordo hebben afgerond met een lekkere pizza! Komisch trouwens hoe gauw zo’n stadje ’thuis’ wordt – waar we nu dus ‘uit het buitenland’ naar terugkeerden.  

 

Door |2016-03-31T10:27:50+02:0031 maart 2016|Fiets|0 Reacties

Groeten uit Monte Gordo

Als ik de berichten uit Nederland hoor, kan ik jullie vast jaloers maken met de omstandigheden hier: zon, tegen de 20 graden, briesje, fietsen in korte broek en mouwen, het eerste bruin op de benen en om ons heen duidelijk zichtbare lente, met uitlopende wijnranken en bloeiende rozen, mimosa en ander klein grut – heerlijk! Ik ben sinds gisteren in Monte Gordo, aan de Portugese Algarve-kust vlakbij de Spaanse grens. Vandaag de eerste 70 km gefietst met 900 hoogtemeters!

montegordo

Om hier te komen was gister nog wel even pittig. Ons vliegtuig vertrok om 7 uur zomertijd. Dat betekende, ondanks dat het vanaf Rotterdam was, om 3 uur wintertijd uit bed! We waren om half 10 plaatselijke tijd (weer een uur tijdsverschil) op het vliegveld van Faro en tegen 12 uur hier bij ons hotel in Monte Gordo. Maar dat was meteen niet verkeerd, want we hebben op een terrasje aan het strand, met blote voeten in het zand en uitzicht op zee, zitten lunchen. Wel de rest van de dag wat moeite met traag werkende hersenen, en voor 9 uur lagen we al in bed. Tussendoor was ik wel nog 10 minuten wezen hardlopen, ik blijf opbouwen, al was dit keer na die korte nacht niet zo heel dynamisch.

Vanochtend was best spannend, want toen zouden onze huurfietsen komen. Nou, die bleken geweldig. Ik rijd op een Specialized Roubaix,zo’n fiets met vering voor op de kasseien. Hij zit perfect, behalve dan dat ik iets ver naar voren moet reiken voor het stuur, maar dat is altijd op niet-mijn-eigen-fiets. Ik heb nu na het eerste ritje dan ook geen last van mijn benen, maar wel een beetje van mijn schouders/bovenrug.

Nou, en toen onderweg dus. Altijd even wennen aan het verkeer en hoe alles hier gaat, ojee, een stukje kasseien, een stukje een wel heel smal fietspad! Maar verder goed te doen. Dan de eerste klim. Even later bleken we ook nog behoorlijk te moeten puzzelen op de route omdat wat op de borden stond soms niet zo logisch was met onze kaart. Achteraf, met de GPS-gegevens erbij, blijkt onze kaart helemaal niet goed te zijn, oeps. Waar we er helemaal niets meer van snapten, bleken we te zitten op iets wat op de kaart een onverhard mini-weggetje was, terwijl het in het echt een grote weg was. We hebben dus niet precies gereden wat we van plan waren geweest, maar wel ongeveer – zie Movescount.

Met wat meer klimmen dan verwacht en vaak stoppen om op de kaart te kijken hebben we vandaag maar 70 km gefietst, maar die waren wel prima om mee te beginnen en dus erg lekker. Het klimmen heb ik voorzichtig gedaan: vorig jaar heb ik mezelf vroeg in het fietsseizoen uit elkaar getrokken (tenminste, dat denk ik, als oorzaak voor die vage blessure van toen), dus nu niet te veel op de macht. Morgen doen we een vlakkere rit: met de pont naar Spanje.

En dat jullie niet denken dat het alleen maar afzien is hier… dit stilleven zette ik gister op de foto:

bier met olijven

 

Door |2016-03-28T20:48:46+02:0028 maart 2016|Fiets|0 Reacties

Even snel

Even tussendoor maar weer: ik heb gister voor het eerst hardgelopen! Wel 1 hele minuut en 37 seconden, dat stelt geen ene drol voor, maar ik moest ergens beginnen. En geen pijn of napijn – jippie!

Verder ben ik een beetje druk maar dat heeft nu een goede reden: ik ben met werk aan het aftellen, afvinken en wegstrepen richting… vakantie! trainingsstage! Zondag vertrek ik naar Portugal om lekker veel te fietsen. Of ik voor die tijd nog aan dit weblog toekom, weet ik niet, maar anders daar wel, denk ik zo. Er moet nog van alles af, van werk tot een ingepakte tas plus aanwezigheid als vrijwilliger bij Zwemloop Het Lint van de Vrouwentriathlon. Drukdrukdruk, maar alles onder controle!

En oja: manlief blijft thuis; ik ga met fietsmaatje Jo.

Door |2016-03-22T15:58:55+01:0022 maart 2016|Fiets, Loop|0 Reacties

Louises kwakkelweblog?

Met mijn voet gaat het echt heel goed. Ik heb inmiddels al een hele tijd geen pijn of napijn meer gehad, ook niet van afstanden lopen die ik wekenlang niet had gedaan, zoals in Utrecht naar mijn werkplek daar. Ik krijg er hooguit schuurplekken van, want mijn schoenen zitten allemaal anders door de nieuwe inlegzolen. Maar de sesambotjes houden zich prima.

Het gaat zelfs zo goed dat ik vandaag mijn eerste hardlooppoging had willen wagen. Maar daar dacht de voorzienigheid toch weer anders over, want ik ben verkouden. Het leek niet eens zo heel erg, behalve dan dat ik me gister een ongeluk nieste. Aan het eind van de middag gingen echter ineens de lettertjes van het nakijkwerk waar ik mee bezig was voor mijn ogen dansen. Even later snakte ik naar mijn bed. Tussendoor maar even  getemperatuurd: 38,5. Jee, koorts, da’s lang geleden!

Enfin, dik 10 uur slapen later is de koorts ook meteen weer vertrokken. Ik ben nog wel moe en snotterig, maar ik hoop dat ik op de weg omhoog ben. Van trainen komt deze week zo niks. Daarom denk ik wel eens: ik had dit beter Louises kwakkelweblog kunnen noemen. Sinds ik ermee begonnen ben, heb ik al heel veel fysieke malheur gehad – voor mijn gevoel meer dan normaal voor mijn doen. Had ik niet minstens een aparte categorie moeten aanmaken: ‘blessures en andere ongein’?

Of toch maar niet? Eén onderliggende kwakkeloorzaak, de overgangshormonen, is structureel; de rest is toch echt volgens mij vooral een boel veel pech. Of zelfs niet eens dat, maar gewoon: fiks verkouden ben ik elke winter wel een paar keer. Het komt alleen nu niet zo goed. (Alhoewel – komt het dat ooit wél?)

Ik hoop dat er aan de pech nu toch echt een einde gaat komen. Als ik vanaf nu, nouja, vanaf over een paar dagen dan, als ik uitgesnotterd ben, lekker kan trainen, dan gaat het nog wel goedkomen met die Ironman. Maar met nog meer pech niet, en dat vind ik wel spannend. Want in dat geval moet ik dit weblog alsnog hernoemen!

Door |2016-03-17T15:33:35+01:0017 maart 2016|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties
Ga naar de bovenkant