Zwem

Het seizoen gaat van start!

Vorige week liet ik mijn gedachten eens gaan over hoe ik ervoor stond, een week voor mijn eerste triathlon van dit seizoen, morgen: de kwart in Ter Aar. Ik kwam tot de conclusie dat dat best goed was: ik heb er zelden of nooit over de drie sporten gemiddeld zo goed voor gestaan aan het begin van het seizoen.

Ik ben in elk van de drie sporten al eens beter geweest, maar zo met z’n drietjes gelijk op en in balans, dat kan ik me niet heugen. Dat is immers best lastig aan triathlon. Meestal stort ik me in het voorjaar zo enthousiast op het fietsen dat de andere twee sporten daaronder lijden. Nu klopte de totale balans – ik heb vorig jaar wat geleerd op dat gebied.

Dat wil zeggen dat ik relatief weinig heb gefietst nog. Ik heb vooral nog niet zo veel echt lange dingen gedaan. De 100 kilometer nog niet aangetikt bijvoorbeeld, al lag dat ook wel aan de omstandigheden van de langste ritten (voorbeeld: alles tegenwind op een trage fiets met een zware tas achterop). Maar de trainingen waren wel goed: relatief veel intensief. Zoals altijd komt de fietsvorm dan vanzelf, lijkt het wel – dat zag ik aan mijn vermogensmeter.

Toen ik een paar weken geleden ook nog een nieuwe ketting en cassette op mijn triathlonfiets had, was daar ineens ook een boel extra snelheid. Dat had ik dus eerder moeten doen, dat had gescheeld bij m’n tijdrit vorig jaar, waarvan ik vond dat de snelheid achterbleef bij het vermogen. Maarja, vorig jaar waren er geen onderdelen. 

Over het zwemmen schreef ik onlangs al, dat had ik in die drie maanden niet beter of meer kunnen doen dan nu. Hardlopen heb ik goed kunnen onderhouden op de halvemarathontraining van de winter. Daar kwam toen misschien niet uit wat ik ervan had gehoopt, maar ik heb wel een goede basis gelegd. Ik heb voor verderop in het seizoen nog langere plannen dan een kwart (namelijk: een 1/3e triathlon en toch nog een halve marathon), dat motiveerde om wat langere duurlopen te blijven doen, van dik anderhalf uur (voorbeeld: de lekkerste van de laatste tijd). Dat ging allemaal probleemloos, hooguit kon ik merken dat die duurlopen wat harder aankomen op mijn benen nu ik ook weer meer fiets. Ik ben bepaald niet op m’n snelst nu, maar dat hoeft ook niet voor een triathlon.

Ik realiseerde me ook dat deze stand van zaken best wel goed is, gezien de omstandigheden. Het was niet de makkelijkste tijd. Na weer een taaie coronawinter moest ik wennen aan zo abrupt terug naar normaal, ik schreef daar eerder over. Mijn werk is veeleisend op het moment vanwege wat ‘gedoe’ op diverse fronten (het meest recente was het crashen van m’n Outlook, met daarin mijn archief van lopend werk, dat heeft me afgelopen week in totaal bijna een werkdag gekost) in combinatie met dat er ook nog een boek af moet eind augustus (dat gaat zonder gedoe, maar houdt me wel bezig natuurlijk). Ik vind een aantal ontwikkelingen in de wereld nog steeds zorgelijk, en mijn schoonvader heeft niet lang meer te leven, wat vooral veel van Henk vraagt maar mij ook niet onberoerd laat. Daarbij had ik ook nog een paar slechte nachten. Er was ook een boel leuks, gister nog bijvoorbeeld, maar ik vind toch dat ik mezelf best een schouderklopje mag geven voor hoe ik heb weten door te trainen. Nouja, dat wíl ik juist ook heel graag als het moeilijker is, want sporten is gewoon fijn. Maar toch.

Wat ik me vorige week ook nog realiseerde, is dat ik één steek had laten vallen: voeding uitproberen. Ik had de indruk dat bij die twee mislukte halve marathons dat een rol kan hebben gespeeld: mogelijk zakte na de gel en/of de sportwinegums m’n energie weg. Verdraag ik die niet meer zo goed? Dat had ik nader willen onderzoeken en dat ben ik vergeten. Morgen maar op safe spelen. Ik vond gelukkig nog één fruitreepje voor tijdens het lopen, onder in een tas, beetje verkreukeld.

Okee, tot zover de stand van zaken vorige week. Ik had er zin in: ik wilde er weer een echte Ter Huh van maken. Ik ben drie keer eerder gestart in Ter Aar en drie keer dacht ik huh toen ik over de finish kwam: huh, zó snel? Het was alledrie de keren een PR, en dat eerste, op de kwart in 2014, dat staat nog steeds. 2014 klinkt als mijn triathlon-prehistorie: ik ben beter gaan zwemmen, ik heb een snellere fiets en zo veel meer ervaring. Ik ben sindsdien ook al echt wel beter geweest op de kwart, maar dan op een trager parcours. Het zou moeten kunnen dus, een PR, ook al ben ik acht jaar ouder. Zeker omdat de weersverwachting goed was.

En toen… werd ik verkouden. Voor het eerst in meer dan twee jaar en drie maanden, een ongelofelijk record, ik schreef ook daar eerder over. Het is niet erg, het is voor mij een mild verkoudheidje, dus ik kan er niet mee zitten, behalve dan dat de timing voor morgen slecht uitkomt. Ik ga er sowieso heen, ook omdat Nicole met me meerijdt. Ik denk dat ik ook ga starten. Maar of er dan uitkomt wat ik eigenlijk had gehoopt?

Deze week heb ik dus extreem rustig gedaan: geen tapertrainingen voor fietsen of lopen, sinds dinsdag alleen maar een paar keer rustige yoga. Dat voelt wat onzeker, maar ik weet ook wel dat het op het totaal nauwelijks uitmaakt natuurlijk.

Het frappante aan dat oude PR is dat ik in de week daarvoor ook verkouden was. Heftiger dan nu zelfs. Het zat er iets verder voor wel, en ik voelde me op zaterdag alweer beter dan vandaag, begrijp ik uit mijn logboek. Uiteindelijk had ik er toen alleen bij het zwemmen last van, van slijm in mijn keel, herinner ik me. Ik had er toen uiteindelijk voor mijn gevoel baat bij dat ik de hele week rust had gehad. Ik ben benieuwd hoe het morgen gaat. Alles is goed eigenlijk.

* * *

Ondertussen realiseer ik me ook hoe bijzonder het eigenlijk is om in mei te kunnen schrijven ‘het seizoen gaat van start’. De afgelopen twee jaar kon dat niet. Vooral morgen daar ook van genieten dus. De tas is gepakt, de spullen liggen klaar:

 

 

Door |2022-05-21T11:27:16+02:0021 mei 2022|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Wáár moeten we dan meer bewegen?

Vandaag en gister is er een combinatie van dingen in het nieuws die mij al langer zorgen baart. Aan de ene kant is er maar weer eens gesignaleerd dat Nederlanders niet genoeg bewegen, sterker nog: dat ‘we’ nog minder zijn gaan bewegen.

Aan de andere kant is het afgelopen weekend bal geweest op de fietspaden – de oplopende ergernissenstrijd met het doorlopende zwarte-pieten: de racefietsers zijn de schuld, nietes, de e-bikes. Auto’s gaan ondertussen vrijuit. Ook ik heb zondag een stukje over de weg gefietst. Toen heb ik één auto ‘gehinderd’. In diezelfde tijd reden er vijftien fietsers op het fietspad waar ik allemaal omheen had moeten manoeuvreren. Ik heb het al vaker geconstateerd: het fietspad van de Delftweg kan op mooie dagen de vervoersstromen met de grote snelheidsverschillen simpelweg niet aan. Pak dan toch alsjeblieft wat ruimte af van de auto’s. Ik heb dat bij de gemeente geopperd, maar er nooit wat op teruggehoord.

Daarbovenop herinnerde de gebiedscommissie van onze wijk ons er vandaag op Facebook aan dat zwemmen in de Schie niet mag en een boete van € 140 kan opleveren. De drie plekken die ze als alternatief geven zijn (1) betaald, met een jaarabonnement (2) 8 kilometer verderop en gevoelig voor blauwalg en zwemmersjeuk, en (3) 15 kilometer verderop. Ja, dahag!

Dat alles in een gebied waar ze aan twee kanten nieuwe snelwegen aan het bouwen zijn en waar de tennisbanen mogelijk opgeofferd gaan worden aan dure woningbouw.

Dan vraag ik me dus af: we moeten allemaal meer bewegen. Waar dan?

 

Door |2022-05-17T14:52:52+02:0017 mei 2022|Fiets, Zwem|0 Reacties

Drie goeie zwemmaanden verder

Het is vandaag drie maanden geleden dat ik het zwemmen weer oppakte, en dat zijn goeie maanden geweest, met een boel zwemplezier en -progressie.

De eerste weken was ik bezig met het weer te pakken krijgen van de slag, en dat ging eigenlijk verrassend snel – veel sneller dan vorig jaar. De zwemloze periode was korter en bovendien had ik mijn kracht onderhouden aan het zwemkoord.

In maart ben ik begonnen met de cursus Powerstroke, afgelopen woensdag was de laatste keer. Ik deed die in de winter van 2019/2020 ook. Kort daarna, vlak voor de eerste lockdown, zwom ik sneller dan ooit en dat voelde hartstikke goed. Sindsdien was de regelmaat natuurlijk uit het zwemmen. Als ik weer eens langer achter elkaar wél kon zwemmen, ging ik mede met behulp van de stof van toen op zoek naar die snelheid en het gevoel van toen, maar ik vond het nooit helemaal terug. Vandaar: opnieuw.

Het was opnieuw weer heel leuk en leerzaam – ik was toch enkele essentiële dingen straal vergeten en er waren wat foutjes en slordigheden ingeslopen. Wat ik ook weer leuk vond, was dat trainer Frank er een boel omheen vertelde en bij uitlegde – interessant. We waren maar met drie zwemmers, wat een luxe! Aan het begin en aan het eind maakte Frank filmpjes, hier is een still uit dat van woensdag:

Ik heb voor mijn gevoel weer een grote stap gezet in de effectiviteit van m’n slag – dus op de goede manier druk leveren op het water. In die still zie je bijvoorbeeld een mooi verticaal stuwvlak van hand+onderarm onder m’n elleboog terwijl ik strek en roteer naar de andere kant, en m’n hoofd ligt recht – allemaal dingen waar ik mee bezig ben.

Waar ik nu precies sta qua tijd, weet ik niet. Nog niet zo snel als in februari/maart 2020, volgens mij, ik heb nog wat training nodig want de verbeterde techniek is nog zwaar en vermoeiend – wat ik me ook van toen herinner. Ik heb de laatste tijd steeds veel op techniek getraind en dus geen nieuwe CSS-test gedaan, dat komt binnenkort wel weer een keer. Zwaar trainen heb ik af en toe wel gedaan, dus de opbouw komt wel. Voor mijn gevoel is de ‘klik’ er ook nog net niet zo als na de cursus de vorige keer, of althans: die is er af en toe, dat gevoel van ‘zo moet het voelen’, maar nog niet altijd. Dat komt nog wel.

Ondertussen ben ik ook begonnen met een trainingsgroep, ook bij Tri-Experience, in het buitenbad van Pernis. Door die keer zwemmen in de sneeuw in Amsterdam had ik de lol van het buitenzwembad ervaren, en inderdaad is het in Pernis ook erg fijn zwemmen. De techniek-oefeningen lijken op die van de cursus Powerstroke, maar we zwemmen veel meer, in een grotere groep. Het is heerlijk om baantjeszwemmend de lucht te zien en de opkomende zon. Gister was het omkleden wat frisjes in de wind, maar het water is – in wetsuit – aangenaam van temperatuur. Vorige week zwommen we eerst nog in de mistflarden:

Zowel de cursus als de trainingsgroep start(t)en om 7 uur, en het is ongeveer even lang rijden. Dus dat is steeds voor 6 uur op, gauw aankleden en ontbijten, en dan snel weg. Ook dat heeft zo zijn functie gehad: ik heb daardoor weer kunnen wennen aan ‘vroeg op en weg’ – iets wat ik twee jaar lang niet heb hoeven doen voor mijn werk. Twee jaar lang rolde ik eens een keer uit bed en schoof ik op m’n gemakje achter de computer – dat lukte voor 9 uur altijd wel.

De eerste cursusochtend stond ik dus om 7 uur langs de rand van het zwembad in Rhoon zo van: jemig, wat een ochtend, en nou moet ik nog zwemmen ook! Het went, en sindsdien wordt het lichter. Het gaat dus steeds makkelijker, al is het verkeer wel een dingetje – drukker dan ik me herinner van de vorige keer. Hier zijn twee vroege-ochtend-foto’s uit Rhoon, 30 maart, de tweede is het zwembad:

Het blijft wel lekker om nog voor 9 uur alweer thuis te zijn en dan al gesport te hebben. De werkdag kan dan al bijna niet meer stuk.

Op eigen houtje ging ik toch meestal op het lunchuur of ’s middags. Ik heb vooral techniek geoefend. Het is bijna elke week gelukt om in totaal drie keer te zwemmen. Het werd ongeveer halverwege die periode makkelijker doordat toen ook het Van Maanenbad de laatste coronamaatregelen overboord kieperde. Sindsdien is dat zwembad, met z’n royale openingstijden, ook weer een serieuze optie. Het kan er heel druk zijn, maar ik heb de laatste tijd vooral het omgekeerde meegemaakt: een paar weken geleden had ik de laatste tien minuten het hele zwembad voor mezelf alleen!

Vorige week zwom ik, samen met Henk, ook nog voor het eerst in het buitenwater, bij ons achter in de Schie. 5 mei is een gemiddelde buitenzwemstart: in warmere voorjaren begin ik in april, in koudere pas in de tweede helft van mei. De neopreen cap onder mijn badmuts was eigenlijk al niet meer nodig:

De eerste keer in open water is veelbelovend natuurlijk: wat is er nou mooier dan zwemmen met zicht op pulletjes:

Kortom: de goede tijd van het jaar is aangebroken!

 

Door |2022-05-14T12:06:42+02:0014 mei 2022|Zwem|0 Reacties

Kabbelend zwemboek

Ik heb weer een leuk boek gelezen: Water pakken, van  Kirsten van Santen. Het is een ‘zwembiografie’ van persoonlijke belevenissen in Nederlandse zwembaden en buitenwater, gekoppeld aan literatuur en gesprekken met mede-zwemmers.

Ik had nog nooit zo’n soort boek over zwemmen gelezen, wel over de andere twee sporten. Boel herkenbare dingen, zeker als ze zwemt in water dat ik ook ken. Van Santen heeft wel een liefde voor het zwemmen die ik niet in die mate deel. Ik bedoel: ik houd van zwemmen, van  het gevoel van in het water zijn, van prutsen met de techniek, en buitenwater kan mij zeker roepen – het Oostvoornse meer deed dat laatst. Maar voor mij zit fietsen toch veel dichter op mijn ziel, en veel van wat Van Santen schrijft herken ik meer daarvan: over hoe je de sport nodig hebt voor je levensgeluk en hoe zeer je sport raakt aan je hele leven. Het is echt een ode aan het zwemmen, vooral in buitenwater.

Sowieso leuk om eens zo veel zo nadrukkelijk over zwemmen te lezen. Ik raakte af en toe nieuwsgierig naar de zwemplekken die ze beschrijft die ik niet ken. Ik stak er ook nog wat van op. Ik was bijvoorbeeld best wel geschokt om te lezen dat de Grevelingen in de diepte eigenlijk helemaal dood is vanwege gebrek aan beweging in het afgedamde water. Over vervuiling en waterkwaliteit gaat het ook, zelfs de actuele pfas-situatie in de Westerschelde kwam voorbij, als ze gaat zwemmen op de plek waar ik ooit mijn eerste zwemslagen maakte: het Vlissingse badstrand.

Ik vond het een leuk boek om te lezen, ik houd wel van die beetje filosofische sportboeken met reflectie op eigen ervaringen en literatuur en dan ook nog met een relatie met maatschappelijke thema’s. Het is ook echt zwemmen als levenskunst: het gaat om zo veel meer dan de prestatie.

Mijn enige kritiekpunt is dat ik het boek wat herhalend vond: voor mijn gevoel las ik net iets te vaak ongeveer hetzelfde. Anders gezegd: de lijn in het boek was voor mij niet helemaal duidelijk. Het kan zijn dat het hele boek opbouwt naar het ‘orgelpunt’ in het laatste hoofdstuk, een bijzondere zwemtocht, en dat ze de verschillende ervaringen, inclusief het overwinnen van angst, nodig heeft gehad om die aan te kunnen – maar dat is mij dan net wat te impliciet. Het kan dus ook zijn dat die opbouw er niet is, en dat het gewoon een aantal zwemervaringen op een rijtje zijn, maar dan ‘kabbelt’ het me te veel. Ik heb wel behoefte aan ontwikkeling in zo’n boek dus, wat ook wel wat zegt over mij als lezer.

Nog verder lezend realiseerde ik me: een zwemboek dat kabbelt, net als water, dat past ook eigenlijk wel.

 

Edit, wat later: ik realiseerde me net dat ik dit vandaag wel op een mooie datum schrijf. Precies een jaar geleden ging ik vandaag voor het eerst weer zwemmen, na de lockdown van 148 dagen. Het eerste moment van afzetten, in die helderblauwe wereld van het Van Maanenbad in de lentezon, dat herinner ik me nog zo goed – dat was puur geluk.

Door |2022-05-12T12:27:02+02:0012 mei 2022|Boeken, Zwem|0 Reacties

Koud-water-workshop

Lag ik daar afgelopen zondag zomaar ineens zonder wetsuit in het Oostvoornse meer:

Ik heb die middag een koud-waterworkshop gedaan in een kleine groep bij Annemarie Pruijt van Energia Training, van wie ik in 2016 chi-running leerde (nog steeds veel baat bij).

Aanleiding was enerzijds dat koud water wel eens wat triathlon-pret heeft vergald: één keer kon ik niet verder zwemmen en ik ben ook wel gespannen geweest voor de kou (voorbeeld) of heb mijn keuze voor wedstrijden ervan af laten hangen (Brouwersdam mede daarom niet voor herhaling vatbaar). De andere reden is dat het mij tof lijkt om ook in de koude tijd van het jaar buiten te kunnen zwemmen – beter dan die drukke chloorbak met elke 25 meter een muurtje, en een alternatief als die dicht is, zoals in de lockdowns.

Ik heb er afgelopen oktober aan gedacht. Maar toen was het ineens veel kouder en toen stond dat me toch te veel tegen. Terwijl ik wel houd van koud douchen en bijvoorbeeld dat zwemmen in het Van Maanenbad in de sneeuw van laatst een enorme kick vond. Ik heb een soort haat-liefde-verhouding met koud water.

Uiteindelijk was het zondag pure liefde. Aan de oever van het Oostvoornse meer ríep het water gewoon, het zag er prachtig uit. Ik voelde de kou wel, maar kon die prima verdragen. Daar had de workshop wel voor gezorgd: dankzij oefeningen die zorgden voor warmte, energie en ontspanning, maar ook dankzij oefeningen in verdragen. We deden bijvoorbeeld oefeningen waarbij je je ademprikkel moest onderdrukken en tegelijk ontspannen, en een squat van maar liefst tien minuten. Dat voelt hartstikke rot, mijn benen trilden als gekken – nou en? Dat kan ik wel.

Op diezelfde manier kun je dus ook koud water verdragen. En dat hoefde minder lang: twee minuten. Dat kon ik dus ook wel. Inderdaad. Het werd zelfs iets langer.

Eye opener vond ik dat juist de standaard reactie van schrikken en dan druk gaan doen, gaan gillen enzo, níet de weg is. Wél de weg is een rustige, diepe buikademhaling. En dan gewoon gaan. Ik bestond uit twee delen: een deel voelde de kou, het andere deel was gewoon rustig aan het ademhalen en bleef dus relaxed.

Het Oostvoornse meer leent zich er wel prima voor, de Schie hierachter is wat lastiger. Dit was ook nog iets heel anders dan echt zwemmen, al zou dat van mij best in wetsuit mogen. Ik wil er zeker mee doorgaan, al weet ik nog niet of ik het zo in het vat kan gieten dat ik een winterharde doorzwemmer word. Maar al helpt het maar een beetje, dat scheelt al. Ik weet nu dat ik het kan.

Sterker nog: ik dacht zondag zelfs ‘goh, is dit alles?’ Hele middag bezig voor een kort eitje. Maar zonder die hele middag had ik dat beslist anders ervaren!

Ik had er een hele sportdag van gemaakt door te fietsen, zowel heen (met haast na de Spijkenisser brug toen die open stond) als terug (prachtige avond, maar ik werd wel moe), 80 kilometer in totaal, met een bult spullen achterop. Hier is een foto van de terugrit, het Brielse meer:

Dik tevreden terug thuis!

 

Door |2022-05-03T20:12:25+02:003 mei 2022|Fiets, Zwem|0 Reacties

Paasthuistrainingskamp, editie 3

In 2014 en 2015 deed ik in het lange Paasweekend iets wat ik ’thuistrainingskamp’ noemde. (In 2014 had ik nog geen blog, in 2015 schreef ik er twee stukken over: tijdens en na.) Dit jaar leek dat me ook wel weer wat: de laatste tijd was het zoeken naar regelmaat en structuur in het trainen en het seizoen nadert met rasse schreden. Het leek me fijn om een paar dagen prioriteit te geven aan het trainen. Zeker toen het weerbericht zich zo gunstig ontwikkelde!

Ik kon er zes dagen van maken: donderdag lukte het ook al om overdag wat langer te trainen en morgen komt er ook nog achteraan. Anders dan in die vorige twee jaren heb ik niet alleen maar veel gefietst. Ik had juist behoefte aan een allround programma: de drie sporten én yoga, zowel lang en rustig als kort en hard. Daardoor werden het gemiddeld per dag minder uren dan in die eerdere jaren, maar het was wel leuk en goed. 

Het was wat puzzelen om een goed gedoseerd programma op te stellen, met de trainingen die ik wilde doen in samenhang met de openingstijden van de zwembaden en met wat er verder leuk (Parijs-Roubaix, mijn lievelingskoers, kijken!) en nodig (donderdag en dinsdag werk, daartussen huishoudelijke klussen en werk aan het boek) was, maar dit werd het:

  • Donderdag: de eerste brick-training van het seizoen: eerst een uur fietsen op de triathlonfiets met langere intervallen net onder FTP, daarna 13 km rustige duurloop, in de stralende polder Schieveen, met kwetterende vogels en alles groen – heerlijk gelopen.
  • Vrijdag: 50′ zwemmen (techniek) en 2u40 rustige duur op de racefiets, lekker zwerfrondje over Putten, langs het Spui en de Bernisse, onder andere genoten van het koolzaad in bloei:

  • Zaterdag: de tweede brick-training van het seizoen: iets langer op de triathlonfiets, met power-intervallen (maximaal omhoog op de macht) in de Beneluxtunnel, op de viaducten van Pernis en de Botlekbrug (de eerste van het seizoen – oef, daar heb ik nog wat werk aan de winkel), daarna 45′ hardlopen met intervallen van 300 of 400 meter.
  • Zondag: paaszwem en paasyoga. Zwemmen: uurtje techniek, met kinderliedjes op de achtergrond want het was tegelijk ook peuter-zwemmen. Yoga: uurtje rekken en strekken met yoga (relatieve hersteldag)
  • Maandag: paasloop en paascore. Eerst de 10 kilometer Paasloop in Numansdorp. Die bepaalde de planning nogal: ik wilde in deze tijd ergens een keer een lekkere tien lopen, en dat kon dus vandaag in Numansdorp, te combineren met een bezoek aan pa, Henks vader die daar woont. Dus dan moest de dag ervoor rustig en met altijd een dag ertussen ‘moesten’ de andere hardlooptrainingen op donderdag en zaterdag, en de dag erna niet meer iets intensiefs. Het was een leuk klein loopje, met inschrijven in een school:

Het lopen zelf ging goed. Het was stralend zonnig weer, maar wel warm, met een droge lucht en ook nog wel een duidelijk voelbaar windje. Het parcours was wel grappig: eerst door de velden van de Hoeksche Waard, een keerpunt in het niks, en op de terugweg nog een extra rondje door het industriegebied. Ik finishte in 54’07, maar het was wel iets te kort. Voor zo’n ’tussendoortje’ prima. Manlief deed ook mee, hij had z’n camera bij zich en zette me dus een paar keer op de foto: voor de start, net voor het keerpunt, op tweederde ongeveer en in m’n eindsprint (let op de mooie bloesems):

En daarna dus op bezoek bij pa:

En nog later 48′ core stability training (ook yoga: kracht en een beetje rekken).

  • Vandaag ben ik op de fiets naar Amsterdam gegaan, waar ik om half 4 moest zijn voor werk. Met een omweg via de bollenvelden,  90 kilometer. Op de Afrika-fiets (want spullen mee), met wat moeie benen van gisteren, en met steeds hardere tegenwind – bij Schiphol was ik dat wel een beetje zat. Er 4u45 over gedaan, mijn langste rit tot nu toe dit seizoen. Het was daarna even haasten om me om te kleden enzo, dus wel wat gedoe, maar al met al was het toch wel erg leuk zo. Ik maak deze blogpost af in de trein terug naar huis.

 

Ik heb alles kunnen doen wat ik had gepland. In totaal was het zo’n 17 uur en drie kwartier, als je alles meetelt, dus ook stadsfiets en yoga. Ik ben nu wel een beetje moe, allround, dat is wel een lekker gevoel. Met ook goed eten, net wat langer slapen, een boel rust toch ook nog en al dat mooie weer waren het heerlijke dagen! 

Door |2022-04-19T19:05:32+02:0019 april 2022|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Zwemmen in de sneeuw

Het was al meer dan twee jaar geleden: ‘uit’ zwemmen. Daarmee bedoel ik: ik moet ergens heen, meestal voor werk, en als het uitkomt maak ik van de gelegenheid gebruik om daar in de buurt te gaan zwemmen. Altijd leuk om eens andere tegeltjes te zien. Zo heb ik de afgelopen jaren regelmatig gezwommen in Amsterdam, Utrecht, Nijmegen en Leiden. Maar het was ook al meer dan twee jaar niet het geval, met al dat thuiswerken.

Vrijdag moest ik ’s middags in Amsterdam op de Zuid-as zijn, en toen dacht ik: laat ik eens kijken. Daar niet ver vandaan is het De Mirandabad, waar ik op deze manier wel vaker ben geweest, binnen in het 25-meterbad. Vorig jaar werd dat zwembad wereldberoemd in Nederland om het het eerste en lange tijd het enige was waar je in die eindeloze lockdown kon zwemmen – het was immers buiten, en 50 meter nog ook. Van heinde en verre kwamen de zwemmers erheen. Ik niet, ik vond dat in allerlei opzichten te ver gaan: qua corona-maatregelen toen maar ook qua reizen en tijd. 

Dat buitenbad bleek afgelopen vrijdagochtend open, en toen dacht ik: dan wil ik het wel eens meemaken. Ik bedacht dat een paar dagen van tevoren en had het er even over met Niels, een mede-triatleet van een andere opdrachtgever die daar in de buurt woont met ik vaker over triathlon dan over adviesrapporten praat. ‘Dan ga ik mee,’ zei hij. Leuk! Hij wist ook nog wat praktische zaken.

Het werd nog wel even spannend, want toen werd het winters en ging het sneeuwen. Niet alleen leek dat me bere-koud, maar ook zat ik met een mogelijk vervoerprobleem. Ik zou met de auto immers, want de watertemperatuur noopte tot wetsuit en met ook nog laptop en handouts enzo bij me werd het te veel voor fiets en trein. Ik moest er ook nog voor zorgen een beetje fatsoenlijk bij die opdrachtgever aan te komen, dus dacht na over warme, makkelijk aan te trekken nette kleren.

Uiteindelijk viel het verkeer reuze mee. Dus ik naar Amsterdam, waar de laatste restantjes sneeuw nog zichtbaar waren. Ik kleedde me om in de tent met kacheltje:

Ik trof Niels en we hadden een hele baan voor onszelf alleen. Het was aan de frisse kant, maar goed te doen als we maar bleven bewegen. We hebben nog wat intervalletjes samen gezwommen zelfs, dat ging net als Niels zich inhield en ik me flink inspande – hij is veel sneller dan ik.

Zo kwam ik erachter dat ik wel degelijk sneller ben in wetsuit. Ik had nog nooit in een zwembad in wetsuit gezwommen, en in buitenwater is de afstandsmeting niet zo precies en is er een boel anders wat de snelheid bepaalt. Daardoor had ik het nooit kunnen meten. Ook nu weet ik het niet precies omdat ik niet weet wat het scheelt in een 50 meter bad, maar ik zwom een snelle 100 meter wel frappant makkelijk. Het scheelt niet veel, maar wel wat.

Klein uur gezwommen, toen was het tijd om verder te gaan. Eruit was wel even koud in de ijzige wind, vooral aan handen en voeten. Gelukkig waren er warme douches. Daarna maakte ik nog gauw deze foto:

Als je goed kijkt, zie je daarop stoere bikkels zonder wetsuit! Niels maakte deze foto van me, let op het klontje sneeuw tegen de boom:

(aanvulling 12 april: ook de foto van Niels erbij:)

In de auto, met thermosflesje thee, warmde ik snel genoeg weer op en kon ik ook mijn haar enigszins fatsoeneren. Bij mijn opdrachtgever werden ook mijn voeten weer warm en kreeg ik enorm veel energie. Die kick duurde tot in de avond.

Ik vond het heel erg leuk en voor herhaling vatbaar. Buiten is fijn, 50 meter is lekker zwemmen, zo rustig gaf heerlijk veel ruimte, het voelt stoer, ik kreeg er veel energie van, het was leuk om samen te zwemmen.

Ik vond het alleen wel een ethisch dilemma. Wat een energie moet het kosten om zo’n enorme bak water te verwarmen, voor een handjevol mensen – al was het water net een graadje kouder geworden. Dan nog. Niet fijn voor milieu en klimaat en het sponsort Poetin want het is op gas. Dan ‘moest’ ik ook nog met de auto, waar ik anders voor het OV gekozen zou hebben. Oef. Morgen weer braaf op het fietsje naar een 25-meter-binnenbad. 

 

Door |2022-04-03T19:16:43+02:003 april 2022|Zwem|1 Reactie

Eindelijk!

Ik vond een zwemloop altijd een nogal masochistische bezigheid: fietsen is immers m’n beste en dierbaarste sport van de drie, en net die doe je dan niet. Ik had ooit eens één kort informeel zwemloopje gedaan in buitenwater op een trainingsdag van de Vrouwentriathlon, dat was toen toch wel leuk.

Al jaren wilde ik een keer toch zoiets masochistisch doen maar dan op een voor mij bijzondere plek: in mijn geboorteplaats. Zwemmen in het mooie Vrijburgbad waar ik sowieso wel eens kom en dan lopen daar in de buurt, net een stukje Vlissingen dat ik niet zo goed ken.

Aan de hand van mijn logboek kan ik nagaan dat ik tussen 2016 en 2019 nooit kon op de dag van de Zwemloop Vlissingen. In 2020 stond ik ingeschreven, maar toen kwam corona ertussen, en ook vorig jaar ging het niet door. Gister was het dan ein-de-lijk zo ver.

Manlief en ik hadden allebei gekozen voor de korte afstand: 500 meter zwemmen, 5 kilometer lopen. Hij zwemt nooit in het zwembad en dus ook niet buiten het openwaterseizoen en verwachtte met z’n schoolslag als laatste uit het water te komen – en dat was ook zo. Ook ik had gezien dat het niveau hoog was, en mijn zwemconditie is nog niet op peil na de zwembadsluiting van deze winter. Verder gaat het wel al heel lekker, maar een kilometer leek me nog een pleuriseind.

Bovendien had ik geen idee van m’n loopvorm, een week na de frustrerende halve marathon. Ik heb in die week veel rust genomen, voelde me tot woensdag vreemd moe, maar sindsdien opgeknapt – voor mijn gevoel heb ik toch echt wat onder de leden gehad ofzoiets.

Er kwam nog bij dat het met Henks vader niet goed gaat: die ligt sinds vrijdag in het ziekenhuis. Henk wilde toch wel mee, maar het werd een bliksembezoek aan Vlissingen: meteen na de finish terug naar Rotterdam voor het bezoekuur.

Dus met wat mitsen en maren aan de start. Leuk om voor het eerst in het seizoen in de weer te zijn met spulletjes klaarleggen voor de wissel, m’n wedstrijd-zwembrilletje op te graven, talkpoeder in m’n loopschoenen te doen, en een badmuts van de organisatie te krijgen. Het gaat weer kriebelen! De startnummers waren overigens medisch geheim, nouja, de doos:

Toen het zwembad in, heel even kunnen inzwemmen. Beetje gek dat de banen gemengd waren – je had je verwachte zwemtijd moeten op moeten geven, en meestal zijn ze dan gesorteerd met ongeveer even snelle zwemmers. De snelste in mijn baan raffelt 500 meter af onder de 7 minuten, zei hij, en inderdaad kwam hij mij na 100 meter al voor het eerst voorbij. Ik leek vooraf de langzaamste te zijn, ik hoopte net boven de 10 minuten uit te komen. Ik heb de rest dus even weg laten stormen en ben toen steady erachteraan gegaan.

Lekker gezwommen verder, nouja, beetje rommelig is het altijd zo, maar iedereen gedroeg zich keurig. Het vloog voorbij. Als ik in het zwembad een interval van 500 meter zwem, vind ik dat lang en saai. Nu was het zó gebeurd. Ik tikte aan in 10-blank, ben ik blij mee, en een fractie voor een baangenote die kennelijk langzamer had gezwommen dan voorspeld. Ik sprintte haar er in het laatste baantje net uit.

Daarna kwam een buitengewoon trage wissel. Eigenlijk moest je in je baan uit het zwembad klimmen over de rand, maar dat zag ik niet zitten: die rand is net te hoog en ik kan mezelf daar misschien wel net uithijsen, maar dat kost veel moeite en bij zoiets blesseer ik makkelijk m’n hypermobiele polsen, is mijn ervaring. Ik zag dat dus niet zitten – meerdere vrouwen in mijn baan niet, trouwens. Ik ben dus naar het trapje gezwommen. Daarvoor moest ik drie banen oversteken en voorrang geven aan de zwemmers die daar nog bezig waren – waaronder Henk.

Vervolgens was ik even aan het klunzen met m’n spullen en m’n schoenen, zo’n typische net-niet-scherp-wissel. Deels zelf gekozen: vanwege de koude wind wilde ik een shirt aan over m’n natte pakje en ik had gekozen voor mijn lekkerste en snelste schoenen, maar daar kom ik met natte voeten niet razendsnel in.

Enfin, toen gaan lopen en dat ging meteen superlekker: straffe bries in de rug, stralende zon, veel zuurstof in de lucht, en erg leuk: meteen een fietspad op waar ik nog nooit geweest was. Ik zei het nog tegen een mede-loper: ik ben in Vlissingen geboren en getogen en ik kom er nog vaak, en toch was ik precies hier nog nooit geweest. Deels is dat omdat dat hele gebied nieuw is. Ik kan me niet herinneren wat er was toen ik opgroeide – niks, denk ik, weilanden. Ik zette het fietspad na de finish op de foto; rechts is het hek van de sportvelden van onder andere organiserende vereniging Dynamica:

Het was een echt Walchers parcours: langs bunkers, met uitzicht op de Lange Jan, we schampten langs Middelburg en de tegenwind werd gebroken door meidoornhagen. Opnieuw vlogen de kilometers voorbij. Ik haalde zowaar een paar andere lopers in – maar werd al heel gauw ingehaald door manlief, die voor zijn doen best goed had gezwommen. Bij het keerpunt stond een fotograaf (dank!):

En hier komt manlief:

Ik liep in 26:13, dat is voor mij gewoon een goeie 5 kilometer, en finishte in 39’24. Voor mijn gevoel ging het gewoon hartstikke goed allemaal, zo anders dan vorige week, en dat is wel erg lekker. Dus, we gingen dik tevreden op de selfie; die bloempot achter ons is de entree van het zwembad:

Ik vond het heel erg leuk om te doen: het heeft iets speels en flitsends. Beetje kneuterig ook: heel kleinschalig, met een stuk of vijftig deelnemers. Niks-niet masochistisch, voor herhaling vatbaar!

 

Door |2022-03-20T11:15:11+01:0020 maart 2022|Loop, Zwem|0 Reacties

Eind & herbegin

Ik ben vandaag weer wezen zwemmen, voor het eerst sinds 17 december. Het is de zoveelste zwem-herstart sinds voorjaar 2020. Dit leek de makkelijkste: het was alsof ik gister nog in Zwembad West geweest was. Ik voelde me meteen weer thuis toen ik dit bord voor de ingang zag staan:

Dat klungelige is zo typerend voor Zwembad-West…. “Ik ga wemmen!” dacht ik meteen.

Nou, dat wemmen ging ook prima. Ik heb zeker aan specifieke conditie ingeboet, maar technisch voelde het meteen best goed, beter dan ik had verwacht. Het was geen lange zwemloze periode natuurlijk, en ik heb onderhoud gepleegd aan m’n wemspieren door twee keer per week de borstcrawl-beweging te simuleren met behulp van het wemkoord:

Niet echt m’n hobby, maar het bereikte het doel: ik kreeg geen last van m’n schouders (zoals vorig jaar wel, mogelijk door de plotselinge terugval in activiteit van m’n grote rugspier) en de ‘hoge elleboog’ voelde nu niet als heel rare beweging.

Ik deed ook nog elke week ‘yoga for swimmers‘, wie weet hielp dat ook, en dat was wél leuk.

Over yoga gesproken: met het opnieuw weer gaan zwemmen kwam er een einde aan mijn tweede yoga-streak. Vorig jaar haalde ik 148 dagen yoga achter elkaar, dit keer waren het er 57. Dat is een heel verschil, maar de grote overeenkomst was dat ik het opnieuw zeer de moeite waard vond: leuk en nuttig.

In de 57 dagen yoga achter elkaar zat in januari een actuele ’30 days of yoga’ van Adriene rond het thema ‘move’. Zo’n samenhangend programma was leuk en goed om te volgen. Ik vulde het soms aan met wat gerichtere training voor m’n core stability, bovenrug en die yoga voor zwemmers dus. Voor en na die 30 dagen deed ik koos ik steeds iets uit waar ik zin in had of wat me goed leek, met veel afwisseling. Ik heb inmiddels een hele collectie favoriete filmpjes van Adriene, gerangschikt naar tijdsduur en in categorieën, zoals: specifiek voor buik/core, voor andere lichaamsdelen, algemeen oppeppend of juist rustgevend, per sport, per thema, enzovoort. Daar koos ik dan uit.Net als vorig jaar leerde ik weer veel, ook enkele nieuwe houdingen (zoals de ‘nederige krijger‘). Ik had opnieuw veel baat bij de dagelijkse yoga:

  • Kracht, vooral in mijn polsen, armen en schouders van al die planken.
  • Lenigheid: langzaam-maar-zeker naderen in de downward facing dog m’n hielen de grond, en in de vlinderpositie kan ik voorover buigend bijna met m’n neus bij m’n voeten)
  • Coördinatie en lichaamsbewustzijn: mijn lichaam als ‘one moving part’, zoals Adriene het zegt, en: how you move matters.
  • Het brede beweegrepertoire waar ik onlangs over schreef (zie weer de foto van krijger 2)
  • Meer gevoel voor de ‘staf’ (danda, de ruggengraat als stabilisator) bij de yoga en tijdens het dagelijks leven en hardlopen
  • Acceptatie van wat is, zeker in het geval van zo’n ‘voorgeschreven’ sessie als tijdens de 30 days. Dan ‘moest’ ik wel eens wat waar ik net niet zo’n zin in had, een straffe krachtsessie op een moment dat ik al moe was bijvoorbeeld. Nouja, dan maar zonder zin, eventueel de kantjes er wat van af lopend. Het hoeft niet elke dag een kunststukje te zijn immers.

Dat alles verdiepte en verbreedde. En met m’n sanskriet gaat het ook goed, als ik over die vlinderpositie al denk als baddha konasana. Voor mijn gevoel lag het accent (of legde ik het accent) in deze streak verder net iets meer op ademhalen en ontspannen dan vorig jaar.

* * *

Ik overweeg om ook zonder zwembadsluitingen in toekomstige winters een periode te doen met veel yoga en weinig zwemmen. Allebei gaat niet, dat is te veel voor mijn schouders. Yoga gaat daarom voorlopig weer op een wat lager pitje en echt gericht op ondersteuning van de drie triathlonsporten. Met zwemmen er dus ook weer bij. In de verte lonkt het triathlonseizoen!

 

Door |2022-02-14T16:23:53+01:0014 februari 2022|Zwem|0 Reacties

Niet zwemmen, en al helemaal niet in Gent

De zwembaden gaan vroeger weer open dan ik had verwacht. Toch stel ik het zwemmen nog even uit, nog wel minstens een maand, denk ik:

  • Ik wil eerst de omicron-hausse laten passeren. Voor mezelf ben ik niet zo bang ervoor, maar manlief en ik willen niet onze ‘kwetsbare oudere’ besmetten (Henks vader). In de ‘vroege’ omicronlanden duurde de piek maar kort, dus hopelijk ziet het er over een maand beter uit dan 40.000 besmettingen per dag – and counting.  Buiten of met een goed mondkapje vind ik het allemaal niet zo’n punt, maar het zwembad vertrouw ik nog niet helemaal, ook niet met QR-code: gevaccineerde mensen kunnen ook besmettelijk zijn.
  • Ik vermaak me nog wel met de yoga. Ik doe het weer elke dag sinds de zwembaden sloten, vandaag was dag 30 van de streak. Ik wil sowieso de huidige #30daysofyoga afmaken, ‘Move’, van Yoga With Adriene. Die is erg fijn en nuttig, en loopt nog tot het einde van de maand. De dagelijkse yoga doet me net als vorig jaar goed.
  • Als die 30 days erop zitten, begint net m’n taperperiode richting de halve marathon, en dat is ook niet zo’n geschikt moment om te beginnen met zwemmen, dus dan komen er nog twee yoga-weken bij. Volgens mij heb ik bij de yoga namelijk juist veel baat voor het lopen.  De dagelijkse dosis, wekelijks extra core-training in yoga-vorm, en op het ogenblik komt er zelfs nog een paar keer per week een extra rek-sessie bij, want manlief kreeg last van verkortende spieren en is dus z’n loopspieren ook op een yoga-manier aan het rekken. Ik deed het eerst voor en zo is de gewoonte ontstaan om met hem mee te doen. De souplesse rond m’n heupen is ook niet mijn sterkste punt, maar daar helpt de yoga dus zeker voor!

Deze week ben ik ook nog eens heel nadrukkelijk niet aan het zwemmen in Gent. Huh? Ik leg het uit. Ik had me opgegeven voor het VIOT-congres in die stad. Het vorige waar ik ben geweest was in Leuven, in 2014 (de editie ertussenin miste ik omdat ik in Nieuw-Zeeland zat). Ik ben toen twee keer ’s avonds wezen zwemmen, en dat was erg leuk. Ik had in oktober meteen gekeken, en gezien dat Gent een heel fraai zwembad heeft, niet ver van de congreslocatie: Van Eyck. Dus dat zag ik al voor me.

Maarja, congres werd afgelast. Aan afgelastingen ben ik na twee jaar wel gewend geraakt natuurlijk, maar af en toe ben ik me nog wel bewust van een soort schaduwbestaan, een parallelle wereld waarin ik deze week in art-deco-stijl zou zwemmen. Dan zucht ik maar eens diep, en hoop ik op betere tijden.

 

 

Door |2022-01-17T20:03:38+01:0017 januari 2022|Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant