Ik heb weer een leuk boek gelezen: Water pakken, van  Kirsten van Santen. Het is een ‘zwembiografie’ van persoonlijke belevenissen in Nederlandse zwembaden en buitenwater, gekoppeld aan literatuur en gesprekken met mede-zwemmers.

Ik had nog nooit zo’n soort boek over zwemmen gelezen, wel over de andere twee sporten. Boel herkenbare dingen, zeker als ze zwemt in water dat ik ook ken. Van Santen heeft wel een liefde voor het zwemmen die ik niet in die mate deel. Ik bedoel: ik houd van zwemmen, van  het gevoel van in het water zijn, van prutsen met de techniek, en buitenwater kan mij zeker roepen – het Oostvoornse meer deed dat laatst. Maar voor mij zit fietsen toch veel dichter op mijn ziel, en veel van wat Van Santen schrijft herken ik meer daarvan: over hoe je de sport nodig hebt voor je levensgeluk en hoe zeer je sport raakt aan je hele leven. Het is echt een ode aan het zwemmen, vooral in buitenwater.

Sowieso leuk om eens zo veel zo nadrukkelijk over zwemmen te lezen. Ik raakte af en toe nieuwsgierig naar de zwemplekken die ze beschrijft die ik niet ken. Ik stak er ook nog wat van op. Ik was bijvoorbeeld best wel geschokt om te lezen dat de Grevelingen in de diepte eigenlijk helemaal dood is vanwege gebrek aan beweging in het afgedamde water. Over vervuiling en waterkwaliteit gaat het ook, zelfs de actuele pfas-situatie in de Westerschelde kwam voorbij, als ze gaat zwemmen op de plek waar ik ooit mijn eerste zwemslagen maakte: het Vlissingse badstrand.

Ik vond het een leuk boek om te lezen, ik houd wel van die beetje filosofische sportboeken met reflectie op eigen ervaringen en literatuur en dan ook nog met een relatie met maatschappelijke thema’s. Het is ook echt zwemmen als levenskunst: het gaat om zo veel meer dan de prestatie.

Mijn enige kritiekpunt is dat ik het boek wat herhalend vond: voor mijn gevoel las ik net iets te vaak ongeveer hetzelfde. Anders gezegd: de lijn in het boek was voor mij niet helemaal duidelijk. Het kan zijn dat het hele boek opbouwt naar het ‘orgelpunt’ in het laatste hoofdstuk, een bijzondere zwemtocht, en dat ze de verschillende ervaringen, inclusief het overwinnen van angst, nodig heeft gehad om die aan te kunnen – maar dat is mij dan net wat te impliciet. Het kan dus ook zijn dat die opbouw er niet is, en dat het gewoon een aantal zwemervaringen op een rijtje zijn, maar dan ‘kabbelt’ het me te veel. Ik heb wel behoefte aan ontwikkeling in zo’n boek dus, wat ook wel wat zegt over mij als lezer.

Nog verder lezend realiseerde ik me: een zwemboek dat kabbelt, net als water, dat past ook eigenlijk wel.

 

Edit, wat later: ik realiseerde me net dat ik dit vandaag wel op een mooie datum schrijf. Precies een jaar geleden ging ik vandaag voor het eerst weer zwemmen, na de lockdown van 148 dagen. Het eerste moment van afzetten, in die helderblauwe wereld van het Van Maanenbad in de lentezon, dat herinner ik me nog zo goed – dat was puur geluk.