Zwem

Komen en gaan van spulletjes

Ik ben voor een triatleet niet bepaald de grootste materiaalfreak. Ik hoef niet het nieuwste van het nieuwste, sterker nog, ik hecht me aan sommige spullen en neem daar niet graag afscheid van. Iets nieuws kopen voelt dan soms als ’tegen wil en dank’, zoals vorige maand het nieuwe sporthorloge – waar ik nu wel heel blij mee ben.

Er volgden nog meer van zulke aankopen – soms heb je van die vlagen, dan gaat er ineens van alles stuk. Mijn ouwe-trouwe zadeltas, a.k.a. hutkofffer. Na, wat is het, dik 15 jaar wilde de rits niet meer. Dat was echt een afscheid:

Reuze handig, zo’n grote zadeltas op de racefiets – dat dat niet zou horen, daar trek ik me niets van aan. Er kan van alles in, ook dingen als een extra bril, jackje, krentenbollen, tegenwoordig mondkapje, handontsmetter, papieren zakdoekjes, enzovoort. Het was even zoeken, Agu heeft ze niet meer, ik heb een even grote vervanger gevonden met hetzelfde kliksysteem.

Ook moest ik afscheid nemen van mijn beste fietsregenjackje ooit, dat waarmee ik Down Under ben rondgefietst, waar het nogal wil regenen af en toe. Het is het paarse, links op de foto – zo’n mooie kleur. Als je goed kijkt, zie je dat de witte binnenlaag ging loslaten. Vaude had nog wel hetzelfde type, alleen niet meer in het paars –  de nieuwe kleur vind ik ook prachtig:

Minder emotioneel maar wel praktisch lastig was het vervangen van ketting en cassette van mijn racefiets, want er is lastig aan fietsonderdelen te komen. Het is inmiddels wel gelukt, een verjongingskuur voor m’n 19-jarige. Zeker samen met die nieuwe zadeltas én ook nog eens een nieuw meeneem-pompje, want ook daarvan was het vorige stukgegaan: stukje van de houder afgebroken, en die is niet los verkrijgbaar.

Gewoon op was m’n voorraad sportvoeding, ook al gaat dat langzamer dan normaal vanwege het ontbreken van wedstrijden. Dus een doos met repen en gelletjes besteld, ik kan weer even voort.

Vanmiddag trok ik een zwembrilletje stuk, dat gebeurt eens in de zoveel tijd en vijf maanden  niksdoen was er misschien ook niet goed voor:

Ik heb er daar sowieso altijd twee van in gebruik, en ik bleek er ook nog een op voorraad te hebben.

Aan het – door de glazen op sterkte relatief dure – brilletje hoefde ik voor de verandering geen geld uit te geven, want dat liep wel op de laatste tijd natuurlijk. Dat kan wel, maar niet zo makkelijk als normaal. Ik heb over vorig jaar inmiddels een boel vooruitbetaalde belasting teruggekregen, maar ook dit jaar in mijn omzet onder invloed van corona nog niet terug op het normale niveau.

Dit waren allemaal noodzakelijke (nouja…) herstel- en vervangingsdingen – na deze blogpost gaat wat stuk is naar de prullenbak, met dank. En nou mag de rest wel heel blijven voorlopig!

Er zijn ook een paar uitbreidingen. Al een tijd geleden kocht ik in de uitverkoop na het zwemseizoen een neopreen cap en die heb ik ik vandaag voor het eerst gedragen. Bij het eerste openwaterzwemmen van het seizoen! Eindelijk! Het water is van steenkoud in best-wel-aangenaam overgeslagen, dus het had zonder zo’n cap gekund, maar ik wilde hem graag uitproberen. Ging prima.

Ik heb ook nog een houder gekocht om mijn telefoon op het stuur van m’n fiets te zetten, voor navigatiedoeleinden (ik ben ook eens aan Komoot begonnen), maar die heb ik nog niet uitgeprobeerd. Komt later wel. Ook die was lang onderweg.

De grootste uitbreiding is niet direct triathlongerelateerd, maar wel heel erg leuk: we hebben vorige week een opvouwbare kajak gekocht, een Oru Beach, als over-en-weer verjaarskado. Ik had vorig jaar erg veel lol gehad in het kajakken in onze Hobie, maar die is tweepersoons. Ons nieuwe bootje til je met z’n 12 kilo makkelijk in het water en zo kunnen we allebei, maar dan wel los van elkaar, in ons eentje ook gaan varen – ook elders, want opgevouwen past-ie makkelijk in een auto. We hebben vorige week geoefend met in- en uitvouwen en zaterdag was de tewaterlating:

Kijk, dat zijn de leuke dingen!

En die zon en die warmte, hè, aaaah, eindelijk!

 

 

Door |2021-05-31T20:58:05+02:0031 mei 2021|Fiets, Zwem|2 Reacties

Niet dus

Ik had het de laatste weken uitgedokterd, ook al wist ik dat het allemaal onzeker is: ik zou een triathlonseizoen van tien dagen hebben, eind augustus, begin september, met drie wedstrijden. In het midden de halve triathlon van Noordoostpolder, als hoofddoel, een week ervoor de sprint in Leiderdorp als opwarmertje (‘hoe ging dat ook alweer, triathlonnen?’) en kort erna nog de kwart van het Zwin, voor de gein – dat was er te kort op, maar die was doorgeschoven van vorig jaar en die doe ik toch vooral voor het parcours.

Ik was vorige week begonnen met het maken van een trainingsschema en afgelopen zaterdag zat ik helemaal klaar om me in te schrijven voor de enige waarvoor dat nog moest, meteen dat hoofddoel. Die inschrijving zou namelijk op 1 mei openen.

Niet dus.

Afgelast.

En ja, het zou onzeker zijn, natuurlijk, dat weet ik. En ik heb vorig jaar een dikke laag afgelastingseelt op mijn ziel gekweekt. Maar toch kwam dit hard aan. Omdat mijn hoofddoel daarmee door mijn handen viel, maar vooral omdat ik dacht: tsjongejonge, als het eind augustus nog niet kan, wanneer dan wel, dan in elk geval dit hele seizoen nog niet.

Wat kan er dan wél, tegen die tijd? Mag ik hopen op een buitenlandse wandelvakantie? Voorlopig maar weer forse slagen om de arm.

En als het echt zo is dat tegen die tijd zo’n beetje iedereen die dat wil, gevaccineerd is en het kan dan nog steeds niet, dan stemt dat mij ook somber over de langere termijn. Dat is nog allemaal afwachten natuurlijk.

Later op de dag luisterde ik naar Rijnmond en daar passeerden gesprekken over het Songfestival en reclame met hoe je tickets kon winnen voor het EK voetbal. Dat ervoer ik als vervreemdend: Songfestival en EK voetbal wel, maar triathlonnen niet? Vanwege het grote geld? Kunnen er alleen mega-commerciële dingen doorgaan dan?

Ik vraag me af of we met z’n allen wel voldoende hebben nagedacht over wat we weer willen, over wat prioriteit heeft in een zich openende samenleving. Een beetje langs de lijnen ook van wel naar een terrasje maar nog nauwelijks samen mogen sporten, wat mijn keuze ook niet is. Ik vind dat zorgelijk.

Ondertussen ben ik nieuwe plannen aan het maken. Maar het valt me eventje zwaar nu – ook door het aanhoudende slechte weer. Nouja, als mijn langste wedstrijd straks om één kilometer zwemmen gaat, heb ik op dat punt geen haast om het open water weer in te duiken. Dat is nog stervenskoud.

Maar o, wat zou ik graag wél zwemmen, bij een graadje of twintig en een zonnetje erop….

 

Door |2021-05-04T13:38:12+02:004 mei 2021|Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Twee boek-vluggertjes

Ik ben pas geleden door twee boeken gesjeesd: lees-vluggertjes. Ik vond ze allebei aardig: leuk genoeg om hier wat mee te doen. Maar ben van allebei niet helemaal de doelgroep, vandaar dat ik ze niet heel grondig heb gelezen.

Het eerste boek is Zwem je mentaal sterk van Marjon Huibers. Wat ik daar leuk aan vind, is dat het een boek is voor mentale training, helemaal toegespitst op één sport. Daarvan zijn er bij mijn weten niet veel: de meeste sportpsychologische boeken gaan over sporten in het algemeen. Door de focus op zwemmen te leggen, zijn de oefeningen veel concreter en specifieker en gaat het boek ook in op de mentale uitdagingen van die sport, zoals het ademhalen en openwaterzwemmen.

‘Niet helemaal de doelgroep’ zit hem erin dat ik niet alleen zwemmer ben, maar triatleet (die al zo lang niet meer heeft kunnen zwemmen dat ik wat weemoedig werd van het boek) en dat ik al een boel weet over mentale training. Er staat dus weinig nieuws voor me in. Dan is € 29,95 wel veel geld. Eigenlijk vind ik het boek sowieso duur. Het is mooi verzorgd (harde kaft, lintjes, steunkleur, tekeningen) en je krijgt er een kek notitieboekje bij – maar dan nog vind ik het veel geld voor de inhoud. Het maakt het boek wel een geschikt cadeautje, voor elke zwemmer die serieus aan de slag wil met mentale vaardigheden.

Het tweede boek is Ook leuke meisjes worden 50, van Maaike de Vries en Manon Kerkhof. Het is een boek over de overgang, en aangezien die er voor mij op zit, ben ik er als het ware te oud voor. Mijn interesseert echter nog steeds de relatie tussen sport en de overgang, en op dat gebied vond ik zowaar iets echt nieuws in dit boek waar ik blij mee was: uit onderzoek blijkt niet dat sporten helpt tegen overgangsverschijnselen: je kunt opvliegers niet wegsporten.

Daar ben ik blij mee, omdat mij dat altijd als te simplistisch maakbaar voorkwam, en omdat de gedachte dat sporten (en vegetarisch eten) wél zou helpen, mij nogal heeft achtervolgd. Die kom je best wel veel tegen namelijk en dus had ik verwacht dat ik probleemloos door de overgang zou rollen. Dat viel tegen! Er zijn vrouwen die wél baat hebben bij sporten en natuurlijk helpt het om fit te zijn, maar dat is het dan ook.

Wat me verder opviel aan het boek was de grote plek die is ingeruimd voor bekkenbodemproblematiek. Dat vond ik weer een voorbeeld van: eerst hoor je er nooit over, dan ineens overal. Het boek bevestigt wat ik net leerde en gaat ook nog wel verder, onder andere over mogelijke operaties. Dat gaat mij wat te ver, maar goed, het is het specialisme van een van de auteurs.

Ik vind het boek verder wel goed, maar ook een beetje onduidelijk in enerzijds evidence-based nogal veel maakbaarheidsmythes ontkrachten, zoals die over de gunstige invloed van sport en vegetarisch eten, en anderzijds er toch een hele hoop leefstijladviezen tegenaan gooien: vrouwen moeten weer een heleboel. Het zit wat dat betreft in dezelfde hoek als Hart & Hormonen, al vond ik dit boek wel veel beter: breder, leesbaarder, minder drammerig, en net iets minder alleen maar kwalen. Nog steeds wel veel kwalen – beide boeken komen vanuit de medische praktijk, en daar komen nou eenmaal meer vrouwen met problemen.

Vrouwen moeten wel ook weer aan het sporten, want ja, dat is toch wel goed. Dat ís het ook, natuurlijk, maar ik voel me als voor-de-lol-en-de-prestatie-sportende 50+-vrouw weer niet gezien. Het beweeg-hoofdstuk spreekt de lezeressen alleen maar aan als vrouwen die geen zin erin hebben. Dat gaat altijd zo, en het kan voor de meerderheid wel gelden, zeker de meerderheid in de medische praktijk – dat weet ik allemaal wel, maar ik krijg wel een sik van die eenzijdigheid.

Ik had dit boek op basis van de titel wel wat vrolijker en speelser verwacht. Maarja, misschien kan ik het inmiddels allemaal wat beter relativeren dan vijf jaar geleden….

 

Door |2021-04-08T15:17:53+02:008 april 2021|Boeken, Vrouwensport, Zwem|0 Reacties

100 dagen yoga

Toen ik een paar dagen bezig was met m’n project ‘elke dag yoga zo lang de zwembaden dicht zijn’, drong het tot me door: ik zou wel eens de 100 dagen kunnen gaan halen. Het was toen half december en ik schatte in dat we door het kwakkelige beleid en de virusmutaties mogelijk heel erg lang in iets half-lockdown-achtigs zouden terechtkomen. Dat had ik goed: vandaag is het dag 100 van mijn ‘lockdown-yogastreak’ (LYS op mijn Strava, al is het woord lockdown al een tijdje niet echt meer van toepassing).

Wat een ontdekkingstocht is het geworden! En wat heeft me dat door de taaie winter heen geholpen!

Ik ben nu bezig aan de derde maandkalender van Adriene, hartstikke handig: op het overzicht staat hoe lang je bezig gaat zijn en de PDF bevat aanklikbare linkjes naar het YouTube-filmpje met instructie. Tussendoor heb ik haar ‘foundations’ doorgewerkt en wat andere instructieve dingen gedaan. Ik herhaal ook nog wel eens wat, als ik meer wil doen dan op de kalender staat, bijvoorbeeld voor mijn buikspieren, bovenrug of heupopeners.

De dagelijkse portie varieert van 5 tot 55 minuten, ik ben gemiddeld op net wat meer dan een half uur per dag uitgekomen – ruim 50 uur yoga dus, tot nu toe. Soms behoorlijk pittig qua kracht, soms juist meer gericht op ademhaling, rekken en ontspanning. Vaak allround, soms gericht op een bepaald lichaamsdeel of functie (buik, armen, rug, spijsvertering, ademhaling). Door die afwisseling was het goed te doen; elke dag een stevige allround-sessie zou wel erg zwaar geworden zijn. Maar die kalenders zitten goed in elkaar. De relatie met het thema is dun, wel vind ik maart (‘move’) net wat zwaarder en fysieker dan de eerdere twee maanden.

Ik ben aan de streak begonnen omdat ik dacht dat dat een manier was om de kracht van mijn romp en armen te onderhouden en in totaal voldoende te bewegen, in de zwemloze en winterperiode. Dat effect heeft het zeker gehad – en veel meer.

In de eerste plaats heb ik er veel meer plezier mee gehad (en nog steeds) dan ik had verwacht. Dat zat hem bijvoorbeeld in oude bekenden weerzien – hoe lang had ik wel niet in de kaars (‘shoulder stand’) gestaan? Dat loopt in de decennia. Maar ik kan het nog, sterker nog: ik had het gevoel dat mijn lichaam het zich herinnerde.

Lol had ik ook doordat ik merkte dat ik leerde – als íets mij drijft, is het dat wel. Het doorwerken van de foundations was heel leerzaam. De kameel bijvoorbeeld, die kon ik niet, maar nu wel, dankzij de goede aanwijzingen van Adriene (aangevuld door Marcel, die yoga-docent is, mijn masseur én degene die mij het eerst op Adriene attendeerde). Nu nog even door-oefenen op m’n voeten plat krijgen.

Maar eigenlijk leer ik bijna elk dag. Soms zomaar ineens een nieuwe houding, waaronder deze waarvan ik geen naam weet en die van alles tegelijk rekt:

Ik werd ook sterker, in mijn polsen en schouders vooral – al was het alleen maar dankzij de bijna dagelijkse downward facing dog en plank, die ik allebei ook technisch beter leerde uitvoeren.

Mijn schouders hebben zelfs een ware transformatie doorgemaakt. In het landen van plank naar grond ging op een van de eerste dagen iets mis in mijn rechterschouder – auw. In de weken erna heb ik last gehad van een aanhechting van de delta-spier en moest ik daardoor heel voorzichtig bewegen, wat goed was om die nieuwe techniek in te slijpen. Ik moest bijvoorbeeld mijn armen wel naar buiten roteren als ik erop steunde, zoals in die dog en plank.

Tegelijkertijd ging ik merken dat ik als ik rechtop zat of stond, mijn schouders breder en lager waren dan ooit eerder, met mijn schouderbladen beter naar beneden en naar elkaar toe – wat altijd lastig voor me is geweest, met m’n ‘schoolbankruggetje’. Het filmpje upper back love was het eerste dat ik van Adriene leerde kennen en het is voor mij goud waard. Daar was ik blij mee en ik vond het veelbelovend, maar ondertussen had ik dus wel ook pijn.

Toen ik het Foundations-filmpje van de dolfijn deed, knakten m’n schouders in de puppy-houding al ‘open’ op een manier die voor mijn gevoel ook nieuw voor me was. Daardoor lukte de dolfijn (de 2e foto hieronder) vervolgens wel.

Sindsdien gaat dat naar buiten roteren makkelijker, mijn bovenrug is rechter, ik voel ook meer ruimte over mijn borstkas (‘heart space’) en af en toe een aangename warmte ter hoogte van de onderkant van mijn nek, alsof daar meer leven in de brouwerij zit.

Mijn schouders hebben er dus nieuwe bewegingsmogelijkheden bij gekregen en een nieuwe balans gevonden. Dat klopt echter nog niet helemaal – ik moet ze nog regelmatig open klik-klakken voor mijn gevoel, alsof ze nog steeds terugvallen in die oude, beperktere positie. Ze zijn ook nog wat gevoelig en snel moe, soms zelfs flink gevoelig zijn als er iets verkeerd zit geklik-klakt. Maar dat verbetert. Het is subtiel, maar voor mijn gevoel heb ik een nieuwe set schouders. Ik heb geen idee hoe lang er daar iets vast heeft gezeten – heel lang in elk geval.

Ik merk die nieuwe breedte en openheid van mijn bovenrug soms ook als ik andere dingen doe – achter de computer zit, hardloop. Ook dat is nog niet stabiel, net zoals ik ook niet altijd de alignment voel waarmee ik mijn houding kan corrigeren – ik schreef daar eind december al over en ik ben er nog steeds mee bezig, nog steeds ontwikkeling ook: head over heart, heart over pelvis; mijn ruggengraat voelen als stabilisator, energie die voorlangs naar boven stroomt en achterlangs naar beneden.

Bij het hardlopen voel ik de laatste tijd meer souplesse in mijn heupbeweging, dat is vast ook yoga-bijvangst. Ik ben benieuwd of het me voor het zwemmen ook nog wat gaat opleveren. Fietsen is op het moment nog zoeken voor m’n schouders en dat valt ze zwaar – ik snap ook wel waardoor die zo naar binnen gedraaid waren geraakt.

Andere lichaamsdelen en houdingen ben ik nog aan het onderzoeken. De houding die de ‘makkelijke’ genoemd wordt bijvoorbeeld, maar die ik knap lastig vind, vooral om ontspannen én recht te combineren, zelfs als ik op een boek zit, zoals hier. Als ik mijn heupen ontspan, kiepert mijn bekken naar achter en kan ik dus niet ‘alignen’, als ik goed recht ga zitten, span ik m’n heupen aan:

Als ik langer netjes moet zitten, zoals bij de meer op ademhaling gerichte oefeningen, zit ik liever op mijn hielen, in de gebedshouding:

Ik heb ondertussen de ‘makkelijke houding’ wel leren begrijpen als ‘de houding waarvan het de bedoeling is dat die steeds makkelijker wordt’: nadruk op het proces. Dat hoorde ik Adriene een keer zeggen in een filmpje dat ik echt al vaker had gedaan, maar dat was toen niet tot me doorgedrongen. Dat heb ik wel vaker, dat ik iets doe waarvan ik denk: hè, dit herinner ik me helemaal niet. Het proces is elke keer anders.

Anders dan dit verhaal en zeker de foto’s misschien suggereren, heb ik dus ook geleerd dat het niet gaan om het aannemen van de houding, maar om hoe het in je lichaam voelt. Daarbij gaat het vaak om ‘more than meets the eye’, want Adriene vaak zegt. Zo ziet mijn all fours er misschien uit als elke all fours, ook die van mezelf van vroeger, maar ik dóe iets heel anders: ik druk mezelf echt op vanuit de grond, ik recht m’n ruggengraat van kruin tot staartje, ik roteer m’n bovenarmen naar buiten en ik trek mijn navel naar mijn ruggengraat als ik uitadem. Zo is zelfs zo’n simpele houding een oefening voor mijn hele lijf en in aandacht, ademhaling en lichaamsbewustzijn.

Er zijn ook dingen die ik niet kan, waar ik tegen de grenzen van mijn lijf aanloop. De kraai, die ga ik nooit kunnen, denk ik, met mijn polsen en lage zwaartepunt. Maar dat geeft niet.

Ik schreef in december ook al hoe de dagelijkse yoga me had geholpen om op een dieper niveau de beperkingen van de coronacrisis te accepteren: niet meer aan zwem- en sportschoolvervanging doen, maar op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Dat is een sterke rode draad gebleven.

Daarmee begeef ik me op het vlak van de mentale en spirituele kant van yoga – iets wat nauw komt, maar wat Adriene goed doet, vind ik, door soms achter nogal zweverige dingen over bijvoorbeeld ‘self love’ relativerend te zeggen ‘or whatever that means to you’ of op een andere manier openheid te bieden om er een eigen draai aan te geven. Je kunt als je je hoofd buigt de wijsheid van je hart en je hoofd met elkaar verbinden, maar het is ook gewoon een manier om je nek en bovenrug te rekken. Daardoor werkte ook deze kant goed voor mij.

In de yoga oefen ik op gewoon leven, zonder te wikken en te wegen over wat ik zal of niet zal. Het heeft me namelijk de afgelopen maanden soms voor mijn gevoel bijna te veel ‘hoofd-energie’ gekost om mezelf op goede koers te houden, alsof ik mezelf wat al te bewust moest ‘sturen’. In de yoga zocht ik naar overgave en ontspanning. Ik kan merkbaar zowel in de forward fold als in de extended child’s pose dieper het hoofd buigen – wat ook metaforisch is, denk ik, voor dat accepteren waar ik geen controle over heb, mij meer aan de grond toevertrouwen.

Ik ben dus helemaal fan geworden van Adriene. Ik vind haar knettergoed, en ik vind bovendien dat ze een sympathiek businessmodel heeft: ze verdient er dik aan, mede door een deal met Adidas, maar die merknaam druipt er bepaald niet vanaf (in al die uren heeft ze hem één keer gezegd, en ik heb hem een enkele keer zien staan), en ze biedt honderden video’s gratis aan.

Adriene heeft bovendien een aardige dosis speelsheid en humor, daarbij vaak geassisteerd door haar hond Benji. Daardoor is het ook gewoon superleuk om haar filmpjes te volgen. In deze verder zo karige tijd is het daarom voor mij een bron van plezier. En dat is het állerbelangrijkste.

Ik ben er voorlopig nog niet klaar mee, daar schreef ik gister ook over. Ondanks dit alles word ik geen yogavrouw, ik ben en blijf in de eerste plaats een buiten-duursporter. In die ongeveerr 50 uur yoga is mijn hartslag maar een heel enkele keer wezenlijk omhoog gegaan. Oftewel: conditioneel doet het mij vrijwel niets. Bij alleen yoga zou ik alleen al dat ontzettend gaan missen. Ik doe yoga erbij. En dat werkte de afgelopen 100 dagen geweldig!

 

Hieronder een overzicht van de filmpjes die ik herhaald heb als een soort ‘best of’ naast de maandkalenders:

 

(Foto’s gemaakt door Henk, afgelopen zondag, in een speciale yoga-fotoshoot in de woonkamer)

 

Door |2021-03-24T08:31:44+01:0024 maart 2021|Waarom, Zwem|2 Reacties

Zwemmen is 100 dagen geleden

Het is vandaag 100 dagen geleden dat ik gezwommen heb. Ik weet dat zo precies omdat ik sindsdien elke dag yoga doe en dat tel op Strava; morgen is de 100e dag, en dan schrijf ik natuurlijk daarover. Vandaag als opmaat over het niet-zwemmen.

Ik had wel kunnen zwemmen, als ik dat per se had gewild, want er zijn buitenzwembaden open. Hier in de buurt is dat echter niet zo: de enige kandidaat op fietsafstand blijft weloverwogen gesloten: ze vinden het te duur en te strijdig met de coronamaatregelen, en dat snap ik. Een heel enkel keertje ergens anders gaan zwemmen is niet zo fijn, want dat zal weer wennen zijn, en ik heb er pas weer wat aan als er regelmaat in komt. Dat stel ik nog uit, om drie redenen:

  • Voor die regelmaat zou ik een heleboel autokilometers moeten gaan maken. Dat wil ik sowieso niet, en al helemaal niet zo lang de officiële richtlijn is zo veel mogelijk thuis te blijven. Ik volg die niet zwart-wit (wie wel?), ik ben vandaag zelfs nog in Utrecht wezen fietsen, maar voor mij is twee tot drie keer per week in de auto stappen om elders te gaan zwemmen over de grens. Die trekt iedereen ergens anders en dat snap ik. (Ik zou ook nog niet durven te vertrouwen op dat opbouwen, want een nog weer strengere lockdown sluit ik niet uit. Ik zou het soms wensen, moet ik bekennen, want de viruscirculatie is veel te hoog – inmiddels heb ik ook een zeer zorgelijke zieke in mijn omgeving.)
  • Ik voorzie dat het nog heel lang gaat duren eer ik m’n zwemmen weer op niveau ‘moet’ hebben qua wedstrijden – eerder dan september gaat dat niet worden, denk ik, en tot nu toe heb ik daar welgeteld één kilometer gepland staan (1 kwart triathlon, de andere die van vorig jaar was doorgeschoven, Ter Aar, gaat dit jaar opnieuw niet door). Dus ik heb geen haast, het maakt niet uit of ik een maandje vroeger of later weer ga zwemmen. Ik moet toch weer bij nul beginnen met opbouwen. Ik zou daar graag mee beginnen, daar niet van, ik zwem graag, maar ik ga me niet in twijfelachtige bochten ervoor wringen. Ik heb nu ongeveer even lang niet gezwommen als in de winter van 2017/2018. Toen was ik in de zomer ook alweer op niveau, qua tijd en lol. Daar troost ik me maar mee.
  • Ik heb wel lol in de dagelijkse yoga. Daarover morgen dus meer. Dagelijkse yoga is qua tijd en belasting niet te combineren met regelmatig zwemmen. Als ik straks weer ga zwemmen, gaat de yoga terug naar een paar keer per week.

We zijn er nog niet. Ik verwacht niet dat de zwembaden nog open gaan voordat het open water warm genoeg is voor mij om het erop te gaan wagen. Soms is dat al eind april, eerder half mei; het schiet op dit moment niet zo op met de watertemperatuur.

Wat ik er ergens nog het meest aan mis is het gevoel van triatleet zijn. Het overkwam me laatst al een keer dat iemand vroeg wat ik aan sport deed, dat ik met wat aarzeling zei: triathlon, dus lopen-fietsen-uh-zwemmen, althans, vróeger zwom ik ook. 

Wat ik daarnaast in december ook acuut miste waren de ‘uitjes’: ik ben sindsdien nóg meer aan huis gekluisterd. Dat is nadien niet meer veranderd, en dat vind ik ergens ook wel fijn. Ik ben gewend aan een ander, zwemloos, ritme, en daar ben ik relatief wel bij gevaren. Ik ben me er sinds vorig jaar mei/juni steeds erg van bewust geweest dat ik dusdanige aanpassingen aan mijn leven onder de corona-beperkingen moest maken dat ik het lang zou volhouden, dat het goed met me zou blijven gaan. Dat is goed gelukt, mede dankzij die yoga en #projectdaglicht.

Ik red me wel, maar ik denk wel regelmatig aan de mensen die geen andere sporten kunnen doen en die ook niet in het open water kunnen of willen zwemmen…

 

Door |2021-03-23T18:09:46+01:0023 maart 2021|Zwem|0 Reacties

2020 vroeg om sportkunstenaarschap

Overzicht van mijn sportjaar

Als je snel naar de belangrijkste getallen kijkt, lijkt dit sportjaar frappant veel op het vorige:

(kilometers) 2019 2020
Zwemmen 128 132
Fietsen 4619 4686
Hardlopen 732 780

Je zou denken ‘business as usual’, maar dat was natuurlijk echt helemaal niet zo. Hier komen de afwijkingen, per sport:

Zwemmen. Ik was echt verbaasd toen ik zag dat ik net iets meer had gezwommen dan vorig jaar. 2019 was weliswaar een uitgesproken fietsjaar, maar toch had ik gedacht dat in totaal drie maanden ‘zwemverbod’ in de drie lockdowns van dit jaar tot veel minder kilometers had geleid. Niet dus.
Dat betekent dat ik er in de andere tijd stevig tegenaan ben gegaan, en dat klopt ook wel. In de eerste weken van het jaar deed ik nog die geweldige cursus Powerstroke en dat ging zo lekker dat ik daarna stevig doortrainde, op eigen houtje, in m’n dinsdagavondclubje en van de zomer in de Schie. En met gevolg: net voor de lockdown zwom ik harder dan ooit tevoren.
Dat niveau heb ik sindsdien net niet opnieuw weten te bereiken: steeds benaderde ik het, maar dan kwam er weer wat tussen – in de zomer ook nog een duimblessuretje. Dat frustreerde wel, maar aan de andere kant had ik ook veel lol in het zwemmen. Sinds oktober ervoer ik de gang naar het zwembad bijvoorbeeld als een welkom uitje. Ik mis het – en hoe lang nog?! Soms denk ik wel: was ik maar zo stoer geweest om door te zwemmen in de Schie. Maar daarvoor heb ik toch te veel hekel aan kou.

Fietsen. Inderdaad had ik in de zomer al in de gaten dat mijn fietsvorm zo goed was als het jaar ervoor, toen het accent op fietsen lag door het 180-kilometer-doel van Almere. Enige verschil was dat ik toen meer wedstrijdspecifiek trainde, en nu het lange fietsen puur een doel op zich was. Spelenderwijs bouwde ik zowel duur als intensiteit op. Ook de laatste weken heb ik meer gefietst dan anders in de winter – want fietsen kan nog steeds wél en de weergoden zijn ons relatief gunstig gezind.
Het grote fietsverschil met vorig jaar is echter onzichtbaar in mijn metingen: de kilometers op de stadsfiets is misschien maar een derde ofzoiets van normaal. Ik houd die niet precies bij, weet van andere jaren dat ik gemiddeld ongeveer een half uur per dag op de stadsfiets zit, in stukjes van tien minuten tot een half uur. Dit jaar waren er weken bij dat het 0 uur was – ik hoefde nergens heen. Dat scheelde veel voor mijn dagelijkse beweging en buitenlucht, maar – kennelijk – niet voor mijn vorm.
Ook spinning was, met twee keer een uurtje nog voor corona, het minste sinds ik daar in 2001 mee begon, maar dat compenseer ik tegenwoordig prima buiten.
Aangezien ik heel veel aan #ridesolo heb gedaan, sta ik zelf amper fietsend op de foto. Maar ik heb – ook meer dan ooit – wel regelmatig foto’s gemaakt op mijn ritjes. Ik moet nog wel eens terugdenken aan deze ontmoeting in Hoogvliet bijvoorbeeld:

Lopen. Ook al heb ik wat meer kilometers afgelegd dan vorig jaar, op dit gebied was sportjaar 2020 voor mijn gevoel het magerst – ook 2019 was, op januari na, geen groots hardloopjaar. Maar toch was dit jaar niet verkeerd. Zowel aan het begin als aan het eind (nu – daarover een andere keer meer) had ik wat blessureleed waarmee ik alleen voorzichtig kon lopen, en daartussenin heeft het hardlopen bijna de hele tijd weloverwogen op de onderhoudstand gestaan.
Dat onderhoud was prima. Ik heb vaak lekker gelopen en ik kan hier goed mee verder, ook doordat ik aan techniek, voetkracht en trainingsaanpak heb gesleuteld.

De andere getallen. Door het gemis aan stadsfiets en een boel andere lol, de zwembadsluitingen en door de lockdowns en mijn sportschoolhuiver, heb ik voor wat betreft ‘de rest’, dus de andere dingen dan zwemmen-fietsen-lopen een wel heel afwijkend jaar gehad. Dat was soms doelbewuste compensatie, op zoek naar beweging, buitenlucht en vormbehoud, maar vooral ook voor het plezier. Dat liep best wel op, zo blijkt bij een diepere duik in de getallen: ik heb veel meer gewandeld (549 kilometer, om 335 vorig jaar, wat door de wandelvakantie in Wales toen ook al vrij veel was), een boel meer ‘oefeningen’ gedaan (80 uur, om 42 vorig jaar – waaronder voor het eerst een dot yoga maar ook het zwemkoort en gewoon krachttraining, core stability, rekken en strekken en bodybalance), en manlief en ik hebben getrapkajakt (74 kilometer, om 0 vorig jaar).

Ik heb zelfs ook nog een beetje gesupt, voor het eerst!

Het was dus een zeer veelzijdig sportjaar, een beetje tegen wil en dank, maar wel heel bijzonder. Ik heb er ook wel baat bij: vooral mijn schouders en bovenrug zijn sterker geworden.

Het was ook een memorabel sportjaar, met een boel hoogtepunten – dingen die boven de saaiheid van alledag onder de coronabeperkingen uitstaken. Hier zijn ze:

  • De fietstocht van 215 kilometer om bij mijn broer te gaan lunchen. En meer in het algemeen: al dat lange fietsen, wat was het fijn, wat had ik het nodig. ‘Fietstherapie’ was (en is) het: supergoed voor mijn hoofd. Fietsen heeft dit jaar weer heel veel voor me betekend!
  • De paar ‘echte’ wedstrijden die wél doorgingen, in september en begin oktober, de kleine oase in het jaar vol afgelastingen. Vooral tijdens de stralend zonnige HIAthlon was ik euforisch, maar ook TriOuderkerk was bijzonder, zo op de valreep van weer een streep door alles nog een dik PR op de OD.
  • Onze zelfverzonnen thuistriathlons, waarbij vooral de streepjes– en driehoekstriathlon en ‘drie keer rond het eiland: liggend, zittend en staand‘ erg leuk waren.
  • Ook de coronatriathlon was een belevenis – ik verwerkte daarin een boel coronaverdriet en het was fijn om deze activiteit online te kunnen delen.

  • Onze eerste kajak-tweedaagse en sowieso het kajakken – ik heb voor mijn verjaardag een kleine, lichte eenpersoonskajak gevraagd om wat makkelijker en in mijn eentje de rust van het water op te kunnen zoeken.
  • De twee vakantieweken in eigen land, eerst de fietstocht naar Groningen en terug en later fietsen en wandelen in het noorden.
  • Het vele wandelen hier in de buurt. Nog steeds ontdek ik of ontdekken we samen nieuwe paadjes, doorsteekjes en weggetjes. Vorige week nog – hier duik ik voor het eerst onder de A13 door langs de Zweth, een tip van Leo:Ik vind het een aspect van de ‘oogst’ van dit jaar dat ik mijn eigen omgeving veel beter heb leren kennen. En waarderen!
    Wandelen was bovendien ook een fijne manier om toch nog wat gezelligheid te hebben zonder een beeldscherm ertussen. Ik heb met bijna m’n hele vriendenkring gelopen – afgelopen dinsdag bijvoorbeeld nog met Leon. In een sociaal karig jaar was ook dat er erg fijn aan!

Ik zou ook nog een opsomming van dieptepunten kunnen maken: van gemis, schrik, verbijstering, teleurstelling, verdriet, angst, rouw, frustratie, woede, stress, bezorgdheid onzekerheid, beperkingen en onmogelijkheden – maar dat weten we nou zo’n beetje wel. Eentje dan: de Brandersdeceptie werd voor mij een symbool voor hoe ik de coronacrisis sinds de zomer ervaar: falend beleid, paniekerige ambtenaren, slecht gedrag, en de goeden die onder de kwaden moeten lijden.

Als ik het zo op een rijtje zet, was het desalniettemin bovenal een goed sportjaar, met fraaie levenslessen. Ik schreef het al eerder: ik was blij om te ontdekken hoe goed ik zonder wedstrijden kan en wat voor grote rol sporten voor me kon hebben in dit jaar: met plezier en gezondheid voorop, nog ‘vooropper’ dan anders. Waarin ik veel meer dan ooit eerder werd uitgedaagd om in het hier-en-nu te blijven in plaats van bezig te zijn met toekomstige doelen. Waarin ik enorm van sporten heb genoten.

Ik heb van sportjaar 2020 veel geleerd. Dat was misschien tegen wil en dank, en ik kan nog steeds bij vlagen enorm verlangen naar mijn normale leven, naar meer reuring. Als dat gewone leven weer terugkomt, of hoe dan ook, zal ik sterker en wijzer zijn met wat dit jaar me heeft gebracht. Sporten was misschien nooit eerder zo zeer levenskunst als dit jaar, en ik nooit eerder zo veel sportkunstenaar.

 

Door |2020-12-31T14:14:10+01:0031 december 2020|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|1 Reactie

Lockdownyoga: de eerste twee weken

Ik heb er inmiddels twee weken op zitten van mijn yoga-streak: elke dag yoga met Adriene zo lang als we niet mogen zwemmen. Het is een heel avontuur dat me al veel brengt!

Na de eerste paar dagen realiseerde ik me dat ik me wel wat op de hals gehaald had. Samen met project daglicht heb ik twee projecten lopen die flink wat aandacht en zelfdiscipline vragen – maar het lukt en het is volgens mij precies wat ik nodig heb om goed door deze winter-lockdown te komen.

Ik realiseerde me tegelijk ook dat elke dag yoga én daarnaast mijn gebruikelijke ‘sportschool aan huis‘ én zwemvervanging door middel van het trainingskoord veel te veel zou worden. Zó leuk is al dat ge-oefen thuis nou ook weer niet, en bovendien zou de lichamelijke belasting voor mijn schouders en bovenrug te groot worden. En dus, zo besloot ik, heb ik sportschool aan huis en het zwemkoord opgegeven. Daarmee heb ik een stap verder gezet in de acceptatie van de huidige onmogelijkheden: ik ‘vervang’ niet meer maar doe echt iets heel anders.

Bovendien kan ik die beide vervangers opgeven omdat ik meer vertrouw dat ik straks de draad wel weer op kan pakken. Ik ben kennelijk minder bang iets wezenlijks kwijt te raken voor de triathlon of aan mijn ‘core stability’, en ik weet: als ik iets kwijtraak, bouw ik het wel weer op. Dat lijkt me een grote stap vooruit. Dat alles had de yoga me al binnen een paar dagen opgeleverd.

Lichamelijk doet het me ook veel, vooral voor bovenrug en schouders. Zomaar ineens kan ik vanuit hoge plank naar lage (en dan redelijk netjes ‘landen’ op mijn buik – dat kon ik eerder (bij bodybalance) niet en/of ik durfde het niet vanwege m’n hypermobiele polsen; ik deed het altijd in de halve versie, op mijn knieën. Of dat echt extra kracht is of ook meer vertrouwen – geen idee. Maar ik ben er wel blij mee. Afgaand op de spierpijn in bovenrug en schouders word ik sowieso rap sterker. 

Ik hoor Adriene’s stem inmiddels ook op andere momenten, waaronder bij het hardlopen, en dat helpt me mijn houding te corrigeren: breathe in – lift your chest up to the sky, breathe out – drop your shoulders down. Head over heart; heart over pelvis… Ze heeft een aantal vaste cues en die zitten er al goed in!

Verder vind ik het een heel avontuur, want elke dag is anders en elke dag is er ook wel iets nieuws of verrassends. Nieuwe dingen leren is voor mij een heel belangrijke drijfveer, dus ik kan mijn lol wel op. Ik denk dat ik ook nog heel wat verder te ontwikkelen heb voor wat betreft ontspanning, ademhaling en lichaamsbewustzijn.

Ik verwacht dat de lockdown nog wel langer dan tot 18 januari gaat duren, en wat als het maart wordt, of april? Dat wordt wel heel veel yoga dan, zo realiseerde ik me! Liever ga ik weer zwemmen, dat staat als aal boven water (haha). Maar ik ben benieuwd wat de yogastreak me verder gaat brengen! 

 

Door |2020-12-29T20:30:05+01:0029 december 2020|Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Dan maar yoga

Ik heb net de eerste lockdown-yoga erop zitten. Want dat heb ik bedacht voor de tijd tot aan (minstens) 19 januari: elke dag yoga. Ik volg voorlopig Adriene’s kalender voor december, nouja, met twee weken vertraging dan, want ik ben vandaag met dag 1 begonnen:

https://yogawithadriene.com/december-2020-yoga-calendar-honor/

Dat was dus dit:

Adriene is me nu al van twee kanten (masseur en chiropractor) aangeraden en ik deed al een paar weken een sessie van haar voor de bovenrug die me precies goed ‘pakte’ op een zwakke plek (laag houden van m’n schouderbladen).

Want zwemmen, tsja, dat was gister dus voorlopig weer voor het laatst. De badmeester had net gehoord dat het zwembad vijf dicht zou gaan, hij kwam het de zwemmers allemaal persoonlijk vertellen, dat was wel lief, hij was zichtbaar aangedaan. En dat was het dan dus weer voorlopig.

Ik ben tussen de vorige zwemloze periode en gister twaalf keer geweest, best wel veel: zwemmen is fijn en meer dan anders waren het uitjes, in het zo karige bestaan. Dat nu nog kariger wordt dus. En met ook nog een maand blessureleed van de zomer begin ik strakjes voor de vierde keer opnieuw met de zwemopbouw. Net de laatste paar keer was ik een beetje ontevreden, ik was het pas aangeleerde rolkeerpunt helemaal kwijt – ik ging elke keer scheef, kon geen rechte koprol meer maken en kreeg er geen grip op. Niet eens zo heel gek misschien om daarvan even pauze te nemen. Maar vooral toch erg jammer, want zwemmen is gewoon heel fijn.

In het algemeen weet ik verder niet zo goed wat ik ervan moet denken. Ik snap wel dat er wat moet gebeuren, maar deze lockdown lijkt een ongerichte paniekactie, na maanden van gekwakkel. Sinds de deceptie van de Branderszwemtocht heb ik bovendien meer dan daarvoor het ‘de goeden moeten onder de kwaden lijden’-gevoel: met beter gedrag en beter beleid was dit niet nodig geweest. Dat voelt zuur. Ik heb te doen met al die mensen die dit nog veel harder treft. Voor mij vallen er alleen wat leuke dingen weg – naast zwemmen ook dat pietepeuterige beetje cultureel leven bijvoorbeeld.

Ik kom ook hier wel weer doorheen. De ‘zelfzorg’ van voldoende bewegen, naar buiten, daglicht, leuke dingen doen, sociaal contact én alleen zijn is een inspanning, maar het lukt wel: het gaat nog steeds goed met mij. Fietsen en (hard-)lopen kan gewoon, zeker als de weergoden ons zo genadig blijven (14-dagen-weerbericht ziet er goed uit en de afgelopen weken heb ik ook steeds in het weekend een lange tocht kunnen maken, meestal met zon). Aan kerst deden we toch al nooit zo veel, en shoppen vind ik straf. Ik graaf het zwemkoord wel weer op, ik ga gewoon door met #projectdaglicht (gaat goed!), en ik ga voor volgend jaar nog steeds uit van ‘alles wat wél kan, is mooi meegenomen’. 

En voor een beetje extra en afwisselende beweging dus aan de dagelijkse yoga. Ik zou liever gewoon gaan zwemmen, maar ik ben wel benieuwd!

 

Door |2020-12-15T10:39:01+01:0015 december 2020|Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Laatste zwemontwikkelingen

Sinds de twee zwemloze weken heb ik drie keer gezwommen. De eerste keer was niet zo’n succes, maar de twee keer daarna waren gewoon lekker. Gisteravond was ik zelfs weer eens alleen bij m’n trainingsclubje, en had ik dus een heuse personal trainer.

Maandag was ik in m’n ’thuiszwembad’, West. Het goede nieuws daar was dat het wél gewoon op woensdag en donderdag open is! Pfoe, dat is een opluchting. Het stond gewoon fout op de site.????

Wel waren er weer twee andere gekke dingen:

  • De gewone, eenpersoonskleedkamers zijn dicht, daar hangt een lint voor. Ik heb me maandag omgekleed in zo’n grote, gemeenschappelijke kleedkamer. Wat het nut daarvan is… we stonden daar met z’n drietjes, lekker te ouwehoeren. Qua besmettingsrisico lijkt dat me een stap achteruit. Het was wel gezellig.
  • Er is een grote computerstoring, al een tijdje. Daardoor is reserveren omslachtig en sinds gister is het zelfs onmogelijk om een gratis reservering te maken en vervolgens af te rekenen met m’n twintig-baden-kaart – die ‘afbliepen’ kan niet. Alsof corona het nog niet lastig genoeg maakt…
Door |2020-11-25T15:58:24+01:0025 november 2020|Zwem|0 Reacties

We mogen weer! Nouja, enigszins…

We mogen weer zwemmen – maar er zitten wel wat haken en ogen aan.

Tot mijn schrik is mijn favoriete zwembad, Zwembad West, voorlopig (?) op woensdag en donderdag dicht. Dat in Overschie komt wat langzaam op gang, en zo ben ik vandaag maar uitgeweken naar het Van Maanenbad. Ik kom daar niet zo vaak ook al is het nauwelijks verder dan West, maar het is er vaak erg druk en rommelig en het is ook fors duurder dan West. Het is wel heel sfeervol.

Ik had er al wat andere banenzwemmers over horen klagen, en hun beeld werd wat mij betreft dubbel en dwars bevestigd: de manier waarop ze daar de coronamaatregelen vormgeven is echt geen porem.

Het begint ermee dat je maar 45 minuten mag zwemmen. Daar gingen er ook nog een stuk of 5 verloren vanmiddag door een kassastoring. Nouja, okee… Net als de dikke euro duurder die het is dan andere zwembaden – peanuts.

Maar dan. In plaats van de 5 reguliere banen zijn het nu twee rechthoeken met in allebei maar liefst 10 zwemmers. Dus een enorm snelheidsverschil. Als snelle zwemmer was ik alleen maar aan het inhalen, breed vanwege al die uitzwiepende schoolslagbenen. En dus de hele tijd bang om frontaal tegen de enige andere borstcrawler aan te zwemmen.

Maar bovendien: iedereen neemt dat brede keerpunt anders. Er zwemmen er een rechthoekje en anderen gaan al halverwege hun baan geleidelijk naar het midden en op de terugweg zijn ze de halve baan bezig met weer naar rechts gaan. Of ze zwemmen rechtdoor tot de muur, keren, en moeten dan een enorme ruk naar rechts maken aan het begin van hun baan. Al die varianten dus – en van alles daartussenin. Dat komt erop neer dat ze bij die keerpunten van voor, naast en achter mij kwamen en soms ook op links heel dichtbij waren. Ik had ongeveer om de baan een (bijna)-botsing.

Mega-irritant. Je zwemt elkaar zo alleen maar meer in de weg en komt vaker dicht bij elkaar dan wanneer het gewoon vijf banen zouden zijn, met vier zwemmers per baan – zoals het in Zwembad West is geregeld. Of als je het zo doet, doe het dan met minder zwemmers per vak – zo was het in de Wilgenring.

Voor de langzame techniekdingetjes ben ik maar uitgeweken naar het pierebadje, lekker warm ook, dat was een tip van die andere borstcrawler.

Ik keerde met wat gemengde gevoelens terug naar huis. Weer zwemmen was op zich fijn, maar ik heb hier niet erg van genoten en voor mijn humeur was het ook niet bevorderlijk.

Fijn was wel om eindelijk weer eens ergens naartoe te ‘moeten’ fietsen, de stad in, ook al regende het op de terugweg – die dynamiek mis ik soms enorm in het coronabestaan. Bijna thuis werd ik beloond door een stralende dubbele regenboog:

Wat er met Zwembad West aan de hand is, weet ik niet. Bezuinigingen? Dat zal toch een keer voelbaar gaan worden, zeker nu de capaciteit van de zwembaden zo beperkt is dat het nog minder rendabel is dan anders – om nog maar te zwijgen van de sluitingen, zoals in de afgelopen weken.

Het baart me wel zorgen. Sportverenigingen staan ook onder druk en krijgen niet veel hulp van de overheid. Net vanochtend hoorde ik ook nog dat de tennisbanen hier vlak in de buurt kennelijk gaan wijken voor woningbouw. Nou tennis ik niet, maar ik vraag me wél regelmatig af hoe veel ruimte er nog overblijft om te kunnen sporten. Of het doorgaat, weet ik niet, maar het zwembad van Overschie zou ook sluiten. In de Schie mogen we niet meer zwemmen. Fiets- en wandelruimte wordt beperkt door de drukte en de aanleg van steeds meer snelwegen (recent voorbeeld, maar hier in de buurt rukken ook het nieuwe stuk A16 en de Blankenburgtunnel op).

Als ik dan afgelopen dinsdag minister De Jonge hoor zeggen hoe belangrijk bewegen is voor de weerstand, dan denk ik eerlijk gezegd: sodemieter op. Ik geloof toch al nooit zo in die boodschap, maar bovendien: de lippendienst is makkelijk, maar álle beleid is de andere kant op.

Hier in Overschie loopt nu trouwens wel een petitie vóór het zwemmen in de Schie. Laten we het hopen… Ondertussen hebben frivole lui het verbodsbord aangepast. Van de € 140 euro boete was eerder al de 1 weggehaald en onlangs ook de 4:

Door |2020-11-19T16:38:11+01:0019 november 2020|Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant