Triathlon algemeen

Dienstmededelingen

  • Dank jullie wel voor reacties en felicitaties per mail en SMS. Ik reageer persoonlijker als ik weer thuis ben. Het is nogal behelpen met de Wifi, de eerste pogingen faalden vandaag en ik zit nu op een ongelukkig bankje net even wat te doen terwijl Henk boodschappen doet.
  • Om diezelfde reden ook nog geen foto’s, maar ik beloof: die zijn leuk! [ edit woensdag: ze staan er! ]
  • Ik heb een op zaterdag geschreven post net pas kunnen plaatsen, die heb ik wel de datum van zaterdag gegeven.
  • Ook al is de naam en bestemming van dit blog sinds gisteravond half 11 niet meer van toepassing, ik stop er niet meteen mee, hoor, ik laat nog wel wat horen over de naweeën!

En tot slot nog even: het gaat prima met me, op de day after. De meeste last heb ik van van die onschuldige dingetjes als blaren, een beknelde teennagel, steeds trek en een licht gevoel van vermoeidheid. Spierpijn valt erg mee!

Door |2016-08-29T17:05:21+02:0029 augustus 2016|Triathlon algemeen|0 Reacties

I am an Ironman!

Toen ik gister aan het derde looprondje begon, landde het besef dat ik het zou gaan halen, maar dat ik dan niet helemaal moest gaan lopen lanterfanteren. Ik ben uiteindelijk gefinisht in 15 uur, 8 minuten en 46 seconden, 51 minuten voor de tijdslimiet. Het is gelukt! Maar in dat derde rondje realiseerde ik me twee dingen:

  1. Toen ik aan de onderneming ‘hele triathlon op m’n 50e’ begon, dacht ik dat ik het nét zou kunnen halen, als het een beetje mee zou zitten. Inderdaad.
  2. Het was een mooie dag, maar de weg erheen was nog mooier.

Ik werk beide gedachten uit.

Kan net, als het meezit

Ik wist toen ik aan deze onderneming begon, dat ik er mijn grenzen mee zou opzoeken en oprekken. Dat was ook de lol ervan: zo’n doel is maximaal uitdagend en ook heel spannend. Ik heb daarover op dit blog veel geschreven (voorbeeld). In de afgelopen jaren heb ik meermalen zwaar getwijfeld aan het ooit behalen van het doel – heb ik ook niet onder stoelen of banken gestoken, m’n gekwakkel (voorbeeld). Maar het is gelukt, en daartoe heeft het ook wel een beetje meegezeten.

Wat er mee heeft gezeten, is ten eerste het trainen sinds eind maart. Daarover heb ik hier geschreven: dat had echt niet beter gekund. Het ging zelfs zo goed dat ik moet toegeven dat ik ondertussen was gaan verwachten dat er een betere tijd dan dit voor me mogelijk was geweest. Maar ik wist ook: een hele triathlon is ongewis.

Wat er verder ook meezat, waren de omstandigheden. Het pakte inderdaad zo uit dat 30 graden na dagen van 36 goed te doen is. Sterker nog: ik heb het op de fiets zelfs een beetje fris gehad, want toen was het weer op z’n slechtst, met harde wind en een paar spatjes regen, en ook een donkere lucht in de verte, die er spannend uitzag, maar echt slecht is het dus niet geworden. Aan het eind van het fietsen werd het weer zonnig en warm, en het begin van het lopen voelde zelfs even naar warm, maar toen ik bij de eerste verzorgingspost water over me heen had gegooid en daarna de eerste brug opkwam waar een briesje was, ging het wel. En vervolgens koelde het alleen maar af richting de avond, en was de temperatuur prima.

Ik kreeg wat voor mij de reden was om voor Vichy te kiezen: warmte, maar niet te gek. Het zwemwater was misschien wel het lekkerste waar ik ooit in heb gezwommen: 25 graden. Toch was nou juist het zwemmen de enige duidelijk nadelige omstandigheid: zonder wetsuit, dus trager, en ik was uiteindelijk nog trager dan ik had verwacht, maar dat gold voor iedereen die ik erover gehoord heb, dus dat lag niet aan mij. Mijn GPS heeft ruim 4 km geklokt. Ondanks de rolling start was het bovendien de hele tijd rommelig, met lui die plotseling schoolslag gingen zwemmen en dan stilvielen, en talloze zigzaggers – terwijl het heel makkelijk navigeerbaar was, want het waren met boeien afgezette baantjes.

Klaar voor de start - beetje strak bekkie, hè?

Klaar voor de start – beetje strak bekkie, hè?

Ik had het de eerste 500 meter ook moeilijk door het wennen, want je staat eerst lang te wachten voor de start en dan ineens spring je het water in en hops, daar ga je dan – met al die wedstrijdspanning nog in je lijf, dus ik kreeg mijn ademhaling niet onder controle. Ik vind de start van openwaterzwemmen vaak even lastig, maar meestal niet 500 meter lang. Het derde ‘baantje’ van 0,95 km was het smalste en daar raakte ik door de rommeligheid ook weer uit mijn ritme.

Bijna is het zover...

Bijna is het zover…

Bovendien kreeg ik, ondanks de 25 graden, wéér dooie vingers. Is dat omdat dat het dan weliswaar warmer is, maar zonder wetsuit dan toch weer koud voor mijn lijf, of is het iets zwemtechnisch, dat ik bij lang zwemmen iets afklem? Toch eens uitzoeken. In elk geval: ik was blij dat het erop zat, een kwartier langzamer dan verwacht/gehoopt: 1u45.

Die arm met het witte horloge is de mijne, midden in het gekrioel

Die arm met het witte horloge is de mijne, midden in het gekrioel

Ook bij het fietsen viel mijn tijd me tegen, 6u45, terwijl dat voor mijn gevoel okee ging. Ik reed vooral in het begin moeiteloos op de intensiteit die ik wilde, en kon genieten van de power in die goed getrainde én uitgeruste benen. Later werd het wel iets zwaarder, maar ik weet toch niet waar ik het heb laten liggen. Nouja, 180 km is toch wel lang natuurlijk, daarbij de wind in het eerste rondje, de klimmetjes, twee sanitaire stops die relatief veel tijd kostten omdat de dixi’s onhandig geplaatst stonden (stukje lopen van de weg af) – maar dan nog, ik had iets meer verwacht. In het tweede rondje heb ik wel lekker pacman gespeeld: een boel fietsers ingehaald. In het eerste rondje was ik zelf voorbijgestormd door de hele voorhoede in hun tweede rondje.

Knoppie-druk. Blij dat het zwemmen erop zit!

Knoppie-druk. Blij dat het zwemmen erop zit!

Toen ik ging lopen, liep ik een uur achter op mijn ingeschatte tijd. Ik had ook nog bewust royaal de tijd genomen voor het wisselen. Geen probleem, want ik had nog steeds ruim de tijd. Op basis van de laatste koppeltraining had ik verwacht iets harder te kunnen gaan lopen, maar het was dus net warm en de fut was er toch best wel uit al. Dus veel meer dan dribbeltempo zat er niet in, met wat wandelen tussendoor. Maar dat heb ik wel vier rondjes lang redelijk vlak kunnen doen, met een tijd net boven de 6 uur als resultaat. Daarmee heb ik mezelf niet verrast, maar ook niet teleurgesteld. Dat lange lopen is gewoon moeilijk voor me, en na 180 kilometer fietsen helemaal. Ik had bovendien zeker een okee dag, maar geen topdag, niet zo’n dag om boven mezelf uit te stijgen. Daarvoor is het misschien ook allemaal te groot en te veel.

Doorkomst bij de verzorgingspost halverwege het fietsen

Doorkomst bij de verzorgingspost halverwege het fietsen

Andere dingen gingen prima: ik kon goed eten en drinken, ben nooit misselijk of flauw geweest, het heeft niet geklotst maar ik moest wel af en toe plassen – dat kon niet beter. Doordat het koeler was dan bij de parcoursverkenning, had ik geen last van brandende voetzolen of van mijn lenzen. Amper blaren ook, ondanks al dat koelwater over me heen. De pijn in mijn benen bij het lopen was ‘gewone’ pijn, van vermoeidheid: er is niks stuk. Ik had voor noodgevallen pijnstillers in m’n special needs bag, maar die heb ik niet gebruikt.

Bijna klaar met fietsen. Ik houd de houding nog net.

Bijna klaar met fietsen. Ik houd de houding nog net.

Mijn lijf deed het verder ook goed, alleen die rechterknie was wat weerbarstig. Die moest ik om de paar kilometer op de fiets even overstrekken dan met een draai van mijn voet ‘klik’ laten zeggen, dan ging het goed. Het lijkt wel alsof hij door het fietsen ‘ontspoort’. Geen pijn gehad, wel wat ongemak, maar alleen op de fiets. Thuis gaan uitzoeken of het aan de afstelling ligt of aan mijn lijf – maar dat is al met het oog op volgend seizoen.

Met al die gunstige dingen blijf ik toch maar 52 minuten binnen de tijdslimiet. Veel meer zit er niet in voor mij, denk ik. Bij meer kou of meer klimmen of meer pech of minder trainen of heter kan ik het wel schudden. Ik bedoel: het kan niet veel beter dan nu, dan dit jaar, dan gister, en dat realiseerde ik me onderweg: het is nu of nooit. En ik weet dat je nooit nooit moet zeggen, maar nu denk ik: dit was echt eenmalig. Daar komt ook het volgende punt bij om de hoek kijken:

De weg erheen was mooier dan de dag zelve

Het lastigste moment: beginnen met lopen op het heetst van de dag

Het lastigste moment: beginnen met lopen op het heetst van de dag

Ja, het was een gave dag, gister. Het moment van finishen, dat is super indrukwekkend. Het was al donker natuurlijk, en ineens loop je dan in het spotlight de arena binnen, met muziek, allemaal mensen, high-fives gevend en de speaker met het luide ‘You are an Ironman’. Net ervoor dacht ik: ik ga janken. Maar ik had uiteindelijk alleen maar een enorme smile op mijn gezicht (en vochtige ogen).

Daarna volgde trouwens ook meteen wel een beetje anticlimax, want ik werd voor een bord geduwd voor een foto en daarna een enorme, bijna lege loods in gebonjourd. Fans mogen daar niet bij, want je hebt meteen toegang tot de fietsen en andere spullen. Dat snap ik wel, maar ik had natuurlijk niets liever gewild op dat moment dan manlief in de armen vallen. Die zag ik wel van achter een hek, en uiteindelijk pas toen ik met m’n hele boeltje werd ‘vrijgelaten’ – want zo voelde het wel een beetje.

Lopen viel toch niet tegen

Lopen viel toch niet tegen

Manlief was ook verantwoordelijk voor een paar andere fijne momenten: hij heeft zijn taak van mental coach en fotograaf uitstekend vervuld! Allerbelangrijkste moment was toen hij net ook aan het begin van dat derde rondje (ja, dat was het sleutelmoment) zei dat ik het zou gaan halen als ik zou blijven dribbelen + wandelen. Dat had ik net zelf ook bedacht, maar het was fijn om dat bevestigd te horen.

Ironman2016-stukje wandelen mag

Een stukje wandelen mag – ik strek daar mijn handen omdat die dik werden

Wat verder ook leuk was, was dat de vrijwilligers van de drankposten halverwege het laatste rondje begonnen te feliciteren. Op sommige van die posten was het op dat moment ook heel gezellig aan het worden, dat was grappig om te zien. En het was sowieso gaaf om de hele dag in het Frans toegejuicht te worden: Allez, allez, bon courage, allez Louise! En félicitations, dus. En in de Franglais-varianten – bij de Australian exit zei een behulpzame vrijwilliger dat ik ‘ze big yellow on ze rrright’ moest houden (boei).

Onder de bogen van het kuuroord in het centrum

Onder de bogen van het kuuroord in het centrum

Over felicitaties gesproken: ik vond het ook erg leuk om de eerste daarvan van de thuisblijvers al in ontvangst te nemen toen ik mijn telefoon aanzette: masseur Marcel had de live tracking gevolgd en ons loopmaatje/mede-triathleet Marcel (toeval, diezelfde naam) was al op de hoogte: hij had me live zien binnenkomen op de finishcamera. Die athlete tracking doet het dus goed!

Goed drinken is belangrijk

Goed drinken is belangrijk

Ander mooi moment was de Australian exit, de 50 meter lopen van de ene vlonder naar de ander tussen de twee helften van het zwemmen. Toen speelde net Queens ‘We will rock you’ en dat werd ons luidkeels toegezongen door het publiek aan de wal.

Het was ook mooi om ’s ochtends tijdens het zwemmen de zon te zien opgaan tussen de skyline van Vichy, en tijdens het lopen weer onder. Het laatste rondje was donker en dat was ook heel mooi, met de lichtjes langs het water. Ik vond het loopparcours sowieso fraai: langs het water, over twee bruggen en door het centrum van de stad.

Lachje voor de coach

Lachje voor de coach

Het donker was echter ook wel lastig, en in het donkerste stuk park langs de oever van het meer was ik blij dat er tien meter voor me een lotgenoot liep met een wit shirt. Ik haalde hem later in, bedankte hem, en zo knoopten we een praatje aan dat we tot vlak voor de finish hebben volgehouden, samen opwandelend, stevig doorstappend. Leuke kerel, Roemeen. Het enige echte contact dat ik heb gehad. Ik heb nog een enkele keer iets gezegd, bijvoorbeeld tegen een Britse Louise toen ik haar inhaalde op de fiets ‘We have the same name’, maar daar kwam niks op terug. Het was ongezellliger dan in Luxemburg. Misschien ook wel doordat er amper Nederlanders waren en mijn Frans niet goed genoeg is. Of was iedereen eerst te gespannen en daarna te moe?

Bijna donker maar ik lach nog

Bijna donker maar ik lach nog steeds

Maar goed, er was echt meer dan genoeg om het een memorabele dag te laten zijn, echt waar. Maar wat me ook bij zal blijven, is dat het loodzwaar was. Ik beschreef het zwemmen al, ik was blij dat het erop zat. Meteen op de fiets dacht ik: oef, m’n schouders. Die wenden wel een beetje, maar de laatste 50 kilometer hadden die het toch helemaal gehad met de fietshouding. En 180 km is een pleuriseind – het zijn eigenlijk drie pleuriseinden. Dat is het hele idee ervan natuurlijk, maar het is écht lang.

Dus ook bij het fietsen blij dat het erop zat. Maar het begin van het lopen – oef. En echt heel lekker heb ik nooit gelopen, ik was blij dat het nog een beetje ging, en dat op een gegeven ogenblik de pijn in mijn benen niet meer erger werd – die had vast een maximum bereikt. Althans, zo voelde het, maar in Istanbul had ik uiteindelijk zeerdere benen.

De finish-arena

De finish-arena

Desalniettemin: het is eerst steeds wennen en daarna doodgaan, en het duurt per onderdeel en in totaal lang. Het werd natuurlijk ook een heel lange dag: we waren om kwart voor 5 opgestaan, nadat ik amper had geslapen. Telkens als ik wegdommelde, schrok ik weer wakker van zo’n gedachte als ‘Als ik maar geen lekke band krijg’. We waren net na middernacht weer terug in ons huisje, hebben nog aan bier en chips gedaan, en lagen na 1 uur in bed. Een dag van 20 uur! Weer niet heel geweldig geslapen, ik was om klokslag kwart voor 5 weer wakker en ben om 5 uur op zoek gegaan naar iets te eten. Daarna nog twee uurtjes eraan vastgeknoopt. Ik kan nu bijkomen, en die slechte nachten waren ingecalculeerd. Maar toch.

Mijn moment van glorie: You are an Ironman!

Mijn moment van glorie: You are an Ironman!

Ik ben ook de hele dag op mijn hoede geweest om niet bij zoiets eenmaligs om iets lulligs gediskwalificeerd te worden. Alles gedaan om stayeren te vermijden (er werd niet veel gestayerd trouwens, voor zover ik heb gezien), braaf niks aangenomen van Henk en die heeft zelfs amper met me meegelopen (dat mag ook niet, da’s hulp van buitenaf), netjes alles in de ecozones weggegooid, enzovoort. Okee om me aan de regels te houden, maar het rottige bij zo’n evenement is dat het iets willekeurigs heeft: als je de pech hebt dat er net jury in de buurt is, hang je als je een gelletje aanneemt van je supporter, dat is reden voor een directe DQ. Maar ongezien kan alles natuurlijk. Het was mede daarom dat ik het verlaten van de wisselzone als bevrijding ervoer: nu ben ik niet meer startnummer 147 die onderworpen is aan de jury, maar gewoon weer burger Louise.

Moe maar met het allermooiste shirt aan van de hele wereld!

Moe maar met het allermooiste shirt van de hele wereld!

Ik heb dat allemaal gewild en opgezocht, die lange dag, die zwaarte. Ik wist waar ik aan begon. Ik wilde dit een keer meemaken. Daar ben ik me de hele dag van bewust geweest. Ik heb nooit verwacht dat het makkelijk zou zijn. Daarvoor moet je zoiets ook niet doen natuurlijk. Ik heb me ook vrijwillig onderworpen aan de jury en het Ironman-circus dat me ook wat benauwde.

Ik heb er zelf voor gekozen om als hele triathlon een Ironman te kiezen. Omdat die goed georganiseerd zijn, maar ook omdat ik anders niet deze titel boven deze blogpost had kunnen zetten. En die ga ik nooit vergeten.

Het is de mooiste titel van dit hele blog.

 

Door |2016-08-29T16:53:42+02:0029 augustus 2016|Triathlon algemeen, Waarom|22 Reacties

Groeten uit Frankrijk, deel 2

Ondertussen is het zaterdag. Sinds gister is de wedstrijdspanning toegeslagen, of nouja, ik ben niet echt zenuwachtig, het is meer een gevoel van doem, een zwarte wolk om mijn hoofd en een gewicht op mijn schouders. Gister overigens meer dan vandaag – ik had die nacht niet zo goed geslapen: te warm, muggen, beetje buikpijn. Zo zag de wolk eruit:

dat het alleen maar heel erg naar kan gaan worden morgen en onmogelijk kan gaan lukken. Mijn rug is stijf en mijn knie voel ik al bij alleen maar een stukje wandelen. Mijn eetlust is veel minder dan normaal en ik moet eigenlijk juist veel eten om koolhydraten te stapelen voor zondag. Maar tegen heug en meug proppen werkt averechts. Vorige week voelde ik me nog zo sterk, waar is dat heen? En die buikpijn vannacht, ik krijg toch geen blaasontsteking, of gaan mijn hormonen me weer een loer draaien? Het wordt helemaal niks zo.

Enzovoort.

Ik weet inmiddels dat dat erbij hoort, dat dat zo werkt bij mij, dus zo kan ik het wel relativeren. In Istanbul, vlak voor de marathon, was het nog veel erger, en ook vorig jaar in Bocholt wist ik van tevoren ‘zeker’ dat ik niet ging finishen. Dat ik het nu zo op kan schrijven is een stap vooruit. Ik zei het al vaker: vertrouwen is niet mijn sterkste punt. Het is me eigenlijk nog mee aan het vallen, al bij al. Ik had verwacht nu meer onder de indruk te zijn van het ‘morgen is de dag waar ik al twee jaar mee bezig ben’-gevoel, maar dat moet ik echt tegen mezelf zeggen om het te beseffen. Het is meer de misluk-angst, zal ik maar zeggen.

weg, velden, boom

Weggetje tussen Chantelle en Fourilles

Desalniettemin hadden we gister weer een relaxte ochtend. We zijn naar Chantelle gewandeld, het iets grotere dorp verderop, in totaal een kilometer of zes, heen over de grotere weg, terug over iets kleiners door de velden. De avond ervoor hadden we na het eten ook nog een ommetje gekuierd, dus we beginnen de weggetjes een beetje te leren kennen. Chantelle heeft een paar winkeltjes en cafés, en een grote abdij. De ‘zonnedraaiers’ verwachten de zon kennelijk uit de grond ofzoiets, of zijn de zonnebloemen depressief?

Depressieve zonnebloemen

Depressieve zonnebloemen

’s Middags zijn we weer naar Vichy gereden, waar het inmiddels krioelde van de triathleten. Het ‘Centre Omnisport’ was ook omgetoverd tot een Ironmanbolwerk. We hebben ons daarin geworpen zodat ik me kon inschrijven en de parafernalia in ontvangt kon nemen: polsbandje, envelop met startnummers en alle benodigde tassen, in een rugzak. Daarna hebben we wat rondgekeken om het terrein te verkennen.

Inschrijven

Inschrijven

In het zwemwater bleken aardig grote veel betere zwemmers aanwezig te zijn: het meer van de Allier, een afgedamd stuk van de rivier, is een visreservaat. De dam is meer een drempel, met aan één kant een vissentrap ernaast, of hoe noem je zoiets.

Morgen kom ik ze gezelschap houden in het Lac d'Allier

Morgen kom ik ze gezelschap houden in het Lac d’Allier

 

 

Henk is vervolgens zijn eigen gangetje gegaan, en ik naar de briefing. Die was van 7 tot 9 tijdens de pasta party, en voor beide afstanden en in beide talen tegelijk. Dat vond ik allemaal wat ongelukkig, zeker omdat ik niet op een pasta party zat te wachten – niet op het eten, maar ook niet op de party. Ik word al gauw heel moe van al te veel mensen en drukte om me heen, zeker in combinatie met m’n wedstrijd-doem.

Nou goed, ik ben er dus nooit gekomen, op die briefing. Het was ondertussen afgeladen vol, de briefing zou pas om 8 uur zijn, het omgeroepen Engels was van het niveau âllo-âllo en verdacht veel korter dan wat er in het Frans gezegd werd. En een paar duizend atleten probeerden zich richting die pasta party te proppen, met harde muziek op de achtergrond. Oja, en koel was het er ook niet bepaald, hè, het was gister weer een graad of 36.

Nou, laat dan maar. Ik had alle informatie goed gelezen, Ik had me geöriënteerd, het fietsparcours verkend, de Ironman-logistiek in Luxemburg al meegemaakt (wat erg fijn is nu, dat de tasjes al vertrouwd zijn enzo). Ik was er ook al achter dat het zwemmen zonder wetsuit zou zijn. Zo warm is het water: ruim boven de 24 graden. Ik vind dat niet erg, trouwens, ik vind het wel lekker zwemmen. Maar het maakt me wel wat trager, dus dat wordt een tijd boven de 1,5 uur.

Dus, manlief gebeld en naar ons huisje gegaan, alwaar we alweer een rustige avond hadden, dit keer met de streekrosé, en ja, die is lekker.

Ik had nog maar één vraag over, en dat is of het inderdaad zo is dat je special needs bags met alles erin worden weggegooid na afloop. Ja dus, blijkt na ook het in echt Engels geschreven nieuwe programmaboekje gelezen te hebben. Het eerdere boekje dat ik van de site had gedownload was nog in het Franglais geweest, en daarin stond dat de tassen zouden worden geworpen (‘thrown’). In het nieuwe staat destroyed. Dat gaf me even wat hoofdbrekens, want ik had van tevoren gedacht daar een assortiment brillen in te doen, al naar gelang ik wel of niet mijn lenzen in ga houden en of ik behoefte heb aan een zonnebril al dan niet op sterkte. Maar mijn brillen zijn niet bepaald van wegwerpkwaliteit, dus dat moet anders. Het wordt morgen een beetje bewolkt (én koeler: ‘maar’ 30 graden), dus het kan zonder zonnebril en voor als ik mijn lenzen niet in wil houden, heb ik m’n oudste en meest aftandse reservebril bij me. Ik kan die eventueel ook nog meenemen uit die special needs bag.

Het blijft een beetje zonde, en raar ook, dat je die tas met extra spulletjes niet terugkrijgt. Dat gaat me ook wat sokken, compeed en tape kosten in elk geval. Die sokken zitten erin omdat ik verwacht dat die drijfnat worden van al het water dat ik over me heen ga gooien. En dan denken jullie misschien: geef dat dan aan Henk, dat soort noodgevallenspulletjes, dan kan hij aangeven wat je nodig hebt. Maar dat mag dus niet.

Tussen de parafernalia zat voor Henk wel nog een aardige sticker: fan van startnummer 147. Verder ook tattoos voor op m’n arm en kuit. Misschien komt het doordat ik net een boek aan het lezen ben dat grotendeels in de Tweede Wereldoorlog speelt en waar de Auschwitz-tatoeages in voorkomen, maar een getatoeëerd nummer, voor mij hoeft het niet. Gelukkig is deze tijdelijk. Maar goed, het hoort er allemaal bij. Je onderwerpt je aan het hele Ironman-circus.

We hadden het er op de terugweg over, dat dat circus ons een beetje op de zenuwen werkt, ook dat benadrukken van de Ironman-familie en de enorme merchandising waar, zo te zien, veel mensen gretig gebruik van maken, zodat je van top tot teen in Ironman-outfit rond kunt wandelen, inclusief opvallend veel compressiekousen (in de hitte). Henk zei: ‘ze maken het groter dan het al is, zo’n hele triathlon’ en dat slaat de spijker op z’n kop. Geef mij maar de kleine, gemoedelijke evenementjes. Maar goed, die zijn er voor deze afstand nauwelijks. En misschien denk ik er na morgen wel heel anders over. Ja, het is goed georganiseerd, al zag ik meer mensen afdruipen toen ze hoorden dat de briefing pas een uur later begon dan verwacht, sommigen daarvan met stoom uit hun oren. En een beetje goede organisatie mag ook wel voor het geld dat je betaalt. Ook dat viel me weer op, net als in Luxemburg: wat laat de gemiddelde Ironman-deelnemer het breed hangen.

Even terzijde: ik had het er laatst met Nicole ook al over dat het voor introverte en snel overprikkelde sporters vervelend is dat men het nodig vindt om bij al die evenementen knetterharde muziek uit boxen te laten schallen en mensen in meutes bij elkaar te drijven. Sommigen vinden dat ‘gezellig’, ik zou het liefst een rustige, zakelijke briefing hebben, en dan de keuze kunnen maken om me in het feestgewoel te storten. Het is het verplichte ervan waar ik jeuk van krijg – en het luchtte me op om gewoon eigenwijs te zijn en weg te gaan.

inschrijflijst

Ik, AWA?

Ook zo’n onderdeel van het Ironman-circus is dat je een status kunt krijgen van AWA, All World Athlete. Volgens de info is dat voor de beste 10 % in een age group. Tot mijn stomme verbazing ben ik tot dat elitecorps toegetreden, alleen maar op basis van Luxemburg (waar ik in het rechterrijtje van m’n age group zat) en mijn inschrijving hier. Of het is een fout. Maar vandaar dat ik zo’n gek laag startnummer heb. Dat maakt dat ik m’n fiets in de priority rij mag zetten ook, nounounounounou. Als ze maar niet verwachten dat ik hard ga!

Fiets, tassen en een boel spullen

Ik ga een dagje sporten en ik neem mee…

Over naar vandaag. Tot mijn verrassing en vreugde goed geslapen, dat scheelt voor de wolk om m’n hoofd. Me vanochtend op de logistiek gestort: alles klaargelegd voor wat er in welke tas moet, terwijl manlief zich ontfermde over mijn fiets voor een laatste poets- en smeerbeurt, banden oppompen enzo. Het nu eindelijk helemaal gestalte geven aan al die dingen waar ik de afgelopen maanden over heb nagedacht en mee heb geëxperimenteerd (voorbeeld), dat vond ik erg leuk. Alles onder controle ook. Nouja, op het moment dat ik dit schrijf, moeten de verse eet- en drinkdingen nog, zoals de bammetjes met Marmite. Dat doe ik pas op het laatst, vanwege de hitte.

Bevoorrading

De bevoorradingslogistiek

En verder waren we weer lui. We hebben allebei al veel gelezen, bij een bakkie thee in de schaduw van ‘onze’ tuin. Het is een zeldzaam rustige vakantie voor ons, tot nu toe!

Tegen vijf uur zijn we weer naar het Ironmandorp vertrokken: het was tijd om mijn fiets te stallen en wisseltassen in te leveren , dat alles in ruil voor de registratiechip. Het was er minder druk dan gister. De vrijwilligers waren allemaal erg behulpzaam en ook wel frans-charmant. Mijn voornaam staat op mijn startnummer, en in ‘Bonjour Louise’ klinkt die ineens zeer welluidend: mijn naam is helemaal thuis hier.

Het tassenpark

Het tassenpark

Mijn buurman, startnummer 146, bleek een Argentijn die niet alleen eind juli Maastricht gedaan had, maar ook vandaag de halve afstand. En morgen dus de hele. Op een huurfiets!

Daarna boodschappen gedaan, getankt, en hier thuis lekker aan de soep met stokbrood. Nu ik dit schrijf, is het bijna 9 uur en zit de dag er dus zo’n beetje op, het is morgen vroeg op immers. Morgen is de dag waar ik twee jaar lang intensief mee bezig ben geweest. Morgen is het dan zo ver! Dat is op dit moment nog een raar, abstract idee….

(Zaterdag geschreven, maandag geplaatst, geantedateerd.)

 

 

 

 

Door |2016-08-27T16:40:35+02:0027 augustus 2016|Triathlon algemeen|0 Reacties

Volgen

Wil je volgen hoe het gaat zondag? Je kunt ‘athlete tracking’ doen en doorkomsten en uitslagen zien via http://eu.ironman.com/triathlon/coverage/athlete-tracker.aspx?race=vichy70.3&y=2016#axzz4ILwCuzlC   

Mijn startnummer is 147. Ik zal zo gauw mogelijk ook op dit blog laten weten hoe het is gegaan, maar ons huisje heeft geen wifi en geen idee wanneer ik dat vind. Ik doe mijn best! Duim maar voor mij, tussen ongeveer half 8 ’s ochtends en ??? ’s avonds – tussen half 9 en half 12 ongeveer!

Door |2016-08-26T19:29:21+02:0026 augustus 2016|Triathlon algemeen|5 Reacties

Groeten uit Frankrijk

We zijn inmiddels een paar dagen in Frankrijk. Dinsdag zijn we hierheen gereden, een lange, warme dag in de auto waar verder niet zo veel over te melden is. Nouja, het was druk rond Antwerpen en Brussel en de juffrouw in de telefoon die we MiepMiep noemen en die ons de weg wijst, heeft ons een uur om laten rijden: met een driehoekje over Reims naar Parijs, in plaats van rechtstreeks. Geen idee of daar enige gedachte achter zat.

Henk bij auto met fietsen op het dak

Het vertrek

De Franse grens ziet eruit als vroeger, met een wegversmalling en politie, maar we mochten wel doorrijden. Manlief heeft z’n jellaba trouwens maar expres thuisgelaten en net voor vertrek z’n baard nog getrimd.

Aan het eind van de route deed MiepMiep het weer goed en zo kwamen we aan het begin van de avond aan in Fourilles, een gehuchtje in de Auvergne op dik 20 km van Vichy, naar het noordwesten. We hebben daar een huisje dat onze eerste AirBnB-ervaring is, en tot nu toe bevalt dat uitstekend. Ik wilde graag self-catering, dus met het eten van manlief, want Frans vegetarisch hotel- en restauranteten vind ik niet zulk geschikt sportvoer (kaas-kaas-kaas). Vandaar, en we vonden dit plekje aangekondigd als hartstikke rustig, met een tuin en een extra slaapkamer, wat voor mij fijn is als manlief snurkt. Wat hij nog niet heeft gedaan hier trouwens.

Ons huisje

Ons huisje

Terwijl manlief kokkerelde ben ik even wezen loslopen – lijf heeft die lange dag stilzitten gelukkig goed verteerd. Ik kwam in het ‘centrum’ van het dorp langs het in elk Frans dorp aanwezige monument: er zijn er hier in de Eerste Wereldoorlog (links op de foto hieronder) weer eens veel meer gesneuveld dan in de Tweede (rechts).

Oorlogsmonument Fourilles

Oorlogsmonument Fourilles

Keuken

Henks domein

 

 

 

 

 

 

 

 

Hartstikke rustig is het zeker. Het barst ook van de vleermuizen, en toen we nog wat zaten na te tafelen, kon je die horen overvliegen: flapflapflap. Dat had ik nog nooit eerder gehoord, het geluid van vleermuisvleugeltjes.

Daarnaast is het huisje lekker koel, met van die dikke muren. Het is wel zo afgelegen dat we maar af en toe net een ietsiepietsie mobiel bereik hebben, geen wifi of iets dergelijks, en op de tv alleen maar Franstalige zenders zonder teletekst. Kom daar nog eens om!

Gister zijn we het fietsparcours wezen verkennen: we hebben de ronde gefietst waarvan ik er zondag twee moet doen, vanuit Vichy naar het zuiden. Die staat al helemaal uitgepijld, met Ironman-logo’s op het asfalt. Dat reed dus makkelijk. We waren bepaald niet de enigen met dit plan, grappig om al wat lotgenoten te zien onderweg.

Het is een mooi parcours, het is nog vlakker dan ik had verwacht, met maar één iets serieuzere klim, zo’n weggetje met een chevronnetje op de Michelin-kaart. Verder heel lieflijk: Frans boerenland dat me een fietsvakantiegevoel gaf, met om de paar kilometer een dorpje, nouja, gehuchtje meer, en met uitzicht op het Centraal Masssief. Best bijzonder dat ze zo dicht bij die bergen zo veel vrijwel vlakke wegen hebben weten te vinden. Op de informatie van de organisatie stond iets van 600 hoogtemeters per rondje, manliefs horloge klokte er 360 en het voelt zelfs nog als minder, omdat het lekker bolt.

Ik met zonnebril

Tijdens de koffiestop

Na anderhalf uur fietsen hebben we een koffiestop gedaan in de wereldstad Luzillat, althans, dat leek zo, want op de uitspanning stond ‘English spoken’. Nou goed, drie woorden dan. Maar ze waren wel heel aardig. Aan appeltaart bij de koffie doen ze hier echter niet, dus dat werd een kaasplankje uit de streek en stokbrood. Rare jongens, die Fransozen. Maar de koffie was lekker.

Het parcours viel me dus mee, en de hitte zo op de fiets ook. Er staat een beetje briesje en het is nogal een cliché, maar de hitte is hier echt anders dan bij ons. Het is kurkdroog, het lijkt hier ook een droge zomer geweest te zijn, en dus is het veel minder benauwd dan bij diezelfde temperatuur in Nederland (hebben jullie het nog een beetje?).

Drie dingen baarden me een beetje zorgen: ik heb nog steeds last van die rechterknie, dat is net in de laatste weken een zorgenkindje geworden bij het rijden op deze fiets, zelfs met wat aanpassingen. Er is wat met die knie en/of het komt door mijn bekken aan die rechterkant. Daar kan ik nou niks meer aan veranderen, ik moet hopen dat het zondag meevalt (het gaat op en neer, is al weg geweest ook), door de pijn heen bijten en vooral hopen dat ik ‘m niet meeneem naar het lopen. Thuis verder gaan oplossen, richting het volgende seizoen.

Verder gaat het onder mijn linkervoet branden, zo’n typisch fietserskwaaltje, en vinden mijn ogen die felle zon met droge lucht nog even wennen, wat me vooral doet twijfelen of zo’n hele lange dag contactlenzen wel goed zal gaan. Nou goed, we hebben nog even.

Na het fietsen heeft manlief zich de Lidl op de route naar ons huisje ingeworpen terwijl ik de fietsen bewaakte, en hij heeft daar eindelijk bier kunnen kopen. ‘Thuis’ ging dat even in de vriezer en o wat was dat lekker. Het was er gister even niet van gekomen en koud bier is bij deze omstandigheden wel een godendrank. Manlief heeft het verder niet zo op de Lidl dus straks op zoek naar iets anders. Zo’n grote winkel tussen een boel andere grote winkels en wezenloze parkeerterreinen doet ons aan Canada denken, we zijn toch blij dat het bij ons kleinschaliger is.

Ik aan het schrijven

’s Avonds ook nog wat geschreven voor dit blog

Na een avond met vleermuisgeluiden snapten we vannacht ook wel waar die dieren allemaal van leven, want we hadden iets meer last van muggen dan de nacht ervoor.

luieochtend

Luie ochtend terwijl de was droogt.

Vanochtend een relaxte ochtend, al had ik ook nog wel een wasje gedaan, dat droogde als een trein natuurlijk in de hitte met briesje.Er kwam een auto met een triathlonfiets op het dak door het dorp gereden. De streek loopt helemaal vol met 4000 deelnemers: zaterdag de ene helft voor de halve, zondag de andere helft voor de hele.

Net hebben we een rondje Vichy gedaan, geslenterd in de warmte. De thermale bronnen zijn luid en duidelijk aanwezig en in eentje kon je gratis naar binnen om een slok te proeven (foto volgt). Het stadje oogt sjiek, 19e eeuws maar die glorie is niet vergaan. Druk is het niet. Overal zijn al Ironman-sporen, en gelukkig had dit café prima wifi bij de thee met wafel!  

 

 

 

Door |2016-08-25T15:58:54+02:0025 augustus 2016|Fiets, Triathlon algemeen|1 Reactie

Hoop links

Ik postte vorige maand mijn collectie aan interessante, nuttige en leuke links, en toen dacht ik: ik moet er niet zo lang mee wachten, want dan hoopt het zo op. Nou, zes weken later en ik heb alweer een hoop! Hier komen ze:

  • Rond de Olympische Spelen verschijnt er een heleboel over vrouwensport, vooral omdat de Nederlandse vrouwen in de meerderheid zijn en ook nog eens veel succesvoller dan de mannen. Daar is zo veel over geschreven dat ik het onmogelijk allemaal kan linken – alleen al het AD, de Volkskrant en NRC hadden er specials over. Nou goed, eentje dan, van de Belgen, over het sexisme in de Olympische sportverslaggeving. Ja, dat is mij ook weer opgevallen.
  • Leuk verhaal van een leeftijdsgenote die een PR haalt op de Olympische afstand en concludeert “Je kan wel degelijk progressie maken, ongeacht je leeftijd, met de juiste trainingsaanpak en coaching.” Hearhear! Zij komt uit voor één van de Divisieteams van de Vrouwentriathlon.
  • In de categorie ‘wedstrijdverslagen’ deze van Triathlonforumgenoot Bart, over de Ironman van Maastricht. Ik voel z’n kippenvel helemaal mee!
  • Nog een bijzonder wedstrijdverhaal: Roy volbracht een triathlon op een plek waarop hij had uitgekeken vanuit het ziekenhuis toen hij daar lag om een donorhart te krijgen.
  • De Zesde Clan is een nuttige website over vrouwenzaken. Wat ze over sport schrijven, is altijd raak en belangwekkend. Zoals deze post over hoe zeer trainingsadviezen gebaseerd zijn op onderzoek naar mannenlijven (97 %!) – en hoe relatief die adviezen dus zijn.
  • Nou relativeert dit artikel van Ironman.com überhaupt trainingsadviezen, het is lekker nuchter.  Van de Ironman-organisatie kwamen sowieso wel een aantal aardige leestips de laatste tijd, zoals dit stuk van Carrie Cheadle (van wie ik fan ben) over de mentale voorbereiding van ‘race day’.
  • Ook dit NRC-artikel relativeert het nut van al die ‘krijg een nieuw lijf in X weken met Y minuten per dag’-adviezen. Niet heel nieuw of verrassend, maar het blijft nodig om bij mensen wat realisme aan te kweken kennelijk.
  • Ik kwam desalniettemin toch nog wel wat aardig trainingsadvies tegen voor vrouwen: over krachttraining en het afstemmen van je training op je hormonale cyclus. Dat gaat me dan net wel weer een beetje ver, vooral ook omdat ik denk: belangrijker dan je sexe/hormonen is het individuele maatwerk, qua trainen. Maar goed, wel zeldzaam food for thought, dit.
  • Een gedetailleerd advies om te onthouden voor als het ooit relevant is: sommige soorten antibiotica verhogen het risico op peesblessures.
  • In de categorie ‘gek’ dit bericht: de zo succesvolle Olympische Britse baanwielrensters lieten hun schaamhaar staan en dat heeft geholpen. Uhm, nou, dan zit het op dat punt bij mij ook wel, uh, snor!
  • Nogal specifiek, voor mij heel nuttig: bij zo’n Ironman kun je een special needs bag maken waar je halverwege het fietsen en lopen toegang toe hebt en dus van alles in kunt doen wat je denkt nodig te hebben –  van Bijbelteksten en foto’s van je kinderen tot een boterham  met Marmite (dat laatste ga ik doen). Om me een beetje te oriënteren op de inhoud van die tassen was de uitleg ervan nuttig, en ook de ervaringsverhalen, beide van de Ironman-organisatie, en beide ook vermakelijk.
  • En tot slot, speciaal voor Vichy: een schattige grafische weergave van hoe een rolling zwemstart eruit ziet.

 

Door |2016-08-23T10:35:00+02:0023 augustus 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|1 Reactie

Eten & drinken

Vorig jaar heb ik voor de langere triatlons een eetplan uitgedokterd dat ik sindsdien heb geoefend en geperfectioneerd en in grote lijnen wil handhaven voor de Ironman. Er was echter één dingetje waar ik niet uitkwam en dat ik in deze prutzomer niet heb kunnen oefenen: drinken bij hitte (weersverwachting op dit moment: 31 graden).

Sport- en andere voeding

Ik ga naar Frankrijk en ik neem mee….

De adviezen in boeken en op websites die ik geraadpleegd heb, gaan uit van intensievere sportbeoefening dan ik mogelijk ga doen bij het lopen. Wat dan op de loer ligt is tevéél drinken, wat zelfs tot watervergiftiging kan leiden (triathlon-voorbeeld), iets waarvan ik weet dat bij bijvoorbeeld marathons de tragere vrouwen er het meest vatbaar voor zijn. Niet dat ik daar nou zo bang voor ben, maar ik wilde nog net iets preciezer weten hoe ik voldoende drink maar niet te veel.

Ik ben daarvoor bij sportdiëtiste Sandra Buijing geweest en dat was nuttig. Zo lang je maar niet te veel zuiver water drinkt, is te veel drinken geen probleem. Dus sportdrank, water met zouten/electrolyten en water bij vast voedsel en gels enzo is prima.

Sandra adviseerde me om me voor en na een training te wegen, om na te gaan hoe veel vocht ik verlies. Dat heb ik een aantal keren gedaan, en dat was interessant. Ik trok zelf twee conclusies waar ze het wel mee eens was:

  1. Mijn gevoel is niet helemaal betrouwbaar. De twee keer dat ik het meest dorstig thuis kwam, had ik juist het minst uitgezweten. Beide keren was het wel warm. Bij de hardlooptrainingen van RA, met intervallen, zweet ik me kennelijk juist een ongeluk, zonder dat nou zo heel erg te merken.
  2. Bij openwaterzwemmen en hardlopen raakte ik relatief veel vocht kwijt, meer dan ik had verwacht:
  • In het open water is dat denk ik voornamelijk doordat het koude water op m’n blaas werkt en ik dus vaak moet plassen onderweg. Ik ervaar het lange zwemmen sowieso steeds als killetjes nog, wat ik vooral merk aan witte vingers.  
  • Bij het ‘gewone’ hardlopen (dus niet in combinatie met fietsen) neem ik niet voldoende de moeite om genoeg te drinken, dat is praktisch vaak ook onhandig. Van de week nog: dan ligt bij de baantraining m’n bidon ergens in het gras, en als ik die ga pakken raak ik de aansluiting met m’n maatjes kwijt. Bij de Ironman zijn veel verzorgingsposten, dat maakt het makkelijker natuurlijk. Maar ik mag dan wel mijn best doen op voldoende drinken bij het lopen. En daarna bij trainen ook, want misschien droeg het vochtverlies wel bij aan het doodgaan tijdens de lange duurlopen bij mijn marathontraining.
Sandra heeft ook naar mijn totale voedingsplan gekeken en kwam tot de conclusie dat daar nog wat weinig natrium/zout in zat. Dat ga ik dus nog aanpassen: meer van die electrolyten, meer Marmite, en bij het lopen af en toe aan de zoute koekjes die de organisatie verstrekt. Het lijkt er overigens op dat zout een beetje ondergeschoven kindje is in de Europese sportvoedingsvoorlichting; in de VS raden ze bijvoorbeeld zoutcapsules aan, maar die zijn hier volgens mij onbekend (zie dit Ironman-voedingsadvies). 
 
Verder vond Sandra mijn plan okee en mijn basisvoeding ook, en daar was ik dan wel weer trots op!
 
Ik ben inmiddels vooral benieuwd hoe het gaat zijn als een sportdag zo lang is dat ik na een heel vroeg ontbijt de beide volgende hoofdmaaltijden oversla. Tenminste, misschien kan ik heel laat nog avondeten, maar tot die tijd moet het dus echt met het voedingsplan. Dat is nieuw voor me, en onderdeel van het ongewisse van de Ironman.
 
Door |2016-08-21T12:19:17+02:0021 augustus 2016|Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Schilderij

De weg en het doel, da’s al een oude filosofische kwestie, waarvan de moraal vooral is dat je niet te veel op het doel gefocust moet zijn. Ik heb dat bij het sporten wel eens moeilijk gevonden.

In de aanloop naar de marathon vorig jaar maakte trainingsbegeleider Coen toen een mooie vergelijking: de hele weg naar zo’n doel toe, alle training en andere voorbereiding, dat is het schilderij. Dat stáát. Het enige wat je dan op de wedstrijddag nog hoeft te doen, is er je handtekening onder zetten.

Ik vond dat een mooi beeld, maaarrrrrrr…. nouja, ik vond dat gewoon lastig. Ik vind het fijn om doelgericht te trainen, maar hing te veel op aan dat doel, dacht nogal in termen van ‘lukken’ versus ‘mislukken’.

Ik schrijf in de verleden tijd, want de afgelopen weken ben ik ervan bewust geweest hoe zeer ik genoot van het schilderwerk en hoe mooi het schilderij al geworden is. Ik beschreef gister hoe goed mijn vorm is, daar geniet ik elke dag van, en ik heb, ondanks de zwaarte, met veel plezier getraind.

Dat zat hem deels in de vele bijzondere evenementen die de Ironman-voorbereiding mogelijk maakte, met name de drie zwemtochten in Schie, Oosterschelde en Maas, maar ook het gewone trainen. Die keer dat ik vroeg was gaan zwemmen en om 9 uur al 3,5 km gezwommen had – die dag kon niet meer stuk. Of die keer dat ik vanwege de uitslag van het Brexit-referendum strontchagrijnig bij slecht weer op de fiets stapte. Met het weer klaarde halverwege mijn humeur op en ik kwam na 180 km tevreden thuis: wind langs en door de kop gehad, genoten van de wide open spaces van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden.

Het zit hem ook in het peentjes zweten op de spinningfiets, in het prettige relaxte gevoel als de bodybalance-les eindigt met tien minuten op m’n rug liggen ademhalen, in het gemak van weer snelle intervalletjes kunnen lopen, in al dat buiten spelen, in de gezelligheid van de trainingsmaatjes, in het gevoel wéér meer te kunnen dan even geleden, het hèhè van thuiskomen en op de bank neerstorten of van hoe lekker de douche dan voelt en het eten smaakt. Een deel daarvan is gewoon en maak ik elk jaar mee, maar het Ironman-doel was het allemaal net wat intenser en bijzonder.

Het schilderij is af, nouja, zo goed als. Nu alleen die handtekening nog. Maar dat schilderij neemt alvast niemand mij meer af. Wat er volgende week zondag ook gebeurt.

Klaproos

Mijn moeder schilderde; dit is het laatste schilderij dat ze maakte (2009)

 

Door |2016-08-18T14:25:52+02:0018 augustus 2016|Triathlon algemeen, Waarom|0 Reacties

Geheim wapen

Gister bezorgd, het geheime wapen in mijn triathlonstrijd, en dan niet in zo’n lullig klein rotpotje dat ze in Nederlandse winkels verkopen, maar in een fatsoenlijke hoeveelheid (500 gram), speciaal voor mij besteld door manlief bij Britishtreats.eu:

Grote pot Marmite

Gaat niet alleen mee naar Frankrijk, maar ook op de dag zelve! Goed voor de zouten, fijn ter afwisseling van al dat zoete sportvoer, maar vooral: lekker!

Door |2016-08-17T12:12:12+02:0017 augustus 2016|Triathlon algemeen|0 Reacties

De beste

Een paar maanden geleden zei ik tegen iemand dat ik ernaar aan het streven was om op 28 augustus ‘de beste versie van mezelf’ te zijn. Hij verstond het niet goed, en vroeg: ‘de beste zijn?’ Nee, de beste ga ik niet zijn, niet ten opzichte van anderen. Ik wil wel de beste zijn tegenover mezelf – de best mogelijke versie van  mezelf.

En dat is aardig gelukt, en daar ben ik hartstikke blij mee. Ik ben in bloedvorm. Daar heb ik veel voor gedaan, met overigens ook een heleboel hulp en steun (daarover een andere keer meer), maar het levert dus ook veel op.

Mijn trainingsschema heeft prima uitgepakt voor alledrie de sporten en de rest. Ik ben misschien op elk van de losse onderdelen al eens ietsje beter geweest. Maar nog nooit zijn alledrie de sporten en de bijkomende zaken allemaal tegelijk op dit niveau geweest, en dat voelt hartstikke goed! Ik zet het per onderdeel op een rijtje.

Zwemmen

Van de drie sporten is zwemmen nog het minst uit de verf gekomen de afgelopen tijd, en dat was een bewuste keuze. Misschien had ik met drie in plaats van twee keer trainen per week wel een minuutje per kilometer sneller kunnen zijn. Maar dat scheelt dan dus op de Ironman vier minuten – lekker belangrijk.

En let op de misschien. Want misschien had ik mijn schouders dan juist overbelast. Want die piepten en kraakten toch nogal, zeker door de vervangende trainingen in de maanden dat ik niet kon hardlopen (februari en maart), maar ook toen ik begon met opbouwen in april. Dat was van de combinatie van zwemmen  met het steunen op het aerostuur van de triathlonfiets en het planken (belangrijke oefening voor m’n core stability). Ik denk dan ook dat mijn schouders op dit moment op z’n sterkst ooit zijn. Een enkeling heeft al wat gezegd ook over dat dat zichtbaar is aan mijn spieren – al blijft het weinig, ik blijf gewoon iel in mijn bovenlijf.

Een heel goede of snelle zwemmer zal ik dan ook nooit worden.  Maar ik kom er wel, ook over 3,8 km. Ik heb me vooral gefocust op die lange afstand. Was ik vorig jaar nog blij met die ene keer dat ik 3,5 kilometer zwom, in de afgelopen maanden heb ik diezelfde afstand een paar keer als ‘gewone’ training gezwommen, en ik ben er in evenementen zelfs nog overheen gegaan. Daarbij merk ik wel dat ik dat lange zwemmen taai blijf vinden: ik krijg dode vingers en ik vind het saai. Ik vind het heerlijk om in het water te zijn, maar niet voor zo heel lang. Ook dat beperkt wel wat ik bij zwemmen kan bereiken.

In het zwembad heb ik daarnaast mijn best gedaan om mijn techniek en snelheid overeind te houden. Mijn snelste kilometer ooit zwom ik 2,5 jaar geleden op een achternamiddag in de kerstvakantie: 20’34. Waar ik toen dacht dat de 20-minutengrens nabij kwam, ging ik vervolgens alleen maar achteruit. Er sloop een techniekfout in (mijn armen met mijn ellebogen naar achter trekken in plaats van met mijn handen en onderarmen stuwen), en tegen de tijd dat ik dankzij een cursus van Zwemanalyse eraan kon gaan werken dat weer goed te krijgen raakte ik geblesseerd: de vage heup-bekken-blessure van vorig jaar trok mijn schouder uit het lood, met een peesontsteking als gevolg. Ik begreep toen al dat zo’n peesontsteking meer dan een jaar kan duren, en inderdaad: er zijn nu dagen dat ik het niet meer voel. Maar in de tussentijd heb ik dus altijd met (overigens goed draaglijke) pijn gezwommen en met een beperking in de coördinatie van mijn linkerarm. Af en toe raak ik hem nu lekker, en ik denk dat ik die PR-tijd op de kilometer weer kan benaderen, als ik me daar nu op zou richten.

Maar waar ik mee begon: die paar seconden of zelfs minuten zijn voor de Ironman niet belangrijk. Ik ben blij dat ik het zwemmen leuk heb kunnen houden. Want naast de kou en taaiheid van het open water en de saaiheid (tegeltjes kijken) en soms de irritante drukte in het zwembad is ook mijn gebrek aan progressie de afgelopen jaren soms wel demotiverend geweest.

Daar staat tegenover dat ik de afgelopen tijd een paar geweldige openwaterevenementen heb gedaan. De sfeer bij die kleinere zwemtochten is hartstikke leuk, en bovendien: zo kom je nog eens ergens: in de Maas en de Oosterschelde bijvoorbeeld. Mijn openwaterrobuustheid is daardoor ook toegenomen – beetje drukte, golven, niet weten waar ik ben, die eerste voor mijn ademhaling rottige minuten – geen probleem!

Fietsen

Een paar jaar geleden zei ik al eens een keer tegen trainingsbegeleider Coen: ik hoef maar naar m’n fiets te kijken en ik schiet in vorm. Nouja, ik moet wel wat doen, maar relatief weinig om goed te zijn. Al jaren is een beproefd recept om per week één lange, rustige duurtraining te doen en me daarnaast bij spinning een keer totaal ‘in het rood’  (boven m’n omslagpunt) te werken en verder ook de extremen op te zoeken: extreem zwaar, extreem hoge trapfrequentie. Nog voor ik wist dat dat zo heette, deed ik dus aan ‘gepolariseerd trainen’: veel lang en rustig (komt stadsfiets nog bij) met weinig kort héél hard. En dat werkt voor mij bij fietsen als een trein.

Fietsen is mijn oudste en beste sport, en ook de enige waar ik dus kan merken dat ik ouder word. Ik doe al maximaaltesten sinds 2001 en ja, die hoge hartslagen en bijbehorende vermogens van toen, die zijn Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij. Maar wat ik bij een bepaalde hartslag nog wel presteer, daar is eigenlijk niet zo veel aan veranderd. Dat schommelt die 15 jaar al mee met hoe veel ik train, en is op het ogenblik op het beste niveau dat ik daarbij in de loop der jaren haalde, vergelijkbaar met de aanloop naar de Marmotte (2003) of de Afrika-reis (2008), mijn beste fietsjaren. 

Ik vind het hooguit door al het duurwerk lastiger dan toen om lang met een hoge hartslag te rijden: een korte triathlon of tijdritje helemaal rond mijn omslagpunt rijden, dat is twee jaar geleden.  Maar ook dat is op het moment weer minder belangrijk: de Ironman, dat wordt hoog in de duurzone.

En dat gaat wel goedkomen. Volgens Coen moet ik 30 gemiddeld kunnen halen, ik ga zelf uit van net iets langzamer dan dat. En ik heb er ontzettend veel zin in. Een keer echt serieus aan de bak moeten met het fietsen, dat was misschien wel de belangrijkste aanleiding om een keer een hele triathlon te willen doen. Want 180 km, dat is een serieuze afstand en daar heb ik serieus lang voor getraind – leuk om de kaap van de 200 km weer eens te ronden. De 90 van de halve vond ik nog niet uitdagend genoeg, ook omdat ik me op de fiets bij een langere triathlon altijd zal moeten inhouden om energie te sparen voor het…

Lopen

Dit onderdeel zou sowieso het spannendste worden. Mijn eerste marathonervaring was niet heel succesvol en ik wist dus: dat wordt een flink stuk wandelen, straks in Vichy. Hoeveel wandelen, daar gaat mijn eindtijd van afhangen, en ik durf er nog steeds geen voorspelling voor te doen.

En toen werd het dit vroege voorjaar ineens nog veel spannender, want in februari vond ik het al een opgave om op het station van de fietsenstalling naar het perron te wandelen, op m’n bergschoenen. Maar de sesamoïditis kwam net op tijd weer goed en is misschien wel een ‘blessing in disguise’ geweest, omdat het me aanzette tot nadenken over mijn looptrainingsaanpak. Ik moest onderkennen dat ik mezelf met lange duurlopen wel heel veel geweld aandoe. Vandaar de nieuwe trainingsaanpak, volgens de sportrusten/marathonrevolutiemethode, gevolgd door de chi-running.

Hardlopen werd één groot experiment zo. Hoe het allemaal gaat uitpakken op 42 kilometer na 180 km fietsen is spannend, maar op dit moment sta ik er verrassend goed voor. Door dat geweld van die lange duurlopen was mijn tempo in de afgelopen twee jaar achteruit gegaan, maar ik heb het nu net weer terug: zowel mijn duurloop- als intervaltempo zijn terug op het oude niveau. Alleen heb ik dus niet langer dan 17,5 km gelopen, op de run-bike-run van Luxemburg na. Ik ben superbenieuwd hoe lang ik in Vichy kan blijven hardlopen.

Belangrijker nog: ik heb de lol in hardlopen weer terug. Ik was toch aardig moeizaam aan het lopen sjokken geweest, heel vorig kalenderjaar. Zonder lange duurlopen en met een betere (en zich ook nog doorverbeterende) techniek voelt lopen weer lekker. Ik ben erg benieuwd waar het me gaat brengen, eerst bij de Ironman, mogelijk op de lange termijn ook nog andere dingen. Waar ik tot niet zo heel lang geleden dacht: ik doe het nog één keer, 42 km lopen, daarna noooooooooooit meer, denk ik nu wel eens: zal ik met deze aanpak nog eens een losse marathon aandurven?

De rest

En dan zijn er ook nog de belendende onderdelen:

  • Core stability, belangrijke ondersteuner en blessure-voorkomer: Ik ben misschien ooit al eens ‘krachtpatseriger’ geweest, althans, ik heb vijf minuten kunnen planken, doe er nu vier, en de sit-ups die ik nu met vijf kilo doe kon ik ooit met twaalf. Maar dat was toen wel veel eenzijdiger: juist teveel op dat krachtpatsen gericht en te weinig op souplesse en coördinatie. Ik ben tevreden met wat ik heb bereikt. Zo heb ik bijvoorbeeld veel beter geleerd om mijn bekkenbodem ontspannen te houden en mijn balans, bijvoorbeeld bij aanzetten op de fiets, uit de dwarse buikspieren te halen. Dat is met soms frustrerend kleine stapjes gegaan, maar de aanhouder wint!
  • Voeding: ik heb toegewijd geoefend met eten en drinken tijdens het sporten. Daarnaast heb ik vooral mijn best gedaan op gezond en veel eten. Mijn gewicht zit op de ondergrens van wat normaal is voor mij: net boven de 60 kilo, mijn ‘topvormgewicht’. Het dreigde er  in juni onder te zakken en dat was niet de bedoeling, dus sindsdien eet ik dus nog meer. Als ik zie hoe afgetekend mijn beenspieren zijn, denk ik wel dat mijn vetpercentage heel laag is. Ik voel me prima, ook op dit vlak kon het volgens mij niet beter zonder dat het geforceerd zou worden. Ik bedoel: ik heb geen heel streng dieet ofzo, ik heb bijvoorbeeld net wel weer een ‘maand droog’ achter de rug maar dat doe ik elk jaar, maar nu kijk ik uit naar een dagelijks glaasje Franse wijn zometeen, ze hebben vast wel iets lekkers regionaals daar in de Auvergne!
  • Mentaal: ik schreef een tijdje geleden al dat ik mezelf van een B in een C heb omgewerkt om een Ironman aan te durven, en ik heb sowieso wat angsten en twijfels onder ogen moeten zien in dit hele proces (voorbeeld). Comfort zone, daar moet je toch uit, zeggen ze, nou, soms wist ik niet eens meer waar die was. Best therapeutisch, Ironmantraining. Ik heb daar wel over geschreven ook (voorbeeld), en dat schrijven heeft óók geholpen. Ik heb nog nooit met zo veel vertrouwen (moeilijk woord voor mij) naar zo’n groot en ongewis evenement uitgekeken. Ik heb ook nog nooit zo sterk het gevoel gehad dat ik gaandeweg al zo veel mooie dingen bereikt heb en dat niemand mij dat nog af kan nemen, ongeacht wat er op 28 augustus gaat gebeuren. Veel genoegen in het proces dus, niet alleen in het doel. Maar daarover een van de volgende dagen!
Door |2016-08-17T08:56:09+02:0017 augustus 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant