Fiets

Zwart gat?

Neehoor, geen zwart gat. Vandaag begin ik weer gewoon met werken, en dat verdient de komende tijd wat meer aandacht. Net zoals andere niet-sport-zaken.  Maar ook op sportgebied kijk ik alweer vooruit.

Op de top van de huidige topvormgolf surf ik nog even mee naar twee evenementen: ik wil de Branderszwemtocht zwemmen, die wilde ik vorig jaar al doen maar toen was het water al te koud (het is nu nog zo mooi en warm dat ik best in Almere had kunnen starten, komend weekend, in plaats van Vichy, met m’n behoefte aan warmte, maarja, dat weet je niet van tevoren, hè? Bovendien word je dan geen Ironman, dat doet dat merk toch wel heel sterk).

En: ik ben bezig met het overnemen van een startbewijs voor de Kustmarathon. Daar speelt een beetje Zeeuws chauvinisme een rol, dat ik die graag op m’n palmares wil hebben: de marathon over het mooiste parcours van Nederland, finishend op steenworp afstand van waar ik lang heb gewoond – we wandelden vroeger vaak van Vlissingen naar Zoutelande, over het strand. Mag op 1 oktober weer bij gewandeld worden, vind ik, over het strand en de duinen, het is een loodzwaar parcours. Tijd maakt me niet uit.

Daarna gaat het gas er opnieuw af en wil ik gaan leren lopen op minimalistische schoenen. Dat idee spreekt me aan en ik vind dat mijn voeten nog wel wat sterker mogen worden. Volgend triathlonseizoen wil ik vooral weer eens lekker knallen op afstanden tot en met de Olympische, en dan vooral regionaal en wat later in het seizoen (niet meer zwemmen in te koud water, urgh).

Daartoe heb ik nog wat huiswerk te doen: dat recentelijk ontstane knieprobleem oplossen. Ik heb al contact gehad met bike-fitter Jeroen van Tri-run, en hij heeft me geadviseerd wat dingen uit te proberen qua positie en dan naar de chiropractor te gaan om naar mijn heup te laten kijken. Mogelijk drukt die in die diep gebogen houding mijn knie uit z’n voegen. Daar kan ik wel wat mee.

Ik twijfel nog over de marathon van Rotterdam: zal ik nog één keer proberen om een marathon wel helemaal uit te hardlopen? Er is echt nog progressie, en met die marathonrevolutie-aanpak, wie weet? De inschrijving is nog niet geopend, dus ik mag nog even doortwijfelen…

Waar ik nog wel mee zit, is een nieuw schrijfdoel. Dit weblog loopt op z’n eind: mission accomplished, ik heb nog een paar nootjes op mijn zang en daarna zet ik hier een punt achter. Maar ik ben voor mijn gevoel nog niet uitgeschreven, vooral niet over het thema ‘sport en vrouwen van rond de 50’. Maar hoe ik daar een vervolg aan ga geven, daar ben ik nog niet uit. Hmm… nou, daar dreigt dan wel een zwart gaatje! Maar ik weet ook: die vullen zich. Soms uit onverwachte hoek. Kan korter duren of langer, maar komt goed. Ik ben benieuwd.

Door |2016-09-05T10:33:57+02:005 september 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|0 Reacties

Groeten uit Frankrijk

We zijn inmiddels een paar dagen in Frankrijk. Dinsdag zijn we hierheen gereden, een lange, warme dag in de auto waar verder niet zo veel over te melden is. Nouja, het was druk rond Antwerpen en Brussel en de juffrouw in de telefoon die we MiepMiep noemen en die ons de weg wijst, heeft ons een uur om laten rijden: met een driehoekje over Reims naar Parijs, in plaats van rechtstreeks. Geen idee of daar enige gedachte achter zat.

Henk bij auto met fietsen op het dak

Het vertrek

De Franse grens ziet eruit als vroeger, met een wegversmalling en politie, maar we mochten wel doorrijden. Manlief heeft z’n jellaba trouwens maar expres thuisgelaten en net voor vertrek z’n baard nog getrimd.

Aan het eind van de route deed MiepMiep het weer goed en zo kwamen we aan het begin van de avond aan in Fourilles, een gehuchtje in de Auvergne op dik 20 km van Vichy, naar het noordwesten. We hebben daar een huisje dat onze eerste AirBnB-ervaring is, en tot nu toe bevalt dat uitstekend. Ik wilde graag self-catering, dus met het eten van manlief, want Frans vegetarisch hotel- en restauranteten vind ik niet zulk geschikt sportvoer (kaas-kaas-kaas). Vandaar, en we vonden dit plekje aangekondigd als hartstikke rustig, met een tuin en een extra slaapkamer, wat voor mij fijn is als manlief snurkt. Wat hij nog niet heeft gedaan hier trouwens.

Ons huisje

Ons huisje

Terwijl manlief kokkerelde ben ik even wezen loslopen – lijf heeft die lange dag stilzitten gelukkig goed verteerd. Ik kwam in het ‘centrum’ van het dorp langs het in elk Frans dorp aanwezige monument: er zijn er hier in de Eerste Wereldoorlog (links op de foto hieronder) weer eens veel meer gesneuveld dan in de Tweede (rechts).

Oorlogsmonument Fourilles

Oorlogsmonument Fourilles

Keuken

Henks domein

 

 

 

 

 

 

 

 

Hartstikke rustig is het zeker. Het barst ook van de vleermuizen, en toen we nog wat zaten na te tafelen, kon je die horen overvliegen: flapflapflap. Dat had ik nog nooit eerder gehoord, het geluid van vleermuisvleugeltjes.

Daarnaast is het huisje lekker koel, met van die dikke muren. Het is wel zo afgelegen dat we maar af en toe net een ietsiepietsie mobiel bereik hebben, geen wifi of iets dergelijks, en op de tv alleen maar Franstalige zenders zonder teletekst. Kom daar nog eens om!

Gister zijn we het fietsparcours wezen verkennen: we hebben de ronde gefietst waarvan ik er zondag twee moet doen, vanuit Vichy naar het zuiden. Die staat al helemaal uitgepijld, met Ironman-logo’s op het asfalt. Dat reed dus makkelijk. We waren bepaald niet de enigen met dit plan, grappig om al wat lotgenoten te zien onderweg.

Het is een mooi parcours, het is nog vlakker dan ik had verwacht, met maar één iets serieuzere klim, zo’n weggetje met een chevronnetje op de Michelin-kaart. Verder heel lieflijk: Frans boerenland dat me een fietsvakantiegevoel gaf, met om de paar kilometer een dorpje, nouja, gehuchtje meer, en met uitzicht op het Centraal Masssief. Best bijzonder dat ze zo dicht bij die bergen zo veel vrijwel vlakke wegen hebben weten te vinden. Op de informatie van de organisatie stond iets van 600 hoogtemeters per rondje, manliefs horloge klokte er 360 en het voelt zelfs nog als minder, omdat het lekker bolt.

Ik met zonnebril

Tijdens de koffiestop

Na anderhalf uur fietsen hebben we een koffiestop gedaan in de wereldstad Luzillat, althans, dat leek zo, want op de uitspanning stond ‘English spoken’. Nou goed, drie woorden dan. Maar ze waren wel heel aardig. Aan appeltaart bij de koffie doen ze hier echter niet, dus dat werd een kaasplankje uit de streek en stokbrood. Rare jongens, die Fransozen. Maar de koffie was lekker.

Het parcours viel me dus mee, en de hitte zo op de fiets ook. Er staat een beetje briesje en het is nogal een cliché, maar de hitte is hier echt anders dan bij ons. Het is kurkdroog, het lijkt hier ook een droge zomer geweest te zijn, en dus is het veel minder benauwd dan bij diezelfde temperatuur in Nederland (hebben jullie het nog een beetje?).

Drie dingen baarden me een beetje zorgen: ik heb nog steeds last van die rechterknie, dat is net in de laatste weken een zorgenkindje geworden bij het rijden op deze fiets, zelfs met wat aanpassingen. Er is wat met die knie en/of het komt door mijn bekken aan die rechterkant. Daar kan ik nou niks meer aan veranderen, ik moet hopen dat het zondag meevalt (het gaat op en neer, is al weg geweest ook), door de pijn heen bijten en vooral hopen dat ik ‘m niet meeneem naar het lopen. Thuis verder gaan oplossen, richting het volgende seizoen.

Verder gaat het onder mijn linkervoet branden, zo’n typisch fietserskwaaltje, en vinden mijn ogen die felle zon met droge lucht nog even wennen, wat me vooral doet twijfelen of zo’n hele lange dag contactlenzen wel goed zal gaan. Nou goed, we hebben nog even.

Na het fietsen heeft manlief zich de Lidl op de route naar ons huisje ingeworpen terwijl ik de fietsen bewaakte, en hij heeft daar eindelijk bier kunnen kopen. ‘Thuis’ ging dat even in de vriezer en o wat was dat lekker. Het was er gister even niet van gekomen en koud bier is bij deze omstandigheden wel een godendrank. Manlief heeft het verder niet zo op de Lidl dus straks op zoek naar iets anders. Zo’n grote winkel tussen een boel andere grote winkels en wezenloze parkeerterreinen doet ons aan Canada denken, we zijn toch blij dat het bij ons kleinschaliger is.

Ik aan het schrijven

’s Avonds ook nog wat geschreven voor dit blog

Na een avond met vleermuisgeluiden snapten we vannacht ook wel waar die dieren allemaal van leven, want we hadden iets meer last van muggen dan de nacht ervoor.

luieochtend

Luie ochtend terwijl de was droogt.

Vanochtend een relaxte ochtend, al had ik ook nog wel een wasje gedaan, dat droogde als een trein natuurlijk in de hitte met briesje.Er kwam een auto met een triathlonfiets op het dak door het dorp gereden. De streek loopt helemaal vol met 4000 deelnemers: zaterdag de ene helft voor de halve, zondag de andere helft voor de hele.

Net hebben we een rondje Vichy gedaan, geslenterd in de warmte. De thermale bronnen zijn luid en duidelijk aanwezig en in eentje kon je gratis naar binnen om een slok te proeven (foto volgt). Het stadje oogt sjiek, 19e eeuws maar die glorie is niet vergaan. Druk is het niet. Overal zijn al Ironman-sporen, en gelukkig had dit café prima wifi bij de thee met wafel!  

 

 

 

Door |2016-08-25T15:58:54+02:0025 augustus 2016|Fiets, Triathlon algemeen|1 Reactie

Hoop links

Ik postte vorige maand mijn collectie aan interessante, nuttige en leuke links, en toen dacht ik: ik moet er niet zo lang mee wachten, want dan hoopt het zo op. Nou, zes weken later en ik heb alweer een hoop! Hier komen ze:

  • Rond de Olympische Spelen verschijnt er een heleboel over vrouwensport, vooral omdat de Nederlandse vrouwen in de meerderheid zijn en ook nog eens veel succesvoller dan de mannen. Daar is zo veel over geschreven dat ik het onmogelijk allemaal kan linken – alleen al het AD, de Volkskrant en NRC hadden er specials over. Nou goed, eentje dan, van de Belgen, over het sexisme in de Olympische sportverslaggeving. Ja, dat is mij ook weer opgevallen.
  • Leuk verhaal van een leeftijdsgenote die een PR haalt op de Olympische afstand en concludeert “Je kan wel degelijk progressie maken, ongeacht je leeftijd, met de juiste trainingsaanpak en coaching.” Hearhear! Zij komt uit voor één van de Divisieteams van de Vrouwentriathlon.
  • In de categorie ‘wedstrijdverslagen’ deze van Triathlonforumgenoot Bart, over de Ironman van Maastricht. Ik voel z’n kippenvel helemaal mee!
  • Nog een bijzonder wedstrijdverhaal: Roy volbracht een triathlon op een plek waarop hij had uitgekeken vanuit het ziekenhuis toen hij daar lag om een donorhart te krijgen.
  • De Zesde Clan is een nuttige website over vrouwenzaken. Wat ze over sport schrijven, is altijd raak en belangwekkend. Zoals deze post over hoe zeer trainingsadviezen gebaseerd zijn op onderzoek naar mannenlijven (97 %!) – en hoe relatief die adviezen dus zijn.
  • Nou relativeert dit artikel van Ironman.com überhaupt trainingsadviezen, het is lekker nuchter.  Van de Ironman-organisatie kwamen sowieso wel een aantal aardige leestips de laatste tijd, zoals dit stuk van Carrie Cheadle (van wie ik fan ben) over de mentale voorbereiding van ‘race day’.
  • Ook dit NRC-artikel relativeert het nut van al die ‘krijg een nieuw lijf in X weken met Y minuten per dag’-adviezen. Niet heel nieuw of verrassend, maar het blijft nodig om bij mensen wat realisme aan te kweken kennelijk.
  • Ik kwam desalniettemin toch nog wel wat aardig trainingsadvies tegen voor vrouwen: over krachttraining en het afstemmen van je training op je hormonale cyclus. Dat gaat me dan net wel weer een beetje ver, vooral ook omdat ik denk: belangrijker dan je sexe/hormonen is het individuele maatwerk, qua trainen. Maar goed, wel zeldzaam food for thought, dit.
  • Een gedetailleerd advies om te onthouden voor als het ooit relevant is: sommige soorten antibiotica verhogen het risico op peesblessures.
  • In de categorie ‘gek’ dit bericht: de zo succesvolle Olympische Britse baanwielrensters lieten hun schaamhaar staan en dat heeft geholpen. Uhm, nou, dan zit het op dat punt bij mij ook wel, uh, snor!
  • Nogal specifiek, voor mij heel nuttig: bij zo’n Ironman kun je een special needs bag maken waar je halverwege het fietsen en lopen toegang toe hebt en dus van alles in kunt doen wat je denkt nodig te hebben –  van Bijbelteksten en foto’s van je kinderen tot een boterham  met Marmite (dat laatste ga ik doen). Om me een beetje te oriënteren op de inhoud van die tassen was de uitleg ervan nuttig, en ook de ervaringsverhalen, beide van de Ironman-organisatie, en beide ook vermakelijk.
  • En tot slot, speciaal voor Vichy: een schattige grafische weergave van hoe een rolling zwemstart eruit ziet.

 

Door |2016-08-23T10:35:00+02:0023 augustus 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|1 Reactie

Types

Ik kreeg een tijdje terug van Nicole een Runner’s World (nr 7, juli 2016) met een boel leuke artikelen erin. Het allergrappigste erin vond ik deze column van Nydia van Voorthuizen (op klikken om ‘m leesbaar te krijgen):

Column over type stoplichtloper

Hij klopt namelijk ontzettend precies! Ik ben type De wachter – met zo’n lange Ironman voor ogen ga ik niet moeilijk doen bij een stoplicht, ik ben sowieso vrij braaf in het verkeer. En ja, ik heb inderdaad een cursus chi-running gedaan!

Ik heb ooit ook wel veel gehad aan zowel Enneagram als MBTI, de twee methodes die in de column genoemd worden. Ik keek net nog eens even – ik had ooit eens ergens iets gelezen over de sportvoorkeuren van die MBTI-types, en toen was die voor mijn type, INFJ, ‘niet bekend’ bij gebrek aan data, het is één van de zeldzamere types. Maar nu googlede ik opnieuw weer eens en vond ik wel wat, ook frappant: ‘road cycling‘!

 

 

Door |2016-08-22T12:44:18+02:0022 augustus 2016|Fiets, Loop|0 Reacties

Nog een grote pot

Schreef ik woensdag over de grote pot met geheim wapen die manlief had besteld, nou, hij heeft er nog een groot volume aan toegevoegd: de ontvetter was op, en hij heeft maar liefst 5 liter laten aanrukken! Daar kan ik straks het hele parc fermé mee ontvetten, als ik wil, dus er gaat maar een klein deel van mee naar Frankrijk, voor de laatste fietspoetsbeurt:

Jerrycan met 5 liter ontvetter
Ik heb Cyclon overigens altijd maar een rare merknaam gevonden, ook al is het met een C in plaats van een Z aan het begin.

Door |2016-08-19T17:26:03+02:0019 augustus 2016|Fiets|0 Reacties

De beste

Een paar maanden geleden zei ik tegen iemand dat ik ernaar aan het streven was om op 28 augustus ‘de beste versie van mezelf’ te zijn. Hij verstond het niet goed, en vroeg: ‘de beste zijn?’ Nee, de beste ga ik niet zijn, niet ten opzichte van anderen. Ik wil wel de beste zijn tegenover mezelf – de best mogelijke versie van  mezelf.

En dat is aardig gelukt, en daar ben ik hartstikke blij mee. Ik ben in bloedvorm. Daar heb ik veel voor gedaan, met overigens ook een heleboel hulp en steun (daarover een andere keer meer), maar het levert dus ook veel op.

Mijn trainingsschema heeft prima uitgepakt voor alledrie de sporten en de rest. Ik ben misschien op elk van de losse onderdelen al eens ietsje beter geweest. Maar nog nooit zijn alledrie de sporten en de bijkomende zaken allemaal tegelijk op dit niveau geweest, en dat voelt hartstikke goed! Ik zet het per onderdeel op een rijtje.

Zwemmen

Van de drie sporten is zwemmen nog het minst uit de verf gekomen de afgelopen tijd, en dat was een bewuste keuze. Misschien had ik met drie in plaats van twee keer trainen per week wel een minuutje per kilometer sneller kunnen zijn. Maar dat scheelt dan dus op de Ironman vier minuten – lekker belangrijk.

En let op de misschien. Want misschien had ik mijn schouders dan juist overbelast. Want die piepten en kraakten toch nogal, zeker door de vervangende trainingen in de maanden dat ik niet kon hardlopen (februari en maart), maar ook toen ik begon met opbouwen in april. Dat was van de combinatie van zwemmen  met het steunen op het aerostuur van de triathlonfiets en het planken (belangrijke oefening voor m’n core stability). Ik denk dan ook dat mijn schouders op dit moment op z’n sterkst ooit zijn. Een enkeling heeft al wat gezegd ook over dat dat zichtbaar is aan mijn spieren – al blijft het weinig, ik blijf gewoon iel in mijn bovenlijf.

Een heel goede of snelle zwemmer zal ik dan ook nooit worden.  Maar ik kom er wel, ook over 3,8 km. Ik heb me vooral gefocust op die lange afstand. Was ik vorig jaar nog blij met die ene keer dat ik 3,5 kilometer zwom, in de afgelopen maanden heb ik diezelfde afstand een paar keer als ‘gewone’ training gezwommen, en ik ben er in evenementen zelfs nog overheen gegaan. Daarbij merk ik wel dat ik dat lange zwemmen taai blijf vinden: ik krijg dode vingers en ik vind het saai. Ik vind het heerlijk om in het water te zijn, maar niet voor zo heel lang. Ook dat beperkt wel wat ik bij zwemmen kan bereiken.

In het zwembad heb ik daarnaast mijn best gedaan om mijn techniek en snelheid overeind te houden. Mijn snelste kilometer ooit zwom ik 2,5 jaar geleden op een achternamiddag in de kerstvakantie: 20’34. Waar ik toen dacht dat de 20-minutengrens nabij kwam, ging ik vervolgens alleen maar achteruit. Er sloop een techniekfout in (mijn armen met mijn ellebogen naar achter trekken in plaats van met mijn handen en onderarmen stuwen), en tegen de tijd dat ik dankzij een cursus van Zwemanalyse eraan kon gaan werken dat weer goed te krijgen raakte ik geblesseerd: de vage heup-bekken-blessure van vorig jaar trok mijn schouder uit het lood, met een peesontsteking als gevolg. Ik begreep toen al dat zo’n peesontsteking meer dan een jaar kan duren, en inderdaad: er zijn nu dagen dat ik het niet meer voel. Maar in de tussentijd heb ik dus altijd met (overigens goed draaglijke) pijn gezwommen en met een beperking in de coördinatie van mijn linkerarm. Af en toe raak ik hem nu lekker, en ik denk dat ik die PR-tijd op de kilometer weer kan benaderen, als ik me daar nu op zou richten.

Maar waar ik mee begon: die paar seconden of zelfs minuten zijn voor de Ironman niet belangrijk. Ik ben blij dat ik het zwemmen leuk heb kunnen houden. Want naast de kou en taaiheid van het open water en de saaiheid (tegeltjes kijken) en soms de irritante drukte in het zwembad is ook mijn gebrek aan progressie de afgelopen jaren soms wel demotiverend geweest.

Daar staat tegenover dat ik de afgelopen tijd een paar geweldige openwaterevenementen heb gedaan. De sfeer bij die kleinere zwemtochten is hartstikke leuk, en bovendien: zo kom je nog eens ergens: in de Maas en de Oosterschelde bijvoorbeeld. Mijn openwaterrobuustheid is daardoor ook toegenomen – beetje drukte, golven, niet weten waar ik ben, die eerste voor mijn ademhaling rottige minuten – geen probleem!

Fietsen

Een paar jaar geleden zei ik al eens een keer tegen trainingsbegeleider Coen: ik hoef maar naar m’n fiets te kijken en ik schiet in vorm. Nouja, ik moet wel wat doen, maar relatief weinig om goed te zijn. Al jaren is een beproefd recept om per week één lange, rustige duurtraining te doen en me daarnaast bij spinning een keer totaal ‘in het rood’  (boven m’n omslagpunt) te werken en verder ook de extremen op te zoeken: extreem zwaar, extreem hoge trapfrequentie. Nog voor ik wist dat dat zo heette, deed ik dus aan ‘gepolariseerd trainen’: veel lang en rustig (komt stadsfiets nog bij) met weinig kort héél hard. En dat werkt voor mij bij fietsen als een trein.

Fietsen is mijn oudste en beste sport, en ook de enige waar ik dus kan merken dat ik ouder word. Ik doe al maximaaltesten sinds 2001 en ja, die hoge hartslagen en bijbehorende vermogens van toen, die zijn Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij. Maar wat ik bij een bepaalde hartslag nog wel presteer, daar is eigenlijk niet zo veel aan veranderd. Dat schommelt die 15 jaar al mee met hoe veel ik train, en is op het ogenblik op het beste niveau dat ik daarbij in de loop der jaren haalde, vergelijkbaar met de aanloop naar de Marmotte (2003) of de Afrika-reis (2008), mijn beste fietsjaren. 

Ik vind het hooguit door al het duurwerk lastiger dan toen om lang met een hoge hartslag te rijden: een korte triathlon of tijdritje helemaal rond mijn omslagpunt rijden, dat is twee jaar geleden.  Maar ook dat is op het moment weer minder belangrijk: de Ironman, dat wordt hoog in de duurzone.

En dat gaat wel goedkomen. Volgens Coen moet ik 30 gemiddeld kunnen halen, ik ga zelf uit van net iets langzamer dan dat. En ik heb er ontzettend veel zin in. Een keer echt serieus aan de bak moeten met het fietsen, dat was misschien wel de belangrijkste aanleiding om een keer een hele triathlon te willen doen. Want 180 km, dat is een serieuze afstand en daar heb ik serieus lang voor getraind – leuk om de kaap van de 200 km weer eens te ronden. De 90 van de halve vond ik nog niet uitdagend genoeg, ook omdat ik me op de fiets bij een langere triathlon altijd zal moeten inhouden om energie te sparen voor het…

Lopen

Dit onderdeel zou sowieso het spannendste worden. Mijn eerste marathonervaring was niet heel succesvol en ik wist dus: dat wordt een flink stuk wandelen, straks in Vichy. Hoeveel wandelen, daar gaat mijn eindtijd van afhangen, en ik durf er nog steeds geen voorspelling voor te doen.

En toen werd het dit vroege voorjaar ineens nog veel spannender, want in februari vond ik het al een opgave om op het station van de fietsenstalling naar het perron te wandelen, op m’n bergschoenen. Maar de sesamoïditis kwam net op tijd weer goed en is misschien wel een ‘blessing in disguise’ geweest, omdat het me aanzette tot nadenken over mijn looptrainingsaanpak. Ik moest onderkennen dat ik mezelf met lange duurlopen wel heel veel geweld aandoe. Vandaar de nieuwe trainingsaanpak, volgens de sportrusten/marathonrevolutiemethode, gevolgd door de chi-running.

Hardlopen werd één groot experiment zo. Hoe het allemaal gaat uitpakken op 42 kilometer na 180 km fietsen is spannend, maar op dit moment sta ik er verrassend goed voor. Door dat geweld van die lange duurlopen was mijn tempo in de afgelopen twee jaar achteruit gegaan, maar ik heb het nu net weer terug: zowel mijn duurloop- als intervaltempo zijn terug op het oude niveau. Alleen heb ik dus niet langer dan 17,5 km gelopen, op de run-bike-run van Luxemburg na. Ik ben superbenieuwd hoe lang ik in Vichy kan blijven hardlopen.

Belangrijker nog: ik heb de lol in hardlopen weer terug. Ik was toch aardig moeizaam aan het lopen sjokken geweest, heel vorig kalenderjaar. Zonder lange duurlopen en met een betere (en zich ook nog doorverbeterende) techniek voelt lopen weer lekker. Ik ben erg benieuwd waar het me gaat brengen, eerst bij de Ironman, mogelijk op de lange termijn ook nog andere dingen. Waar ik tot niet zo heel lang geleden dacht: ik doe het nog één keer, 42 km lopen, daarna noooooooooooit meer, denk ik nu wel eens: zal ik met deze aanpak nog eens een losse marathon aandurven?

De rest

En dan zijn er ook nog de belendende onderdelen:

  • Core stability, belangrijke ondersteuner en blessure-voorkomer: Ik ben misschien ooit al eens ‘krachtpatseriger’ geweest, althans, ik heb vijf minuten kunnen planken, doe er nu vier, en de sit-ups die ik nu met vijf kilo doe kon ik ooit met twaalf. Maar dat was toen wel veel eenzijdiger: juist teveel op dat krachtpatsen gericht en te weinig op souplesse en coördinatie. Ik ben tevreden met wat ik heb bereikt. Zo heb ik bijvoorbeeld veel beter geleerd om mijn bekkenbodem ontspannen te houden en mijn balans, bijvoorbeeld bij aanzetten op de fiets, uit de dwarse buikspieren te halen. Dat is met soms frustrerend kleine stapjes gegaan, maar de aanhouder wint!
  • Voeding: ik heb toegewijd geoefend met eten en drinken tijdens het sporten. Daarnaast heb ik vooral mijn best gedaan op gezond en veel eten. Mijn gewicht zit op de ondergrens van wat normaal is voor mij: net boven de 60 kilo, mijn ‘topvormgewicht’. Het dreigde er  in juni onder te zakken en dat was niet de bedoeling, dus sindsdien eet ik dus nog meer. Als ik zie hoe afgetekend mijn beenspieren zijn, denk ik wel dat mijn vetpercentage heel laag is. Ik voel me prima, ook op dit vlak kon het volgens mij niet beter zonder dat het geforceerd zou worden. Ik bedoel: ik heb geen heel streng dieet ofzo, ik heb bijvoorbeeld net wel weer een ‘maand droog’ achter de rug maar dat doe ik elk jaar, maar nu kijk ik uit naar een dagelijks glaasje Franse wijn zometeen, ze hebben vast wel iets lekkers regionaals daar in de Auvergne!
  • Mentaal: ik schreef een tijdje geleden al dat ik mezelf van een B in een C heb omgewerkt om een Ironman aan te durven, en ik heb sowieso wat angsten en twijfels onder ogen moeten zien in dit hele proces (voorbeeld). Comfort zone, daar moet je toch uit, zeggen ze, nou, soms wist ik niet eens meer waar die was. Best therapeutisch, Ironmantraining. Ik heb daar wel over geschreven ook (voorbeeld), en dat schrijven heeft óók geholpen. Ik heb nog nooit met zo veel vertrouwen (moeilijk woord voor mij) naar zo’n groot en ongewis evenement uitgekeken. Ik heb ook nog nooit zo sterk het gevoel gehad dat ik gaandeweg al zo veel mooie dingen bereikt heb en dat niemand mij dat nog af kan nemen, ongeacht wat er op 28 augustus gaat gebeuren. Veel genoegen in het proces dus, niet alleen in het doel. Maar daarover een van de volgende dagen!
Door |2016-08-17T08:56:09+02:0017 augustus 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|0 Reacties

Het laatste loodje

Het einde van de laatste ‘echte’ trainingsweek nadert: morgen nog een lang stuk zwemmen; zondag nog 9 km hardlopen om de 42 weekkilometers vol te maken. Daarna drie weken taperen: wel in beweging blijven, maar met het gas eraf. Ik kijk daar inmiddels enorm naar uit!

Het laatste loodje valt me best zwaar. Twee trainingsblokjes terug, in de tijd van de halve Ironman in Luxemburg, de Bruggenzwemtocht en ook nog een keer een prachtige fietstocht van 180 km, was ik euforisch over hoe ik mijn grenzen aan het verleggen was en hoe goed ik me daarbij voelde. Het trainingsblokje erna, het voorlaatste, vond ik best el zwaar. Het laatste vond ik nog zwaarder, en ik was zelfs even bang om in het zicht van de haven te stranden.

Aanleiding was de loodzware fietstocht naar Vlissingen vorige week, waar ik wat pijntjes aan overhield rond mijn linkerheup, in m’n bilspier vooral  – ja, nog steeds restantjes van de vage blessure van vorig jaar. Die pijntjes trokken net niet helemaal weg, vandaar dat ik woensdag maar weer eens naar de chiropractor gegaan ben die me vorig jaar ook zo goed geholpen heeft. Dit keer ook weer met succes, alleen moest ik daar eerst  fikse verergering voor doorstaan: napijn. Woensdagavond en –nacht en donderdag overdag voelde ik me geradbraakt. En ja, dan gaat er wel eens door mijn hoofd: er is iets helemaal mis en met zo’n lijf gaat het nevernooitniet lukken. 

Donderdagavond knapte ik wat op, mede door een bezoek aan masseur Marcel. Desalniettemin ging ik de laatste lange koppeltraining vanochtend met wat angst en beven tegemoet: ongeveer 6 uur fietsen, 2 uur lopen. Maar die ging prima. Nouja, alleen last van een ander dingetje dat ik echt nog hoop op te lossen: een pijntje aan en achter mijn rechterknie. Ik had al wat aanpassingen gedaan sinds de vorige keer, en het was al beter, maar nu toch ook nog proberen of het aan de pedalen ligt. Op de racefiets heb ik er geen last van namelijk.

Verder ging het lekker, het lopen opvallend goed zelfs. Dat geeft een boel vertrouwen! Ik was ook tevreden over de generale repetitie qua eten en drinken. Ik ben twee keer langs huis gekomen om mezelf te bevoorraden. Daartoe had ik gister deze eenpersoonsverzorgingspost ingericht:

bidons en voeding op het aanrecht

Verder merkte ik bij die lange training dat ook mijn hoofd toe is aan rust. Ik heb mezelf maandenlang door al die lange trainingen geduwd, tegen al die wind in, soms dwars door de kou van het buitenwater of de snikhitte van de spinningzaal… en dat duwen, de zweep erover leggen, daar ben ik ook moe van, mentaal. Lijf is ook moe, maar dat herstelt zich op het ogenblik verrassend snel.

Want ja, de vorm is er wel. Af en toe stemt dat me zelfs bijna weemoedig: maak ik dit voor het laatst mee? Word ik ooit nog zo fit als ik nu ben? Geen idee. Nouja, vooral van genieten maar! 

Zoals van zo’n heel mooi moment vanochtend. Ik was om ongeveer 9 uur op de punt van de landtong van Rozenburg, en daar was toen helemaal niemand anders. Dat heb ik daar nog nooit meegemaakt, en het is al zo’n gekke plek, dus nu had ik helemaal een einde-van-de-wereld-gevoel. Toen ik omkeerde, keek ik recht in de zomerochtendzon die de Waterweg deed glimmen en stralen – ‘Mooi hè, alles‘ denk ik dan. En dat zie ik dan dankzij de Ironmantraining!

 

 

Door |2016-08-05T20:56:52+02:005 augustus 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom|0 Reacties

De langste (en de zwaarste?)

Was ik een paar weken geleden nog opgetogen over de 2 vooraan op de teller, kijk nou eens:

227 kilometer op de teller

Gister was mijn langste training, de laatste D1-training op de racefiets: 220 kilometer op het schema, het werden er iets meer om op de fiets te kunnen gaan lunchen bij mijn broer in Vlissingen. Dat was al maandenlang mijn plan, vanaf het moment dat ik die afstand op mijn trainingsschema zag staan. Jammer dat het 60 meter te ver was om 226 te hebben staan, want dat is in de triathlon een wel heel mooi getal: het totaal aantal kilometers van de Ironman.*  

Ik had me alleen de omstandigheden eind juli iets anders voorgesteld. Dat het pittig zou waaien en een beetje zou regenen, dat wist ik; ik zou de wind terug harder mee hebben dan heen tegen. Nou, de wind trok ’s ochtends algauw stevig aan. Windkracht 4 à 5 uit het zuidwesten, dat is op de dammen en dijken geen sinecure. Vooral op de Brouwersdam en over Neeltje Jans had ik hem pal tegen. 

Op Schouwen regende het. Eenmaal in Vlissingen ging het daar ook regenen, en volgens mij is die bui met me meegetrokken terug naar Rotterdam: ik had de hele terugweg vrijwel non-stop regen. Niet heel hard, maar wel heel lang dus.

Dankzij die tot aan Voorne nog steeds aanwakkerende wind (bij Goedereede lagen zelfs wat afgewaaide takken) deed ik er terug een uur korter over dan heen, maar rond Hellevoetsluis kwam ik er toch stevig doorheen te zitten, van zo’n lange en wat naargeestige dag. Ik rijd die route heel graag, met de wide open spaces van het water en de eilanden, en met het eiland-hoppen via de indrukwekkende waterwerken, ondertussen going back to my roots. Maar als het allemaal grauw, nat en kil is, dan is het toch minder aangenaam. Ik kon geen pap meer zeggen toen ik thuiskwam! Ook vandaag voel ik mijn benen en rug nog – dat heb ik toch van fietsen niet zo vaak. 

Sinds april doe ik elke drie weken zo’n lange duurtraining op de racefiets, 20 km per keer erbij, dus opbouwend van 120 tot 220 km. Dat waren er dus zes, en daarvan waren er 3,5 bij ronduit herfstachtig weer. De eerste rit was zelfs nog bijna winters, met ijsregenbuien. Eén keer klaarde het halverwege op, en de andere twee keren was het weliswaar zomers-zonnig, maar nog steeds een dikke windkracht 4. De eerste keer daarvan, de 140 km samen met Nicole, toen draaide de wind ook nog eens pesterig zo dat we hem meer tegen dan mee hadden. Het is deels pech natuurlijk, ik kan niet altijd de beste dag weer van de week uitkiezen voor zo’n lange rit. Deels is het ook wel tekenend voor de (voor-)zomer dit jaar.

Enfin, je wordt er sterk van, hè, zeggen ze.

 

  • Over de afstand: het kan in 222 kilometer, maar op de heenweg heb ik bij Ouddorp een extra slingertje gemaakt (voor de zoveelste keer, ik vind dat een doolhof en om de een of andere reden ontbreken in het dorp de bordjes richting Renesse die ervoor en erna wel staan) en vlak voor Vlissingen ook (de autowegen die in die omgeving sinds 1984 zijn aangelegd zitten niet zo goed in de kaart in mijn hoofd, en daar loopt een voor mij van vroeger bekende B-weg dan ineens dood op – ze moesten eigenlijk niks veranderen aan je geboortestad nadat je er weg bent gegaan), en op de terugweg bij Hellevoetsluis (bordje gemist? wel mooi zicht op de vesting).
Door |2016-07-28T10:17:47+02:0028 juli 2016|Fiets|0 Reacties

De 2

Vandaag voor het eerst in heel lang meer dan 200 kilometer gefietst – 150 meter meer. Ik kwam eigenlijk op 199,5 uit en toen heb ik nog een heel klein ommetje gemaakt om die mooie 2 daar vooraan in beeld te zien verschijnen:

teller met 200,15 km

De laatste keer boven de 200 km die ik me herinner was nog in Afrika, de laatste dag in Botswana naar Buitepos, net over de grens met Namibië (april 2008; 207 km). Nou zijn kilometers op de fiets niet altijd een indicatie voor zwaarte, want vandaag was (ondanks best veel wind) veel minder zwaar dan de 156 kilometer die ik 2 jaar terug op Hemelvaartsdag fietste naar Buitenkunst: met bagage achterop voor een weekend kamperen, alles tegenwind, urenlang regen en de hele dag kou (het was toen de koudste 29 mei ooit ofzoiets).

De tocht bestond vandaag trouwens uit 5 delen: (1) naar Krimpen, (2) rondje Krimpenerwaard van 75 km, georganiseerd door TC de Waardrenners, erg mooi, (3) terug naar huis, (4) een rondje Midden-Delfland/Westland van 50 km en tot slot (5) nog zoiets van 25. De eerste drie delen waren samen met Henk, en tussen deel 4 en 5 heb ik thuis gegeten – manlief moest vroeg weg. Kwam mooi uit, kon ik meteen het slot van de Tour-etappe meepikken.

En oja, 200 km fietsen hoeft niet, hè, als Ironmantraining. Maar een beetje overcapaciteit is goed en ik kan al bijna denken: het is straks maar 180 kilometer!

Door |2016-07-09T21:15:26+02:009 juli 2016|Fiets|0 Reacties

Oogstwaslijst

Op mijn zakelijke weblog schrijf ik met enige regelmaat een post die alleen bestaat uit verwijzingen naar interessante, leuke en nuttige links (voorbeeld). Dat noem ik dan de ‘oogst’ uit wat me via Twitter, weblogs en andere bronnen bereikt heeft. Al een hele tijd spaar ik ook links naar interessante pagina’s die te maken hebben met dit weblog, dus over triathlon, vrouwensport en dergelijke. Het kwam er steeds niet van om ze te posten, dus inmiddels is het een behoorlijke waslijst geworden. Hier komt-ie eindelijjk; het is van alles en nog wat, dus voor elk wat wils:

  • Een herkenbare en interessante blogpost van Ultralala die mij op het spoor zette van de aapfactor: de verhouding tussen je lengte en je spanwijdte, nogal bepalend voor zwemmen. De mijne is ook sterk negatief (zie mijn commentaar onder de post), maar ik zwem nog steeds wel glijslag. Sneller word ik maar niet, maar daar ben ik nu ook niet zo mee bezig. Die glijslag is wel energiebesparend voor de lange afstand, en daar gaat het mij nu om.
  • Op Ironman.com staan artikelen die soms wat filosofischer zijn dan de vele praktische trainingstips. Ik vond bijvoorbeeld dit wel een aardige: een beschouwing over hoe de vele ‘perfecte’ beelden die ons via Internet bereiken het zelfvertrouwen in ons lichaam ondermijnen. Alle foto’s op dit weblog zijn ‘honest’, hoor, al besef ik dat mijn lijf ook al intimiderend kan zijn voor vrouwen die worstelen met hun gewicht – dat merk ik soms wel.
  • Mooi verhaal van Sheila Gemin (die ik een keer heb meegemaakt bij een proefles van de Cycling Academy – les zat goed in elkaar toen, vond ik) over hoe een groep drukbezette moeders met overgewicht 10 kilometer gaan trainen voor een 10 kilometer (al is dat misschien ook wel weer intimiderend: dan houd je als moeder al zo veel ballen in de lucht, moet sporten ook nog).
  • Interessante data over vrouwelijke fietsters voor en op de website van de ‘cycling industry’. Aan het eind veranderde wel heel erg mijn perspectief. Het gaat om de UK en daar fietsen vrouwen denk ik minder dan bij ons. Althans: ’the average speed per ride of UK female cyclists on Strava in 2015 was 19.8 km/h (12.3 mph), while the average distance per ride of UK female cyclists was 34 km (21.1 miles).’ Dat zijn voor mij stadsfietsgrootheden, zal ik maar zeggen, daar trek ik geen wielerkleding voor aan, pak ik de racefiets niet voor, en ik log ze ook niet op mijn Strava-equivalent (Movescount).
  • Een interview met Rannveig Guicharnaud op de site van de NTB, over vrouwen en triathlon en de oprichting van Tri4her. Interessant initiatief, mij lijkt de Vrouwentriathlon echter meer te doen om vrouwen kennis te laten maken met de sport. 50 euro voor een conferentie, hmm. Voor minder geld kun je in Beesd starten en een triathlon zelf meemaken. Die conferentie is trouwens al verzet en ingekrompen – het initiatief lijkt het moeilijk te hebben. Maar ik houd het wel in de gaten.
  • Een inspirerend verhaal op de site ‘Sportspinsels’ van een 63-jarige vrouw die halve triathlons doet, onder de titel ‘age is just a number’.
  • En over ‘age is just a number’ nog eentje, gewoon van het nieuws: je kunt als 49-jarige vrouw nationaal kampioen worden op de fiets!
  • Deze zou ook op mijn zakelijke weblog niet misstaan: een bericht op Runner’s World over hoe je van lopen creatiever wordt. Geloof ik zelf heel erg in, het is één van de redenen voor mij enerzijds om te sporten en anderzijds ook om eigen baas te zijn, zodat ik onder werktijd mijn creativiteit naar eigen inzicht kan bevorderen. Fietsen werkt ook, zwemmen bij mij minder.
  • De post op TrainingPeaks die mij op het spoor heeft gezet van mental coach Carrie Cheadle van wie ik ook net het boek heb gelezen, maar daarover later meer. Alleen al de titel ’the psychology of suffering’ triggert mijn interesse, want over precies dat thema gaat eigenlijk mijn eigen boek Afzien voor beginners. Dat over ‘risk averse’ zijn, dat speelt mij inderdaad parten. Ik herinner me dat ik bij mijn PR op de 10 kilometer me na 7 kilometer realiseerde dat ik gas moest gaan geven om dat PR te halen. De laatste drie kilometer liep ik onder de 5’/km, ik kwam uit op 52’30. En ik dacht: als ik nou eens vanaf het begin zo ‘los’ durf te gaan, dan zit een tijd van onder de 50′ erin (ben ik trouwens nu helemaal niet mee bezig, in het post-blessure en pre-Ironman-tijdperk, maar toch).
  • Nuttige en leuk geschreven post op de Facebookpagina van Zwemanalyse, over doelen stellen voor de triathlon. Ik ben van nature duidelijk een B, heb mezel wel tot een C moeten ontwikkelen om een hele aan te durven!
  • Als ik mijn online detectivewerk goed heb gedaan, is dit het verslag van de man met wie ik in Luxemburg voor de start en bij het lopen leuk en voor mij heel bemoedigend heb gepraat over zijn volbrengen van de Ironman Maastricht. Ik vond het al heel grappig om te ontdekken dat hij ook een Rotterdammert is! Afzien, er lang over doen, en dan Ironman worden, petje-af!

O, en dan staat er tussen mijn links iets over ‘borgingsmethodes’, maar da’s echt voor m’n andere blog. Nog even verder, hier komen twee vooral vermakelijke berichten:

  • Altijd lachen, zulke berichten: ‘Vrouwen vinden snelle wielrenners aantrekkelijk’. Nou vind ik inderdaad Fabian Cancellara en Marcel Kittel bijzonder aantrekkelijk. Maar als ik het zo lees, is het een mirakel dat ik op Henk ben gevallen toen we samen in de achterhoede van een peloton verzeild raakten. Zo hebben we elkaar leren kennen namelijk!
  • Vorige week was er een triathlon in Amsterdam waar een heleboel is misgegaan, ik heb er diverse verhalen over gelezen, waarvan dit van Runhedwigrun het grappigste is. Titel: ‘Murphy’s triathlon’. Nou, dan weet je het wel!

Ik weet niet meer van alles de bron, veel krijg ik via Twitter en het Triathlonforum (een link die hier niet mag ontbreken!) – dank voor de (re-)tweets en andere hints allemaal!

Door |2016-07-02T13:15:38+02:002 juli 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant