Zwem

Een eerste balans

Twee weken geleden is mijn normale leven tot stilstand gecrasht – dat is het beste woord, als ik nu terugkijk. Ineens kon er van alles niet meer, op sport- en andere gebieden, en kwamen daarvoor in de plaats angst, verdriet en onzekerheid, voor mijzelf en voor de wereld om me heen. Dat is nogal een schok.

De laatste dagen heb ik al een aantal keren gezegd (in telefoon- en videoverbindingen) en geschreven (mailend en append) dat het me ‘naar omstandigheden’ goed gaat. Die omstandigheden zijn extreem en ik zou er wat voor geven om ze weg te kunnen toveren.

Dus echt goed – nee. Maar toch best wel okee dus.

De ergste acute stress is voorbij, ik voel me niet meer een konijn dat in de koplampen zit te staren, ik kan soms het nieuws een tijdje laten, ik kan me an en toe weer een beetje op andere dingen concentreren, ik word laconieker om verdere annuleringen. Een soort van ‘alles went’, zal ik maar zeggen.

En wat me ook opvalt: mijn lijf houdt zich eigenlijk best goed. Daar heeft mijn huidige leefwijze zelfs een paar voordelen voor. Ook nadelen, maar de balans is best wel okee.

Voordelen

Mijn leven is een heel stuk regelmatiger geworden. Ik hoef niet meer, zoals anders, af en toe vroeg op om om 9 uur in – bijvoorbeeld – Amsterdam te kunnen zijn. En ik ga ook niet meer, zoals anders, laat naar bed omdat ik ’s avonds iets leuks aan het doen was buitenshuis.  Voor een TV-programma hoef ik ook niet op te blijven: de volgende dag tijd zat om terug te kijken. Lang uitslapen om een zo ontstaan slaapgebrek te compenseren hoeft ook niet meer. Ergo: ik ga al meer dan twee weken om 11 uur naar bed en ik sta om ongeveer half 8 op. Voor mijn doen is dat wonderbaarlijk!

Ik eet supergezond. Ik ben me ervan bewust dat ik een beetje op moet passen voor zowel mijn weerstand (geen snelle suikers snoepen) als mijn gewicht (ik ben veel minder actief). Maar het kost me frappant weinig moeite om me te beperken tot drie goede maaltijden per dag (met dank aan manlief) en een enkel gezond tussendoortje. Ik ben namelijk al mijn gewone snaaimomenten kwijt:

  • Ik snaaide bijvoorbeeld vaak op de terugweg van werk elders – het station is echt één grote bron van verleidingen en vaak was ik ook wel flauwig van het werk, of vond ik dat ik het wel verdiend had ofzoiets. Doe ik niet meer, kom ik niet meer.
  • Ook snaaide ik vroeg op de avonden dat we na 9 uur aten omdat manlief pas dan terugkwam van z’n atletiektraining. Hoeft niet meer: manlief traint nu ook overdag, we eten ergens tussen zes en zeven, ook heel regelmatig.
  • Een ander snaaimoment was ’s avonds laat, als ik thuiskwam van iets en manlief al in bed lag. Nog even ‘chillen’ – had ik nodig om te kunnen slapen, en vaak had ik daar dan ook een beetje een trekje bij. Dat moment is ook foetsie.

Dat snaaien kon ik overigens goed hebben, met m’n stabiele gewicht. En ik snaaide ook wel noten en, uh – nou nee, niet heel veel meer gezonde dingen, moet ik bekennen, maar wel vooral hartig: kaas, crackers, chips. ik vond het nooit een probleem, maar het láten betekent wel dat ik vrij makkelijk ineens veel minder eet.

Ik vind het wel een interessante observatie ook, omdat het zo duidelijk laat zien dat het gewoonte-eten is. Andere gewoonte en weg is de behoefte. Bij mij dan. Ik heb al wel begrepen dat veel thuiszitters met het omgekeerde probleem zitten, en dat kan ik me goed voorstellen. Ik ben bovendien geen emotie-eter – als ik van stress ging eten, had ik me de afgelopen weken flink volgepropt.

Nadelen

Ik slaap matigjes. Ik ben nooit een goede slaper geweest, in de vroege overgang was het vreselijk, het is sindsdien okee maar niet meer zoals vroeger, en het is nu ook niet jofel, al gaat het redelijk.

Waar ik meestal inslaapproblemen heb, heb ik nu doorslaapproblemen: ik ben standaard een keer of vier wakker ’s nachts, wakker genoeg om op de wekker te kijken en vaak moet ik eruit om te plassen. Als ik rond zes uur wakker word, val ik daarna soms wel en soms niet meer in slaap. Te vroeg wakker worden ken ik als duidelijk stresssymptoom. Ik heb ook minder slaap nodig dan normaal, lijkt het – vanwege de regelmaat maar ook door veel minder activiteit.

Mijn bovenlichaam verstijft. Voor bovenrug, nek en schouders is het veranderde bewegingspatroon tricky, het resultaat van een optelsom:

  • Ik zit veel meer achter de computer. Wat ik nog aan werk kan doen, gaat zo, en daarbij zit ik bijvoorbeeld ineens ook achter het scherm voor mijn sociale contacten. 
  • Het gebied is gevoelig voor stress.
  • Ik zwem niet meer en al helemaal niet meer halverwege de werkdag thuis (m’n favoriete lunchuur).
  • De vervangende oefeningen voor aan het ‘zwemkoord’ komen vrij hard aan. Ik heb nu een routine waarin ik 4X50 slagen maak, dat is het equivalent van 200 meter, minder dan m’n inzwemafstand, maar daar had ik vorige week wel spierpijn van. Nouja, hopelijk betekent dat dat ik m’n spieren een beetje onderhoud inderdaad.
  • Ik fiets alleen nog maar op sportieve fietsen waarvan de houding belastender is dan de stadsfiets. Ik probeer het gebrek aan stadsfietsritjes (gemiddeld 3,5 uur per week) te compenseren met een extra lange rit op een sportfiets. 
  • Ik ben vorige week nog wel maar deze week niet meer naar m’n masseur geweest en ik kan ook niet naar de chiropractor.

Oef. Ik heb er flink last van gehad afgelopen week, sinds gister is het (tijdelijk?) beter. Leerproces: meer losmaak-oefeningen doen en mezelf van die computer wegtrekken. Ik doe op woensdag nu aan arbeidstijdverkorting: dan ga ik fietsen.

* * *

Ik weet: het is nog maar twee weken, we gaan dit met z’n allen lang moeten volhouden en er gaat nog een boel narigheid op ons afkomen. De toekomst is zeer ongewis. Het is al heel wat als je nu niet gillend gek wordt. En dat lukt dus vrij aardig.

Door |2020-03-28T11:24:20+01:0028 maart 2020|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Powerstroker doet aan rotatie

M’n cursus powerstroke zit erop, vorige week was de laatste les, van acht. Ik heb veel geleerd, ik zwom bij die laatste les met meer spieren er actief bij betrokken dan ooit, en dat was pittig maar leerzaam. Voor mijn gevoel heb ik zo ongeveer opnieuw leren zwemmen deze winter en kan ik nu inderdaad veel meer ‘power’ genereren, althans, de bijbehorende kracht moet ik nog verder opbouwen, maar dat is een kwestie van trainen.

Voor mijn zwemtechniek waren er twee grote stappen vooruit, waarbij ‘rotatie’ in beide gevallen een rol speelt:

  • Verbeterde ademhaling: ik ben tweezijdig gaan ademhalen (standaard 1 op 3 maar het gaat nu naar allebei de kanten eigenlijk even makkelijk) door bij m’n ademhalen meer te roteren en daardoor m’n hoofd niet meer op te tillen, wat ik naar mijn voorkeurskant deed. Ik dacht al jaren dat ik ‘eigenlijk’ eens door de zure appel heen moest bijten en trainen op ademhalen naar de niet-voorkeurskant, dat heb ik nu gedaan, aangemoedigd toen bleek dat ik het eigenlijk naar die kant technisch beter deed. Ik wilde het sowieso omdat het soms in open water makkelijk kan zijn om de kant te kunnen kiezen, bijvoorbeeld bij golfslag uit één kant. En nu bleek ik er dus nog meer voordeel uit te halen ook. Het zwemt ook een stuk rustiger dan 1 op 2, merk ik.
  • Benutten van de rotatie bij de doorhaal, op twee manieren: door de catch te koppelen aan heupinzet, en door het uitduwen van m’n slag te richten op de plek waar m’n heup net is weggedraaid. Daardoor doet m’n romp mee aan de hele doorhaal – dat was voor mij totaal nieuw, dat je de rotatie zo kunt benutten, in plaats van dat je het alleen maar doet als een soort voorwaarde voor slag en ademhaling. Ik kom nu  makkelijker in m’n doorhaal over het dode punt tussen trek- en duwfase, daar waar ik altijd geneigd was om m’n elleboog naar achter te trekken. Ook het einde van m’n doorhaal is effectiever, maar daar moet ik wel nog verder op oefenen.

Daarnaast zijn we ook nog veel bezig geweest met de EVF, de Early Vertical Forearm, was ook nuttig, maar daarin zat voor mij niet de grote stap vooruit.  Wel waren er nog een boel andere puntjes op de i te zetten voor mij, zoals dieper insteken, m’n duim aan laten sluiten bij mijn hand.

Wat ik qua trainen ook nog wel interessant vond is dat we werkten met oefeningen op het droge en dingen als optrekken en -drukken aan de zwembadrand, alleen maar om bepaalde spieren te activeren. Dat werkte verrassend goed. Als je meteen daarna dan zwemt, doen die spieren ineens beter mee. Ik was toevallig met m’n chiropractor ook met dat activeren bezig, dus dat is een ontdekking: dat het werkt om bepaalde spieren vóór de beoogde activiteit apart wakker te schudden.

Ik vond het erg leuk en nuttig om zo een winter lang intensief met techniek bezig te zijn en nieuwe dingen te leren. Nu ben ik benieuwd wat het me op gaat leveren, en de eerste gunstige tekenen deden zich sinds vorige week al voor:

  • Vrijdag zwom ik ‘en passant’ m’n snelste 50 meter ooit: 2 seconden eraf, naar 46″.
  • Gisteren heb ik een CSS-test gedaan en daarin m’n beste resultaten ooit ongeveer geëvenaard (ik weet het niet heel precies): 400 meter in 7’41; 200 meter in 3’46.

Zo snel ben ik zo vroeg in het seizoen nog niet geweest, en dat zonder ook maar op snelheid of duur getraind te hebben – het was maandenlang alleen maar techniek. Ik ben nu benieuwd hoe het zich verder gaat ontwikkelen, want er is volgens mij op zich nog verbeterruimte op de langere afstanden, simpelweg door daarop te gaan trainen (rustige duur, lange intervallen op wedstrijdtempo).

Maar ik weet van eerdere jaren ook wel dat dat niet altijd lukt: die eerdere snelle CSS-tests waren uitschieters op gekke momenten; echt goed pieken met zwemmen is me nog nooit gelukt. Als ik in het triathlonseizoen dit tempo haal, ben ik dik tevreden, want dan zou ik sneller zijn dan ooit!

Door |2020-02-04T10:50:00+01:004 februari 2020|Zwem|0 Reacties

Zwembadmoe

Even afreagren: ik kom net met stoom uit mijn oren terug uit het zwembad, zonder gezwommen te hebben.
Ik was te laat terug van werk voor m’n gewone zwembad, dus ging ik naar het kleine zwembadje hier vlak in de buurt, voor het eerst in jaren weer eens. Dat is maar 20 meter, veel chloor, vreemde snuiters – ik kom er alleen uit ‘nood’ en dat was dus al lang geleden.  Het is het zwembad van dit verhaalzwembad Overschie.
Portemonnee mee, want voor dit zwembad heb ik geen knipkaart.
Ik me verkleden, kom ik erachter dat er alleen kluisjes zijn die met 50 cent sluiten.
Zoeken, zoeken… geen 50 cent bij me. M’n andere zwembaden doen het op 1 euro of 20 cent of met een cijfercode. 
Ik in badpak naar de kassa, of de kassamevrouw een euro kon wisselen.
‘Nee.’
Wat? Dat heb ik echt nooit meegemaakt, dat ze bij een zwembad desgevraagd niet konden voorzien in passend kleingeld voor de kluisjes.
Okee, dan zet ik voor deze keer m’n tas wel naast het zwembad.
‘Dat mag niet.’
Nog twee arriverende andere zwemmers gevraagd of ze konden wisselen – ook niet.
Tsja, wat nu, waar moet ik m’n spullen en portemonnee dan laten?
‘Dat is uw probleem, mevrouw’.
Toen had ik het gehad. Ik heb me terug omgekleed en iets niet heel aardigs geroepen toen ik wegging.

Ik heb voor mijn doen veel gezwommen de laatste tijd en bij vlagen ben ik zwembadmoe. Ik ben al een uitgesproken buitensporter, en het zwembad is me regelmatig te druk en chaotisch, maar het totale gebrek aan klantgerichtheid speelt er zeker ook een rol in. Ik tel de tijd af tot het openwaterseizoen…

Maar voor de volledigheid dit dan ook nog even: ik heb net van de week wel een goed gesprek gehad met de manager van Zwembad West, over een groeiende irritatie (zwembadklok die steeds meer voorloopt, waardoor het banenzwemuur steeds korter duurt) waarover ik eerder ettelijke keren bij badmeesters bot had gevangen. Soms is het hogerop zoeken nuttig…

Door |2020-01-23T20:36:33+01:0023 januari 2020|Zwem|1 Reactie

Thema: zooi

De periode van de feestdagen kenmerkte zich op sportief gebied voor mij door viezigheid: zooi in allerlei vormen. En dat was leuk, nouja, het meeste wel.

Het begon op 19 december met een ritje op de Afrika-fiets. Door de stad, onder andere langs Bike4Travel voor een langere stuurpen, waardoor ik nu eindelijk lekker zit op de fiets met het nieuwe frame, dat kennelijk een extreem korte reach heeft – voor mij te kort is écht heel kort.

Stuurpen

De foto laat de nieuwe stuurpen zien, maar als je goed kijkt, zie je ook dat band en voorkant van het frame vies zijn. Het was zacht weer met een beetje zon, maar heel veel derrie op de weg. Ik was frappant vies voor een stadsritje. Mijn schoenen ook, dus die heb ik schoongemaakt en te drogen gezet in de warme huiskamer, met krantenpapier erin. Dat vond hamster Kotiro bij het loslopen wel interessant: kranten zijn fijn nestmateriaal,dus hier gaat het haar wangzakken in:

Hamster met kranten en schoenen

Een paar dagen later kon ik opnieuw fiets en schoenen poetsen, dit keer de triathlonfiets, toen ik op eerste kerstdag onverwacht veel regen had op een verder fijn ritje naar de punt van de landtong van Rozenburg:

Schoenhoesjes met spetters

Maar dat viel allemaal totaal in het niet bij een dag later: de kerstcross in Spijkenisse, mijn eerste echte moddercross ooit. Ik vond het erg leuk, maar ik ben duidelijk niet goed in blubber! Adriaan maakte net op een moeilijk stuk aan het eind deze foto van me (dank!):

Ik in de modder

Hier is manlief na afloop bezig met het wegwerken van de ergste modder van zijn schoenen:

Henk schrobt in tobbe

Desalniettemin hadden we thuis ook nog wel wat werk, wat zelfs tot een verstopte gootsteen leidde – je moet er wat voor over hebben!

In de tussentijd had ik ook nog wat last gehad van andere rommeligheid: vanwege het vakantierooster was ik op dinsdag wezen zwemmen in het Van Maanenbad en daar was het zo druk dat ik het na 400 meter voor gezien heb gehouden. Op vrijdag was ik met Nicole naar het Zwemcentrum, dat ging iets beter maar was nog steeds rommelig, en dat kwam mogelijk mede doordat er eentje rondzwom met een ruikbare kegel… Ondertussen ben ik zelf nog steeds lekker bezig met de oefenstof van de cursus Powerstroke. Die even stil lag vanwege de vakantie, maar dat gaf dus wel meer oefentijd.

Op dinsdag volgde nog een cross: de Sylvestercross in Soest. Prachtig zonnig weer, mooie omgeving, fijne sfeer, hooguit wat druk.  Dit keer geen blubber, maar zand:

En dat blijft ook aan je schoenen plakken:

In mul zand ben ik ook niet handig, waardoor je je kunt afvragen: waarom doet ze dat, al dat crossen? Nouja, omdat het leuk is, meer in de natuur dan gewoon hardlopen, en omdat het goede training is, door de extra kracht en het vele balanceren. En ik blijk wel een goede bochten-nemer te zijn, dus relatief goed bij veel krap draaien en keren.

Twee crossen in één week bleek alleen wel net iets te veel te zijn voor mijn voeten, dus ik heb nu een – dubbele maar hopelijk lichte en tijdelijke – overbelastingsblessure. Jammer, want het ging allemaal heel lekker de laatste tijd. Misschien was ik daardoor een beetje overmoedig geworden.Helaas viel daardoor zaterdag de nieuwjaarsloop bij Spirit in het water – ik had toen bovendien een inmiddels zeldzame totale off-day (alles bij elkaar ben ik een stuk stabieler dan een tijd geleden, maar zo af en toe ‘wiebelt’ het nog, wat ik aan de hormonen wijt).

Gisteren heb ik dan nog de laatste zooi opgezocht, en dat was gravel, of nouja, zo heet het officieel: een ‘gravelride‘, Samen met Jo heb ik een ‘Wintergrill‘ gereden, een mooie route door bos en over hei rond Hilversum, over allerlei on- en halfverharde paden. Wat waterkoud, daardoor koude voeten, maar verder erg lekker. Wel wéér fiets poetsen na afloop, en er staan weer schoenen met krantenpapier klaar voor Kotiro, al heeft die het gister nog niet ontdekt.

Op die zere voeten na is 2020 dus goed begonnen, en ik zou zeggen: dat het maar een  mooi sportjaar moge worden, voor mijzelf en voor jullie, lezers!

 

 

 

Door |2020-01-06T14:42:59+01:006 januari 2020|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

Co-productie over niet

Vandaag een co-productie met m’n andere weblog. Ik heb namelijk recentelijk op sportgebied maar weer eens ervaren dat het niet helpt om iemand iets aan te raden iets niet te doen.

Het is een bekende: dat iets ontkennen de gedachte eraan oproept. ‘Denk niet aan een roze olifant’ – zit er zomaar zo’n olifant in je hoofd. Ook mijn schrijvende adviseurs zeg ik liever te formuleren wat hun lezers wél moeten doen, in plaats van wat ze moeten laten, vermijden of niet doen. Want het is lang niet altijd vanzelfsprekend wat je wél zou moeten als je iets anders níet doet.

Waarvan acte. Ik ben bezig met een borstcrawlcursus voor gevorderden. Ik wist van mezelf dat een van de dingen die ik al jaren verkeerd doe was dat ik mijn hoofd optil om adem te halen. Zoiets, nouja, dit is zelfs wat extreem, het kan ook met m’n mond dichter bij het water. Maar het belangrijkste probleem is dat dan nog m’n kruin veel hoger ligt:

Ik wist dus ook dat ik erop moest letten dat ‘niet’ te doen, maar dat had al die jaren geen enkel effect. Sterker nog: als ik het ‘niet’ deed, kreeg ik water in plaats van lucht binnen omdat ik dan met m’n mond niet boven het water uitkwam. Geen lucht krijgen is een methode om het snel weer ‘wel’ te gaan doen. Al jaren op dit technische puntje geen progressie dus.

Tijdens de eerste les van de huidige cursus stond dit punt meteen op de agenda. Voor het eerst leerde ik wat wél te doen: contact houden tussen hoofd en schouder/arm, en om dan bij de lucht te kunnen, moet ik wel verder door-roteren, dus meer op mijn zij draaien.

Dat waren twee dingen waar ik op kon oefenen: lastige oefeningen zijdelings zwemmen met mijn hoofd op mijn schouder en die ene arm recht vooruit, en zwemmen met veel kantelen, van de ene zij op de andere. Ik ben daar gezwind mee aan de slag gegaan, onder andere tijdens de dagelijkse duik in zee op Sint Maarten.

En passant werd ik ook nog een tweezijdige ademhaler, want aan mijn niet-voorkeurskant bleek ik het al goed te doen. Dat was ook nog iets wat ik wél kon doen: naar links (voorkeurskant) op dezelfde manier ademhalen als naar rechts. Naar rechts voelde altijd gek, vandaar dat ik dat vermeed. Maar dat was dus onterecht. Gek was goed.

Wat met ‘niet’ niet lukte, lukte nu in een week of twee: ik til mijn hoofd ‘niet’ meer op . Dat was echt wel even lastig, voor mijn gevoel moest ik opnieuw leren zwemmen en ik rommel nog steeds een beetje met mijn ademhaling. Dat gaat hopelijk nog verder wennen en dan mooie resultaten opleveren.

Voor het schrijfadvieswerk leer ik er vooral van dat niet niet werkt, en wel wel.

Door |2019-12-23T17:17:01+01:0023 december 2019|Zwem|0 Reacties

Het leek wel een trainingskamp!

Ik was vorige week weg, voor werk: een schrijftraining geven op Sint Maarten! Ik heb drie dagdelen gewerkt en er kwamen nog wat sociale dingetjes bij (erg leuk), maar de rest van de tijd was vakantie. Manlief was mee, en dus hebben we lekker samen kunnen sporten. We hebben bijna elke dag in zee gezwommen:

Dat was natuurlijk superlekker, het water was een graad of 27! Ook al was het steeds maar kort, het heeft ook nog nut gehad voor mijn cursus Powerstroke, elke dag even oefenen, dat merk ik deze week in het zwembad.

We hebben op een van mijn vrije dagen een fiets gehuurd. Hier ga ik een van de steilste klimmetjes op, net over de Nederlands-Franse grens (!):

Dat fietsen was erg leuk en ging prima, ondanks het verkeer, dat op het Nederlandse deel van het eiland vaak bumper-aan-bumper staat. Daar moest je dan even geduld voor hebben. Verder was het heerlijk – de mooiste manier om het eiland te zien. Je fietst het in ongeveer 45 kilometer rond, we hebben er met een ommetje 60 van gemaakt. Daar de hele dag over gedaan, ondertussen sight-seeënd en aan de Franse kant café avec tarte aux pommes gedaan.

Hardlopen was een beetje behelpen: overdag was het te warm (> 30 graden, veel kracht van de zon), en als het afkoelde door de zonsondergang, was het snel pikkedonker (straatlantaarns zijn er niet meer sinds orkaan Irma). En dan was het spits. Eén keer hebben we langs de weg een rondje gelopen en daar kreeg ik hoofdpijn van: te veel uitlaatgassen. Bovendien was het uitkijken met al dat verkeer en de oneffenheden op de weg, dus niet zo relaxed.De tweede keer zijn we naar een netwerk van trails gelopen tegen een berg, verrassend leuk en goed onderhouden. Dat beviel beter.

Ook hebben we veel gewandeld. Eén lange, contrastrijke wandeling naar en door hoofdstad Philipsburg, en de dag na het hardlopen op de trails zijn we eer terug naartoe gegaan voor een wandelende top-beklimming van Sint Peter Hill (320 meter). 

We wandelden ook voor verplaatsingen, zoals tussen hotel en restaurant. Dat is er nogal ongebruikelijk. We hadden sowieso de indruk dat we de toeristen die ook buiten sportieve dingen wilden doen de hele tijd tegenkwamen: een Noors stel dat ook fietste, een Amerikaanse triatleet die ook de trails had ontdekt. De grote massa’s doen dat niet, en het is er ook niet de beste bestemming voor: te warm, te veel auto’s en bebouwing, te klein.

Maar voor zo’n weekje wel heel lekker! Ook in andere opzichten was het een geslaagde week: ik heb lekker gewerkt, en vond de kennismaking met de Cariben, met post-koloniaal Nederland en met de gevolgen van orkaan Irma heel interessant. Wie er meer van wil zien: we hielden weer een Polarsteps-journaal bij.

En het kan dus wel, zwemmen-fietsen-hardlopen op Sint Maarten. Mede dankzij het materiaal (prima huurfietsen) en de vele adviezen van een goede sportzaak: TriSport. Dank jullie wel!

Door |2019-11-27T10:44:59+01:0027 november 2019|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

Business as (un)usual

Na mijn seizoens-hoogtepunt bij de trio-triathlon van Almere heb ik zes weken gefreewheeld: ik had geen schema, er moest niks, ik liet zin het sporten bepalen, en ik ging ook nog op vakantie. Het was lang geleden dat ik zo’n overgangsperiode had. Het deed me goed: ik ben nu in de derde week van weer wél gaan opbouwen, dus sporten met meer structuur erin, en ik voel me opvallend fris en gretig. Alles gaat lekker, en ik voel me fit, beter dan meestal in november (vorig jaar om deze tijd was ik ziek, bijvoorbeeld).  

Dat opbouwen, dat is vooral gericht op mijn eerste hoofddoel van volgend jaar: als het uitkomt (nog geen datum bekend) en de omstandigheden goed zijn, wil ik bij de triathlon van Ter Huh een PR-poging op de kwart triathlon doen. Mijn huidige PR van 2:35:nogwat staat daar, al vanaf 2014, nog op m’n gewone racefiets, en ik heb sindsdien met alleen al zwemmen en fietsmateriaal dusdanige stappen gezet dat het scherper kan – onder die 2,5 uur, denk ik. Ik ben ook al beter geweest, alleen niet op zo’n snel parcours.

Dus: fietsen staat nog in de winter-onderhoudsstand, ik ben weer lekker aan het krachttrainen (inclusief bodybalance) in de sportschool, en ik ben rustig aan het opbouwen naar een snelle 10 kilometer hardlopen, weer met mijn eigen kruising tussen de souplessemethode en gepolariseerd trainen waarmee ik vorig jaar veel progressie boekte, en zo af en toe een leuke loop. Dat is allemaal redelijk ‘business as usual’.

De meeste unusual aandacht gaat op het moment echter uit naar zwemmen. Ik heb daarover wat getwijfeld, omdat ik van het trainen en de techniekanalyses van de afgelopen tijd niet meer duidelijk vooruit ging: ik had een sterk wisselende vorm van de dag en bleef gemiddeld hangen op hetzelfde niveau, wat ik ook deed. Dus ik dacht: ik moet het zo laten óf nog een serieuze poging wagen, intensiever dan de afgelopen tijd. Toen zag ik in de nieuwsbrief van Tri-Experience (waar ik ooit heb leren borstcrawlen) de cursus Powerstroke langskomen en dat leek me precies de manier om er een winter stevig mee aan de slag te gaan.

Ik heb nu twee keer gehad en ik vind het geweldig. Ik moet er om 6 uur voor opstaan, maar dan hebben we wel met z’n vijven het hele zwembad van Rhoon tot onze beschikking, dat alleen al is fijn, want Zwembad West is de laatste tijd soms claustrofobisch druk. De eerste keer is onze slag geanalyseerd met een smartpaddle, die waterdruk en beweging van je hand registreert in drie dimensies. Dat levert dit soort plaatjes op, dit is de gemiddelde slag van de 200 gemeten meters van mijn inkerhand:

Hier zie je de druk die ik lever als mijn linkerhand in het water is, in drie richtingen: groen is naar achter (wat je wilt, dat is goeie stuwing), geel is wat ik daarnaast nog doe in zijwaartse richting, en rood daar bovenop in neerwaartse richting. Wat hier bijvoorbeeld op te zien is:

  • Dat lange vlakke stuk aan het begin betekent dat ik lang glij – dat is okee.
  • Die eerste rode piek is onvermijdelijk: dat is de catch, waarbij je hand een neergaande beweging maakt, dat kan niet anders dan met neerwaartse druk.
  • Daarna weinig rood, en dat is op zich goed: dat is redelijk efficiënt. Ik bleek ook niet heel diep te gaan in mijn doorhaal, dat hangt daarmee samen. Geel is wel wat groot, denk ik, zeker op het eind, waar ik de neiging heb m’n hand weg te draaien (op het bijbehorende filmpje confronterend goed te zien).
  • De golfbewegingen in het groen zouden er niet moeten zijn, die lijn zou strakker moeten stijgen, en eigenlijk zou het groen ook verder door moeten lopen nog, met meer en toenemende stuwing tot vlak voor het eind. Het zakt nu wat makkelijk weg – heb ik wel vaker gehoord. Zulk soort dingetjes had iedereen wel, dus daar gaan we mee aan de slag. 
  • In z’n totaliteit is het groen ook niet zo groot, ik lever ook maar een beperkt vermogen – ik had een tijdje weinig gezwommen en een beetje last gehad van m’n linkerelleboog, , maar ik ben ook sowieso bepaald geen krachtpatser.

Er kan nog een boel meer mee, en  ik vond het alleen al super om dit soort dingen zichtbaar te krijgen, van mezelf en van de anderen. Daar leer ik van, en dat is leuk, zelfs als ik er níet harder van ga zwemmen.

De tweede les was meteen heel pittig en ik denk ook erg nuttig. Eén van mijn zwakke punten is dat ik m’n hoofd optil bij het ademhalen, en daardoor verstoor ik een heleboel. Frank had het advies om 1 op 3 te gaan ademhalen, dus de kanten af te wisselen – dat alleen al kost me veel moeite.  Daarbij deden we – voor mij –  lastige oefeningen om dat hoofd op de goede plek te houden, waarbij ik voor mijn gevoel soms helemaal geen lucht kreeg, en wel zwembadwater naar binnen. Maar ik had we het idee dat ik iets leerde waar ik wat aan ga hebben.

Ik heb gister zelf geoefend en het blijft moeilijk – maar ik vind het wel leuk om mee bezig te zijn, en als het even wel lukt, voelt het wel goed. Ik moest er zwemvliezen/flippers/zoomers/fins voor kopen, die had ik nog niet:

Dus: zo’n poosje freewheelen is lekker, maar gericht bezig zijn is ook weer fijn!

 

Door |2019-11-12T15:50:02+01:0012 november 2019|Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Gepast einde aan het openwaterseizoen

Gister hebben manlief en ik afscheid genomen van het openwaterzwemseizoen. Nouja, als we per se willen, kan het natuurlijk hierna ook nog, maar als ik kijk naar het weerbericht en onze tijd, dan denk ik dat het erop zat. Ik vond het gister al een beetje op het randje: 2,7 km zwemmen in water van 16,9 graden, dat is, zo bleek, nog net leuk, maar dat wist ik niet helemaal zeker voordat ik eraan begon.

We hebben meegedaan aan de Branderszwemtocht, ik voor de 2e, Henk voor de 4e keer. Het is en blijft een prachtparcours, dwars door de historische binnenstad van Schiedam, tijdens de Brandersfeesten. We wandelden na afloop terug langs het parcours naar onze fietsen en toen heb ik een paar parcoursfoto’s gemaakt. Je zwemt onder andere langs molens…

Molen…oude pakhuizen c.q. distilleerderijen – start en finish zijn ook bij een distilleerderij – ….

Pakhuizen  waarvan één distilleerderij

en, het hoogtepunt, door een sluis uit de 18e eeuw:

Sluisje in centrum Schiedam

Aan het eind wacht dan, gepast, de Berenburg (en soep en koffie, thee, bouillon, bananen… het is een zeer goed verzorgd evenement!):

Henk en ik met kleine glaasjes berenburg

Ik was een kwartiertje eerder binnen dan Henk, vandaar het, uhm, faseverschil qua gekleedheid.

En een mooie medaille, hier in close-up:

medaille

Van de mannen van berenburg kregen we een muts:

onze hoofden met rode mutsen

En aangezien een selfie maken best lastig was, hielpen ze ons ook nog met een betere foto:

Wij achter 'yes i did it' bordje

And yes, we did it! En dat voelde best stoer. Tot een paar jaar geleden had ik dit qua temperatuur niet aangekund of -gedurfd. Ik ben zelf wat ‘afgehard‘, twee jaar terug vooral, en een beter wetsuit (sinds vorig seizoen heb ik een Zeilvis Aanval) helpt ook. Ik heb vandaag wel wat spierpijn, want ik had sinds Klazienaveen niet veel gezwommen en dit hele seizoen maar één keer langer dan gister.

Ondanks dat ik niet heel veel heb gezwommen, was het toch een grensverleggend openwaterseizoen. Het begon met mijn koudst-water-triathlon, het eindigde gister met m’n koudst-water-zwemtocht en ertussenin zat de ruigste zwemtocht! Het stemt altijd wat weemoedig als het erop zit, zeker op zo’n uitgesproken herfstige dag als vandaag. Voorlopig zit er niks anders op dan het zwembad…

 

Door |2019-09-29T22:53:04+02:0029 september 2019|Zwem|1 Reactie

Gastblog Nicole: Plons

Ik heb Louise beloofd een stukje over een voor mij heroïsche zwemervaring in de Schie te schrijven als gastblogger, vriendin en mede sporter/sportkunstenaar. Voor heel veel mensen die redelijk kunnen zwemmen is een afstand van 500 meter of een kilometer in buitenwater niet zo’n opgave maar voor mij kwam ligt dat anders.

Jaren geleden heb ik mij samen met een paar kennissen in een overmoedige bui aangemeld voor de 8ste triathlon Binnenmaas, die nu Hoekse Waard triathlon heet. Niet gehinderd door enige kennis van zaken kwam ik er te laat achter dat je ook nog een beetje moest kunnen zwemmen, in buitenwater. Nou ja, zwemmen kon ik best. In een zwembad. Maar op de dag zelf bleek dat het in het koude bruine water van de Binnenmaas toch andere koek was. Bovendien gingen een aantal zaken heel anders dan ik had verwacht en het was heel druk en chaotisch. Dingen zoals “o ja, het is wel een zwemstart”. Een wattes? Ik kreeg een paniekaanval en moest door de duikers uit het water gehaald worden.

Heel lang durfde ik niet meer te zwemmen, niet eens in het zwembad. Dat toch na een tijdje weer gedaan want “ooit” vond ik dat wel fijn. Ik had ook de droom van de 8ste triathlon een keer volbrengen nog niet opgegeven. Dus dan maar een paar keer een zwemcursus er tegenaan gegooid. Buitenwaterclinics. En heel veel zwemmen, alleen of met Louise. In diverse zwembaden en langs de boeien in de Zevenhuizer Plas. Dat hielp. Ik werd steeds een beetje beter. Maar de angst was nog steeds niet helemaal weg.

Omdat Louise vorig jaar al zei dat ik dat zwemmen best kon had ik mij toch vast opgegeven voor de Hoekse Waard triathlon. Desnoods kon ik altijd thuisblijven of op het laatste moment toch het water niet ingaan. Ik zag wel.

Een week voor de tweede poging nodigde Louise mij uit om samen met haar en Henk een stuk te zwemmen in de Schie. Dat wilde ik wel proberen maar ik kon niet garanderen dat ik er ook echt in zou durven. Dus op die warme zondagmiddag stond ik daar in zwemhansop in dat bruine water te kijken. Echt makkelijk erin of eruit kan je niet. Tja. Dan maar plons. Ik lag erin! In de Schie. Met de drijver van Henk, dat dan weer wel. De bedoeling was naar de kerk zwemmen en weer terug. Omdat het best goed ging werd dat iets verder. Volgens Henk zijn waterdichte supersporthorloge zelfs 1.1 kilometer!

Het heeft een hele tijd geduurd maar eindelijk Kon ik Het…een afstand zwemmen in buitenwater zonder me aan dingen vast te klampen of in paniek te raken. Qua eng water scoort de Schie best hoog, met boten, het vermoeden van meterslange meervallen, nergens een boei of een touw en héél diep. Maar het kwam goed, ik was eindelijk klaar voor de 8ste, in buitenwater met zwemstart!

Dat heeft afgelopen zondag plaats gevonden. Ik heb het niet alleen overleefd, ik was ook niet eens de allerlaatste finisher én ik heb het heel tof gevonden. Ik had nog een appeltje te schillen met die Binnenmaas en dat is eindelijk gelukt. En het mooiste is, meer zwemplezier ligt nu in het bereik.

Nicole

Door |2019-09-04T15:52:12+02:004 september 2019|Trainer, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Zomer-drukdrukdruk

Al een paar weken lang heb ik heel weinig werk, zoals meestal in de zomer, wat ik eigenlijk wel lekker vind. Dus ik ben niet druk met werk. Dus je zou zeggen: dan heeft ze wel tijd om te bloggen. Maar kijk eens aan: m’n laatste post is al meer dan 3 weken geleden. Dat komt: ik ben zo in de zomer wél druk met andere dingen:

  • Ik ben veel aan het trainen. Ik ben ineens weer helemaal fietser, als ik naar mijn logboek kijk. Ik maak lange ritten, als voorbereiding op de 180 kilometer tijdrit op 14 september, als fietser bij de trio-triathlon van Almere. Het gaat goed, al is het soms wel behelpen met het weer. Ik schrijf op dit moment eigenlijk tegen wil en dank: Jo en ik hadden vandaag in Limburg willen gaan fietsen, maar met het voorspelde onweer hebben we dat  maar niet gedaan. Het waait ook heel veel, af en toe onaangenaam veel op de fiets, en een paar weken terug was het te snikheet om ook maar iets te doen. Dus het is wat passen en meten, maar op zich gaat het trainen gewoon goed. Van veel fietsen word ik bovendien gelukkig! 
    Zwemmen en hardlopen staan op een wat lager pitje, maar ik heb wel onder andere de Boulevardloop kunnen toevoegen aan mijn palmares (ook al winderig) en een zeezwemclinic gedaan (ook al, pff… ik kwam niet tegen wind en stroming in, erg frustrerend). 
  • Ik heb genoten van de Tour de France, de wedstrijd zelf en de ‘bijverschijnselen’: de praatprogramma’s en vorige week het criterium van Wateringen. En sindsdien alweer van Remco Evenepoel (Classicá San Sebastian en EK tijdrijden) – wat een kerel. En ja, ook het overlijden van Bjorg Lambrecht liet me niet onberoerd. Ik had zelf net die dag met windkracht 5 achter mijn snelste tijd ooit gereden op het traject Vlissingen (broer) – thuis, ik kwam thuis en mijn broer appte het en op dat moment realiseerde ik me maar weer eens hoe kwetsbaar een fietser eigenlijk is.
  • Ik ben lekker aan het lezen, boel mooie en interessante sportboeken, en het is de hoogste tijd dat ik daar eens wat meer over ga bloggen. Wordt vervolgd dus.
  • Ik ben ook nog bezig met wat gezondheidsdingetjes. Ik kom bij een nieuwe chiropractor die een nieuwe diagnose heeft gesteld voor mijn bekken-heup-scheeftrekken en van wie ik nu vooral mijn linkerlies heel fanatiek moet rekken. Ik ben benieuwd wat dat me op gaat leveren. Het ging al best wel goed, maar echt weg of over was het niet. Wie weet. Ik heb ook nog steeds overgangsgedoe, of althans: ik zit nu ook in een medische mallemolen vanwege de hartkloppingen die ik daaraan wijt, dat is wel vervelend. Maar het belemmert mijn functioneren niet; ik voel me prima. De huisarts wil het alleen verder uitzoeken.
  • En verder doe ik wat zomerklusjes en ik rommel wat rond op m’n gemakje. Want ook daarvoor is het zomer!

 

Door |2019-08-09T14:12:13+02:009 augustus 2019|Fiets, Loop, Vrouwensport, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant