Zwem

Wiser, kinder, stronger?

Komende zondag start ik bij de halve triatlon van Klazienaveen, mijn eerste van twee grote seizoensdoelen. Laat ik eens twee dingen toepassen die ik de afgelopen tijd geleerd heb: het proces evalueren vóór het evenement, en dat doen aan de hand van de levenskunstvragen: ben ik er wiser, kinder, stronger van geworden? Ja!

Ik heb de afgelopen maanden vooral weer veel geleerd. De highlights van wiser:

  • Van gepolariseerd trainen word ik ook een stuk sterker in het gebied dat ik dan juist oversla. Ik train al een tijdje op de fiets alleen rustige duur en hoog-intensieve intervallen (net onder omslagpunt en intensiever), en dus niet in het gebied in het midden. Sinds vorig jaar pak ik die intensieve intervallen gestructureerder aan, dankzij de vermogensmeter en dingen die ik oppikte uit The time-crunched cyclist. Vorig jaar deed ik alleen triathlons die zo kort zijn dat ik er in dat intensieve gebied in fiets. Maar een halve, dat moet in het middengebied. Hoe pakt dat uit als ik die zone nooit train? Nou, hartstikke goed. Dat weet ik al sinds ik bij de Brouwersdam90 over 80 kilometer harder fietste dan ik had verwacht – in snelheid,  maar het was ook met een lagere hartslag bij het doel-vermogen dan ik had verwacht. Ondertussen kan ik – denk ik –  een nog net iets hoger vermogen aan. Zonder dat dus specifiek getraind te hebben. Leuk!
  • Ik kan me bij zwemmen beter niet bezig houden met snelheden en interval-lengtes, en vooral met techniek aan de slag gaan – en zelfs dat niet te veel. Ik had de hele winter weinig gezwommen maar wel met veel aandacht voor techniek en was al vroeg in het seizoen weer op m’n best, qua tempo, dat verraste me al. Maar toen ging ik weer wat meer en ook wat meer op snelheid zwemmen en hop, het zakte weer weg – en zo gaat het elk seizoen. De afgelopen weken heb ik veel buiten gezwommen en binnen ter compensatie alleen maar techniek en wat sprintjes gedaan. En nu ben ik weer sneller, ook dankzij een paar nieuwe tips. Zodra ik iets anders ga doen dan een beetje relaxed en op techniek zwemmen, ga ik áchteruit. Ik kan  me er beter niet druk om maken, of om niets anders dan techniek. Ik snap het nog steeds niet precies, maar het pakt gelukkig nu wel net goed uit!
  • Met mijn langdurige bekken/heup/schouder-scheeftrek-blessure gaat het volgens mij op het moment goed dankzij een combinatie van dingen. Ik probeerde hiervoor altijd  maar één ding tegelijk uit, ook om te weten wat wel en niet werkte, maar de afgelopen tijd heb ik op meerdere fronten gestreden: steunzolen, osteopaat en een nieuwe, wat ‘mildere’, chiropractor.  En het gaat eigenlijk hartstikke goed. Als ik al eens ergens last van heb, is dat nooit lang en komt het vanzelf weer goed, of met een klein zetje van de chiropractor. Daar ben ik blij mee! Het zijn mogelijk vele kleine dingen die helpen, niet één geval van DE oplossing.  
    Het heeft wel weer veel geld en tijd gekost en de steunzolen hebben mijn enige echte twijfelpunt voor zondag veroorzaakt: gevoelige voeten. Ik voelde hele tijd pijntje hier, pijntje daar rond de bal van de ene en dan weer de andere voet. De afgelopen week heb ik er probleemloos mee kunnen hardlopen, vorige week zelfs best lang en zwaar ook nog, waarmee ik qua lopen redelijk op niveau ben. Gister een lange werkdag op nette schoenen was echter weer minder fijn. Maar ik hoop dat het zondag goed komt. 

Met Nicole na de Kadeloop zaterdag: 12 probleemloze kilometers op halve-triathlontempo

Kinder? Ja, voor mezelf. Voor mij was het een mildheidsstap om van mezelf vorige week zo’n paardenmiddel te gaan slikken tegen die luchtwegproblemen – die daarmee binnen een paar dagen opgelost waren. Of nouja, na twee nachten kon ik weer slapen zonder te hoesten; ik ben nog steeds heel licht snotterig maar dat hindert niet meer. Ik heb het van mezelf niet uit ‘moeten’ zieken omdat je van ontstekingsremmers op lange termijn niet beter wordt en prednison eigenlijk een pepmiddel is (wat goed merkbaar was overigens), enzovoort. Want zo streng kan ik wel zijn voor mezelf.

Dat het op tijd goed is gekomen, is balsem voor mijn doemdenkerige ziel. Ik ben al zo vaak net niet in goeden doen geweest op belangrijke momenten de afgelopen jaren dat ik af en toe ga vrezen dat het altijd zo gaat. Van het niet kunnen meedoen met de Cave triathlon was ik wel weer even mismoedig, moet ik zeggen. Maar het komt goed! De verkoudheid was op tijd over, scheeftrekken doe ik amper meer en de overgangshormonen houden zich, zoals ook de vorige drie zomers, rustig. En zoals ook de laatste jaren steeds komt er dan onder al het gesukkel wel een goede vorm vandaan. Kwestie van gewoon stug volhouden met dat trainen, zo lang als het gaat! 

Stronger? Als het zondag uitpakt zoals ik hoop en in principe voor mogelijk houd (binnen de 6 uur), lever ik op een langere triathlon mijn beste prestatie ooit. Ik ben er klaar voor, en ik ben hartstikke benieuwd! 

 

Door |2019-07-12T15:49:03+02:0012 juli 2019|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Elk nadeel hep z’n voordeel

In mijn vorige post had ik het over een verkoudheid die ‘niet heel erg was’. Nou… Nouja, eigenlijk is het nog steeds niet erg: ik ben niet heel ziek, maar zodra ik ga liggen, ga ik hoesten, en dat nu al vier nachten achter elkaar. Codeïne helpt niet (anders altijd wel); van slapen komt weinig. Ik ben inmiddels een soort zombie en elke nacht voelt het alsof ik mijn keel aan flarden scheur. 

Al in de tweede doorhoeste nacht besloot ik dat ik niet zou gaan starten bij de Cave triathlon gister, hoe zeer me dat ook spijt. Samen met manlief hebben we de volgende ochtend besloten helemaal niet naar Limburg af te reizen. Zodoende heb ik gelukkig niet twee nachten liggen hoesten in een hotelkamer, maar gewoon thuis, wat beter is. En zoiets zwaars als een 111 met klimmen erin was niet verstandig geweest.

Vandaag ben ik zelfs naar de huisarts gegaan en ik heb een behoorlijk paardenmiddel gekregen om de hoest de kop in te drukken: prednison. Dat is een primeur voor mij – met mijn hyperreactieve luchtwegen heb ik al het een en ander meegemaakt, maar dit nog niet eerder.  

Dus: geen Cave triathlon, helaas, en inmiddels ook wel stevige hindernissen op de weg naar Klazienaveen, want lang of zwaar trainen gaat niet – al kan dat nog wel enigszins goedkomen. Het voelt alsof ik al enorm geholpen zou zijn met één nacht echt goed slapen en daarmee uit de vicieuze cirkel komen van het kapothoesten van m’n keel.

Bovendien is het ook niet alleen maar kommer en kwel. Woensdag en donderdag voelde ik me niet eens zo heel slecht, dus woensdag heb ik – met wat twijfels – toch meegedaan aan de zeezwemtocht Kattendijke-Wemeldinge, donderdag heb ik een stukje hardgelopen, zolen uittestend en zonder voetproblemen, en gister heb ik meegedaan aan onze ’thuiszwemtocht’: de Unltd Swim Overschie (dank buurman Olaf!): bij ons achter in de Schie, vertrek vanaf de Grote Kerk, waar ook de kleedkamer is (erg grappig). Hetzelfde nieuwe rondje om het Schie-eiland als wat we al vaker gezwommen hebben, maar nu zonder dat we op schepen hoefden te letten. Altijd erg leuk, we vonden het al jammer het te moeten missen. Maar dus niet.

De twee zwemevenementen waren een groot contrast: de Schie lag er gister rustig en warm (bijna 25 graden!) bij en dat zwom heel relaxed. De Oosterschelde was woensdag door de Noordenwind in een klotsbak veranderd; ik heb geen slag normaal kunnen maken en er 20 minuten langer over gedaan dan de vorige keer. En dat viel nog mee, want Omroep Zeeland meldde dat er deelnemers waren uitgevallen vanwege zeeziekte! 

Tot slot hebben manlief en ik vanochtend eindelijk weer eens met onze trapkano gevaren, en zo konden we het nieuwe zwemrondje eindelijk eens preciezer opmeten dan wat lukt met de zwem-GPS: 2050 meter

We konden dat doen op zomaar een maandagochtend omdat we eigenlijk pas vandaag uit Limburg terug zouden komen. Best gekke dagen zo. Om over de nachten nog maar te zwijgen…

 

Door |2019-07-01T15:27:59+02:001 juli 2019|Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Het seizoen is lekker op dreef!

Afgelopen zaterdag meteen mijn tweede triathlon: de Brouwersdam90, een nieuwe voor mijn collectie afstanden, nummer 12: 1 km zwemmen, 79 fietsen, 10 lopen – al kwam ik in totaal uit op meer dan 92 kilometer.

Dit was een ‘serieuzere’ wedstrijd dan vorige week in voorbereiding op de belangrijkere doelen van dit seizoen. Althans, dat had ik van tevoren bedacht, dichterbij heb ik zelfs nog getwijfeld of ik wel zou starten, vanwege de watertemperatuur. Dat kwam net goed, ik heb vorige week twee keer buiten gezwommen, dat viel mee, en de temperatuur in de Grevelingen naderde de cruciale 15 graden. Vooruit dan maar.

Daar kwam nog bij dat ik aan Ter Huh een beetje stijve rug had overgehouden, die niet beter werd van eerst een middag fietsen (was als relaxte herstel- en bijkletstraining met Jo bedoeld, maar daarvoor was eigenlijk het te koud en winderig – wat is er toch met deze mei-maand?) en de dag erna urenlang intensief achter de computer zitten schrijven en later in de week nog wat stress. Wat bewegen, massage en een dagje sauna vrijdag verbeterden het wel weer, maar het was nog niet helemaal over en trok iets naar mijn hamstrings.

De wekker ging zaterdagochtend al om 6 uur en in m’n beweging om ‘m uit te zetten schoot er kramp in m’n ene hamstring – heb ik anders nooit, niet zo’n goed begin van de dag. Toen gingen manlief en ik onderweg en net toen we de dam opreden, ging het regenen en daalde de temperatuur naar dik onder de 10 graden. Ojee – daar had ik de kleren niet voor bij me (ik herhaal: wat is er toch met deze mei-maand?). 

Het is blijven regenen totdat we het water in gingen, dus dat was voorbereiding in een koud, nat en naargeestig parc fermé. Ze voorspelden ook nog meer regen, dus ik zag de bui (letterlijk en figuurlijk) al hangen: dat ging me veel te koud worden. Ik kon gelukkig nog mouwstukken lenen (bedankt, startnummer 827!), maar ben van de narigheid een paar dingetjes vergeten, waarvan één belangrijk: mijn sokken klaarleggen. Ik ben nog aan het wennen aan de nieuwe inlegzolen, gaat prima en bevalt goed, maar het is wat blaargevoelig bij hardlopen, en ik kan dat dus nog niet zonder sokken.

Ik moest ook heel veel moed verzamelen om al koud en nat ook nog water van 14,7 graad in te stappen, maar dat ging uiteindelijk wel, viel mee, nouja, alleen een beetje koude handen.

En… kwallen – oeps! ik heb best een kwallenfobie overgehouden aan wat nare ervaringen in mijn jeugd aan de Westerschelde, dus toen ik ze in beeld kreeg moest ik wel even op mezelf inpraten! Gelukkig zaten ze vrij diep en waren het kleine, witte, die zijn niet zo erg. Maar toch.

Het zwemmen leek lang te duren, maar uiteindelijk was het toch best goed gegaan, bleek uit mijn tijd: dik 22 minuten is sowiewso okee onder die omstandigheden, en misschien zelfs snel als ik echt de 1100 meter heb gezwommen die m’n horloge aangaf – dan ben ik iets omgezwommen, wat zou kunnen. Ik hield er opluchting dat het erop zat aan over, en een superstoer gevoel: kwallenangst overwonnen en m’n koudst-water-triathlon ooit! 

Dizzy uit het water (de kou), flink eind lopen en meteen maar door de zure appel heen gebeten en m’n tas in gedoken op zoek naar mijn sokken, onderin in een hoekje van mijn tas natuurlijk, onder alle natte zooi. Shirt aan, mouwstukken aan – de traagste wissel ooit. Nouja, niks aan te doen. Het heeft me mogelijk twee plekken in de klassering gekost, maarja.

Op de fiets duurde het ook even voordat ik lekker reed, maar daarna ging het ook wel goed. Ik wilde mijn hartslag begrenzen bij 145 en rond de 140 rijden, dat lukte niet helemaal, hij lag nog iets lager. Experiment was hoe hard ik daarbij kon rijden en welk vermogen. Ik hoopte op 30 gemiddeld, dat zou veel bevestiging geven voor de grotere doelen. Vermogen kon ik zien en dat zag er goed uit. Snelheid, geen idee, daar kijk ik onderweg niet naar, maar het voelde wel okee. 

Heel makkelijk fietsen was het niet. Eten en drinken kosten me veel aandacht omdat het lang geleden was dat ik zo’n lange afstand deed, en ook wel omdat er geen verzorging was tijdens het fietsen (en daarbuiten ook minimaal – wat mij betreft het belangrijkste verbeterpunt voor de organisatie). Het parcours was hier en daar technisch, het was druk, er stonden er veel met pech langs de kant en er waren ook nare valpartijen, en er werd veel gestayerd: ik heb hele pelotons en kop-over-kop-duo’s voorbij zien trekken. Ik was behoorlijk aan het stuivertje wisselen met een paar anderen, en het niet-stayeren heeft me ook best veel aandacht gekost.

Werd ik in m’n 3e rondje nogalliefst  ’teruggefloten’ door de jury toen ik aan het inhalen was – moest ik m’n benen stilhouden en gingen ze me uitleggen dat ik afstand moest houden – ja, dahag! Nouja, ik heb het braaf gedaan, geen zin in straf, maar wel bijna met opgestoken middelvinger. De willekeur van de jurering… ik vind dat een van de lastige dingen van triathlon, moet ik zeggen. 

Met fietsshirt en geleende mouwstukken voldoet m’n outfit niet geheel aan de normen van de stijlpolitie, en de nieuwe helm past ook nog niet in mijn zelfbeeld, maar hij is wel heel lekker.

Wel vond ik het leuk. De zee zien, de weidsheid van de eilanden, altijd fijn. Het stuk buitenlangs de dijk voelde voor mij als een soort thuiswedstrijd, dat kan ik dromen omdat ik regelmatig van Vlissingen naar huis fiets daarover. Sowieso grappig om op één dag zes keer in Zeeland te komen (vier fiets- en twee looprondes), hahaha – ik ben twaalf keer de provinciegrens overgestoken!

Het bleef droog en werd zelfs steeds warmer en zonniger, hoera! Wel ook steeds iets meer wind, maar nog steeds wel heel weinig wind voor op die plek. Bij de doorkomsten ter hoogte van start en finish stond veel publiek, dat was wel leuk ook.

Tweede wissel traag door wc-bezoek, ik kon met de eindtijd niet meer zo zitten dus dan maar even netjes. Wel had ik snel gezien dat ik zo’n drie uur bezig was in totaal en een snelle rekensom was dat ik mijn gehoopte fietstijd vér had overtroffen. Ik heb 31,8 gemiddeld gereden. Weer zo’n huh – waar haal ik dit ineens vandaan? Veruit mijn snelste fietstijd ooit op een afstand langer dan de kwart. Wauw! 

Vervolgens sloeg bij het lopen toch de rug- en hamstringstijfheid toe, dus dat ging gewoon belabberd. Nouja, dat beschouw ik maar als gevalletje pech. Ik had erna flinke spierpijn in mijn hamstrings, dus dat had duidelijk echt niet veel sneller gekund. De ondergrond was ook nog eens flink bonkerig én er zat een steentje in m’n schoen, dat heeft ook nog even tijd gekost. 

Loop-actiefoto

Bij het keerpunt werd ik wel aangemoedigd door coachee Mirjam, die net haar eerste 1/8e triathlon had volbracht, dat vond ik erg leuk. Manlief kwam me in de tweede ronde voorbij, die was ook wel lekker bezig. Ik zag ook nog een paar andere bekenden (Linda, Olaf, Aart), altijd leuk.

Uiteindelijk finishte ik in 4 uur 10, dik tevreden met die tijd onder die omstandigheden, vooral blij met mijn fietsen en ook trots erop dat ik dat zwemmen had aangedurfd en doorstaan. Ik werd 8e van 15 D50+-vrouwen, en overall ook lang niet laatste – dat is bij zo’n langere afstand met van die fiets-kanonnen altijd maar afwachten, want dat is een relatief hoog niveau. Heel weinig vrouwen op die afstand trouwens, maar zo’n 15 %. 

Medaille

Het seizoen is lekker begonnen zo. Ik ben heel blij met de vorm die er zomaar ineens weer is – ik voel me verder ook al een tijdje gewoon goed, na maanden van gesukkel, erg fijn. Ik weet dat ik niet te hard moet hopen dat het zo blijft, maar een beetje doe ik dat toch heus wel. Nou weer een paar weken lekker trainen. Van plan dat iets bij te sturen: meer aandacht voor lopen, ten koste van fietsen. Dat waag ik er maar op, na dit geslaagde experiment.

 

Door |2019-05-27T21:16:41+02:0027 mei 2019|Fiets, Loop, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|2 Reacties

Het seizoen is losgebarsten!

Sinds mijn Mallorca-fietsweek is het seizoen losgebarsten, zo voelt het: na een winter waarin hardlopen centraal stond, verdienen nu de andere twee sporten weer meer aandacht. En dat ging meteen al gepaard met de eerste wapenfeiten:
  • Op 29 maart heb ik voor het eerst dit seizoen weer op de triathlonfiets intensieve intervallen gereden, waarbij het doel is mijn hartslag te laten stijgen tot net onder mijn omslagpunt. Daarbij kan ik mijn vermogen meten, en het deed me veel genoegen te zien dat dat niet veel anders was dan vorig jaar. Ik heb me af en toe nogal ‘ingestort’ gevoeld van al het lichamelijke gekwakkel van deze winter (en nog – binnenkort ga ik naar de gynaecoloog), maar dat valt dan toch nog wel mee, of ik herstel er steeds ook weer snel van. De bevestiging van mijn conditie was fijn, net zoals de kick van het gevoel van ‘de goede tijd van het jaar is weer begonnen’. 
    Wat ik even vergeten was, was dat intensieve intervallen ook best zwaar zijn: zere benen, en met alle pollen in de lucht letterlijk het snot voor ogen, zal ik maar zeggen. Nouja, dan voel je wel dat je leeft!
  • Op 1 april ben ik voor het eerst ooit in het Zwemcentrum geweest, het niet eens meer zo heel nieuwe 50-meterbad in Rotterdam-Zuid. Het is een prachtig zwembad en ik heb er lekker gezwommen, samen met Nicole.  Het leverde me echter wel meteen een winkelhaak op in mijn badpak – en dat na één baan! Ik dook toen namelijk onder de lijn door naar de baan ernaast, en ik bleef haken achter de harde, scherpe plastic punt van een drijver daaraan. Die wedstrijd-drijvers houden het klotsen lekker tegen, maar je moet er dus wel voor uitkijken!

  • Op 2 april ben ik met Nancy wezen mountainbiken in de bossen bij Zeist en Austerlitz – zij woont bijna pal aan het parcours. Mountainbiken doe ik bijna nooit, ik ben er dus niet heel handig in, en mijn ‘Afrika-fiets’ is er ook niet het meest geschikt voor. Desalniettemin vond ik het erg leuk: lekker slingeren om de bomen, weg van de drukte van wegen en fietspaden, en van de concentratie op de techniek m’n hoofd verder helemaal leeg.

Nancy en ik in het bos

  • Op 6 april had ik – in een snel aangeschaft nieuw badpak – een eenmalige ochtend van Zwemanalyse, met techniekles en videoanalyse. Het is sowieso altijd erg leuk, Roy doet het heel fijn met veel humor. En er is een overeenkomst met dat mountainbiken: door de focus op techniek gaan alle andere gedachten uit mijn hoofd, dat is ontspannend.
    Ik was dit keer heel benieuwd of het me inderdaad eindelijk gelukt zou zijn om af te komen van wat hij de Lee-Towers-elleboog noemt, dus de neiging om mijn arm met m’n elleboog naar achter te trekken, in plaats van te stuwen  met onderarm en hand. Daar heb ik de afgelopen jaren  keer op keer feedback op gehad, en vorig jaar frustreerde het me dat het ondanks oefenen nog steeds niet goed was.
    Afgelopen winter ben ik zo’n beetje alleen maar daarmee bezig geweest, zowel in het zwembad als ‘droog’ trainend, vooral in de sportschool, aan zo’n katrol, waardoor je kan zien wat je doet, dat hielp veel. Ik had het idee dat het eindelijk beter was, maar dat had ik eerder ook al gedacht. Dus best wel spannend, naar mijn eigen video kijken en horen wat hij erover te zeggen had…
    En ja, hoera! Ik ben geen Lee Towers meer! Oefening heeft uiteindelijk toch kunst gebaard! Sowieso vond Roy dat ik een grote stap vooruit had gemaakt. Hij heeft nog altijd wat op te merken natuurlijk, en daar ga ik de komende tijd mee aan de slag.
    Dus: leuke ochtend gehad, en ik ben vooral heel blij dat het oefenen van de afgelopen maanden zo goed heeft uitgepakt!

Certificaat Zwemanalyse

  • Op 7 april deed ik m’n jaarlijkse intervaltraining door de stad, zo noem ik dat: in soms behoorlijk hoog tempo van de ene naar de andere plek langs het parcours van de marathon om manlief aan te moedigen. Ik moest dit keer nog harder fietsen dan anders, want er was een storing in de roltrappen van de Maastunnel, dat kostte me 10 minuten extra, en van de tunnel naar de Kuip (het 4-km-punt) heb ik moeten sjezen, tegen de wind in en dwars door rode stoplichten – ik stond nog uit te hijgen en daar kwam Henk al voorbij!
    Daarna had ik meer tijd, en steeds méér tijd, want manlief had last van de hitte. Hij  – Super Marathon Master – heeft zijn 31e marathon van Rotterdam wel uitgelopen, maar de tijd was voor zijn doen maar matigjes (net binnen de 3u50).
    Toen hij finishte, zat ik al thuis – dat mocht van hem, anders werd het wel heel lang wachten, en bovendien vond ik het ’s middags niet te harden zo druk in de stad, fietsen echt geen porem. ’s Ochtends op Zuid heb ik me er wel goed mee vermaakt en om te fietsen was het fantastisch weer. Het blijft altijd een bijzondere dag.

Manlief net na de helft

  • Op 9 april deed ik mijn eerste zwemtest van het seizoen. Dat heet een CSS-test, je zwemt dan eerst 400 meter, en na een tijdje rust nog 200. Het verschil daartussen in een indicatie voor de tijd die je over langere afstanden kunt volhouden (‘critical swim speed’). Die tijd ligt bij mij zo rond de 2’/100 meter, of 30” per baantje,  en dat had ik al best mooi gevonden zo vroeg in het seizoen.
    Tot mijn verrassing zwom ik de 400 meter in 7’41, 20” sneller dan verwacht! De 200 meter ging in bijna precies de helft daarvan: 3’52. Weinig verval dus, en sneller dan ik had verwacht: een CSS van 1’56 per 100 meter, 29” per baantje. Zo snel ben ik niet vaak en aan het begin van het seizoen nog nooit geweest – en dat na een winter met (bewust) heel weinig zwemmen. Maar wel veel aandacht voor techniek, enfin, dat was op 6 april al gebleken.
    Ik weet van die CSS-testen ook dat het momentopnamen zijn, dat het best kan zijn dat ik morgen of volgende week moeite heb met 30” per baantje. Maar het kan dus wel!

Samen met de twee workshops was het de afgelopen tijd best druk – maar leuk! 

Door |2019-04-12T10:25:57+02:0012 april 2019|Fiets, Zwem|0 Reacties

Terug- en vooruitblik

In actie in AlphenDit triathlonseizoen eindigde voor mij vier weken geleden op het hoogtepunt, met de heroïsche triathlon van Alphen (actiefotootje rechts). Het sudderde nog een beetje voort met twee zonovergoten fietstochten, in Limburg en terug uit Vlissingen. Verder ging het vizier op volgend jaar: doelen bepalen en de weg ernaartoe uitstippelen:

  • De twee belangrijkste doelen zijn een goede halve triathlon in het voorseizoen (eind juni/begin juli) en in september in Almere als onderdeel van een trio bij de hele afstand het fietsen (180 km) voor mijn rekening nemen. Bedoeling is dat allebei binnen de zes uur te klaren. Welke halve triathlon het wordt, weet ik nog niet: de kalender is nog erg onvolledig. Op het ogenblik is Klazienaveen de beste kandidaat. 
  • Sub- en tussendoelen: ik ben al voorzichtigjes en heel geleidelijk aan het opbouwen naar wat in februari moet resulteren in een fatsoenlijke halve marathon. Onderweg daarnaartoe staan loopjes over 5, 10 en 15 km op het programma. 
    Daarnaast is de eerste inschrijving voor een B-wedstrijd (minder belangrijk dan die twee A-wedstrijden van de eerste bullet) een feit: de Cave 111 – lijkt me een gaaf parcours! Een andere B-wedstrijd wordt de Brouwersdam90. Verder wilde ik eigenlijk nog (samen met Nicole) Ter Aar weer eens doen, maar het schijnt dat die ge33,9stopt is – erg jammer. Binnenmaas staat wel op de planning, ook met Nicole. Hopelijk gaat die wel door, de editie van dit jaar was nogal tumultueus, met aanrijdingen, ongelukken, een hartstilstand en fietsers die een ronde te weinig reden. Ik reed er wel een dik fiets-PR (foto)! 
  • Trainingsplannen: op het ogenblik ben ik dus bezig voor die halve marathon, volgens de souplessemethode. Ik heb het boek er weer eens bijgepakt en mij vielen er nu allerlei dingen sterk positief aan op – ik ben er enthousiaster over dan toen ik het hier 2,5 jaar geleden besprak. Ik ben sindsdien een stuk wijzer geworden, zal ik maar zeggen, door de hardloCover boekoptrainersopleiding, veel lezen en door eigen ervaringen. Gek genoeg vind ik het nu juist opvallen hoe veel oog Klaas Lok juist heeft voor individuele verschillen en dus ook voor de mindere goden. Enfin, het is nog even afwachten hoe het voor mij uit gaat pakken, maar wordt vervolgd dan, hier op het blog, met mijn eigen souplesse-ervaringen. 
    Tot en met februari heeft het lopen prioriteit. Zwemmen en fietsen staan dus in de onderhoudsstand:

    • Bij zwemmen heb ik dit jaar ontdekt dat ik steeds na een maand of vier trainen op mijn best ben, en dat ik wat ik dan kan, niet vast kan houden. Dat frustreerde me – weer was ik op een nikserig moment (een maandag midden in de zomervakantie) op m’n snelst (snelste 400 meter ooit, in 7’35 ongeveer) en daarna weer stukken langzamer. Totdat ik me realiseerde dat het glas halfvol is: ik hoef maar vier maanden te trainen om te pieken, en dat piekje wordt nog elke keer hoger! Dus dat zwemmen, dat pak ik na die halve marathon wel op.
    • Fietsen ook, dat komt sowieso wel goed. Zeker met de trainingsweek in maart onder de Spaanse zon die Jo en ik in gedachten hebben. Niet vanuit Ontspanje, wat we eerst in gedachten hadden: Marcel en Mariska stoppen en komen terug naar Nederland.

Als ik m’n stuk over die week bij Ontspanje herlees, dan kan ik concluderen dat ik nu, meer dan twee jaar na m’n Ironman, voor het eerst weer echt helemaal zin heb om opnieuw m’n grenzen op te zoeken en er volle bak tegenaan te gaan.  Dit seizoen heeft me daar zin in gegeven (ik wil wel weer naar het langere werk), en ook het vertrouwen dat dat goed zal gaan. Ik heb me de afgelopen maanden stukken stabieler gevoeld dan in heel lang. Ik moet nog voorzichtig zijn, maar het lijkt erop dat de ergste overgangskermis voorbij is – er passeert af en toe en opvliegertje, maar daar heb ik weinig last van.
Ik heb bovendien met trainen stappen gezet waar ik mee verder kan. Dit was een experimenteer-seizoen, en dat is nuttig geweest: intensiever trainen op de fiets (met m’n nieuwe vermogensmeter! fotootje), betere looptechniek, beter weten hoe ik met zwemmen op mijn best ben op het moment dat het erom gaat. Ik ben benieuwd wat dat me op kan leveren volgend jaar. 

Dus: ertegenaan! Dat schrijf ik, en ondertussen denk ik: ik heb in twee jaar of misschien wel langer niet zo licht getraind als op het ogenblik. Het voelt af en toe alsof ik bijna niks doe. Dat lopen, dat bouw ik met heel kleine stapjes op. Dus het is op dit moment ook Op de fiets op Tasmaniëduidelijk ‘off season’ en dat is helemaal prima. Was ook wel eens nodig misschien. Dit triathlonseizoen werd immers vooraf gegaan door een (overigens geweldig) fietsseizoen Down Under (fotootje rechts, Tasmanië). 

(Oja, zo’n relatieve rustperiode na het seizoen, dat heet in de trainingsleer ook wel ‘overgangsperiode’. Maar daar doe ik niet aan, hoor, daar ben ik toch juist vanaf, hoop ik?!) 

Door |2018-10-21T18:44:53+02:0021 oktober 2018|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|0 Reacties

Nog één keer de Coros Pace tegen het licht

Ik ga zometeen de Coros Pace, het tweede nieuwe horloge sinds de diefstal, terugsturen. Ik vind dat deels wel een beetje jammer, want het is een horloge met potentie. Maar het heeft te veel rare dingen. Ik ga die hier op een rijtje zetten, bij wijze van review, want er is over dat horloge vrij weinig bekend en ik hoop zo zich oriënterende kopers te helpen. 

Achtergrond waartegen ik zo’n horloge evalueer is jarenlang Suunto-gebruik. Ik was tevreden met m’n Ambit 2S die in juli gestolen werd – ook al is dat nu een ouderwets horloge (bijvoorbeeld: geen polshartslagmeting, geen bluetooth). Het mat niet altijd de openwaterafstand goed, en ik drukte regelmatig op verkeerde knopjes tijdens triathlons, wat er onder andere mee te maken had dat je knopjes lang moest indrukken om te wisselen tussen de sporten en ik daardoor wel eens het slotje activeerde.

Maar verder: prima, ook de bijbehorende ‘app’: het online logboek Movescount. Tussendoor probeerde ik even de Suunto Spartan Trainer, maar die had compatibiliteitsproblemen met m’n Powertap vermogensmeter en hij maakte ook een totaal potje van openwaterzwemmen. Die ging dus ook al retour.

En toen dus de Coros Pace. Want heel betaalbaar en volgens Jeroen van TriRun gelijkwaardig aan de veel duurdere Garmin Forerunner 935. Dat was een financiële overweging, maar ook heb ik weerzin tegen Garmin – tegen de marktdominantie van dat merk, maar ook omdat de ervaring van manlief is dat Garmins niet lang meegaan en dat de ondersteuning voor klanten bij problemen te wensen overlaat.

Enfin, aan de Coros Pace. Wat er goed aan is, en waarom het dus een horloge met potentie is:

  • Licht gewicht, dun, zit prima ook om dun polsje
  • Heldere display (ook goed leesbaar voor 45+-ogen), met prima info tijdens het trainen (ook over de intervallen)
  • Groot bedieningsgemak, zowel qua knoppen van het horloge als bijvoorbeeld het customizen van de schermen via de app
  • De hartslagmeting aan de pols: niet feilloos, maar wel beter dan Suunto
  • De levensduur van de batterij – je kan er wel een week mee sporten zonder te hoeven opladen, en als het dan zo ver is, gaat dat opladen razendsnel
  • De hardloop-metronoom (pasfrequentie).  Meer in het algemeen gaat bij hardlopen alles goed, alleen heb ik dat niet zo heel uitgebreid kunnen testen vanwege m’n blessure. GPS lijkt in elk geval dik in orde
  • Feilloos tellen van zwembadbaantjes (althans, bij borstcrawl; schoolslag gaat minder goed)
  • Open water zwemmen: de GPS is zeker niet slechter dan de Ambit, en als hij maar voldoende tijd krijgt aan begin en eind zelfs veel beter. Het trilsignaal (autolap) elke 500 meter was nieuw voor mij, vind ik handig.
  • De ene software-update die ik meemaakte meldde zich luid en duidelijk
  • Barometer – gebruik ik niet, maar op zich wel leuk.
  • En dat alles voor een redelijke prijs. (De Ambit was nieuw ooit duurder, de Garmin 935 is veel duurder, de Suunto Spartan Trainer is goedkoper).

Maar dan. De problemen zijn onder te verdelen in ‘vermogensmeting’ en ‘de rest’.

Vermogensmeting

De vermogensmeting met mijn Powertap ging niet goed: te slecht om er iets mee te kunnen. Eerst bleef het signaal steeds hangen (rechte streepjes; plaatje uit de app):

Grafiek met horizontale stukjesNa de softwareupdate was dat beter maar het signaal bleef vaak wegvallen. Ik heb getest en toen viel-ie in een ritje van 12 minuten/5,5 km 6 of 7 keer weg. Ik heb toen opgelet en mijn benen alleen in het midden stilgehouden, desalniettemin was dit volgens de Coros mijn cadans (van Strava):

Cadans valt steeds terug naar 0
Aan mijn enkel ging het beter, heb ik uitgeprobeerd, en aan mijn pols viel het signaal vooral weg als ik mijn pols draaide om het scherm te kunnen zien. Zo vaak dat-ie onbetrouwbaar meet – raar lage vermogens, een afwijking van 5 à 15% ten opzichte van de Ambit. Gevalletje horloge ontvangt niet goed of vermogensmeter geeft te zwak signaal.

Gister heb ik de ‘nieuwe’ gekregen Ambit en de Coros samen om gehad…. .

Twee horloges om mijn pols…  en zelfs al zat de Ambit op een moeilijkere plek (de Coros draaide wat om m’n arm heen), hij mat toch beter (maar ook niet feilloos overigens), afgaande op het terugvallen naar 0 en de gekke fluctuaties in het gemeten vermogen.

(Ik voelde me zo trouwens net DC Rainmaker, op wiens geweldige site ik sinds 19 juli meer tijd heb doorgebracht dan me lief is, op zoek naar sporthorloge-informatie).

De vermogensmeter is met de Coros ook niet te calibreren (weet niet of dat zou moeten), en de cranklengte is niet in te stellen – bij de Suunto’s overigens ook niet, dat leidt tot een vaste afwijking van 4 % en daar is mee te leven. Een vaste afwijking in vermogensmeting is niet zo’n probleem. 

Om betere vermogensmeting te kunnen doen, zou ik er een fietscomputer bij kunnen kopen (ja joh, we hebben nog niet genoeg ongeplande uitgaven op het moment…), maar dan komt de rest.

De rest

Het eerste wat ik echt te knullig vind: bij zwembad zwemmen kun je geen intervallen timen. Voorbeeld: ik zwem 200m’s met 30” rust. Het eerste interval (na inzwemmen) gaat goed, maar als ik dan na de rust het tweede interval wil starten, krijg ik een foutmelding met als strekking: ‘je hebt niet gezwommen, dus dit telt niet als lap’ (‘no swimming length detected’ ofzoiets). Hij begint dan geen nieuwe lap. Als ik de lap dan 200 meter later afdruk, heeft-ie dus de voorafgaande pauze meegerekend.
Hij registreert zelf (te zien in de app) elk baantje apart, en telt daar dan ook de pauzetijd bij op. Als ik even heb staan ouwehoeren, heb ik dan dus bijvoorbeeld 5 minuten gedaan over 25 meter. Beetje gek, want volgens mij is het vrij standaard om intervallen te zwemmen met rust ertussen. Voor mijn part is dat dan een lap van 0 meter. Sterker nog: de Suunto’s doen dit vanzelf: die beginnen automatisch een nieuw interval na een rustpauze – wat het andere uiterste is, zal ik maar zeggen, ik wil best wel op een knopje drukken. Maar zelfs met knopje doet de Coros het niet…

Dan nog wat jammere dingen, op volgorde van hun belangrijkheid voor mij:

  • De GPS valt weg in tunnels en viaducten en hij corrigeert later niet voor de gemiste afstand. Hij gaat dan op autopauze, en als ik autopauze uitzet, mist-ie een paar honderd meter. De Suunto’s houden de GPS daar wel vast, of aan in elk geval niet op autopauze en corrigeren zodra ik uit de tunnel kom, met een rechte lijn tussen begin en eind van het gemiste stuk. Nou zit ik niet met een beetje gemiste tijd en afstand, maar ik rijd wel eens hill repeats in de Beneluxtunnel, zes tot acht keer de tunnel heen en weer, en dan mist de Coros dus vrij veel.
  • Het backlight is alleen maar via de telefoon te bedienen en kent twee standen: helemaal uit (onhandig in schemering en donker) en ‘aan bij beweging’. Dan gaat het veel te vaak aan, zoals in daglicht, maar ook als ik me omdraai ’s nachts en bijvoorbeeld ook in de bioscoop elke keer als ik ging verzitten. Voor zoiets ‘kleins’ wil ik niet steeds de telefoon nodig hebben (zeker in de bioscoop niet). Aan gaat eventueel ook nog met een knopje, maar uit vergt een specifieke ‘zwaai’ van je pols. Je kunt verder best veel aan de instellingen doen op het horloge doen, gek om juist hiervoor wel de app nodig te hebben.
  • Het horloge kent zeven sporten: de drie triathlonsporten in een indoor en outdoor-variant, plus de triathlon zelf. Er is geen mogelijkheid om minstens ook nog een ‘overige’ sport te registreren o.i.d., zodat je bijvoorbeeld ook krachttraining kunt klokken, of ik m’n bodybalance. Pas dan maakt-ie ook de naam ‘multisport’ waar, vind ik, nu is het ‘triathlon sport’.
  • Er zit geen stopwatch-functie op – jammer.
  • Er zit geen gebruiksaanwijzing bij  – waardoor ik ook niet weet of enkele van de dingen die ik hier noem mogelijk op te lossen zouden zijn. Mogelijk gaat er overigens ook nog wel wat gefixt worden in softwareupdates?
  • De Coros klokt in een triathlon de transities als pauze achter de vorige sport (dus T1 bij zwemmen, T2 bij fietsen), zet die (dus) ook niet door naar Strava en meet er niets aan (niet afstand of hartslag bijvoorbeeld). De Suunto’s hebben ’transitie’ als aparte ‘sport’, en je kunt daarin meten wat je wilt, bijvoorbeeld hartslag en afstand.
  • Je kunt alleen ANT+-randapparatuur koppelen. Voor mij geen probleem, maar wel een beetje gek, want het horloge kent wel Bluetooth – voor de telefoon. Het belooft ook Bluetooth-connectiviteit, maar ik zou niet weten hoe. 
  • Hartslagmeting door de dag heen (‘4 hour average’ op horloge) lijkt niet te kloppen: het is bij mij standaard rond de 60, wat te hoog is, mogelijk doordat-ie te kort meet. Het duurt sowieso een flinke tijd voordat de correcte hartslag in beeld is, en hij begint dan standaard met 60. Ik denk dat die 4-uurs-meting te vroeg stopt.
  • Klein dingetje wat er niet echt toe doet maar me wel nieuwsgierig maakt: in de loop van de dag voegt hij soms een minuutje toe aan m’n ‘exercise time’ en ik ben wel benieuwd op basis waarvan. Al dat soort gemeet, ook bijvoorbeeld aan dagelijkse calorieën, is volgens mij een slag in de lucht, bijna uit-de-duim-zuigerij, ik zit er totaal niet op te wachten, maar het maakt me dus wel nieuwsgierig.
  • Voor als je het belangrijk vindt: de Coros is zo’n typische Chinese kloon, dus eigenlijk een namaak-Garmin – zie wat DC Rainmaker erover schrijft en vooral ook de commentaren (ik vind dat geen bezwaar, vanwege mijn moeite met zo’n heel dominante marktpartij).  

Over de app dan nog: die is priegelig en onvolledig (bijvoorbeeld geen gemiddelde hartslag per interval – raar, want dat is een belangrijke waarde bij trainen en testen) en je kunt er zelf niks bijschrijven – geen goed logboek dus. En je kunt er verder niks mee, niet online delen bijvoorbeeld. Dat wordt weliswaar allemaal gecompenseerd door de koppeling met Strava, maar de synchronisatie daarmee is bij het zwembad zwemmen onvolledig. Strava geeft bij de laps (rondes) alleen het eerste baantje, dus hij geef één interval van 25m. Er staat verder alleen totale tijd en afstand; alle interval-info is weg.

Een kleine ergernis was dan nog dat elke keer als ik de app open, hij vraagt welke notifications ik wil. Dat moet ik toch niet elke keer hoeven wegklikken. Of ligt dat aan mijn telefoon?

* * *

Tot zover de review. Nu ik eraan gesnuffeld heb, wil ik op termijn wel een goed, modern sporthorloge. En misschien moet er wel een fietscomputer bij. Maar ik heb op dit moment, na zeven weken gehannes, mijn buik meer dan vol van sporthorloges. Voorlopig doe ik het wel weer met die ouwe-trouwe Ambit, althans, de tweedehands die ik van de importeur gekregen heb. Die doet wat ik gewend ben – en hij meet redelijk het vermogen.

Voorlopig kan ik daar wel mee leven. Ik wil rust op dit vlak, ik wacht af tot financieel betere tijden, en op de ontwikkelingen. Bij Suunto bijvoorbeeld – mogelijk gaan die Movescount afbouwen, dat zou ik jammer vinden.  Bij Polar, die schijnen met iets nieuws te gaan komen. Of wie weet…

Door |2018-09-06T19:13:49+02:006 september 2018|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Update

Even een vervolgje op de post van dinsdag.

Allereerst wat leuke actiefoto’s van zondag en zelfs een filmpje, gemaakt door Chré, vlakbij de finish:

Ik was goed herkenbaar, want ik had als enige m’n eigen badmuts op. Van de badmutsen van de organisatie kreeg ik acuut hoofdpijn, nadat Chré had geholpen ‘m over mijn XL hoofd te wurmen.

Dan het horloge-vervolgverhaal. Ik heb Jeroen de vraag gesteld over de haperende vermogensmeting, en hij reageerde al snel met bericht van Coros over dat dat in de nieuwe softwarerelease opgelost zou moeten zijn. Die release kwam gister, en inderdaad: de vermogensmeting blijft niet meer hangen. Ander goed nieuws is ook dat de app het vermogen nu wel synchroniseert naar Strava

Maar… gister viel het vermogen wel om de haverklap terug naar 0. Ik zag dat tijdens het fietsen gebeuren en je ziet het ook in de grafieken, de paarse (vermogen) en roze (cadans):

Ik houd mijn benen wel eens stil, maar zeker niet zo vaak! Dit heb ik dus ook maar weer aan Jeroen voorgelegd.

Wat je op dat plaatje ook kan zien, is dat de hartslagmeting een rommeltje is: alleen de drie langere, plattere stukken zijn reëel. Een maximum van 188 – hahahaha! Ik heb Jeroen ook maar eens gevraagd of er toch een borstband aan te koppelen is. Overigens deed de Suunto hartslagmeting aan de pols niet beter dan dit, dat blijft toch nog steeds gewoon lastig voor horloges.

Ik heb daarnaast inmiddels het hele lijstje ‘gekke dingen’ van het horloge opgeschreven en dat ga ik ook aan Jeroen sturen. Wat ik bijvoorbeeld woensdag ontdekte, is dat je geen nieuw zwembad-interval kunt starten na rust.  Dus als ik, zoals woensdag, 200m-intervallen zwem met ongeveer 30″ rust ertussen, zegt hij na die 30″ dat ik niet heb gezwommen en dus geen interval kan afdrukken. Nee, dûh, dat is een interval van 0 meter! Intervallen zwemmen met rust tussendoor is een heel gebruikelijke trainingsaanpak.

Dat zijn van die dingen waarvan ik denk: daar moeten toch meer Coros-gebruikers tegenaan zijn gelopen? Als het zo is dat ik dit soort dingen door kan geven voor verbetering, dan zou ik dat nog wel leuk vinden, zeker omdat ze dus heel snel reageerden. Ik wil best wel proefkonijn zijn. Maar als dat niet zo is, dus als dit het is, dan ga ik toch echt weer verder kijken. Te veel gekke dingen.

Nog even terug over de hartslag: volgens Coen van Topvorm is het inderdaad zo dat je rusthartslag en trainingszones dalen door ijzer bijslikken. Ik had gister even een rusthartslag van 40 – tot voor kort zag ik bij uitzondering 48.

En het andere fysieke ding: de achillespees heeft gister de hele 5 km Seuterloop volgehouden zonder tegen te sputteren. Hoera!

En de rest: er is weer ontwikkeling in de nieuwe website, de magnetron heeft het inmiddels begeven, manlief en ik gaan morgen op grote nieuwe-spullen-koop-expeditie, maar we moeten wel een dezer dagen naar een begrafenis.

 

Door |2018-08-24T11:26:59+02:0024 augustus 2018|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Aanpassing zelfbeeld

Op 25 juli postte ik hier al wat over het nieuwe horloge en andere nasleep van de inbraak. De impact is groter (geweest?) dan het daar misschien overkomt: ik ben de tussenliggende weken bepaald niet in goeden doen geweest. Bovendien heb ik mijn zelfbeeld moeten aanpassen.

Ik schreef toen al dat het nieuwe horloge geen goede waardes gaf met de vermogensmeter, die ik nog maar net een week wel probleemloos had kunnen gebruiken. Ik heb er in de tijd daarna een heleboel tijd in gestopt en frustratie over gehad, totdat uiteindelijk van beide kanten bleek dat er net een compatibiliteitsprobleem zit tussen de nieuwere Suunto’s en Powertap. Ik ben ervoor met de vermogensmeter bij TriPro, de verkoper ervan, langs geweest en ook de Suunto-importeur kreeg het uit Finland bevestigd.

Dat was even slikken, want op de Suunto-site stond anders, en ik was gehecht aan Suunto en aan het achterliggende online logboek Movescount. Inmiddels heb ik me daaroverheen gezet, ik heb een boel reviews gelezen,  informatie gezocht, geld geteld en de balans opgemaakt – en toen bij TriPro een ander horloge gekocht, een Coros Pace.

Coros Pace blauw

Die geeft wel weer goede waarden met de Powertap, het heeft verder ook een paar sterke punten maar ook een paar tegenvallers.

Even de details over de horloge-vergelijking, voor wie het interesseert – je kan dit cursieve stuk ook overslaan.
De sterke punten van de Coros Pace ten opzichte van beide Suunto’s (de gestolen Ambit 2S en de inmiddels teruggestuurde Spartan) zijn het lichte gewicht, het display, de hartslagmeting aan de pols, de levensduur van de batterij, het bedieningsgemak en de hardloop-metronoom.
Tegenvallers zijn dat er geen stopwatch op zit, dat je geen andere sporten kunt registeren dan de drie triathlonsporten (dus geen krachttraining bijvoorbeeld), en dat je het backlight niet op het horloge zelf kunt instellen – door dat laatste zat ik gister in de bioscoop (steengoeie film trouwens) elke keer als ik ging verzitten met een lichtje aan mijn pols. Je kunt het backlight sowieso niet met een knopje bedienen, het gaat aan door beweging, of anders is het helemaal uit.
De open-water-GPS heeft het afgelopen zondag ook nog niet zo goed gedaan, maar dat kan wel eens gebeuren, daar moet ik nog verder mee experimenteren. Start en finish waren op dezelfde plek en ik ben niet over stukjes land heen gezwommen – het is een soort mirakel dat hij als totale afstand nog in de buurt is gekomen van de 2,5 km die het volgens de organisatie was. (Leuke en gezellige zwemtocht trouwens!)

GPS track met start en finish ver uit elkaar
Overigens maakte de Suunto Spartan helemaal een potje van open water zwemmen – ik leek daarmee wel straalbezopen:

Lijkt wel dronken - GPS
Terug naar de Coros Pace. Daarvan  vind ik het logboek niet zo handig: het is alleen een app op de telefoon en dat is priegelig, je kunt er niks bijschrijven, hij geeft geen gemiddelde hartslagen per interval en hij zet het vermogen niet door naar Strava – waar ik mee begonnen ben om het gemis van Movescount te compenseren. Strava geeft de gemiddelde hartslag wel, maar dus weer niet het vermogen. Dat betekent dat als ik testjes fiets, ik de app naast Strava moet leggen, dat is niet zo elegant. Gemiddelde hartslag per interval is bovendien zo basaal dat ik het raar vind dat de app het niet geeft – moet ik nog even achteraan, of dat aan te passen is.
Wat ook nog verder uit te zoeken is, is dat de vermogensmeting toch ook nog lijkt te haperen. Ik zie dan tijdens het fietsen op het horloge een tijd lang dezelfde waarde, en in de vermogensgrafiek in de app een recht streepje. Dat gebeurde zaterdag vier keer in een uur. Ik ga zometeen opnieuw proberen en als het weer zo is, ga ik TriPro maar weer eens bellen…
Het lastige is dat ik de vermogensmeter ook nog maar heel kort heb, sindsdien aan het klooien ben, en dus niet precies weet wat ik kan verwachten.

[ Edit paar uur later: het is nog steeds zo, van die haperingen in de vermogensmeting, ik heb er nu een screenshot van weten te maken, het gaat om die vier rechte streepjes:

Grafiek met horizontale stukjesBovendien raakte het horloge in de Beneluxtunnel, waar ik ‘hill repeat’-intervallen in doe, het GPS-signaal kwijt, weer wat nieuws… ] 

De Suunto moest op tijd retour en zo had ik vorige week een paar sporthorlogeloze dagen. Die noopten me om mijn zelfbeeld aan te passen. Waar ik mijn telefoon soms rustig urenlang kan vergeten en mezelf als totaal niet verslaafd beschouw en sowieso dus niet zo afhankelijk van gadgets, heb ik het zonder sporthorloge moeilijk.

Een deel daarvan heeft recht-toe-recht-aan met de inbraak te maken: de lege pols en het gehannes met de vervangers confronteert me elke keer daarmee. Wat zou ik het graag achter me laten.

Ik ben me er bovendien ook wel van bewust dat ik eigenlijk het liefst gewoon het gestolen horloge terug wil, en de noodzakelijke verandering dus nog niet helemaal accepteer, zeker niet als ik daar dik 200 (de Suunto Spartan) of bijna 300 (de Coros Pace) euro voor neertel.

Maar het gaat verder dan dat. Zonder sporthorloge was ik voor mijn gevoel álle houvast kwijt. En ik heb al zo weinig houvast, c.q. ik ervaar al zo veel controleverlies de afgelopen tijd. De inbraak natuurlijk, maar er is meer. Ik heb een fikse opeenstapeling van pech en ander gedoe gehad.  

Hier komt een opsomming van wat er allemaal tegen heeft gezeten sinds we terug zijn van Down Under – wie daar geen zin in heeft, kan deze cursieve opsomming overslaan:

  • Mijn Afrika-fiets was total loss en inmiddels vervangen/verbouwd.

  • Ik heb in het tweede kwartaal knetterhard gewerkt, wat ook voordelen had want ik heb een recordomzet gedraaid die welkom was na vier maanden zonder inkomsten, maar samen met de onbezoldigde dingen én het uitwerken van de ideeën voor mijn activiteiten als trainingsbegeleider was het wel veel.

  • Van het uitwerken van die ideeën heb ik de vruchten nog niet kunnen plukken omdat het niet is gelukt om de website al in de lucht te krijgen. Het laatste wat ik heb gehoord van mijn webbouwer was ‘ik maak het volgende week op mijn vakantie-adres af, als de wifi daar goed genoeg is’. Dat was eind juli.

  • Thuis: er ging een koelkast stuk en onze koffiemachine en mijn e-reader; de combi-magnetron is op sterven na dood. Het lukt niet om een uitvoerder te krijgen voor het opknappen en vocht-bestendiger maken van onze gevel, wat wel echt gaat dringen.

  • We zijn nog bezig met de afhandeling van de inbraak. Zo is het raam in de achterdeur nog een plank, want onze klusjesman ging net op vakantie toen de nieuwe ruit geleverd werd. We hebben ook nog maar net de lijst met gestolen spullen aangeleverd bij politie en verzekering,en we weten dus ook nog niet wat we terugkrijgen van die laatste; we houden rekening met een fikse financiële schadepost. We hebben ook nog geen nieuwe camera, dus foto’s maken is behelpen met de telefoons. Nouja, en dat sporthorloge-gedoe dus, dat was een grote tijd- en energievreter de afgelopen weken.

  • Buitenkunst was er lekker een weekje tussenuit eerder deze maand, maar ook pittig. Ik had een lichte blaasontsteking ofzoiets waardoor ik twee nachten weinig sliep, de hoosbui die een einde maakte aan de hittegolf zette m’n tent onder water en de workshop was geen onverdeeld succes. (gelukkig was het wel gezellig).

  • Fysiek deel 1: achillespeesblessure. De stress van de inbraak was daarin geschoten – m’n kuitspieren stonden zo strak als snaren, c.q. ze waren zo hard als beton. 2,5 week lang kon ik helemaal niet hardlopen, sindsdien heb ik een paar keer okee gelopen, tot 4 km, maar gister ging het ineens weer een stuk minder, bleef ik weer op 4 moeizame kilometers steken en vandaag is de pees weer wat gevoeliger. Tsja, herstel is geen rechte lijn omhoog, dat snap ik ook wel, maar leuk is anders. De september-triathlons, twee kwarten nog, kunnen wel eens in DNF’s eindigen, waarmee het triathlonseizoen wel heel mager wordt, en ik durf ook nog niet zo goed plannen te maken voor volgend jaar. Eerst moet die blessure echt over zijn. Dat gáát zo’n blessure ook, alleen naar mijn smaak te langzaam natuurlijk. 

  • Fysiek deel 2: De kermis die overgang heet. Nadat ik dit voorjaar een keer na 2 weken alweer ongesteld was, is het net hiervoor 10 weken weggebleven. In die tijd heb ik de hartkloppingen gehad die tot ijzer bijslikken leidden, ik schreef daar eerder over, ze zijn er nog steeds af en toe. Plus voor het eerst serieuze opvliegers. Die werden langzaam-maar-zeker frequenter en heftiger, met die bloedhete dagen eind juli als hoogtepunt – toen heb ik meermalen zitten druipen van het zweet en dat vrat energie. Een paar dagen daarna verdwenen ze ineens weer helemaal, wat fijn is natuurlijk, maar wel aangeeft hoe grillig het allemaal is. Een opvlieger als zodanig is al iets wat je overkomt, en hun komen en gaan is dus tot nu toe ook onvoorspelbaar. Sinds ze zijn gegaan voel ik me redelijk okee, maar niet topfit – beetje moeïig soms.

  • Fysiek 3 of 2b: Last van vingergewrichten. Eentje is ontstoken en een ander is al een paar keer uit de kom geweest. Veel last heb ik er niet van, maar het is wel vervelend. Ik heb af en toe ook zere voeten vooral ’s ochtends, maar ik denk inmiddels dat dat een soort spierpijn is van het heftige rekken van m’n kuiten vanwege de achillespeesblessure (de ’traptree-oefening’). Daarvoor ben ik wel even bang geweest dat ik misschien reuma of artrose aan het ontwikkelen was, maar daar ben ik nu wel weer gerust op. Mogelijk ook een overganskwaaltje?

  • Fysiek 4 of 2c: Hartslagonduidelijkheid. In juli daalde mijn al jarenlang stabiele rusthartslag plotseling, met vier à vijf slagen (van 50 naar 45). Een effect van het extra ijzer? Ook iets hormonaals? Ik kan er googlend niks over vinden. En daalt dan m’n omslagpunt ook? Het omslagpunt dat in mijn laatste maximaaltesten bepaald is, 149, haal ik op de fiets niet. En/of ligt m’n omslagpunt sowieso lager op de triathlonfiets dan op de gewone racefiets – op die instellingen doe ik die testen? Ook dat vind ik nergens. Ik had net m’n trainingsaanpak veranderd: spinning vervangen door twee korte maar intensieve fietstrainingen. Maar zo heel intensief zijn die dus niet, althans, niet qua hartslag. Lopen kan op het ogenblik nauwelijks, dus train ik dan wel intensief genoeg om in vorm te blijven?

  • En oja, het was natuurlijk bij vlagen snik- en snikheet, in deze extreme zomer. Daarom hebben we bijvoorbeeld een gepland dagje fietsen in Limburg vorige maand maar uitgesteld – naar volgende week, hopelijk komt dat goed.

  • Enne… terwijl ik dit zit te schrijven, komt Henk thuis met nieuws over droevige familieomstandigheden.

Ik kan het allemaal relativeren. Het zijn geen wereldrampen, veel is alleen maar materieel, het was allemaal leerzaam (ik ben bijvoorbeeld ineens heel deskundig op het gebied van triathlon-sporthorloges) en het meeste heeft vooral tijd nodig en voorzichtig zijn met mezelf, en er waren ook leuke dingen.

Maar het is wel véél allemaal. Af en toe werd het me de afgelopen tijd zelfs een beetje te veel. Te veel om nog te trainen bijvoorbeeld – als dat als ‘moeten’ gaat voelen, kan ik het beter laten.

Dan ben ik wel eens bang dat ik aan het instorten ben.

Dat is niet zo. Mijn vorm van de dag fluctueert  sterk, maar dat doet-ie al jaren. Verder is er niet zo veel aan de hand.

Ik heb een paar weken terug zonder veel moeite mijn snelste 400 meter ooit gezwommen, in 7’33. Dat kan ik nog wel zien op de zwembadklok. Maar afgelopen zaterdag had ik er de nieuwe Coros voor nodig om te zien dat ik nog hetzelfde vermogen trap als half juli.

Zulke bevestiging is welkom op het ogenblik.

Ben ik toch gadget-afhankelijker dan ik dacht.

 

Door |2018-08-21T18:04:41+02:0021 augustus 2018|Fiets, Loop, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|2 Reacties

Foto’s TriathlonGO

Bij de Triathlon in Herkingen zijn zaterdag twee bijzondere foto’s gemaakt. De eerste is een zeldzame: manlief en ik tegelijk in actie:

Hij was 5 minuten na mij gestart en haalde mij, zoals verwacht, aan het eind van het lopen in. We zijn uiteindelijk zelfs samen gefinisht. 

De tweede is de eerste foto in m’n nieuwe wetsuit, net uit het water en onder de douche doorlopend om het zout van de Grevelingen af te spoelen:

(Ik ben bijna geneigd om m’n hoofd van die foto af te knippen – oef! Maar ik voelde me toen best prima, hoor!)

Met dank aan de twee fotografen, hun sites vind je door op de foto te klikken.

Door |2018-06-01T09:23:09+02:001 juni 2018|Loop, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Evaluatie wedstrijdseizoen

Lang leve de korte afstanden!

Wat mij betreft is de kern van een evaluatie altijd de vooruitblik, dus hier komt-ie meteen: ik ga me volgend jaar in het triathlonseizoen concentreren op de korte afstanden, 1/8e en sprint, en stel dus de langere wedstrijden minstens een seizoen uit.

Twee redenen hiervoor:

  1. Ik heb dit seizoen de meeste lol gehad bij die kortste afstanden. Mijn beste prestaties heb ik geleverd op de 1/8e (PR in Ter Aar, op hetzelfde niveau gepresteerd in Wilhelminadorp), de sprint (PR en overwinning in mijn leeftijdscategorie bij de Bosbaantriathlon en mijn beste jaarprestatie was de sprint-run-bike-run van Triathlon 010, die dag voelde het geweldig) en op een kwart (persoonlijk parcours record, vergelijkbaar met mijn PR, bij Binnenmaas, en dat leverde een heuse podiumplek op).

    Op het podium bij de V50+ kwarttriathlon Binnenmaas



    Deels was het een beetje pech dat twee langere afstanden, Oud-Gastel en Bocholt, alsmede twee andere kwarten (Krimpen en Alphen) samenvielen met vorm-dips. Nouja, met een vrij pittige vormcrisis in het voorseizoen en met een dipje eind september.
    Maar deels zijn die korte afstanden ook gewoon goed te behappen en is het lekker om zonder voorbehoud te kunnen knallen. Bovendien zijn het de leukste, gezelligste evenementen. Ik heb ook dit seizoen weer ondervonden: het leukst zijn de kneuterige triathlons met een gemêleerd deelnemersveld. En tot slot: er zit nog rek op die PR’s. In Ter Aar heb ik helemaal niet goed gelopen door inspanningsastma en de Bosbaan was geen heel snel parcours en koud zwemmen. Wie weet, ook op mijn 52e nog op naar nieuwe PR’s?
    Dus puur en alleen voor het sportplezier vind ik de korte afstanden het leukste. Er is meer, ik wil meer, maar daarover strakjes.
  2. Ik heb nog een keer een goede trainingswinter nodig om mijn hardlopen vooruit te helpen en dan weer langere afstanden aan te durven. Ik kan geneigd zijn dit seizoen te zien als een verloren seizoen voor het hardlopen. Ik had in het voorjaar al de mislukte marathon en het gebrek aan progressie te ‘verknagen’, en in die vormcrisis in het voorjaar zakte mijn hardlopen, voor mij de moeilijkste van de drie sporten, het verste weg. Ik heb het weer genoeg uit die dip weten te trekken om de triathlons te volbrengen, maar echt goed heb ik geen één keer gelopen, hooguit in een training. En nog wel vaker was er iets waardoor ik een looptraining moest overslaan: pijntje hier of daar, moe.
    Toch ervaar ik het niet helemaal als mislukt, want ik heb wel stappen gezet op het gebied van techniek en een andere trainingsaanpak. Dat draait echter eigenlijk pas sinds eind juni weer een beetje, en dat was volop in het triathlonseizoen. Met de andere twee sporten ernaast lukte het in die korte periode niet om progressie te boeken. Dat kan alleen in de winter, als ik fietsen op een laag pitje zet en drie keer per week kan trainen en regelmatig een wedstrijd kan doen – alleen lopen dan dus, als wedstrijd, en niet lopen als sluitpost van een triathlon, dan bouw ik onvoldoende tempo-hardheid op. Maar komende winter komt dat er niet van, omdat we dan op reis gaan. Ik ga straks 3,5 maand helemaal niet lopen, daarna begin ik weer bij nul. 5 kilometer is dan voor volgend seizoen ambitieus genoeg. Een stap vooruit hoop ik dan in de winter van 2018/2019 te zetten.

Tevredener ben ik trouwens over de andere twee sporten:

  • Ik heb dit jaar harder gefietst dan ooit tevoren in triathlons, daarbij geholpen door mijn al niet eens meer zo heel nieuwe fiets waarmee ik nooit eerder echt goed in vorm korte afstanden had gedaan. Ik ben trots op een paar fietsresultaten, zoals de 2e fietstijd van de 40+-dames bij Triathlon010, de snelste fietstijd van alle vrouwen bij de Bosbaantriathlon op vrijdag, en de 33,1 km/u gemiddeld die ik bij Binnenmaas reed. Af en toe voelde het ook superlekker!
  • Ik heb ook beter gezwommen dan ooit te voren, volgende op het derde PR van dit kalenderjaar: dat op de kilometer zwemmen in januari. Ik ben al sneller geweest dan toen zelfs, het is er alleen niet van gekomen om dat ook goed te klokken. Ook met zwemmen stop ik straks 3,5 maand, maar ik kijk er nu al naar uit dat weer op te pikken volgend jaar.

Ondanks een aantal best goeie prestaties heb ik me in een wedstrijd maar één keer echt helemaal top gevoeld en er alles uitgehaald waar ik voor trainde (Triathlon 010). Deze foto is dus van het beste sportmoment van het jaar:  

2017_07_16_0155

Een paar keer zat ik ertegenaan, zoals in Wilhelminadorp en Binnenmaas, en ook op sommige trainingen heb ik me supergoed gevoeld en enorm genoten. Nouja, misschien is één zo’n piekmoment per seizoen ook al heel wat? De vorige twee seizoenen had ik dat helemaal niet gehad zelfs. 

Het was ook af en toe een moeilijk seizoen. Krimpen, Bocholt en Oud-Gastel waren eerder diepte- dan hoogtepunten, al ben ik achteraf best trots dat ik die laatste twee toch nog heb volbracht – het is dit seizoen bij één DNF gebleven gelukkig, en dat was wijs toen. Ook aan het eind ging het weer niet helemaal lekker, al ben ik uit die dip nu alweer uit de weg omhoog (geloof ik). Allebei de keren was de oorzaak duidelijk: de hormonale kermis die overgang heet. Ik had daar ook andere symptomen van, en het meest kenmerkende op sportgebied was dat ik in die vlagen het gaspedaal niet kon vinden.

Maar er is meer…

Dan de rest. Ik sport niet alleen voor de uitslagen en voor de prestatie. Ik sport ook niet alleen voor dat pure sportplezier van de korte afstanden. Ik zoek ook de uitdaging op van de langere, en ik verleg graag mijn grenzen. Het was op dat punt geen groots seizoen, maar aan het eind toch zeer bevredigend omdat ik dit jaar in kouder water heb gezwommen dan ooit tevoren. Dat is het soort grenzen-verleggen waar het me om gaat.

Wat me ook drijft, is nieuwe dingen doen. Dit jaar waren er een boel nieuwe dingen: nooit eerder deed ik zo veel wedstrijden (12), daarbij zat mijn eerste door-de-weekse triathlon en er volgden er nog twee, een nieuwe afstand in een nieuw land en ook nog eens de rommeligste triathlon ooit, mijn eerste start als onderdeel van een duo dus een triathlon met een pauze erin, mijn eerste korte run-bike-run en later mijn eerste officiële run-bike-run (dus niet als gemankeerde triathlon), andere nieuwe en voor herhaling vatbare parcoursen (Wilhelminadorp, Terneuzen, Alphen, Bosbaan). Voeg daarbij mijn nieuwe rol als trainer en als supporter van ‘Ironhenk’ en als helft van een Ironcouple:

Ironmen Henk Vermaas en Louise Cornelis

Er was een boel nieuws en goeds en grensverleggends dus en daarvan heb ik genoten en geleerd. Ook van de minder prettige kanten. Ik heb vooral door Oud Gastel ook weer stappen gezet in het leren omgaan met en het accepteren van het nu soms zo grillige lijf. Als het nu niet lekker gaat heb ik meer vertrouwen dat dat maar tijdelijk is. Bovendien zat er tussen die twee slechte vlagen een veel stabielere periode waarin ik me juist fitter en sterker dan in heel lang. Ik hoop dat dat een vooruitblik is geweest op hoe het er na de menopauze uit kan komen te zien. Ga ik dan betere jaren tegemoet?

Voor de langere termijn kriebelt er wel nog wat. Ik wil sowieso graag in 2019 in Almere starten (zeg ik nu). Dat kan dan weer, omdat dan manliefs ’project’ om van ’14-’18 de In Flanders Fields marathon te lopen afgerond is, en die is altijd in hetzelfde weekend. Maar in 2019 heb ik mijn handen weer vrij. Ik weet nog niet wat ik daar dan wil gaan doen: de halve triathlon (ik wil sowieso graag eens een halve doen in goeden doen, dat is er tot nu toe nog niet van gekomen), de hele in mijn eentje, of de hele als onderdeel van een trio of duo. Daar heb ik nog royaal de tijd voor om over na te denken.

En ja, dus toch weer gedachten over een hele? Ja, soms, een beetje. Nog steeds omdat ik denk dat het beter kan dan in Vichy en omdat het voor het zwemmen en fietsen wel te overzien is. En ook wel omdat ik afgelopen zomer heb ervaren hoe veel beter het kan zijn als de overgangshormonen zich een tijdje koest houden. En omdat ik dat grote doel toch ook wel een beetje gemist heb – hoe leuk het ook was om zo veel kleine doeletjes te hebben.

* * *

Dit seizoen laat zich niet vergelijken met het vorige, met zo’n duidelijke piek als de Ironman. Het was goed, ik kan ermee vooruit, maar het smaakt ook ergens wel nog naar meer. Niet meteen – ik ben moe, nu, ik merkte vorige week na de run-bike-run dat ik traag herstelde. Van de winter ga ik lekker op reis. Maar daarna… de toekomst kriebelt al!  

 

Door |2017-10-16T14:54:27+02:0016 oktober 2017|Fiets, Loop, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant