Loop

Zalikwel-zalikniet

Sinds vorige week heb ik een verkoudheidsvirus te pakken. Het stelde eerst niks voor, maar ergens tussen donderdag en vrijdag ging het los in mijn strottenhoofd waardoor ik mijn stem kwijtraakte en vrijdagmiddag zelfs ietsje koorts kreeg. Ondertussen ben ik aan de beterende hand, maar ik snotter, hoest en proest nog en dat gaat ongetwijfeld nog wel even duren. 

Zoals dat altijd gaat, vind ik het best lastig om in de ‘grijszone’ te bepalen of ik kan trainen of niet. Dus dan krijg ik het dilemma van ‘zal ik wel of zal ik niet’. Voorzichtig zijn is goed, rust is noodzakelijk voor herstel, maar te voorzichtig zijn is zinloos, dat leidt alleeen maar tot onnodig conditieverlies – en tot een vrij acuut bewegingsgebrek. 

Vorige week begon heel simpel. Ik snotterde weliswaar wat, maar mijn energieniveau was normaal en niets stond trainen dus in de weg. Zo kon ik een unicum noteren: bij mijn weten had ik niet eerder in november in korte broek gefietst. Dinsdag kon het, heen en weer naar een werkafspraak rond lunchtijd in Den Haag. Ik maakte een blote-benen-in-november-selfie:

Blote benen en stukjes fiets vanuit selfie-perspectief

Woensdagavond voelde ik me voor het eerst wat minder fit dan normaal. M’n duurloop van 13 kilometer was hard aangekomen, dacht ik. Manlief en ik fietsten naar de stad en ik had moeite hem bij te houden, en ik was daarbij wat kortademig ook. In de bioscoop viel ik bijna in slaap, maar dat lag zeker ook aan de atmosfeer in de bioscoop en/of aan de film – een paar rijen voor ons klonk gesnurk. 

Donderdag had ik geen tijd om te trainen, wel voor in totaal zo’n twee uur stadsfiets, ook iets amechtig. Dit keer zat daarbij een heen-en-weertje naar Vlaardingen voor Van der Laan en Woe, en die hielden me dan weer probleemloos wakker. Eerder op de dag voelde het wel alsof ik bij het praten met mijn stembanden aan het gewichtheffen was – een raar, zwaar gevoel. Dat baarde me wel zorgen.

Vrijdag ging het in één keer naar ‘ik zal zeker niet’: geen haar op mijn hoofd die aan sporten moest denken. Ik vond naar de supermarkt scharrelen voor honingdrop al een opgave. Nouja, met koorts is sporten sowieso onverstandig. Naar Amsterdam gaan om daar een training te geven zat er ook niet in: ik produceerde alleen maar rasperige geluiden. Gelukkig was ook dat heel duidelijk – blijft lastig, hoor, als eigen baas, werk afzeggen.

Wel grappig trouwens: ik was de hele week niet aan zwemmen toegekomen, en op het moment dat ik vrijdagochtend vroeg mijn werk af-SMS’te (bellen ging niet) en terug kroop in bed, dacht ik dat ik door die vrijgekomen tijd misschien alsnog kon gaan zwemmen. Ik had duidelijk nog niet in de gaten hoe het er werkelijk voor stond in mijn lijf. Zwemmen? No way!

Zaterdag was ook nog duidelijk ‘ik zal niet’. Helaas kostte dat me mijn deelname aan de looptrainersdag – een lange dag op Papendal, nee, dat zat er echt niet in. Jammer, want vorig jaar was dat erg leuk. Een half uurtje wandelen dicht bij huis en wat mooie herfstkleuren zien was lekker maar ook genoeg. Verder hing ik op de bank, onder andere naar rugby en veldrijden kijkend. En ik heb de zaterdagkrant van voor naar achter gelezen. 

Gister begon het zalikwel-zalikniet. Uiteindelijk voor ‘wel’ besloten en op de fiets naar de chi-runningcursus gegaan. Dat ging allemaal best, al vond ik het wel heel wat, en het ging gepaard met gehoest, genies, een soms wat pap-achtig gevoel in mijn benen, een heel slome terugtocht op de fiets en het afslaan van een uitnodiging om ook nog even koffie te drinken – met het oog op mijn stem. Maar buiten zijn was lekker, de cursus weer leuk en leerzaam en het deed me goed om mijn van het hoesten en bankhangen stijve ribbenkast uit de kreukels te halen.

Vanmiddag de volgende zalikwel-zalikniet – hardlopen, met vier intervallen van 1 km op halvemarathontempo, de training die eigenlijk ook voor vrijdag gepland stond. Qua luchtwegen zou het wel kunnen, dacht ik, maar ik voelde me licht in mijn hoofd en dat deed me twijfelen. Ik ben gegaan vanwege de herinnering aan hoe lekker ik het gister en eergister vond om buiten te zijn, en aan de eerdere keren verkouden waarvan ik geleerd heb dat ik geneigd ben het dan allemaal onnodig somber in te zien, dus dat het best wel eens mee zou kunnen vallen. En dat deed het: ik heb lekker gelopen. Met wat gesnotter en gerochel en heel slome pauzes tussen de intervallen. Maar het voelde verder goed en sindsdien voel ik me ook weer beter. 

Zal ik dan morgen dus gaan zwemmen? Maar dan wil ik wel ’s avonds eigenlijk weg – heb ik daar dan energie genoeg voor? En geef ik mezelf wel voldoende rust om zo gauw mogelijk écht helemaal beter te worden? Dilemma’s, dilemma’s….

 

Door |2018-11-12T18:55:19+01:0012 november 2018|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

‘Dat was lang geleden!’

De titel van dit blog heb ik de laatste tijd opvallend vaak gedacht: ik doe allerlei dingen voor het eerst sinds lang weer eens. Deze week was het drie keer.

Gister was ik naar de sauna, en dat was een jaar geleden. Zo lang heeft er sinds ik naar de sauna ga (al meer dan 30 jaar) nog niet eerder tussen gezeten. Dat grote gat is wel makkelijk verklaarbaar uit twee omstandigheden: dat ik vorig jaar 3,5 maand weg ben geweest en dat afgelopen zomer zo extreem mooi was. In een ‘echte’ zomer heb ik geen behoefte aan sauna. Bovendien heb ik het vrij druk gehad met werk: ondanks die reis ben ik op weg naar een normale jaaromzet. De sauna mocht dus ook wel weer eens een keer – ik had het deze week zomaar ineens tussendoor even rustig.

‘Omstandigheden’ verklaren ook één kant van het dat-was-lang-geleden-gevoel van afgelopen woensdag, toen ik ‘om de oost’ naar Amsterdam fietste: de route over Ter Aar en Uithoorn en dan langs de Amstel de stad in.

‘Memory lane’

Ik was al lang niet naar Amsterdam gefietst, en de laatste paar keren was ‘om de west’ geweest, via de Ringdijk van de Haarlemmermeerpolder. Dat had er gewoon mee te maken dat het niet zo vaak uitkwam om naar Amsterdam te fietsen en áls, dan moest ik in het westen van de stad zijn. Nu was mijn eindpunt het Centraal Station, dan is deze route het handigste. Fiets daar in de stalling, fietstas in een (peperdure) kluis, avondje met vriendin en theater, met de trein terug naar huis.

‘Dat is lang geleden’ sloeg woensdag ook op alle herinneringen die er langs die route liggen. Drie triathlonparcoursen: 010, Alphen (die heroïsche van laatst! Het is nu veel lekkerder weer) en Ter Aar (m’n PR’s op de 1/8e en kwart! Gaat-ie volgend jaar nog door? Zou er dan nog een snellere tijd in zitten? Kan wel….). Al die keren dat ik die route fietste in de jaren dat manlief en ik nog niet samenwoonden en dit de kortste route was tussen onze huizen. (toen die keer dat het keihard hagelde op het fietspad langs de Gouwe, en ik vond dat ik door moest fietsen want ik was in training voor de 150 km van de Amstel Gold Race – maar in Wadddinxveen heb ik Henk toen toch gebeld om me met de auto op te komen halen. Wanneer was dat precies? Het was de dag voor Henks marathon. Maar welk jaar? 2004 denk ik.

Nog dichter bij Amsterdam kom ik op terrein dat vroeger ’thuis’ was. Waar ik veel sporen heb liggen en de omgeving dus de ene na de andere herinnering oproept, fragmentjes uit de afgelopen dertig jaar. Van dingen die mijn leven hebben bepaald (aan de overkant is de Ronde Hoep – daar ontdekte ik in de tijd van mijn burnout hoe veel beter ik me ging voelen van fietsen. Fietsen deed ik al graag, maar daar en toen kwam er nog wel wat bij) tot vrij triviale dingen (onder de brug van de A10, waar we als roeitraining in de winter een circuitje deden. Zo heette dat doen, nu zou het bootcamp heten).

En zo huppelt er van alles mijn hoofd binnen. Ik kijk mijn ogen uit op wat zo heel erg hetzelfde is (het landschap van het Groene Hart), en wat er is veranderd (die muur van KPMG-gebouw in Amstelveen, de hoge gebouwen van de Omval). 

Ik rijd dan in een gebied dat voor mijn gevoel is gekrompen. Toen ik in mijn studententijd op Uilenstede woonde, vond ik fietsen naar Uithoorn best een eind, en nu denk ik bij Uithoorn ‘ik ben er bijna’. Of dat volgens mij de Grote Bocht* nu dichter bij uitspanning ’t Kalfje ligt dan vroeger. Mijn actieradius is veel groter geworden, zo realiseer ik me dan. 

Die actieradius verklaart ook een andere categorie ‘dat is lang geleden’. Voor het eerst in meer dan een jaar ben ik weer flink wat kilometers aan het maken in mijn duurlopen. Dinsdag liep ik bijvoorbeeld 12 kilometer en dan kan het rondje met het schelpenzandpaadje langs de Zweth weer. Daar was ik lang niet geweest. Het is een leuk paadje, al was het dinsdag een en al plas en blub!

Langs de Zweth

Ik zou nu trouwens dat GoogleMaps het over ‘bedrijventererein Schieveen’ heeft – nou, dat is alleen maar weiland, hoor. Nog steeds wel. Maar misschien als ik hier over dertig jaar ook nog eens langs memory lane kom lopen of fietsen…

 

*Wij van de nette burgerroeivereniging Poseidon noemden dat de Grote Bocht – bij de andere verenigingen heette die de Hoerenbocht

Door |2018-11-02T15:00:40+01:002 november 2018|Fiets, Loop, Waarom|1 Reactie

Terug- en vooruitblik

In actie in AlphenDit triathlonseizoen eindigde voor mij vier weken geleden op het hoogtepunt, met de heroïsche triathlon van Alphen (actiefotootje rechts). Het sudderde nog een beetje voort met twee zonovergoten fietstochten, in Limburg en terug uit Vlissingen. Verder ging het vizier op volgend jaar: doelen bepalen en de weg ernaartoe uitstippelen:

  • De twee belangrijkste doelen zijn een goede halve triathlon in het voorseizoen (eind juni/begin juli) en in september in Almere als onderdeel van een trio bij de hele afstand het fietsen (180 km) voor mijn rekening nemen. Bedoeling is dat allebei binnen de zes uur te klaren. Welke halve triathlon het wordt, weet ik nog niet: de kalender is nog erg onvolledig. Op het ogenblik is Klazienaveen de beste kandidaat. 
  • Sub- en tussendoelen: ik ben al voorzichtigjes en heel geleidelijk aan het opbouwen naar wat in februari moet resulteren in een fatsoenlijke halve marathon. Onderweg daarnaartoe staan loopjes over 5, 10 en 15 km op het programma. 
    Daarnaast is de eerste inschrijving voor een B-wedstrijd (minder belangrijk dan die twee A-wedstrijden van de eerste bullet) een feit: de Cave 111 – lijkt me een gaaf parcours! Een andere B-wedstrijd wordt de Brouwersdam90. Verder wilde ik eigenlijk nog (samen met Nicole) Ter Aar weer eens doen, maar het schijnt dat die ge33,9stopt is – erg jammer. Binnenmaas staat wel op de planning, ook met Nicole. Hopelijk gaat die wel door, de editie van dit jaar was nogal tumultueus, met aanrijdingen, ongelukken, een hartstilstand en fietsers die een ronde te weinig reden. Ik reed er wel een dik fiets-PR (foto)! 
  • Trainingsplannen: op het ogenblik ben ik dus bezig voor die halve marathon, volgens de souplessemethode. Ik heb het boek er weer eens bijgepakt en mij vielen er nu allerlei dingen sterk positief aan op – ik ben er enthousiaster over dan toen ik het hier 2,5 jaar geleden besprak. Ik ben sindsdien een stuk wijzer geworden, zal ik maar zeggen, door de hardloCover boekoptrainersopleiding, veel lezen en door eigen ervaringen. Gek genoeg vind ik het nu juist opvallen hoe veel oog Klaas Lok juist heeft voor individuele verschillen en dus ook voor de mindere goden. Enfin, het is nog even afwachten hoe het voor mij uit gaat pakken, maar wordt vervolgd dan, hier op het blog, met mijn eigen souplesse-ervaringen. 
    Tot en met februari heeft het lopen prioriteit. Zwemmen en fietsen staan dus in de onderhoudsstand:

    • Bij zwemmen heb ik dit jaar ontdekt dat ik steeds na een maand of vier trainen op mijn best ben, en dat ik wat ik dan kan, niet vast kan houden. Dat frustreerde me – weer was ik op een nikserig moment (een maandag midden in de zomervakantie) op m’n snelst (snelste 400 meter ooit, in 7’35 ongeveer) en daarna weer stukken langzamer. Totdat ik me realiseerde dat het glas halfvol is: ik hoef maar vier maanden te trainen om te pieken, en dat piekje wordt nog elke keer hoger! Dus dat zwemmen, dat pak ik na die halve marathon wel op.
    • Fietsen ook, dat komt sowieso wel goed. Zeker met de trainingsweek in maart onder de Spaanse zon die Jo en ik in gedachten hebben. Niet vanuit Ontspanje, wat we eerst in gedachten hadden: Marcel en Mariska stoppen en komen terug naar Nederland.

Als ik m’n stuk over die week bij Ontspanje herlees, dan kan ik concluderen dat ik nu, meer dan twee jaar na m’n Ironman, voor het eerst weer echt helemaal zin heb om opnieuw m’n grenzen op te zoeken en er volle bak tegenaan te gaan.  Dit seizoen heeft me daar zin in gegeven (ik wil wel weer naar het langere werk), en ook het vertrouwen dat dat goed zal gaan. Ik heb me de afgelopen maanden stukken stabieler gevoeld dan in heel lang. Ik moet nog voorzichtig zijn, maar het lijkt erop dat de ergste overgangskermis voorbij is – er passeert af en toe en opvliegertje, maar daar heb ik weinig last van.
Ik heb bovendien met trainen stappen gezet waar ik mee verder kan. Dit was een experimenteer-seizoen, en dat is nuttig geweest: intensiever trainen op de fiets (met m’n nieuwe vermogensmeter! fotootje), betere looptechniek, beter weten hoe ik met zwemmen op mijn best ben op het moment dat het erom gaat. Ik ben benieuwd wat dat me op kan leveren volgend jaar. 

Dus: ertegenaan! Dat schrijf ik, en ondertussen denk ik: ik heb in twee jaar of misschien wel langer niet zo licht getraind als op het ogenblik. Het voelt af en toe alsof ik bijna niks doe. Dat lopen, dat bouw ik met heel kleine stapjes op. Dus het is op dit moment ook Op de fiets op Tasmaniëduidelijk ‘off season’ en dat is helemaal prima. Was ook wel eens nodig misschien. Dit triathlonseizoen werd immers vooraf gegaan door een (overigens geweldig) fietsseizoen Down Under (fotootje rechts, Tasmanië). 

(Oja, zo’n relatieve rustperiode na het seizoen, dat heet in de trainingsleer ook wel ‘overgangsperiode’. Maar daar doe ik niet aan, hoor, daar ben ik toch juist vanaf, hoop ik?!) 

Door |2018-10-21T18:44:53+02:0021 oktober 2018|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|0 Reacties

Onze hamster zorgt voor een ‘mental break’

In de Sportgericht van dit moment (jaargang 72, nr. 4, p. 2-7) staat een interessant artikel over blessurepreventie bij hardlopen. Het betoogt dat de mentale kant van preventie en ook van herstel onterecht onderbelicht is. Uit onderzoek blijkt dat het belangrijk is om met je hoofd los te komen van de sportprestatie. Dat zorgt voor het broodnodige mentale herstel, en zo voor minder blessures.

Dat loskomen of afstand nemen wil zeggen: afleiding hebben, niet de hele tijd nadenken, laat staan piekeren, over je sportprestatie. Als je dat wel doet, ben je al gauw te obsessief bezig namelijk, en dat is niet goed – het leidt onder andere tot symptomen die je burnout of overtraining zou kunnen noemen. Het is dus verstandig om een ‘mental break’ te nemen. Dat kan je zelfs plannen: een moment kiezen waarop je negatieve gedachten en gevoelens over een wedstrijd achter je laat.

Klinkt allemaal goed.

Nou hebben de schrijvers van het stuk een app ontwikkeld die mentaal herstel kan ondersteunen. Aan de hand van vragen krijgt de loper een advies over die dag wel of niet lopen (groen/oranje/rood licht).Toen ik de naam daarvan las, schoot ik spontaan in de lach. Die app heet namelijk REMBO.

REMBO staat voor ‘running & exercise mental break optimisation’. 

Maar Rembo, zo heet ook onze hamster! Zo genoemd door zijn vorige baasje.  

En ja, onze Rembo zorgt ook voor die mental break. Hij is lief, hij geeft afleiding, en er is maar weinig net zo ontstressend als kijken naar hoe een hamster slaapt, of zichzelf wast. Daar heb ik dus geen app voor nodig, want ik heb al een levende Rembo.

Maar het is dus wel hilarisch voor mij om zinnen te lezen als:

We streven ernaar om REMBO aan het einde van dit project als erkende interventie op te laten nemen in de database Gezond en Actief Leven (RIVM).

Hier is onze stressbestrijder, in de ‘afdaling’ uit zijn kooi:

Oranje hamsterHij kan zelf ook goed lopen trouwens. Nouja, hij is al aardig op leeftijd, maar in elk geval is het nog steeds beter dan z’n zwemmen en fietsen! 

 

 

Door |2018-09-20T17:56:59+02:0020 september 2018|Loop|0 Reacties

Update

Even een vervolgje op de post van dinsdag.

Allereerst wat leuke actiefoto’s van zondag en zelfs een filmpje, gemaakt door Chré, vlakbij de finish:

Ik was goed herkenbaar, want ik had als enige m’n eigen badmuts op. Van de badmutsen van de organisatie kreeg ik acuut hoofdpijn, nadat Chré had geholpen ‘m over mijn XL hoofd te wurmen.

Dan het horloge-vervolgverhaal. Ik heb Jeroen de vraag gesteld over de haperende vermogensmeting, en hij reageerde al snel met bericht van Coros over dat dat in de nieuwe softwarerelease opgelost zou moeten zijn. Die release kwam gister, en inderdaad: de vermogensmeting blijft niet meer hangen. Ander goed nieuws is ook dat de app het vermogen nu wel synchroniseert naar Strava

Maar… gister viel het vermogen wel om de haverklap terug naar 0. Ik zag dat tijdens het fietsen gebeuren en je ziet het ook in de grafieken, de paarse (vermogen) en roze (cadans):

Ik houd mijn benen wel eens stil, maar zeker niet zo vaak! Dit heb ik dus ook maar weer aan Jeroen voorgelegd.

Wat je op dat plaatje ook kan zien, is dat de hartslagmeting een rommeltje is: alleen de drie langere, plattere stukken zijn reëel. Een maximum van 188 – hahahaha! Ik heb Jeroen ook maar eens gevraagd of er toch een borstband aan te koppelen is. Overigens deed de Suunto hartslagmeting aan de pols niet beter dan dit, dat blijft toch nog steeds gewoon lastig voor horloges.

Ik heb daarnaast inmiddels het hele lijstje ‘gekke dingen’ van het horloge opgeschreven en dat ga ik ook aan Jeroen sturen. Wat ik bijvoorbeeld woensdag ontdekte, is dat je geen nieuw zwembad-interval kunt starten na rust.  Dus als ik, zoals woensdag, 200m-intervallen zwem met ongeveer 30″ rust ertussen, zegt hij na die 30″ dat ik niet heb gezwommen en dus geen interval kan afdrukken. Nee, dûh, dat is een interval van 0 meter! Intervallen zwemmen met rust tussendoor is een heel gebruikelijke trainingsaanpak.

Dat zijn van die dingen waarvan ik denk: daar moeten toch meer Coros-gebruikers tegenaan zijn gelopen? Als het zo is dat ik dit soort dingen door kan geven voor verbetering, dan zou ik dat nog wel leuk vinden, zeker omdat ze dus heel snel reageerden. Ik wil best wel proefkonijn zijn. Maar als dat niet zo is, dus als dit het is, dan ga ik toch echt weer verder kijken. Te veel gekke dingen.

Nog even terug over de hartslag: volgens Coen van Topvorm is het inderdaad zo dat je rusthartslag en trainingszones dalen door ijzer bijslikken. Ik had gister even een rusthartslag van 40 – tot voor kort zag ik bij uitzondering 48.

En het andere fysieke ding: de achillespees heeft gister de hele 5 km Seuterloop volgehouden zonder tegen te sputteren. Hoera!

En de rest: er is weer ontwikkeling in de nieuwe website, de magnetron heeft het inmiddels begeven, manlief en ik gaan morgen op grote nieuwe-spullen-koop-expeditie, maar we moeten wel een dezer dagen naar een begrafenis.

 

Door |2018-08-24T11:26:59+02:0024 augustus 2018|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Aanpassing zelfbeeld

Op 25 juli postte ik hier al wat over het nieuwe horloge en andere nasleep van de inbraak. De impact is groter (geweest?) dan het daar misschien overkomt: ik ben de tussenliggende weken bepaald niet in goeden doen geweest. Bovendien heb ik mijn zelfbeeld moeten aanpassen.

Ik schreef toen al dat het nieuwe horloge geen goede waardes gaf met de vermogensmeter, die ik nog maar net een week wel probleemloos had kunnen gebruiken. Ik heb er in de tijd daarna een heleboel tijd in gestopt en frustratie over gehad, totdat uiteindelijk van beide kanten bleek dat er net een compatibiliteitsprobleem zit tussen de nieuwere Suunto’s en Powertap. Ik ben ervoor met de vermogensmeter bij TriPro, de verkoper ervan, langs geweest en ook de Suunto-importeur kreeg het uit Finland bevestigd.

Dat was even slikken, want op de Suunto-site stond anders, en ik was gehecht aan Suunto en aan het achterliggende online logboek Movescount. Inmiddels heb ik me daaroverheen gezet, ik heb een boel reviews gelezen,  informatie gezocht, geld geteld en de balans opgemaakt – en toen bij TriPro een ander horloge gekocht, een Coros Pace.

Coros Pace blauw

Die geeft wel weer goede waarden met de Powertap, het heeft verder ook een paar sterke punten maar ook een paar tegenvallers.

Even de details over de horloge-vergelijking, voor wie het interesseert – je kan dit cursieve stuk ook overslaan.
De sterke punten van de Coros Pace ten opzichte van beide Suunto’s (de gestolen Ambit 2S en de inmiddels teruggestuurde Spartan) zijn het lichte gewicht, het display, de hartslagmeting aan de pols, de levensduur van de batterij, het bedieningsgemak en de hardloop-metronoom.
Tegenvallers zijn dat er geen stopwatch op zit, dat je geen andere sporten kunt registeren dan de drie triathlonsporten (dus geen krachttraining bijvoorbeeld), en dat je het backlight niet op het horloge zelf kunt instellen – door dat laatste zat ik gister in de bioscoop (steengoeie film trouwens) elke keer als ik ging verzitten met een lichtje aan mijn pols. Je kunt het backlight sowieso niet met een knopje bedienen, het gaat aan door beweging, of anders is het helemaal uit.
De open-water-GPS heeft het afgelopen zondag ook nog niet zo goed gedaan, maar dat kan wel eens gebeuren, daar moet ik nog verder mee experimenteren. Start en finish waren op dezelfde plek en ik ben niet over stukjes land heen gezwommen – het is een soort mirakel dat hij als totale afstand nog in de buurt is gekomen van de 2,5 km die het volgens de organisatie was. (Leuke en gezellige zwemtocht trouwens!)

GPS track met start en finish ver uit elkaar
Overigens maakte de Suunto Spartan helemaal een potje van open water zwemmen – ik leek daarmee wel straalbezopen:

Lijkt wel dronken - GPS
Terug naar de Coros Pace. Daarvan  vind ik het logboek niet zo handig: het is alleen een app op de telefoon en dat is priegelig, je kunt er niks bijschrijven, hij geeft geen gemiddelde hartslagen per interval en hij zet het vermogen niet door naar Strava – waar ik mee begonnen ben om het gemis van Movescount te compenseren. Strava geeft de gemiddelde hartslag wel, maar dus weer niet het vermogen. Dat betekent dat als ik testjes fiets, ik de app naast Strava moet leggen, dat is niet zo elegant. Gemiddelde hartslag per interval is bovendien zo basaal dat ik het raar vind dat de app het niet geeft – moet ik nog even achteraan, of dat aan te passen is.
Wat ook nog verder uit te zoeken is, is dat de vermogensmeting toch ook nog lijkt te haperen. Ik zie dan tijdens het fietsen op het horloge een tijd lang dezelfde waarde, en in de vermogensgrafiek in de app een recht streepje. Dat gebeurde zaterdag vier keer in een uur. Ik ga zometeen opnieuw proberen en als het weer zo is, ga ik TriPro maar weer eens bellen…
Het lastige is dat ik de vermogensmeter ook nog maar heel kort heb, sindsdien aan het klooien ben, en dus niet precies weet wat ik kan verwachten.

[ Edit paar uur later: het is nog steeds zo, van die haperingen in de vermogensmeting, ik heb er nu een screenshot van weten te maken, het gaat om die vier rechte streepjes:

Grafiek met horizontale stukjesBovendien raakte het horloge in de Beneluxtunnel, waar ik ‘hill repeat’-intervallen in doe, het GPS-signaal kwijt, weer wat nieuws… ] 

De Suunto moest op tijd retour en zo had ik vorige week een paar sporthorlogeloze dagen. Die noopten me om mijn zelfbeeld aan te passen. Waar ik mijn telefoon soms rustig urenlang kan vergeten en mezelf als totaal niet verslaafd beschouw en sowieso dus niet zo afhankelijk van gadgets, heb ik het zonder sporthorloge moeilijk.

Een deel daarvan heeft recht-toe-recht-aan met de inbraak te maken: de lege pols en het gehannes met de vervangers confronteert me elke keer daarmee. Wat zou ik het graag achter me laten.

Ik ben me er bovendien ook wel van bewust dat ik eigenlijk het liefst gewoon het gestolen horloge terug wil, en de noodzakelijke verandering dus nog niet helemaal accepteer, zeker niet als ik daar dik 200 (de Suunto Spartan) of bijna 300 (de Coros Pace) euro voor neertel.

Maar het gaat verder dan dat. Zonder sporthorloge was ik voor mijn gevoel álle houvast kwijt. En ik heb al zo weinig houvast, c.q. ik ervaar al zo veel controleverlies de afgelopen tijd. De inbraak natuurlijk, maar er is meer. Ik heb een fikse opeenstapeling van pech en ander gedoe gehad.  

Hier komt een opsomming van wat er allemaal tegen heeft gezeten sinds we terug zijn van Down Under – wie daar geen zin in heeft, kan deze cursieve opsomming overslaan:

  • Mijn Afrika-fiets was total loss en inmiddels vervangen/verbouwd.

  • Ik heb in het tweede kwartaal knetterhard gewerkt, wat ook voordelen had want ik heb een recordomzet gedraaid die welkom was na vier maanden zonder inkomsten, maar samen met de onbezoldigde dingen én het uitwerken van de ideeën voor mijn activiteiten als trainingsbegeleider was het wel veel.

  • Van het uitwerken van die ideeën heb ik de vruchten nog niet kunnen plukken omdat het niet is gelukt om de website al in de lucht te krijgen. Het laatste wat ik heb gehoord van mijn webbouwer was ‘ik maak het volgende week op mijn vakantie-adres af, als de wifi daar goed genoeg is’. Dat was eind juli.

  • Thuis: er ging een koelkast stuk en onze koffiemachine en mijn e-reader; de combi-magnetron is op sterven na dood. Het lukt niet om een uitvoerder te krijgen voor het opknappen en vocht-bestendiger maken van onze gevel, wat wel echt gaat dringen.

  • We zijn nog bezig met de afhandeling van de inbraak. Zo is het raam in de achterdeur nog een plank, want onze klusjesman ging net op vakantie toen de nieuwe ruit geleverd werd. We hebben ook nog maar net de lijst met gestolen spullen aangeleverd bij politie en verzekering,en we weten dus ook nog niet wat we terugkrijgen van die laatste; we houden rekening met een fikse financiële schadepost. We hebben ook nog geen nieuwe camera, dus foto’s maken is behelpen met de telefoons. Nouja, en dat sporthorloge-gedoe dus, dat was een grote tijd- en energievreter de afgelopen weken.

  • Buitenkunst was er lekker een weekje tussenuit eerder deze maand, maar ook pittig. Ik had een lichte blaasontsteking ofzoiets waardoor ik twee nachten weinig sliep, de hoosbui die een einde maakte aan de hittegolf zette m’n tent onder water en de workshop was geen onverdeeld succes. (gelukkig was het wel gezellig).

  • Fysiek deel 1: achillespeesblessure. De stress van de inbraak was daarin geschoten – m’n kuitspieren stonden zo strak als snaren, c.q. ze waren zo hard als beton. 2,5 week lang kon ik helemaal niet hardlopen, sindsdien heb ik een paar keer okee gelopen, tot 4 km, maar gister ging het ineens weer een stuk minder, bleef ik weer op 4 moeizame kilometers steken en vandaag is de pees weer wat gevoeliger. Tsja, herstel is geen rechte lijn omhoog, dat snap ik ook wel, maar leuk is anders. De september-triathlons, twee kwarten nog, kunnen wel eens in DNF’s eindigen, waarmee het triathlonseizoen wel heel mager wordt, en ik durf ook nog niet zo goed plannen te maken voor volgend jaar. Eerst moet die blessure echt over zijn. Dat gáát zo’n blessure ook, alleen naar mijn smaak te langzaam natuurlijk. 

  • Fysiek deel 2: De kermis die overgang heet. Nadat ik dit voorjaar een keer na 2 weken alweer ongesteld was, is het net hiervoor 10 weken weggebleven. In die tijd heb ik de hartkloppingen gehad die tot ijzer bijslikken leidden, ik schreef daar eerder over, ze zijn er nog steeds af en toe. Plus voor het eerst serieuze opvliegers. Die werden langzaam-maar-zeker frequenter en heftiger, met die bloedhete dagen eind juli als hoogtepunt – toen heb ik meermalen zitten druipen van het zweet en dat vrat energie. Een paar dagen daarna verdwenen ze ineens weer helemaal, wat fijn is natuurlijk, maar wel aangeeft hoe grillig het allemaal is. Een opvlieger als zodanig is al iets wat je overkomt, en hun komen en gaan is dus tot nu toe ook onvoorspelbaar. Sinds ze zijn gegaan voel ik me redelijk okee, maar niet topfit – beetje moeïig soms.

  • Fysiek 3 of 2b: Last van vingergewrichten. Eentje is ontstoken en een ander is al een paar keer uit de kom geweest. Veel last heb ik er niet van, maar het is wel vervelend. Ik heb af en toe ook zere voeten vooral ’s ochtends, maar ik denk inmiddels dat dat een soort spierpijn is van het heftige rekken van m’n kuiten vanwege de achillespeesblessure (de ’traptree-oefening’). Daarvoor ben ik wel even bang geweest dat ik misschien reuma of artrose aan het ontwikkelen was, maar daar ben ik nu wel weer gerust op. Mogelijk ook een overganskwaaltje?

  • Fysiek 4 of 2c: Hartslagonduidelijkheid. In juli daalde mijn al jarenlang stabiele rusthartslag plotseling, met vier à vijf slagen (van 50 naar 45). Een effect van het extra ijzer? Ook iets hormonaals? Ik kan er googlend niks over vinden. En daalt dan m’n omslagpunt ook? Het omslagpunt dat in mijn laatste maximaaltesten bepaald is, 149, haal ik op de fiets niet. En/of ligt m’n omslagpunt sowieso lager op de triathlonfiets dan op de gewone racefiets – op die instellingen doe ik die testen? Ook dat vind ik nergens. Ik had net m’n trainingsaanpak veranderd: spinning vervangen door twee korte maar intensieve fietstrainingen. Maar zo heel intensief zijn die dus niet, althans, niet qua hartslag. Lopen kan op het ogenblik nauwelijks, dus train ik dan wel intensief genoeg om in vorm te blijven?

  • En oja, het was natuurlijk bij vlagen snik- en snikheet, in deze extreme zomer. Daarom hebben we bijvoorbeeld een gepland dagje fietsen in Limburg vorige maand maar uitgesteld – naar volgende week, hopelijk komt dat goed.

  • Enne… terwijl ik dit zit te schrijven, komt Henk thuis met nieuws over droevige familieomstandigheden.

Ik kan het allemaal relativeren. Het zijn geen wereldrampen, veel is alleen maar materieel, het was allemaal leerzaam (ik ben bijvoorbeeld ineens heel deskundig op het gebied van triathlon-sporthorloges) en het meeste heeft vooral tijd nodig en voorzichtig zijn met mezelf, en er waren ook leuke dingen.

Maar het is wel véél allemaal. Af en toe werd het me de afgelopen tijd zelfs een beetje te veel. Te veel om nog te trainen bijvoorbeeld – als dat als ‘moeten’ gaat voelen, kan ik het beter laten.

Dan ben ik wel eens bang dat ik aan het instorten ben.

Dat is niet zo. Mijn vorm van de dag fluctueert  sterk, maar dat doet-ie al jaren. Verder is er niet zo veel aan de hand.

Ik heb een paar weken terug zonder veel moeite mijn snelste 400 meter ooit gezwommen, in 7’33. Dat kan ik nog wel zien op de zwembadklok. Maar afgelopen zaterdag had ik er de nieuwe Coros voor nodig om te zien dat ik nog hetzelfde vermogen trap als half juli.

Zulke bevestiging is welkom op het ogenblik.

Ben ik toch gadget-afhankelijker dan ik dacht.

 

Door |2018-08-21T18:04:41+02:0021 augustus 2018|Fiets, Loop, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|2 Reacties

Leuk boek, maar niet alles

Cover boekIn Alles wat je wilt weten over hardlopen gaat wetenschapsjournalist en hardloper Mariska van Sprundel op zoek naar een verklaring voor en oplossing van haar vele blessures. In het verslag van die zoektocht blaast ze vooral een heleboel hardloopmythes op: nee, dure schoenen helpen niet, op blote voeten lopen is niet heilig, een genetische analyse geeft weinig houvast, er is geen wonderdieet, en ja, de mens is geschikt om hard te lopen, de een wat meer dan de ander en helemaal ideaal is onze bouw er niet voor (onze voeten vooral niet), maar vooral lang en rustig lopen hebben we in onze evolutie wel geleerd. Ze maakt voor de argumenten gebruik van onderzoek en van gesprekken met onderzoekers.  

Er passeert zo een heleboel interessants de revue, maar ik zie ook twee gapende hiaten, twee missers zowel gezien de titel van het boek (alles) als Van Sprundels zoektocht:

  1. Trainingsaanpak. Dat zou eerlijk gezegd het eerste zijn waar ik naar zou kijken bij frequent blessureleed, maar het gaat er in het boek niet over. Veel blessures komen voort uit te veel, te lang, te vaak, te hard trainen. Van Sprundel schrijft ergens dat uit een inspanningstest blijkt dat ze vooral goed loopt rond en boven haar omslagpunt. Voor mij als trainer rinkelen dan meteen alle alarmbellen: die traint te intensief, legt onvoldoende basis aan met rustige duur. Je ’trainingsbouwwerk’ hoort in balans te zijn, en bij blessuregevoeligheid én marathonambities moeten juist de lagere intensiteiten goed ontwikkeld zijn.
    Dus ik zou benieuwd zijn naar hoe ze traint. Dat is bij een atletiekvereniging, en dat stelt me op basis van mijn eigen ervaringen niet gerust (ik ben sinds een jaar lid-af, had ik dat al eens geblogd eigenlijk? Belangrijkste reden was onvrede over de trainingsaanpak.)
    Maar trainingsaanpak zou ook prima passen in de lijn van haar betoog. Ga maar eens na wat er klopt van de claims van de diverse benaderingen, bijvoorbeeld van de souplessemethode, de marathonrevolutie, gepolariseerd trainen en noem maar op. Wat zegt de wetenschap over de ideale trainingsaanpak? (Volgens mij trouwens: dat die per individu verschilt – daar kun je dus ook wat mooie mythes mee opblazen: de heilige trainingsgraal bestaat ook al niet). 
  2. Persoonlijkheid. Er gaat wel een hoofdstuk over de gunstige invloed van hardlopen op de psyche (zoals bij runningtherapie), maar niet over het omgekeerde: de invloed van psyche op hardlopen, en op blessuregevoeligheid. Er is bijvoorbeeld recent onderzoek waaruit blijkt dat perfectionisten vaker shin splints oplopen. De verklaring daarvoor loopt waarschijnlijk via punt 1: de trainingsaanpak. Té toegewijd trainen bestaat ook. Gezond trainen is flexibel. Voor perfectionistische mensen voelt dat als de kantjes ervan aflopen. Ja, en dat mag dus best! 
    Van Sprundel schrijft in het dankwoord van het boek dat ze tijdens het schrijven ervan RSI heeft gekregen. Gunt ze zichzelf te weinig rust? Pikt ze onvoldoende de eerste signalen op uit haar lichaam van dreigende grensoverschrijding? Ik ken haar niet, ik heb geen idee. Maar zoiets zou zeker kunnen.

Dus: leuk boek, ik houd wel van het relativeren van mythes als tegenkracht tegen commercie en hypes. Maar jammer van die valse belofte in de titel. 

Door |2018-07-30T18:36:16+02:0030 juli 2018|Boeken, Loop|0 Reacties

Foto’s TriathlonGO

Bij de Triathlon in Herkingen zijn zaterdag twee bijzondere foto’s gemaakt. De eerste is een zeldzame: manlief en ik tegelijk in actie:

Hij was 5 minuten na mij gestart en haalde mij, zoals verwacht, aan het eind van het lopen in. We zijn uiteindelijk zelfs samen gefinisht. 

De tweede is de eerste foto in m’n nieuwe wetsuit, net uit het water en onder de douche doorlopend om het zout van de Grevelingen af te spoelen:

(Ik ben bijna geneigd om m’n hoofd van die foto af te knippen – oef! Maar ik voelde me toen best prima, hoor!)

Met dank aan de twee fotografen, hun sites vind je door op de foto te klikken.

Door |2018-06-01T09:23:09+02:001 juni 2018|Loop, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Bijgeschoold

Ik kwam een half jaar geleden van de hardlooptrainersopleiding met nog veel honger naar meer kennis. Ik heb sindsdien dan ook een boel gelezen (boeken, tijdschriften en via Twitter) en net de afgelopen weken heb ik aan bijscholing gedaan. Ik ben naar een workshop over blessurepreventie geweest van het ATR, een symposium over hetzelfde thema van veiligheid.nl en naar de hardlooptrainersdag van de Atletiekunie.

Ik was op zoek naar meer kennis dus, maar mijn zoektocht betrof ook het meta-niveau, zal ik maar zeggen: ik was benieuwd waar mogelijk nog interessante leermogelijkheden voor me liggen, dus wat er voor herhaling vatbaar is bijvoorbeeld.

Nou, ik heb inderdaad een boel geleerd, op beide niveaus. Te veel om hier allemaal te beschrijven. Op dat meta-niveau vond ik vooral de hardlooptrainersdag voor herhaling vatbaar en heb ik ook geleerd dat hoe specifieker de workshop, des te meer leer ik.

Ik volgde bijvoorbeeld een workshop over achillespeesblessures,  en voor de praktijk van het training geven leverde dat misschien niet zo heel veel op (twee dingen: (1) stop bij het eerste ongemak meteen met hardlopen en (2) doe de trap-oefening), maar ik hing wel aan de lippen van de drie presenteerders: een sportarts en twee fysiotherapeuten, alledrie specialisten op dat gebied. Ik vond het gaaf om iets te zien van hun manier van kijken en denken en ik vond het bijvoorbeeld ook heel erg leuk dat ze van een vrijwilliger in de groep een echo maakten van beide achillespezen, om het verschil te zien tussen een gezonde en geblesseerde pees. Daarna hebben de fysio’s ‘m helemaal geanalyseerd, ook erg interessant – al is dat specialistenwerk. 

Blessurepreventie liep als rode draad door de bijeenkomsten, en op dat punt heb ik twee belangrijke lessen geleerd:

  • Varieer! Dus doe aan crossstraining: andere sporten naast je hoofdsport. Eenzijdig trainen is blessurebevorderend en het zorgt ook voor een lager prestatieplafond. Dat geldt in het bijzonder voor jeugdigen trouwens, dat vond ik interessant, dat de jeugd enerzijds minder beweegt en anderzijds zich dan wel volledig op één sport stort, soms in de hoop om de top te bereiken. Dat is eigenlijk desastreus, zeker op de langere termijn.  
  • Zorg voor stabiliteit, dus oefen de stabiliteitsspieren. Dat is meer dan alleen core stability, het gaat bijvoorbeeld ook om de voeten, enkels en knieën. En stabiliteit trainen doe je juist niet door ‘krachtpatsen’, want dan nemen de grote krachtspieren het juist over van de kleinere, subtielere balansspieren.

Als triatleet die ook nog aan bodybalance doet ben ik zelf dus aardig op de goede weg! 

Naast leerzaam was het vaak ook gewoon leuk. Wie dit blog al langer volgt, weet dat ik ervan houd om op nieuwe plekken te komen. Dus vond ik het leuk om bijvoorbeeld voor het eerst eens in een schermzaal te zitten (Frans Otten Stadion, daar was ik sowieso voor het eerst) en op Papendal heb ik sowieso mijn ogen uitgekeken, ook daar was ik nog nooit geweest.

Er waren bovendien leuke mensen. Van de begeleiders noem ik graag Danaïd Prinsen die een workshop over wedstrijdwarming-up gaf en van wie ik benieuwd ben of ze haar droom van deelname aan de Olympisch Spelen gaat waarmaken. Van de mede-trainers vond ik zaterdag de deelnemers aan de workshop over trainen met masters inspirerend, en het was gezellig om met RA-trainer Paul samen te reizen.

Bijzonder was natuurlijk ook om Steven Rooks compleet met z’n originele bollentrui mee te maken tijdens het symposium. De foto met hemzelf is te wazig geworden (heb net een nieuwe telefoon, ben er nog een beetje onhandig mee), maar de trui staat er redelijk okee op:De originele bollentrui

Rooks is betrokken bij valpreventietraining voor wielrenners. Zo’n training zou ik best wel eens willen doen, maar dat gaat helaas alleen via verenigingen. En dat illustreert wel een van de dingen die ik ook leerde op het gebied van blessurepreventie: er zijn een boel goede bedoelingen, maar ik had af en toe wel het idee dat de deskundigen op dit gebied de mogelijkheden tot gedragsbeïnvloeding nogal overschatten. Fietsen doen veel mensen ongeorganiseerd, en die bereik je dus sowieso niet. Veel informatie op websites zetten leidt niet tot het gewenste gedrag, zoals bijvoorbeeld drie keer per week thuis een hele serie oefeningen doen. Voor mij als tekstdeskundige is dat nogal wiedes…

Nouja, eigenlijk hoef je er helemaal geen tekstdeskundige voor te zijn. Want toen ik de nieuwe website runfitcheck.nl uitprobeerde, kreeg ik zo’n advies, dus een hele trits oefeningen voor thuis. Dan denk ik ook ‘ja doei’…. 

Maar goed om te weten dat dat er is, dus runfitcheck.nl, veiligheid.nl, de versterk-je-enkel-app, een speciaal achillespeesspreekuur en noem maar op. Dat soort heel praktische, concrete informatie heb ik als een spons opgezogen!

 

Door |2017-11-14T13:06:59+01:0014 november 2017|Loop, Trainer|1 Reactie

Evaluatie wedstrijdseizoen

Lang leve de korte afstanden!

Wat mij betreft is de kern van een evaluatie altijd de vooruitblik, dus hier komt-ie meteen: ik ga me volgend jaar in het triathlonseizoen concentreren op de korte afstanden, 1/8e en sprint, en stel dus de langere wedstrijden minstens een seizoen uit.

Twee redenen hiervoor:

  1. Ik heb dit seizoen de meeste lol gehad bij die kortste afstanden. Mijn beste prestaties heb ik geleverd op de 1/8e (PR in Ter Aar, op hetzelfde niveau gepresteerd in Wilhelminadorp), de sprint (PR en overwinning in mijn leeftijdscategorie bij de Bosbaantriathlon en mijn beste jaarprestatie was de sprint-run-bike-run van Triathlon 010, die dag voelde het geweldig) en op een kwart (persoonlijk parcours record, vergelijkbaar met mijn PR, bij Binnenmaas, en dat leverde een heuse podiumplek op).

    Op het podium bij de V50+ kwarttriathlon Binnenmaas



    Deels was het een beetje pech dat twee langere afstanden, Oud-Gastel en Bocholt, alsmede twee andere kwarten (Krimpen en Alphen) samenvielen met vorm-dips. Nouja, met een vrij pittige vormcrisis in het voorseizoen en met een dipje eind september.
    Maar deels zijn die korte afstanden ook gewoon goed te behappen en is het lekker om zonder voorbehoud te kunnen knallen. Bovendien zijn het de leukste, gezelligste evenementen. Ik heb ook dit seizoen weer ondervonden: het leukst zijn de kneuterige triathlons met een gemêleerd deelnemersveld. En tot slot: er zit nog rek op die PR’s. In Ter Aar heb ik helemaal niet goed gelopen door inspanningsastma en de Bosbaan was geen heel snel parcours en koud zwemmen. Wie weet, ook op mijn 52e nog op naar nieuwe PR’s?
    Dus puur en alleen voor het sportplezier vind ik de korte afstanden het leukste. Er is meer, ik wil meer, maar daarover strakjes.
  2. Ik heb nog een keer een goede trainingswinter nodig om mijn hardlopen vooruit te helpen en dan weer langere afstanden aan te durven. Ik kan geneigd zijn dit seizoen te zien als een verloren seizoen voor het hardlopen. Ik had in het voorjaar al de mislukte marathon en het gebrek aan progressie te ‘verknagen’, en in die vormcrisis in het voorjaar zakte mijn hardlopen, voor mij de moeilijkste van de drie sporten, het verste weg. Ik heb het weer genoeg uit die dip weten te trekken om de triathlons te volbrengen, maar echt goed heb ik geen één keer gelopen, hooguit in een training. En nog wel vaker was er iets waardoor ik een looptraining moest overslaan: pijntje hier of daar, moe.
    Toch ervaar ik het niet helemaal als mislukt, want ik heb wel stappen gezet op het gebied van techniek en een andere trainingsaanpak. Dat draait echter eigenlijk pas sinds eind juni weer een beetje, en dat was volop in het triathlonseizoen. Met de andere twee sporten ernaast lukte het in die korte periode niet om progressie te boeken. Dat kan alleen in de winter, als ik fietsen op een laag pitje zet en drie keer per week kan trainen en regelmatig een wedstrijd kan doen – alleen lopen dan dus, als wedstrijd, en niet lopen als sluitpost van een triathlon, dan bouw ik onvoldoende tempo-hardheid op. Maar komende winter komt dat er niet van, omdat we dan op reis gaan. Ik ga straks 3,5 maand helemaal niet lopen, daarna begin ik weer bij nul. 5 kilometer is dan voor volgend seizoen ambitieus genoeg. Een stap vooruit hoop ik dan in de winter van 2018/2019 te zetten.

Tevredener ben ik trouwens over de andere twee sporten:

  • Ik heb dit jaar harder gefietst dan ooit tevoren in triathlons, daarbij geholpen door mijn al niet eens meer zo heel nieuwe fiets waarmee ik nooit eerder echt goed in vorm korte afstanden had gedaan. Ik ben trots op een paar fietsresultaten, zoals de 2e fietstijd van de 40+-dames bij Triathlon010, de snelste fietstijd van alle vrouwen bij de Bosbaantriathlon op vrijdag, en de 33,1 km/u gemiddeld die ik bij Binnenmaas reed. Af en toe voelde het ook superlekker!
  • Ik heb ook beter gezwommen dan ooit te voren, volgende op het derde PR van dit kalenderjaar: dat op de kilometer zwemmen in januari. Ik ben al sneller geweest dan toen zelfs, het is er alleen niet van gekomen om dat ook goed te klokken. Ook met zwemmen stop ik straks 3,5 maand, maar ik kijk er nu al naar uit dat weer op te pikken volgend jaar.

Ondanks een aantal best goeie prestaties heb ik me in een wedstrijd maar één keer echt helemaal top gevoeld en er alles uitgehaald waar ik voor trainde (Triathlon 010). Deze foto is dus van het beste sportmoment van het jaar:  

2017_07_16_0155

Een paar keer zat ik ertegenaan, zoals in Wilhelminadorp en Binnenmaas, en ook op sommige trainingen heb ik me supergoed gevoeld en enorm genoten. Nouja, misschien is één zo’n piekmoment per seizoen ook al heel wat? De vorige twee seizoenen had ik dat helemaal niet gehad zelfs. 

Het was ook af en toe een moeilijk seizoen. Krimpen, Bocholt en Oud-Gastel waren eerder diepte- dan hoogtepunten, al ben ik achteraf best trots dat ik die laatste twee toch nog heb volbracht – het is dit seizoen bij één DNF gebleven gelukkig, en dat was wijs toen. Ook aan het eind ging het weer niet helemaal lekker, al ben ik uit die dip nu alweer uit de weg omhoog (geloof ik). Allebei de keren was de oorzaak duidelijk: de hormonale kermis die overgang heet. Ik had daar ook andere symptomen van, en het meest kenmerkende op sportgebied was dat ik in die vlagen het gaspedaal niet kon vinden.

Maar er is meer…

Dan de rest. Ik sport niet alleen voor de uitslagen en voor de prestatie. Ik sport ook niet alleen voor dat pure sportplezier van de korte afstanden. Ik zoek ook de uitdaging op van de langere, en ik verleg graag mijn grenzen. Het was op dat punt geen groots seizoen, maar aan het eind toch zeer bevredigend omdat ik dit jaar in kouder water heb gezwommen dan ooit tevoren. Dat is het soort grenzen-verleggen waar het me om gaat.

Wat me ook drijft, is nieuwe dingen doen. Dit jaar waren er een boel nieuwe dingen: nooit eerder deed ik zo veel wedstrijden (12), daarbij zat mijn eerste door-de-weekse triathlon en er volgden er nog twee, een nieuwe afstand in een nieuw land en ook nog eens de rommeligste triathlon ooit, mijn eerste start als onderdeel van een duo dus een triathlon met een pauze erin, mijn eerste korte run-bike-run en later mijn eerste officiële run-bike-run (dus niet als gemankeerde triathlon), andere nieuwe en voor herhaling vatbare parcoursen (Wilhelminadorp, Terneuzen, Alphen, Bosbaan). Voeg daarbij mijn nieuwe rol als trainer en als supporter van ‘Ironhenk’ en als helft van een Ironcouple:

Ironmen Henk Vermaas en Louise Cornelis

Er was een boel nieuws en goeds en grensverleggends dus en daarvan heb ik genoten en geleerd. Ook van de minder prettige kanten. Ik heb vooral door Oud Gastel ook weer stappen gezet in het leren omgaan met en het accepteren van het nu soms zo grillige lijf. Als het nu niet lekker gaat heb ik meer vertrouwen dat dat maar tijdelijk is. Bovendien zat er tussen die twee slechte vlagen een veel stabielere periode waarin ik me juist fitter en sterker dan in heel lang. Ik hoop dat dat een vooruitblik is geweest op hoe het er na de menopauze uit kan komen te zien. Ga ik dan betere jaren tegemoet?

Voor de langere termijn kriebelt er wel nog wat. Ik wil sowieso graag in 2019 in Almere starten (zeg ik nu). Dat kan dan weer, omdat dan manliefs ’project’ om van ’14-’18 de In Flanders Fields marathon te lopen afgerond is, en die is altijd in hetzelfde weekend. Maar in 2019 heb ik mijn handen weer vrij. Ik weet nog niet wat ik daar dan wil gaan doen: de halve triathlon (ik wil sowieso graag eens een halve doen in goeden doen, dat is er tot nu toe nog niet van gekomen), de hele in mijn eentje, of de hele als onderdeel van een trio of duo. Daar heb ik nog royaal de tijd voor om over na te denken.

En ja, dus toch weer gedachten over een hele? Ja, soms, een beetje. Nog steeds omdat ik denk dat het beter kan dan in Vichy en omdat het voor het zwemmen en fietsen wel te overzien is. En ook wel omdat ik afgelopen zomer heb ervaren hoe veel beter het kan zijn als de overgangshormonen zich een tijdje koest houden. En omdat ik dat grote doel toch ook wel een beetje gemist heb – hoe leuk het ook was om zo veel kleine doeletjes te hebben.

* * *

Dit seizoen laat zich niet vergelijken met het vorige, met zo’n duidelijke piek als de Ironman. Het was goed, ik kan ermee vooruit, maar het smaakt ook ergens wel nog naar meer. Niet meteen – ik ben moe, nu, ik merkte vorige week na de run-bike-run dat ik traag herstelde. Van de winter ga ik lekker op reis. Maar daarna… de toekomst kriebelt al!  

 

Door |2017-10-16T14:54:27+02:0016 oktober 2017|Fiets, Loop, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant