Zwem

Doorzwemmen

Ik heb al mijn hele leven een haat-liefde-verhouding met koud water:

  • De liefde: ik heb ooit eens, lang geleden, op de middelbare school nog, tot 1 december doorgezwommen in zee, nouja, een dagelijkse duik erin. Ik heb in 2014 in Tuktoyaktuk, Canada samen met manlief een duik in de Noordelijke IJszee gedaan….

    …en ik heb in nog wel meer stervenskoude zeeën gezwommen. Ik douche me altijd koud na. Koud water geeft een grote kick!
  • De haat: ik ben wel eens uitgestapt uit een triathlon omdat ik door de kou niet meer kon zwemmen en vind ik mezelf geen grote held op het gebied van zwemmen in koud water. Ik krijg gauw witte vingers bijvoorbeeld. En ik heb ook gewoon een hekel aan kou. Brr!

De afgelopen twee jaar had ik een vaag voornemen om in de winter buiten door te zwemmen, met het oog op de lockdown-zwembadsluitingen, maar als puntje bij paaltje kwam leek het me toch te naar en kwam het er niet van.

Om de haat-liefde-verhouding nader te onderzoeken deed ik afgelopen voorjaar een koudwaterworkshop. Ik heb daar twee belangrijke inzichten aan overgehouden:

  • Het moment waarop ik door moet zetten met openwaterzwemmen is net het moment waarop verder alles in de ruststand gaat, namelijk: direct na het triatlonseizoen, in de herfst. Daar zit strijdigheid in. Als ik door wil zwemmen, moet ik dan dus in het ‘slome’ seizoen extra discipline opbrengen. Een gat laten vallen is fataal, dat had ik al gemerkt, dan is het al gauw helemaal te akelig.
  • Die narigheid van kou – dat is een kwestie van verdragen. Winterzwemmers voelen ook gewoon kou en ze vinden dat niet prettig. Niemand houdt van kou. Dat is het punt dan ook niet. Een paar minuten kou verdragen, dat kan wel. Dat is waar het om gaat: de kou voelen dat okee vinden. Ondanks dat je lichaam schreeuwt van ‘akelig!!!!’ Want dat is het – koud water is in principe zelfs levensbedreigend. Je kunt je ademhaling gebruiken om daarin toch kalm te blijven. Zo van: ‘komt goed, lichaam, we gaan er op tijd weer uit’.

Gewapend met die twee inzichten is het me de afgelopen maanden inderdaad gelukt om te blijven zwemmen. Nouja, vorige week even niet, toen lag er ijs. Het is een experiment, het ‘moet’ niet, maar tot mijn eigen verbazing heb ik het volgehouden tot nu. Het koudst was twee weken geleden, bij een watertemperatuur van zo’n vier graden. Dat zie ik aan de thermometer onder mijn eendje:

In oktober was het eerst een eitje omdat het toen zo warm was. Daarna gierde watertemperatuur naar beneden. Ik kreeg toen te dealen met één probleem dat wat verder ging dan kou verdragen: zere vingers. Pijn is iets anders dan kou. Eén keer hield de pijn nog een tijdje aan nadat ik uit het water kwam en waren mijn vingers daarna de rest van de dag gevoelig, en dat lijkt me over een grens. Ik ben aan het experimenteren met zwemhandschoenen, daarover later meer. Vandaag ging het weer beter, maar mijn vingers zijn wel de beperkende factor.

Verder gaat het goed. Ik zwem in wetsuit en met neopreen cap. Tot aan de tien graden zwom ik tien minuten of langer, sindsdien is het korter vanwege mijn vingers. Qua zwemmen stelt dat niks voor, daar gaat het niet om: het gaat om me verhouden tot koud water.

Ik leer er veel van, vooral op het gebied van die onvoorwaardelijke acceptatie van kou, dus dat verdragen. Dat kan ik inderdaad best wel hebben, tien minuten kou. De kou valt eigenlijk zelfs mee, want het wetsuit voorkomt dat die echt binnenkomt. En binnen een paar tellen sta ik onder m’n eigen warme douche, samen met m’n stapel neopreen:

… dat daarna wel moet drogen:

Ik kom er zo achter dat ik dat even zwemmen in koud water veel leuker vind dan ik had verwacht. Als ik eruit kom, voel ik me beresterk:

Dat is de grote kick ervan. Net zoals ervaren hoe bijzonder het is om in december in de Schie te liggen.

Wel hoop ik dat de komende tijd de watertemperatuur stabiel blijft, zodat ik meer kan wennen en de tijdsduur misschien weer wat kan uitbreiden: terug naar die tien minuten. Ik ben nu nog elke keer voorzichtig, want ik moet ook nog uit het water klauteren en wil onderkoeling voorkomen:

Manlief bleef de laatste tijd steeds een oogje in het zeil houden en maakte dan dus steeds de foto’s bij deze blogpost (volgend jaar doet hij mee, zegt hij, dat kon nu niet vanwege zijn staaroperaties). Het ging steeds goed, maar vandaag was het wel fijn dat het voor het eerst niet veel kouder was, dat gaf meteen vertrouwen. Het water was bij mijn kerstzwem ruim zes graden; een waterkippie keek verbaasd toe:

Aan koudwaterzwemmen worden allerlei gunstige gezondheidseffecten toegeschreven. Ik weet niet of mijn variant, één keer per week wetsuit, daarvoor genoeg is. Dat maakt me ook eigenlijk niet uit. Ik heb zelden in maar een paar minuten per week zo veel geleerd en zo veel nieuwe ervaring opgedaan. Mijn verhouding tot kou verandert: ik zie beter het verschil tussen ‘pijn’ en ‘lijden’: kou is naar, maar ik bepaal zelf hoe groot ik dat maak in mijn hoofd. Kleiner dan voorheen, dus. Mijn zelfbeeld is er zelfs door veranderd: mijn lijf kan meer hebben en ik ben stoerder dan ik dacht 😇 Dat is sowieso de moeite waard.

Ik zie dit als eerste stap. Misschien kan ik volgend jaar wel langer zwemmen, of zonder wetsuit – wie weet!

 

Door |2023-03-19T18:15:33+01:0025 december 2022|Waarom, Zwem|0 Reacties

Een bijzondere oktobermaand

Met de triathlon van Hengstdijk vorige maand kwam er een einde aan mijn triathlonseizoen en begon wat in trainingstermen een overgangsperiode genoemd wordt: een tussentijd om goed uit te rusten en weer gretig te worden, voordat de opbouw naar nieuwe doelen begint. Het is een periode om wel te mogen maar niks te moeten. In de zin van: geen schema, binnen m’n grenzen blijven (= niet opbouwen), makkelijk een keertje overslaan als dat beter uitkomt, sporten naar behoefte.

Dat kwam gelegen, want ik wist van tevoren al: ik zou een knetterdrukke werkmaand ingaan. Die werd nog drukker dan verwacht, en ondertussen vraagt ook Henks situatie nog steeds aandacht. Hij heeft ondertussen de tweede staaroperatie gehad dus wordt het met zijn ogen wat overzichtelijker, maar het is nog steeds behelpen voor hem. Voor mij is het wennen aan een nieuwe thuissituatie, die overigens ook zo z’n voordelen heeft: waarschijnlijk gaat zijn lange periode van arbeidsongeschiktheid naadloos over in zijn vervroegde pensionering.

Ik heb dus weinig tijd gehad om te sporten. Een paar keer schoot er wat bij in vanwege drukte of te moe, en dat was eigenlijk wel goed. Sport diende de broodnodige ontspanning. Vooral het wandelen was daar fijn voor.

Zo zakt m’n conditie wel wat in, maar dat is niet erg. Dat is juist de bedoeling: om te kunnen pieken, moeten er ook dalen zijn. Regelmaat houd ik er toch wel in, daarvoor vind ik sporten veel te fijn.

Op het ‘niks moeten’ maakte ik een uitzondering: elke week een keer in het open water zwemmen. Ik weet: als ik dat in oktober niet meteen doorzet, lukt het niet meer. Zo ging het de afgelopen twee jaar, waarin ik vage voornemens om langer door te zwemmen niet concretiseerde. Met de ervaring van de koud-water-workshop erbij is dat concretiseren wel gelukt, althans: tot nu toe, en dat is voor het eerst. Belangrijkste wat ik toen leerde is dat de kunst is om kou te verdragen. Dat klinkt simpel, maar het was toch een eye opener: dat doorzwemmers de kou ook heus voelen, maar zich er niet door laten tegenhouden. Kou voelen is het probleem niet – wat is nou eventjes kou verdragen, niks toch?

Het is nu nog helemaal niet zo koud natuurlijk, het water is zelfs al wekenlang niet eens kouder geworden, maar zo kan ik wennen. Ik heb de afstand iets kunnen uitbouwen zelfs, maar het hoeft niet lang – tien minuten is al genoeg, gister zwom ik het dubbele. Het bevalt uitstekend. Ik ben benieuwd hoe lang ik het ga volhouden. Zo lang mogelijk, in principe, maar ik stop als het me te gek wordt.

Nou was het natuurlijk wel een makkelijke maand voor dat zwemmen, en een heerlijke maand om toch lekker naar buiten te gaan. Het is zorgelijk qua klimaatverandering, zo’n warme oktober, maar ik vind het voor mezelf wel heel lekker. Naast warm en zonnig is het ook prachtig. Ik heb bij wandelen, hardlopen en fietsen volop genoten van het licht, de herfstkleuren….

Zonsopgang op de fiets onderweg naar een opdrachtgever in Leiden (28e). Als je goed kijkt, zie je op het weiland de schapen in mistflarden staan.

…en de vele prachtige paddenstoelen, vooral op de houtstapels in Park Zestienhoven:

Ook dat zwemmen met de herfstzon was gaaf, dat maak ik voor het eerst mee. Deze foto met streep zonlicht maakte manlief gisteren:

Iets minder fraai is dat ik, ondanks relatief weinig sporten, een paar pijntjes heb opgelopen. Dat is niet toevallig natuurlijk – het valt me eigenlijk nog mee hoe goed mijn lijf het heeft gehouden de afgelopen maand. Het meest opvallende van de gebreken is een bult op mijn pols die er mogelijk al langer zit: ganglion, een onschuldige cyste. Hij laat zich moeilijk op de foto zetten, maar dit geeft een indruk (dit is dus m’n linkerpols):

Wat oorzaak en gevolg is, weet ik niet, maar ik heb meer pijntjes in die pols en hand. Ik heb er niet veel last van, moet wel yoga aanpassen want er volop op steunen gaat niet.

Het is me wel duidelijk dat de manier van leven van afgelopen maand niet goed voor me is en dus ook niet lang vol te houden. Dat hoeft ook niet: de drukte wordt minder, en mede vanwege de pijntjes zet ik de overgangsperiode nog even voort; november komt er ook nog bij.

Ik ben wel al in één opzicht naar het volgende seizoen aan het gluren: ik heb spinning weer opgepakt. Dat had ik sinds februari 2020 niet meer gedaan. Ik had er weer zin in en het blijkt ook leuk om weer te doen. Bovendien heb ik snode plannen met het fietsen. Daarover later meer.

 

Door |2022-10-31T12:33:35+01:0031 oktober 2022|Fiets, Loop, Waarom, Zwem|2 Reacties

Kwart triathlon Hengstdijk 👍

Afgelopen weekend was het slot van zowel mijn triathlonseizoen (begonnen in mei) als mijn vakantie. Die vakantie was op 1 september begonnen en leidde via Bodegraven, de Brabantse Wal en de abdij van Mount Saint Bernard naar… Hengstdijk. Ik heb jaren geleden bedacht dat het me leuk leek om alle Zeeuwse triathlons te doen, en daar, in Zeeuws-Vlaanderen was er zondag een.

Nouja, Zeeuwse triathlon… het is er een die onder Belgische organisatie valt, zo zeer zelfs dat het inschrijven met een Nederlandse licentie met een omweg moest. Ik had er ook alleen maar van gehoord dankzij Lennart73 van het Triathlonforum, in de Nederlandse communicatiekanalen gaat het er niet over. Ik heb het dan ook geheel als Belgische enclave in Nederland ervaren, met als hoogtepunt dat ik bij de doorkomst na mijn eerste loopronde werd omgeroepen als ‘een deelneemster uit Nederland’ ???? In de uitslag ligt het er ook dik bovenop:

Maar ik loop op de zaken vooruit. De Kwart triathlon Hengstdijk vindt plaats op een camping, De Vogel. Toen we donderdag op zoek gingen naar accommodatie, bleek daar nog een sta-caravan te huur. Dat was sowieso al leuk, maar we wisten helemaal niet wat we zagen toen we zaterdagmiddag aankwamen: onze caravan stond klem naast de wisselzone! Dichterbij kon niet!

Ze waren het parc fermé nog aan het opbouwen. Aan de andere kant, een meter of tien lopen… de zwemstart!

Voor mij betekende het vooral een superrelaxte aanloop. Ik kon op m’n dooie akkertje m’n voorbereidingen treffen, ondertussen nog de ontknoping van het WK wielrennen kijkend. Wetsuit aantrekken kon vlak van tevoren voor onze eigen deur.

Zo ontspannen waren de uren voor een triathlonstart nooit eerder! Ik had ook nog eens als een blok geslapen, dus ik voelde me kakelvers.

Desalniettemin: ik had geen idee wat ik qua prestatie kon verwachten. Een wandel- en een fietsvakantie zijn niet de beste voorbereiding voor een wedstrijd, ik had me in Engeland okee maar niet altijd super gevoeld en ik had vrijdag nog wat restanten fietsvermoeidheid gemerkt, samen met een stijve rug. Gezwommen heb ik in de vakantieweken weinig, en al heel lang niet in wetsuit en zeker niet in koud water – dat is razendsnel afgekoeld immers, de laatste keer in de Schie kon nog zonder wetsuit. In België is het triathlonniveau hoog, dus ik dacht nog: als ik maar niet laatste word.

Het was inderdaad even schrikken in het koude (en brakke) water van de kreek en wat hannesen met m’n wetsuit uittrekken, maar verder heb ik lekker gezwommen. Ik kon zowaar op mijn techniek letten, dat is zeldzaam tijdens een triathlon!

Ik had ook al meteen in de gaten dat ik me over dat laatste worden geen zorgen hoefde te maken. Vooraan ging het razendsnel, maar ik haalde al heel gauw zwemmers uit de eerste twee starts (twee en vier minuten voor ons gestart) in.

Het waren twee rondjes, inclusief landstart en Australian exit (landgang tussen de rondes):

Ik deed er dik 22 minuten over (ik heb geen Strava-link want mijn GPS heeft het niet goed gedaan).

Okee dan, altijd fijn als het zwemmen erop zit. Want toen kon ik na de wissel…

lekker gaan fietsen.

Het fietsparcours was drie weken geleden veranderd, en dat vond ik jammer. Het zou namelijk naar het noorden voeren, naar de oever van de Schelde, en dat leek me super. In plaats daarvan werden het vier bochtige rondjes door de polder. Het was inderdaad geen sinecure: bochtig en smal én het was bietencampagne, dus blubber, steentjes en andere zooi op de weg.

Geen makkelijk parcours, wel lieflijk landschap op een prachtige zondagochtend – wat een mazzel met het weer hadden we!

En tot mijn verbazing wilden mijn benen álles wel. Ze hebben zelden zo goed gevoeld in een triathlon. Was ik al heel erg blij  met Bodegraven, dit ging nog veel beter. Nouja, gemiddeld niet harder, daar was het het parcours dus niet naar. Ik heb precies 32 gereden, oftewel 1:24:40 over de 45 kilometer, met een vermogen dat in de buurt komt van de losse tijdrit van vorig jaar. Huh?

Het voelde super. Wat ik nog nooit heb gehad: ik had af en toe het idee dat ik iets concentratie verloor of even iets minder doortrapte, en dan keek ik met de verwachting dat m’n gemiddelde vermogen wel gezakt zou zijn. Maar dat was dan steeds niet zo. Mijn benen leken het wel vanzelf te doen!

Iets minder was dat er een ambulance me voorbij kwam die even verderop stopte. Dat is altijd schrikken. Ik heb alleen vaag een schim in de berm zien zitten, Henk had gehoord dat er iemand onwel was geworden. Ik kwam gelukkig veilig binnen, op weg naar de tweede wissel:

Ik was benieuwd wat er nog in zou zitten voor het lopen en ook dat viel mee.

De vier rondjes hardlopen over de camping voelden goed en ze waren gezellig, met de deelnemers en de toeschouwers, en omdat manlief elk ogenblik opdook met zijn camera in de aanslag. Van hem moet ik dan lachen:

Maar dat lukt niet altijd:

Henk heeft mij een heleboel keren op de foto gezet, en anderen ook: in totaal meer dan 1500 foto’s! Waaronder deze leuke van de drankpost op het loopparcours:

Ik moest erom lachen dat er bordjes stonden met maximumsnelheid 10, vanwege spelende kinderen.

Waren wij nou die spelende kinderen, uh, volwassenen, of gingen we allemaal te hard?

Ik heb in 55’48 gelopen, wat voor mij een dijk van een tijd is, maar het parcours was wel wat te kort. Gemiddeld heb ik een fractie langzamer gelopen dan bij m’n PR in mei. Met al wekenlang veel minder en rommeliger training. Ook daar ben ik blij mee. Aan het eind had ik nog net wat over om te sprinten:

Ik finishte in 2:50:20. Supertevreden: ik vind dit mijn beste prestatie van het hele seizoen, een van mijn beste ooit. Ik was gister in uitzonderlijk goede doen. Fijn om dat weer te hebben! Bovendien was het een leuke, goed georganiseerde triathlon.

Na de finish kregen we een tegel en foto’s, die ter plekke razendsnel waren afgedrukt, een leuk extraatje.

Ik heb ook nog even staan praten met de man met wie ik op de fiets steeds had stuivertje gewisseld:

Heel kort daarna zat ik op ons balkonnetje nog wat uit te puffen en met m’n Strava in de weer enzo….

… en toen hoorde ik ineens mijn naam omgeroepen – bleek ik nog tweede te zijn geworden bij de D50+ ook! Wat grappig – dit hele seizoen heb ik wedstrijden gedaan waarbij helemaal geen leeftijdscategorieën werden onderscheiden, of alleen 40+. Bij de enige 50+ val ik meteen in de prijzen! Dat is zeer relatief, want (voor zover ik kan zien in de uitslag) waren we maar met z’n drieën en de winnares was zelfs al 60+. Maar toch leuk. Ik ben snel naar het podium gehold en kreeg daar een trofee en een flesje bier:

Nog wat later hebben we even gekeken bij de starts van de middagwedstrijden (divisies) en toen hebben we wel gemaakt dat we wegkwamen, want er stond een speaker naast onze caravan en we raakten de harde, slechte muziek beu. We zijn naar Hulst gereden voor een mooie stadswandeling en daarna hebben we in Vogelwaarde mosselen gegeten. Het was zodoende ook een ontdekkingsreis Zeeuws-Vlaanderen. De dag eindigde met op de bank van ons huisje voetbal kijken. Nacht twee in de caravan ook weer heerlijk geslapen. Vanochtend was het koud in de caravan door het takkeweer – maar toen zat het er ook op.

Seizoen en vakantie zijn zo geëindigd met een klapper. Ik ga nu de overgangsperiode in,  zoals dat heet (moet ik, 3,5 jaar na de menopauze, nog steeds een beetje om grinniken, om dat woord): uitrusten en freewheelen (en ook vrij stevig aan de bak qua werk, de komende weken). Ik ben al bezig met nieuwe plannen, daarover later meer natuurlijk en dan komt ook nog wel een keer een seizoensterugblik. Ik ga in elk geval met een goed gevoel het seizoen uit!

Door |2023-05-13T17:23:22+02:0026 september 2022|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|3 Reacties

Mooie middag in Bodegraven

Gister heb ik meegedaan aan de 1/8e Najaarstriathlon in Bodegraven. Nouja, najaar… qua temperatuur was het gewoon nog hoogzomer: het was mijn warmste triathlon van dit jaar. Ik was daarom blij dat ik voor de 1/8e had gekozen en niet voor de kwart. Die keuze was omdat ik dit jaar nog geen 1/8e of sprint gedaan had door ziekte tijdens de Vrouwentriathlon, en ik het toch altijd wel een leuke afstand vind: lekker knallen. Daarom dus, en verder was het een toeristische overweging om mee te doen: ook al is Bodegraven hier vlakbij en ben ik er vaak in de buurt geweest, toch kende ik het eigenlijk helemaal niet. Leuk om daar verandering in te brengen.

Ik had me nog maar net ingeschreven of het bericht kwam dat het zwemmen in de Rijn vanwege de droogte niet door kon gaan. Dat is deze zomer schering en inslag in de triathlonwereld: geen of aangepast zwemmen. Bodegraven vond een aanpassing: het zwemmen zou in het binnenzwembad zijn. Tussen het zwembad en de wisselzone met zo’n 350 meter lopen, door een winkelpassage:

Alleen de supermarkt was open, dus het was de Hallo-Jumbo-T1.

De wisselzone zelf was op het centrale plein van Bodegraven, tussen winkels, cafétjes, het stadhuis en het Kaasmuseum! Dat maakte het wel een heel bijzondere triathlon, vond ik. Het fietsparcours leidde door een historisch stukje van het stadje en langs de Rijn. Daarbij was het ook nog eens een echte breedte-triathlon, met divers niveau, veel rookies en jeugd; kleinschalig. Erg leuk! En prima georganiseerd ook. Hier zijn vrijwilligers druk in de weer op de verzorgingspost na de finish:

De foto is gemaakt door Henk, die mee was als fotograaf. Vanwege zijn staaroperatie kon hij zelf niet meedoen: hij mag niet zwemmen. Dat is jammer natuurlijk, maar dankzij zijn bezigheden kan ik hier van de hele gang van zaken foto’s laten zien!

Mijn start was pas om 15:20, wat gek is, eerst nog een hele ochtend gewoon thuis. Meestal zijn triatlonstarts vroeg immers. We waren dan ook ruim op tijd om me aan te melden bij het zwembad….

…. m’n spulletjes klaar te zetten op m’n riante plekje in de wisselzone (ik had extra ruimte door het bankje dat je rechts nog net ziet staan)….

… en met een paar spulletjes richting het zwembad te gaan – voor die lange wissel had je schoenen nodig immers. Hier lig ik klaar voor de zwemstart, handjes aan de muur, ik ben die met de rode badmuts:

Eenmaal aan het zwemmen:

Dat ging trouwens helemaal niet lekker. We zwommen met z’n vieren ongeveer even hard, maar in het zuchtje betekende dat de hele tijd inhouden. Bovendien vond ik de lucht benauwd en ben ik volgens mij uit zwemvorm – de laatste weken zijn wat rommelig geweest op zwemgebied. Dus ik was blij toen ik het tikje op mijn hoofd voelde om aan te geven dat ik nog één keer heen en weer moest:

En opgelucht eruit, na 10’30, urgh, ik was in het voorjaar 30″ sneller:

Toen dus de Hallo-Jumbo-wissel, en daarna lekker de fiets op. Dat ging super! Ik drukte te laat het stop-knopje in, dus ik weet niet precies hoe hard ik heb gereden, het laatste gemiddelde dat ik onderweg heb gezien was 33,6 en daarmee was het een van mijn snelste bike-splits ooit. Lekker dat mijn benen dat alweer wilden, na donderdag. Altijd leuk om veel andere deelnemers in te halen: pacman spelen. Ik kan ook wel concluderen dat het plan om in augustus prioriteit aan het fietsen te geven (zie hier), goed heeft uitgepakt. Het was vrijwel windstil, dat hielp, maar ik had ook de derde fietstijd bij de vrouwen (overall, zie uitslag).

Henk zette me bij de doorkomst op de foto, en toen ik aankwam:

Daarna ging het lopen voor mijn gevoel ook wel lekker, maar m’n tempo viel me tegen. Mogelijk ging de warmte toen toch een rol spelen, ook al voelde het niet te heet. Het parcours had veel schaduw.

Ik finishte in 1:22:32, als 9e van 18 vrouwen, en daar was ik zeker tevreden mee:

Alsof die hele fotoserie van mij nog niet genoeg was, heeft Henk ook nog van de andere deelnemers foto’s gemaakt die vrij toegankelijk zijn.

Tevreden gingen we dus weer terug naar huis. Expeditie Bodegraven: geslaagd!

 

 

Door |2022-09-05T16:48:43+02:005 september 2022|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Mijn definitie van ‘fit’

Ik heb gister met veel plezier een plannetje uitgevoerd waar ik al jaren mee bezig was. Het begon in 2017 met dit artikel in de krant. Daarvan leerde ik dat het woord ‘fit’ eigenlijk heel  vaag is: wat ‘fit’ betekent, bepaal je zelf. Kun je in twintig minuten per week ‘fit’ worden? Dat hangt af van je opvatting van ‘fit’. Dat vind ik als taalkundige interessant: zo’n veelgebruikt woord, zo vaag. Maar als sporter ook. Ik ging er meteen over nadenken wat ‘fit’ voor mij betekent. In elk geval iets anders dan wat je met twintig minuten per week zonder zweten kunt bereiken.

Een paar maanden geleden deed Robin op het triathlonforum een duit in het zakje door het over dit artikel te hebben. We hebben ons daar toen als duursporters over verbaasd: wat een willekeur, en opnieuw niet mijn definitie van ‘fit’.

Voor mij is het helder. Ik ben ‘fit’ als ik, naast functioneren in het dagelijks leven, kan genieten van twee kilometer zwemmen, tien kilometer hardlopen, honderd kilometer fietsen of twintig kilometer wandelen. Dat wil ik in principe (zwembadlockdowns, extreem weer en lange vakanties uitgezonderd) altijd kunnen, zonder er specifiek voor te hoeven trainen.

Dus als iemand vraagt ‘ga je mee morgen…?’ en dan een van die vier dingen noemt, wil ik onbevangen ‘ja, leuk!’ kunnen zeggen, zonder angst voor uitputting, blessures, zadelpijn of blaren. Het mag allemaal rustig – voor snel moet ik wél extra trainen. Daarvoor en voor langer vormen deze vier dingen een mooie basis.

Ik weet niet meer precies wanneer het ging kriebelen om dat voor de gein eens allemaal achter elkaar te doen. Een grote ‘fit’-dag dus. Geen of maar en ertussen. Het plannetje groeide, ik ging nadenken over aantrekkelijke parcoursen en de planning. Gister leek me een geweldig moment: een dag na het klaren van de grote klus. De weergoden werkten mee en zo werd het inderdaad een prachtdag.

Ik ben om negen uur begonnen met het zwemmen van een retourtje Doenbrug in een  idyllisch rustige Schie, tussen de futen. Deze foto’s zijn van het zwemparcours, maar dan ’s avonds:

Bij het zwemmen had ik geen last van het kroos

Het leek me fijner om eerst hard te lopen, met nog relatief frisse benen, en daarna pas te fietsen. Dus na douchen en koffie drinken (ook het wisselen mocht rustig) heb ik een rondje Kerkbuurt-Zweth hardgelopen. Me thuis omgekleed en geluncht, en daarna vertrokken voor een rondje Voorne-Putten op de racefiets, een van mijn favoriete routes. Thuis gegeten en daarna samen met manlief een avond-ommetje van tien kilometer gemaakt over de geliefde paden hier in de buurt:

Over het Veerhuiseiland

Door het weiland van de Schiezone

De Tempel op over de vlonder

Tien in plaats van twintig vond ik genoeg, vanwege de overlap met het hardlopen. Zo heb ik in totaal wel twintig kilometer gelopen. We waren net voor het donker thuis:

Ik ben er twaalf uur mee bezig geweest, waarvan een kleine 8,5 uur echt sportend. Het ging allemaal makkelijk en lekker, op een stukje fietsen na: in de tegenwind langs het Spui had ik m’n bidons sneller leeg dan verwacht en kreeg ik dorst. Daar is niks en ik had geen zin doolhof Spijkenisse in te gaan. In Hoogvliet heb ik uiteindelijk drinken kunnen kopen. Een tijdlang alleen maar ‘waar is water?’ denken is niet mijn idee van genieten. Maar verder was het allemaal heerlijk en ook makkelijk. Het enige wat echt moe werd, was mijn rug.

Al doende realiseerde ik me ook nog wel wat dingen:

  • Ik ben geneigd om bij mijn definitie van ‘fit’ alleen aan de voor de hand liggende sportieve vaardigheden te denken: conditie, kracht, techniek. Maar, zo realiseerde ik me gister, en komen ook een boel cognitieve vaardigheden bij kijken, zoals plannen en organiseren (inclusief het materiaal), navigeren, prikkels verwerken, mezelf motiveren en ‘disciplineren’ (ik moet het wel dóen ook echt natuurlijk). Die horen wel ook bij ‘fit’. En zelfs ook nog wat huishoudelijke vaardigheden, want zo’n dag levert een bult wasgoed op:

  • Elk van de vier onderdelen levert een specifieke extra bijdrage aan mijn fitheid, of liever gezegd: gezondheid. Zwemmen voor mijn bovenlijf, hardlopen voor mijn botten, fietsen voor mijn hoofd en wandelen sociaal. Ik wandel wat af met vrienden en vriendinnen, het is daarvoor de meest geschikte sport, dat bleek ook gister. Hier is m’n wandelmaatje, dat ook een grote bijdrage leverde aan de catering (enigszins kippig: Henk is vorige week aan staar geopereerd):

  • Op dit moment is de tien kilometer hardlopen eigenlijk relatief het lichtst van de vier onderdelen. Dat komt enerzijds door mijn huidige getraindheid: ik heb veel hardgelopen de afgelopen tijd, zoals de halve marathon en onlangs nog vijftien kilometer in een triathlon. Anderzijds komt het ook doordat in mijn definitie de lat voor hardlopen relatief laag ligt. Afgezet tegen de triathlonafstanden zou dik twintig kilometer in verhouding zijn met het zwemmen en het fietsen. Maar twintig kilometer hardlopen kan ik niet zonder specifieke training. Hardlopen is en blijft mijn ‘minste’ van de drie triathlonsporten. Maar gister was het dus een eitje.
  • Ik heb me onderweg nog afgevraagd of er eigenlijk ook een stevige buikspiersessie ofzoiets bij zou moeten op de dag. Want ook ‘fitte’ buik- en corespieren vind ik nodig voor mezelf. Maar nee, concludeerde ik, dat is toch van een andere orde: dat is voorwaardescheppend. Ik doe krachttraining om op termijn nog steeds die vier dingen te kunnen.

Al met al was het een leerzame maar vooral heerlijke dag buitenspelen. Altijd leuk als een plannetje werkelijkheid wordt. Mijn grote-definitie-van-fit-dag: ik heb het eerst uitgeknobbeld en daarna écht gedaan!

 

Door |2022-09-02T10:30:58+02:002 september 2022|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|3 Reacties

Boek is af!

Met deze druk op Verzenden heb ik zojuist het manuscript van Optimaal blijven sporten voor 45+’ers naar de uitgever gestuurd. Mijn boek is af!

Het was de laatste tijd niet meer druk in uren, maar wel nog in ruimte in mijn hoofd. Ongeveer twee weken geleden waren de laatste inhoudelijke en structuurpuzzelstukjes in elkaar gevallen en sindsdien had ik wel het gevoel dat het af was. Ik heb de laatste tijd besteed aan afredigeren en nog wat bijslijpen. Daardoor verbeterde het nog wel, maar het waren geen essentiële dingen meer.

Desalniettemin bleef ik er erg mee in m’n hoofd zitten, en daardoor had ik af en toe moeite om me met andere dingen bezig te houden. Lezen heb ik bijvoorbeeld heel weinig gedaan, al een tijdje.

Gister en eergister kreeg ik mezelf zelfs niet meer goed van de computer losgeplukt om te gaan sporten, overigens ook door andere dingen, waaronder ander werk dat ook nog af moest. Maar zo in beslag genomen worden is zeldzaam voor mij. En ook niet goed, merkte ik, dus vanochtend ben ik in Pernis wezen zwemmen, lekker op de fiets erheen, in de stralende zon, naar dat fijne zwembad, de ontdekking van dit seizoen. Ik knapte ervan op.

Er was eerder gelukkig wel ruimte voor leuke dingen en broodnodige afleiding. Afgelopen zondag hebben Nicole en ik bijvoorbeeld meegedaan met de Wassenaarse Zwemloop, een erg leuk en beetje spannend evenement: zwemmen in een zee met hoge golven en lopen over een loodzwaar maar prachtig parcours in de duinen.

Selfie van twee zonnige en winderige koppies

De wisselzone

Desalniettemin: mijn hoofd moet een beetje herstellen. Gelukkig heeft het daar de komende tijd gelegenheid voor!

 

Door |2022-08-31T16:44:12+02:0031 augustus 2022|Boeken, Loop, Trainer, Zwem|0 Reacties

Nagekomen Franse foto’s

Hier zijn nog wat foto’s uit Gravelines, opgesnord via de organisatie, met veel dank!

Eerst nog een grappige van de XS op zaterdag, ik kom net uit het water. Te zien is dat ik een dubbele badmuts draag, dan blijft alles beter zitten:

Dan een fietsfoto van tijdens de SwimBike L op zondag:

… maar die is niet helemaal eerlijk, of althans, ik heb mezelf uitgeknipt, dit is het origineel:

En tot slot de finishfoto van de SwimBike. Je finishte op de plek waar je ook in een gewone triathlon van je fiets af moet. Daarna zette je je fiets in het parc fermé, en liep je naar de andere kant ervan, waar de finish was. Dat had geen haast, dus tijd om m’n birkies aan te trekken, loopt beter dan fietsschoenen. Het was wel de moeite waard: voor de foto, de medaille, het finishersshirt en de toegang tot de plek met eten en drinken:

Door |2022-07-21T18:58:31+02:0021 juli 2022|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Zwemkwaaltje?

Vorige week woensdag kreeg ik, voor het eerst ooit, last van een vaginale schimmelinfectie. Ik merkte het aan branderige edele delen. Vervelend kwaaltje – niet meer dan dat, maar zeker ook niet minder, zeker niet op de fiets.

Het verbeterde gelukkig na twee dagen al, en dat ging nog sneller met een paar eenvoudige middeltjes van de drogist. Nou goed, weet ik ook eens wat het is – veel vrouwen hebben er last van, sommige zelfs vaak.

Nou wil wel het geval dat ik de zaterdag ervoor iets geks had gehad in diezelfde regio. Bij de Jan de Koele zwemtocht (erg leuk!) had ik water in mijn vagina gekregen. Tijdens het zwemmen niets van gemerkt, het liep er later uit, zelfs nadat ik me had omgekleed nog. Dat was een raar gevoel, en niet normaal. Ik bedoel: dat heb ik anders nooit. Vervelend ook: ik kon pas uren later douchen en een schone onderbroek aantrekken. Die droog was, maar dat was de oude ondertussen ook al…

Ik heb sindsdien al wel weer drie keer gezwommen, en toen had ik het niet. Eén keer was in dezelfde ‘uitrusting’ in open water, maar wel minder ver, en douchen kon daar wel.

Nou vraag ik me dus wel af: hebben die twee dingen met elkaar te maken, en zo ja, wat is dan oorzaak en wat gevolg? Heeft het water de infectie veroorzaakt, meteen of door de natte onderbroek? Of kon het water door de beginnende, nog niet opgemerkte infectie binnenkomen? Of nog iets anders? Ik weet het niet. Googlend kon ik er niets over vinden, behalve dan iets over rondlopen in natte zwemkleding.

Ik hoop het eigenlijk ook niet te weten te komen, want daarvoor moet het vaker gebeuren. Liever net. Ik ga het wel in de gaten houden natuurlijk.

 

 

Door |2022-07-19T20:50:08+02:0019 juli 2022|Vrouwensport, Zwem|0 Reacties

DNF 😀

Nou, de covidhersteltriathlon ging eigenlijk best wel goed. Het plezier is zeker gelukt. Oud Gastel is een van mijn favoriete triathlons: precies de goede balans tussen de kneuterigheid van een echte dorpstriathlon (het lijkt alsof het hele dorp óf meedoet óf vrijwilliger is, of allebei, en anders staan ze wel te supporteren) en een goede organisatie. Net een tikkie ingewikkeld met twee wisselzones, dus we waren er al anderhalf uur van te voren. Toen bleek manlief z’n helm vergeten, maar gelukkig hadden ze leenhelmen – oef. Het was van de kinderwedstrijd de dag ervoor:

Het was een gekke dag qua weer, want het wisselde tussen kil, grijs & grauw met regen bij een graad of 17 en warm en zonnig en dus een beetje benauwd.

Ik had net weer zo’n sprongetje vooruit gemaakt qua herstel. Bij het zwemmen had ik eigenlijk meer last van m’n verkleumde handen. Net voor de start was het zo’n kil en nat moment namelijk, dus stonden we – zonder wetsuit, watertemperatuur 22,5 – met z’n allen te bibberen. Dat is ook een beetje de makke van de complexe logistiek: naar de zwemstart neem je alleen het minimale mee. Een jackie leek me niet nodig, want eerder was het juist wat klef-warm geweest.

30′ gezwommen, ik heb geen idee of de afstand (1300m) klopte; meestal meet mijn horloge te veel en Strava blaast dat nog verder op. Als het klopt, zwom ik wel traag, maar geen drama. Ik had last van die koude handen, en ik merkte wel, woensdag ook al: ik ben misschien ook net de puntjes op de techniek-i van de cursus powerstroke kwijt door het vormverlies en het gebrek aan training. Ik voelde vooral m’n linkerarm ‘slippen’, dus dat ik dan die elleboog niet voldoende kon knakken om echt te stuwen. Bekend probleem, en ik vond het op zich al goed dat ik het in de gaten kreeg. Dan komt het ook wel weer terug. Tijdens zo’n wedstrijd kan ik me er alleen niet op concentreren, dat heeft even aandacht nodig weer.

Op de fiets reed ik misschien maar een Watt of 5 lager dan oorspronkelijk (pre-covid) beoogd, bij een normale hartslag. Snelheid daarbij was hoger dan ik had verwacht  (31,4), ondanks niet eens heel gunstige wind. Harder ging niet, maar ik vond dit al lang best. Wel voelden m’n benen wat moeier dan normaal, en mijn vermogen liep ook iets terug gaandeweg. Als ik m’n rug en nek vandaag voel was dat meer de trainingsachterstand dan de covid zelf: ik had moeite om de houding te houden. Dat moet ik sowieso voorzichtig opbouwen en ik heb al vaker gemerkt dat ik het ook gauw kwijtraak.

Maar goed: dik tevreden, ik vind het een fijn parcours, door het westbrabantse platteland. Ik zag net in de uitslag dat ik in het (recreatieve) veld de derde fietstijd overall heb gereden bij de vrouwen, haha. Nouja, de snelle vrouwen waren ’s ochtends gestart in de wedstrijdserie.

Daarna heb ik nog één rondje gelopen zonder het te pushen, dus dat werd duurlooptempo. Dat ging eigenlijk ook best, alleen zit dan het slijm in m’n luchtwegen meer in de weg dan bij de andere sporten. Bovendien wilde ik mezelf niet uitputten, vandaar dat ik ben gestopt. Dat was verstandig, denk ik, want ik was ’s avonds flink afgedraaid, 10 uur geslapen vannacht.

Vandaag dus spierpijn in m’n rug en verbrande schouders, want voor de start leek er echt geen aanleiding om die in te smeren.

Manliefs schouders zien er ongeveer net zo uit. Hij is wel gefinisht, ook hij had het als – naar omstandigheden – wel okee ervaren.

Al met al was ik (ook naar die omstandigheden natuurlijk) supertevreden. Vorige week om deze tijd was het voor mij nog een grote vraag of ik zou kunnen starten immers – of ik de puf zou hebben om naar Oud Gastel af te reizen zelfs. Maar jawel, en dan is het fijn om een startnummer op te spelden:

Frappant: zwemmen en fietsen gingen allebei stukken beter dan in 2017, dus ik zou kunnen stellen dat de overgang toen een dramatischer effect had op mijn vorm dan covid nu. Maar dat is wel appelen met peren vergelijken. De overeenkomst is dat het niet lukt om diep te gaan. Toen verwoordde ik het als ‘het gaspedaal niet kunnen vinden’, dat was gister zeer zeker ook aan de hand, maar het was daarbij ook een kwestie van niet willen – niet tot het gaatje willen gaan dus, zeker bij het lopen.

Hoe dan ook: ik ben nog nooit zo blij geweest met een DNF!

 

Door |2023-05-13T18:00:14+02:0026 juni 2022|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|0 Reacties

Foto’s

Eerst maar even de foto van het slechte nieuws van deze week, althans, van de verklaring voor alwéér ziek:

We zitten in isolatie, ik heb manlief besmet, ben aan de beterende hand, maar zal zeker een week uit de running zijn, letterlijk en figuurlijk, en ik doe voorlopig voorzichtig. Geen idee nog wat het betekent voor de plannen voor de komende weken. Eerst goed beter worden!

Dan de leukere foto’s: van de triathlon in Delft. Ik sta er zelf een paar keer fraai op:

En manlief is helemaal goed gelukt:

Met dank aan de fotografen Springstof Media, Michel Wessels en Mario Bentvelsen!

 

Door |2022-06-15T14:14:37+02:0015 juni 2022|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant