Fiets

Even een hiaat opvullen

Cover boek Sport als levenskunstIk ontdek net een hiaat in mijn blog – heb ik het echt al die tijd lang niet gehad over Marc Van den Bossche? Jeetje. Nou, daar moet ik echt even wat aan doen. De post hieronder is de eigenlijke voorlopig laatste post van dit blog, zie daar voor als je wilt weten hoe het verder in elkaar zit.

Ik was net even aan het googlen omdat ik benieuwd was waar Marc Van den Bossche recentelijk mee bezig is, en toen kwam ik een artikel tegen dat mij meteen kippenvel bezorgde, over zijn rouw na de dood van zijn geliefde. Hij beschrijft daar hoe het doorslaggevende inzicht in zijn rouwproces kwam tijdens het zwemmen:

Dat het inzicht kwam toen ik al anderhalf uur aan het zwemmen was, was niet toevallig. Duursporten doet iets met je denken, je krijgt ideeën en inzichten.

Dat is niet voor het eerst dat hij dat schrijft: in zijn boeken Wielrennen en Sport als levenskunst staat de relatie tussen denken en sport centraal. Van den Bossche – wel ‘de fietsende filosoof’ genoemd, maar hij loopt ook hard en zwemt dus ook – beschrijft bijvoorbeeld hoe hij zelf zijn wetenschappelijke bijdragen uitdenkt op de fiets, maar zeker Sport als levenskunst gaat verder als pleidooi voor sport als noodzakelijke vorm van zorg voor lichaam en geest; duursport draagt bij aan een zinvol leven.

Als je tenminste maar niet te prestatiegericht bent. In dat artikel van hierboven zegt hij bijvoorbeeld

Niet de tijd die je doet over een marathon is belangrijk, maar hoe je ernaar toeleeft: het trainen, het rusten, het eten, het respecteren van je lichaam. 

Daarin echoot voor mij mijn belangrijkste Ironman-conclusie: dat het proces de moeite waard was, lonender dan die ene dag in augustus, en dat die 15 uur, 8 minuten en 46 seconden er eigenlijk ook niet zo veel toe doen. Waar het om gaat, is hoe het toewerken naar die dag twee jaar lang mijn leven mede heeft vormgegeven. Daar heb ik van geleerd, daar ben ik sterker van geworden, en ik durf zelfs te zeggen: een beter mens.

Een andere uitspraak van Van den Bossche die heel vaak in mijn hoofd zit is dat we elkaar als sporters eigenlijk niet naar tijd en prestatie zouden moeten bevragen, maar naar genot. Dus als iemand vertelt de Mont Ventoux opgefietst te zijn, vraag dan niet ‘Hoe lang heb je erover gedaan’ maar ‘En, genoten?’ Ik doe daar echt mijn best op! Want genieten, dat is waar het om gaan, sowieso, maar zeker op mijn niveau.

Kortom, Van den Bossche werk heeft me zeer geïnspireerd bij mijn eigen denken over de zin van duursport. Waarvan nu eindelijk dan toch nog acte op dit blog.

(Grappig, ik zocht een link voor Sport als levenskunst en ik zie ineens mijn eigen naam! Ik heb dat boek gerecenseerd voor Fiets Magazine, ik wist niet dat de uitgever daaruit had geciteerd. Het wordt daarmee een beetje cirkeltje, want Marc Van den Bossche wijdt in dat boek enkele pagina’s aan mijn Afzien voor Beginners. We hebben ook wat contact gehad, en ik wist dat zijn vrouw overleden was. Zijn nieuwste boek heb ik maar gauw besteld! We hebben elkaar nog nooit ‘live’ ontmoet, maar wie weet komt dat ooit nog.)

 

 

Door |2017-03-02T14:31:25+01:002 maart 2017|Boeken, Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|1 Reactie

Terug-, nee, vooruitblik: de plannen

Ja, ik heb ook weer nieuwe plannen. In de eerste plaats de marathon hier in de stad. Ik schreef het al naar aanleiding van de Kustmarathon: ik wil nog één keer proberen om een marathon hardlopend uit te lopen, dus zonder wandelen. Dan moet het in ongeveer 4,5 uur kunnen lukken. Ik heb nu drie marathons gelopen (Istanbul, in de Ironman en de Kustmarathon), maar met veel wandelen en met heel langzame tijden. Dat blijf ik niet zo doen: als het met fatsoenlijk trainen weer niet lukt, houd ik het voor gezien, dan is het niks voor mij. Als ik straks in april na 30 km weer moet gaan wandelen, wandel ik naar de dichtstbijzijnde metro, is het plan.
 
In de aanloop naar die marathon ga ik een paar trainingsevenementen doen, zoals een georganiseerde trainingsloop, een halve marathon en misschien nog wel een enkel korter loopje ook. Ik heb zondag al een 5 km gelopen, maar toen was ik niet zo op dreef en het parcours was zwaar, dus dat viel nog niet zo mee. Wel leuk trouwens, in een zonnig Westvoorne.
 
Ik heb mijn eigen schema geschreven. Dat moet ik nu wel kunnen ook, hè, als hardlooptrainer-in-opleiding. Vanwege mijn slechte ervaringen in de aanloop naar Istanbul doe ik het nog steeds zonder lange duurlopen – zeg nooit nooit, wie weet wat er nog gebeurt, maar er zal iets drastisch moeten veranderen wil ik dat ooit nog opnieuw gaan doen. De twee dertig kilometers die ik toen in de voorbereiding gelopen heb, zijn nog steeds een beetje traumatisch, zeg maar, zie ook deze blogpost van toen. Ik heb moeten onderkennen dat ik in Istanbul vermoedelijk licht overtraind aan de start stond  – in elk geval moe. Als ik vergelijk hoe ik me toen voelde met 28 augustus ’s ochtends vroeg, dat was een wereld van verschil. In april wil ik me voelen zoals in augustus.
 
Dus zonder lange duurlopen, maar wel meer dan in de marathonrevolutie-aanpak, want de maximaal 42 weekkilometers daarin loop ik nu al, als ik een beetje mijn best doe.  Dus ik ga wel een paar keer langer dan 14 kilometer lopen (eens per maand en maximaal de 25 kilometer van de Heinenoordtunnelloop), en als maximale weekomvang tegen de 50 kilometer. Daarbij de fiets als crosstraining: afhankelijk van het weer de komende maanden wil ik opbouwen naar die beoogde 4,5 uur, zodat ik mijn hart-longconditie daar wel aan laat wennen. Dat moet geen probleem zijn, behalve dan bij kou, wind en gladheid.
 
Trouwens, over die marathonrevolutiemethode – ik blijf dat interessant vinden, en vond de controverse die het oproept mooi behandeld in deze post. Ik doen verder bij het terugblikken niet veel meer aan links naar interessante leesstof, maar hiervoor maak ik graag een uitzondering. Ik heb zelf nog niet ‘bewezen’ dat de aanpak werkt, maar ik vind het wel interessant hoe de controversie iets laat zien van onze calvinistische sportmoraal: dat je kennelijk pijn ‘moet’ lijden om iets te ‘mogen’ bereiken.
 
Daarnaast blijf ik bezig met techniek. en bij lopen hoort natuurlijk ook als doel: mijn diploma halen als trainert, als het goed is, gebeurt dat de dag voor de marathon!
 
Daarna het triathlonseizoen. Ik heb een selectie aan wedstrijden gepland: Ter Aar (1/8e), Krimpen (kwart), Oud-Gastel (1/3e), Bocholt (Mitteldistanz), 010 (nog niet ingeschreven, wordt denk ik  kwart), Binnenmaas (kwart). Daaruit wil ik nog gaan kiezen wat mijn hoofddoel wordt. Ze zijn allemaal ‘in de herhaling’ en ik wil minstens in Bocholt voor een parcoursrecord gaan; in Oud-Gastel misschien ook wel. Een keer ergens op het podium staan in mijn leeftijdscategorie? Een PR op de kwart? Lekker knallen? Dat heb ik al twee seizoenen niet gedaan, in 2015 door blessureleed en in 2016 door de grote focus op duur. En in elk geval: ervan genieten! Het zijn stuk voor stuk leuke triathlons, dus dat moet wel kunnen lukken.
 
Het lijkt me ook leuk om een paar zwemtochten in de herhaling te doen, want die heb ik afgelopen jaar erg leuk gevonden: Kattendijke-Wemeldinge, Jan de Koele en de Branderszwemtocht bijvoorbeeld. Bij de thuistocht in de Schie, kan ik helaas niet, want dan is de Vrouwentriathlon in Utrecht en daar word ik als vrijwilliger verwacht, want ook dat blijf ik doen. Mogelijk kan ik dat dit jaar een keer combineren met zelf meedoen?
 
En een paar leuke fietstoertochten, zeker als manlief die ook gaat doen, want die heeft ook plannen, best heftige zelfs – daarover de volgende keer meer. Sámen hebben we ook een plan, namelijk weer een keer lang weg om een grote fietstocht maken, mogelijk in Nieuw-Zeeland, en ook daarvoor ga ik trainen. Wat ik verder in de tweede helft van 2017 ga doen, weet ik nog niet. Over het grote twijfelpunt ook een volgende keer.
 
 
Door |2017-01-10T17:49:57+01:0010 januari 2017|Boeken, Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Terugblik: de rest van de wereld

De terugblik is wat navelstaarderig aan het worden, dus ik doe er even een bredere kijk op de wereld tussendoor, wel gekoppeld aan mijn sportervaringen.
 
Het jaar van mijn Ironman was voor die wereld geen makkelijk jaar. Het meest schokkend vond ik nog het Brexit-referendum, zo kort nadat ik in een triathlonweekend negen landsgrenzen was overgestoken, waarvan twee in de wedstrijd, en voor het eerst in Schengen was geweest. Ik heb daar nog vaak aan terug moeten denken, het gaat er natuurlijk ook nog vaak over, maar ook omdat ik op de dag van de uitslag misschien wel de mooiste fietsrit had van alle trainingen van afgelopen zomer. Ik heb daar toen niet eens zo uitgebreid over geschreven, het was ‘maar’ een training immers. Maar dit verhaal heb ik sindsdien al een paar keer verteld, bijvoorbeeld in het kader van waarom sporten zo goed en zo fijn is:
 
Ik had die vrijdag 180 fietstrainingskilometers op het programma staan, en ik zou een ‘rondje eilanden’ doen: naar de wide open spaces van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse dammen en dijken, weilanden en watervlaktes, het land waar ik vandaan kom en me mee verbonden voel. ’s Ochtends wilde ik wel nog even het nieuws zien, vanwege de uitslag van het Brexit-referendum. Wat een mokerslag!
 
Met een donderwolk van hier tot gunter rond mijn hoofd stapte ik op de fiets. Ik had eerst wind tegen en het ging nog regenen ook, maar dat paste wel bij mijn stemming.
 
Gaandeweg draaide ik gunstiger in de wind en het weer klaarde op tot stralend zonnig. Mijn hoofd ging daarin mee, en helemaal opgeruimd en verfrist kwam ik na 180 kilometer thuis aan. Ik had de Brexit niet opgelost, dat kan niet natuurlijk. Ik was er zelfs niet intensief mee bezig geweest. Ik kon me later niet herinneren waar ik dan wel aan had gedacht. Maar dat maakt niet uit: het fietsen, het weer, de vele uren van alleen zijn en het landschap hadden hun heilzame werk gedaan.
 
De andere verkiezingsuitslag, die in de VS, zag ik veel beter aankomen – en alles went, denk ik. Diezelfde week was ik meer onder de indruk van het overlijden van Leonard Cohen. Kijk maar naar mijn Ironman-playlist: daar staan twee nummers van hem in, al is er eentje gezongen door iemand anders. Dat hij er niet meer is, dat raakt me. Al heeft hij een aardige leeftijd bereikt en heeft hij bovendien als laatste album nog een geweldige nalatenschap afgegeven:
 
cohen
 
Het titelnummer, ‘You want it darker’, man-o-man, dat gaat tot diep in mijn ziel. Luister vooral naar die prachtige donkere tonen van het koor.
 
Het is dat album en vooral dat nummer dat me de afgelopen maanden begeleidde, onder andere in de auto naar de bijeenkomsten van de hardlooptrainersopleiding. Die deels ook nog in het Olympisch Stadion waren, daar waar ik Cohen in 2012 voor het eerst live zag – een van de mooiste concertervaringen uit mijn hele leven.
 
Dan was het in november ook nog een jaar geleden dat manlief en ik de marathon van Istanbul liepen. Wat er in die stad en verder in Turkije sindsdien allemaal gebeurd is, dat kan ik amper bevatten. Er zijn aanslagen geweest, de een na de ander, op of vlakbij plaatsen waar wij ook geweest zijn. En dan die staatsgreep en de nasleep daarvan. Die marathon, die startte bij de brug die toen nog Bosporusbrug heette, maar nu de ‘15 Juli Martelaarsbrug’ – dat zou ik toch moeilijk uit mijn strot krijgen. We voeren er de dag na onze marathon op onze rondvaart over de Bosporus zo naartoe (en ergens achter die moskee was die aanslag van Oud&Nieuw, als ik het goed zag op tv):
 

2015_11_16_0086

 Dat zijn zo wat beschouwingen. Dát ik zo geschokt was door het Brexit-referendum, was om vele redenen, maar ook omdat op dat moment tot me doordrong wat een roekeloze gok dat was geweest van Cameron. De polarisatie in ons deel van de wereld vraagt om veel grotere bezonnenheid dan dat. Voor dit nog zo nieuwe jaar hoop ik daarom, naast op vrede in Syrië, op veel wijsheid bij onze eigen leiders. 
 
Door |2017-01-08T17:31:49+01:008 januari 2017|Fiets, Triathlon algemeen, Waarom|0 Reacties

Terugblik: het sporten sindsdien

De eerste keer dat ik na de Ironman weer naar Bodybalance ging, vond ik het emotioneel om te voelen hoe groot het verschil was met ervoor. Weg de permanente focus op dat ene doel, weg de altijd aanwezige voorzichtigheid van ‘wel heel blijven!’, welkom ontspanning, en ook: welkom veel meer lef om mijn grenzen op te zoeken.

Bij zwemmen durfde ik zo mezelf ineens weer wel pijn te doen – ik heb bijna anderhalf jaar lang voorzichtig gezwommen, enerzijds omdat ik nog altijd in mijn schouder het restant van de peesontsteking voelde (bijna weg nu) en anderzijds omdat met het zwemmen van die lange afstanden, het steunen op het aerostuur van de triathlonfiets en de kracht- en stabiliteitsoefeningen mijn schouders doorlopend zwaar belast waren, en ik ze zeker niet over het randje wilde duwen. Niet dat ik dat nu wel wilde, maar ik kon wel weer eens een gokje wagen – de paddles weer eens opzoeken bijvoorbeeld.

De lange periode zonder iets te ‘moeten’ qua duur of snelheid maakte dat ik een lange rust- en overgangsperiode inging. Ik ben net vorige week weer begonnen met opbouwen. Dat was lekker: niks moest per se, in geval van twijfel ging ik niet sporten, ik hoefde niet te ‘bijten’ op iets moeilijks en ik stopte zodra ik ergens iets vervelends voelde. Al met al heb ik nog best wel veel gedaan, maar weinig met snelheid en/of duur. En zo ontstond er ruimte om met techniek aan de slag te gaan. Ik heb op dat vlak zowel bij het zwemmen als bij het hardlopen een stap vooruit gezet.

Voor het zwemmen heb ik opnieuw een cursus gedaan bij Zwemanalyse. Net als twee jaar terug de elite-cursus bij trainer Roy, waar ik eigenlijk te langzaam voor ben maar wel ervaren genoeg. Je hebt dan maar drie keer les, maar wel intensief: twee uur lang, in een klein groepje (4 à 6) en met video-analyse ter plekke en naderhand uitgeschreven.

Er vielen allerlei kwartjes en om een lang verhaal kort te maken: bij de laatste les deden we een CSS-test en de 400 meter die ik toen zwom, was mijn snelste ooit. En dat terwijl ik een pittige werkdag achter de rug had en me voor mijn gevoel een beetje naar het zwembad toe had gesleept, dus er eigenlijk niets van had verwacht. Progressie! Voor het eerst in jaren! Ik zwem m’n CSS-baantjes nu zo’n 2 seconden sneller dan ooit eerder,  en als ik dit weet uit te bouwen, komt de kilometer onder de 20 minuten echt in zicht.

Over de techniek: Ik had het eerst vervelend gevonden om te moeten onderkennen dat mijn grootste techniekfout van twee jaar geleden, het achteruit trekken van mijn elleboog in plaats van stuwen met hand en onderarm. Dat is te zien op deze foto – het beeld is een still uit de video van het laatste baantje van mijn 400-meter-PR, overgenomen uit Roy’s laatste analyse. Ik ben dus best een beetje moe en die elleboog zou eigenlijk boven mijn hand moeten zijn:

Ik weet niet of ik dat ooit helemaal af ga leren maar ik geloof dat ik nu eindelijk echt weet waar ik de verbetering daarvan moet zoeken.

Bovendien heb ik (denk ik) wat kleinere verbeteringen gemaakt. Ik was misschien hier en daar wat hypercorrect geworden in het uitstrekken, de hoge elleboog en de ‘traagheid’ van de glijslag, en daardoor geforceerd gaan zwemmen. Mijn ritme is iets omhoog, ik steek dynamischer in en hoop dat het met die elleboog nu goed gaat. Aandachtspunt is nog om m’n hand niet weg te draaien voordat m’n slag af is, daar was ik me niet van bewust en ik heb de indruk dat alleen al dat beter doen wezenlijk scheelt. 

Sommige verbeteringen voelen ontspannener voor mijn schouder, en daar was ik ook naar op zoek. Ik voel de slag nu meer in mijn bovenrug dan  in mijn schouder ‘aankomen’ als ik zwaarder train, dat is goed. Ik ben benieuwd of het ook scheelt voor die verkleumende handen in het open water. Vooralsnog train ik lekker verder op duur, kracht en techniek. De lol daarin is ook weer helemaal terug. Voor het eerst in drie jaar is er wezenlijke progressie!

De lessen bij Zwemanalyse zijn bovendien erg leuk – ook al is het altijd even slikken om jezelf op video te zien. Twee uur lang bestaat de wereld uit niets anders dan zwemtechniek, en dat is naast leerzaam ook heel ontspannend! En dan krijg je aan het eind ook nog een heus soort zwemdiploma:

Certificaat borstcrawlcursus

Dan het lopen. Al langer had ik interesse voor ‘barefootrunning’. Bij de Chi-running in mei liet Annemarie de schoenen daarvoor voelen en zien – tsjonge, wat lekker licht! Bovendien zou het volgens haar heel goed bij die techniek passen en hem ook stimuleren. Ik heb altijd graag op blote voeten gelopen, deed vroeger op het strand niet anders, ook hardlopend over langere afstanden. En toen ik wat ging lezen erover, dacht ik: zit wat in. Maar ermee gaan experimenteren in de aanloop naar de Ironman, dat ging niet, want je moet die andere belasting voor je voeten rustig opbouwen.

Een paar dagen na de Kustmarathon zat ik al bij natuurlijkhardlopen.nl en ik kwam thuis met deze schoenen: licht, geen demping, zero drop (geen hoogteverschil tussen voor en achter) en met veel teenruimte:

schoentjes

En daarbij kreeg ik een opbouwschema dat ik in grote lijnen braaf gevolgd heb, soms zelfs op helemaal blote voeten op de loopband in de sportschool, dat loopt ook erg lekker:

img
Dat viel nog niet mee, want ondanks mijn goede getraindheid kwam deze nieuwe vorm van lopen keihard aan op mijn kuiten (m. soleus vooral) – meer dan op mijn voeten. De stap van 5 naar 8 minuutjes bijvoorbeeld, toen kon ik de volgende ochtend amper de trap af komen van de spierpijn. Waarschijnlijk maak ik bij  het lopen nu pas voor het eerst  echt gebruik van de elasticiteit van mijn achillespees. Elastischer, dat is hoe het voelt: dat ik makkelijker de ‘stuiter-energie’ kan benutten – dat heet ook wel ‘reactiviteit’. Ik loop op ‘de schoentjes’ dan ook veel makkelijker harder – wat ook wel een beetje een valkuil is vanwege die kuitspieren (niet te hard, niet te hard, niet te hard!).

Ik heb het einde van het schema net voor kerst gehaald, maar waar het al die maanden lang net goed ging, joeg ik toen m’n kuitspieren wel even over de kling. Van een duurloop op 1e kerstdag ben ik terug komen strompelen en de training erna moest ik overslaan. Gewoon lopen gaat weer goed maar ik moet met de schoentjes weer een stapje terug doen. Ik weet ook nog niet zo goed hoe ik het opbouwen daarmee kan combineren met nu weer echt gaan trainen. Ik deed duurloopjes wel zo dat ik eerst op die schoentjes liep, terug thuis uitkwam en dan m’n gewone schoenen aantrok voor de resterende  kilometers. Twee weken terug heb ik een keer een deel van de RA-training erop gedaan, maar dat omkleden kost vrij veel tijd. En voor een succesvolle marathon moet ik voorzichtig zijn met die kuiten.

Het is dus nog een beetje zoeken, maar ik wil er wel mee verder, zeker om er regelmatig op te blijven trainen om zo mijn techniek vooruit te helpen. En misschien wel om er helemaal op over te gaan. Als ik ervan overstap op gewone schoenen, ervaar ik die als vreemd ‘wegzakkerig’ zacht, zoiets als een te zachte matras, en die dikke hak zit in de weg.

Sinds half november ben ik ook nog op een andere manier met mijn looptechniek bezig, want ik doe een opleiding, maar daarover een andere keer meer. Belangrijkste accent op dit moment is mijn armzwaai – dat ik meer met mijn armen ga doen en minder roteer in mijn schouders. Daartoe ben ik ook weer fors bezig met core stability: het planken heb ik op iets lager niveau bijgehouden en ga ik nu weer opbouwen, en ik doe andere buikspieroefeningen. Alles om dat ‘geschommel’ eruit te halen en die reactiviteit beter te kunnen benutten.

Ook al is het nog steeds moeilijk om  het bij ‘gewoon’ lopen goed te doen, toch loop ik voor mijn gevoel beter. Ik was ook niet ontevreden over hoe het er op dit filmpje uitzag. Wel houd ik daar mijn heupen kunstmatig stijf, ook weer zo’n hypercorrectie-dingetje (tegen het roteren) en is er een verschil tussen rechts en links, waarvan ik niet precies weet hoe het komt, misschien gewoon door m’n scheve knie rechts. Links gaat beter, met ook een betere middenvoetslanding bijvoorbeeld.

Dan nog over de rest. Ik bodybalance weer en merk daar progressie bij. Ik doe wat krachttraining en extra rekken voor mijn liezen en sartorius, vanwege de overbelasting daarvan bij zowel Ironman als Kustmarathon.

Ik ben ook weer een nieuwe poging aan het wagen om van die eindeloze bekken-scheefstand-problemen af te komen, met Krullaards Perfect Rest (KPR). Ik had namelijk als restant van de blessure van anderhalf jaar geleden nog steeds van die ‘vlagen’ waarop er iets scheeftrok rond mijn linkerheup/bekken/onderrug, doortrekkend naar mijn schouder, en waar noch fysiotherapeut noch chiropractor raad voor wisten, omdat het meer een banden- dan een gewrichtenprobleem was (kennelijk). Niet heel veel last van, maar wel hinderlijk. Na twee behandelingen weet ik nog niet of het het echt gaat oplossen, maar ik geef het nog niet op. Het gaat vooral op en neer nog.

Bij die KPR-behandeling horen ook oefeningen (ik oefen me een ongeluk) en inlegzooltjes die onder je hiel een beetje ‘wiebelen’, waardoor je bekken gestimuleerd wordt om zelf beter z’n balans te zoeken. Die lopen prima, maar ze hebben één nadeel: ook die zijn belastend voor m’n kuiten. Dat ik mijn kuiten vlak voor kerst overbelastte, lag mede aan de bijna 18 km die ik die week op die zooltjes heb gewandeld. Ik ben me toch sterke kuiten aan het kweken, niet normaal!

O, en het fietsen? Nou, daar is die bekkenbehandeling zeker ook op gericht. Ik had immers net voor de Ironman last gekregen van mijn rechterknie, en waarschijnlijk lag dat ook aan ergens iets scheefs of anderszins afwijkends in de buurt van heup/bekken, als ik diep zit – op andere fietsen dan de triathlonfiets heb ik er geen last van. Ik heb dat eerst met de chiropractor geprobeerd en later dus met KPR. De laatste keer op de triathlonfiets, met oudjaar, had ik daarop ook geen last meer, maar het voelde nog wel een beetje raar. Ik heb goede hoop dat het helemaal goed gaat komen.

Heel vaak heb ik het niet uitgeprobeerd, dat fietsen op de triathlonfiets. Want het fietsen stond zo’n beetje stil, zoals elk jaar in deze tijd. Althans, zo ervaar ik dat dan, maar ik heb toch nog wel eens een week van in totaal 7 uur gemaakt, en altijd wel minstens iets van 3 – dat is wat ik ‘niet fietsen’ noem, want echt gericht trainen is dat niet. Het is op de stadsfiets, en af en toe op de Afrika-fiets woon-werk heen en weer naar Den Haag. Dat loopt soms best wel op, en zo onderhoud ik mijn fietsconditie dus wel, dat gaat elke winter zo en dan bouw ik daarop makkelijk verder.

Alles bij elkaar heb ik dus vooral vaak gesport, met veel aandacht voor techniek, maar niet lang of hard, en een beetje naar hoe het uitkwam. Mijn Movescount-overzicht is dan ook een ratjetoe met op het oog veel lopen (de lengte van het streepje duidt de tijdsduur aan): 

Allerlei symbooltjes
Dat ziet er heftiger uit dan het was. Lopen was soms maar een kwartier, met nog wandelen ertussendoor ook – op die nieuwe schoentjes. De langste training, die groene, was dat wandelen, en bij een paar er lang uitziende hardlooptrainingen heb ik meer stilgestaan dan gelopen, vanwege alle instructie. Of zo’n dag als de een-na-laatste bijvoorbeeld, de dag voor kerst – drie keer getraind??? Nee, één keer naar de sportschool gegaan, daar eerst spinning gedaan (omdat het te hard woei voor buiten fietsen), daarna een kwartier op blote voeten op de loopband, en daarna nog wat kracht- en souplesse-oefeningen. En eigenlijk de allereerste dag van weer opnieuw gaan opbouwen ook, 24 december – spinning had ik sinds half augustus niet meer gedaan!

Ik heb die lange overgangsperiode als leuk en nuttig ervaren. Om goed te herstellen, maar ook om techniek zó op de eerste plaats te kunnen zetten, omdat er voorlopig toch niets ‘moet’ aan duur of snelheid. Dat ‘hoort’ weliswaar eigenlijk zo, bij goeie triathlon-periodisering, maar ik had het nooit zo welbewust gedaan. Met nieuwe dingen bezig zijn en iets leren – er is niets wat mij zo motiveert! 

Ik heb dus voor mijn gevoel wel weer een nuttige stap gezet. Ik ben benieuwd wat dat gaat opleveren nu ik weer ga opbouwen voor het nieuwe seizoen. Over de triathlonplannen daarvoor een andere keer.

 
Door |2017-01-04T10:23:34+01:004 januari 2017|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|2 Reacties

Dank

Ironman kon worden, dat kon ik niet in m’n uppie. Hier komt mijn dankwoord.
 
Dank aan…..
 
In de eerste plaats de man die mij al meer dan 14 jaar uit de wind houdt. Hij is daarmee begonnen op 15 juni 2002 en hij is het blijven doen. Zonder daarbij ook maar één stayerregel te overtreden!
Zoenen!
In de dagen rond de Ironman was Henk mijn fotograaf en mental coach, daarover schreef ik al eerder, maar ook mijn kok, chauffeur, verzorger, trainingsgenoot, mecanicien én supporter. Hij heeft mijn twijfels, mijn zenuwen en mijn oogkleppen verdragen en me altijd gesteund in het ‘project Ironman’. Hij is ook ooit degene geweest die me bij de triathlonsport introduceerde. En nu is hij zelfs een beetje jaloers op mijn status en op dat mooiste shirt van de hele wereld…. Ojee, krijgt dat een vervolg? Henk, Ironman op je zestigste? Ik draai volgend jaar de rollen met alle liefde om!
 
Mijn trainingsbegeleider: Coen van Topvorm. Ik heb hem amper meer nodig omdat ik in al die jaren al zo veel van hem heb geleerd. Maar de paar adviezen die hij gaf, resulterend in mijn trainingsschema, met onder andere het twee-op-één-principe (elke derde week een herstelweek in plaats van elke vierde), het investeren in fietsen boven de 180 km en het lange taperen pakten hartstikke goed uit.  De maximaaltesten bij hem waren ook prettig bemoedigend, en ik kon altijd bij hem terecht voor vragen.
 
bier-selfie

Met Jo, na het fietsen

Mijn trainingsmaatjes: in de eerste plaats Jo, met wie ik samen een week in de Algarve fietste en die week werd het kantelpunt: daarvoor sukkelde ik met alles; daarna ging het goed. Dat is geen toeval!
 
Dan Nicole (fietsen en hoera, steeds meer zwemmen), Bob (lopen), Philip (fietsen), Christiane (die ik wel wat aandeed in de Schie, dat heb ik op dit blog niet eens durven opbiechten: ze werd na ons zwemmen ziek), de lunchuur-zwemgenoten van Zwembad West, Marijke (wandelen) en zal ik ook Jolanda (sauna) noemen? Sauna was vooral ontspanning, maar voor mij ook hitte-training.
 
Mijn club: Rotterdam Atletiek, de trainers en clubgenoten daar, met name trainer Aad en clubgenoot (en eerder mede-Tri-Experience-borstcrawl-leerling) Perry omdat hij vertelde over zijn ervaringen met het koude water bij de Ironman van Kopenhagen en me zo op het spoor zette van, uiteindelijk, Vichy, om zeker te zijn van warm zwemmen.
 
Met Nicole, vóór het fietsen

Met Nicole, vóór het fietsen

Degenen die mijn lijf heel houden: in de eerste plaats Masseur Marcel, al een bekende op dit blog. Als alles was gegaan zoals hij had gehoopt, dan had hij ten tijde van mijn Ironman in Spanje gewoond en daar een yoga-resort gehad. Voor mij was het fijn dat dat werd uitgesteld; hem wens ik toe dat hij zijn plannen binnenkort wel kan verwezenlijken. En dan kom ik een keer een weekje yoga doen, hoor!
 
Dan de fysiotherapeuten Marianne en Leanne, chiropractor Mulder en osteopaat Ferry (zelf oud-triatleet), die me regelmatig uit de knoop halen en verder ook adviseren. Ze begrijpen alle vier hoe belangrijk sporten voor een sporter is. Op het laatst was het advies van sportdiëtiste Sandra erg fijn.
 
Mijn huisarts moet ik hier toch ook noemen, dokter De Lorenzo, ook al vindt hij een paar keer per week een half uur op de crosstrainer staan genoeg sport voor een vijftiger. Hij wilde me wel een recept geven voor hormoonsuppletie vanwege mijn slechte slapen door de overgang, en dat spreekt bepaald niet vanzelf, heb ik begrepen. Ik weet niet waar ik nu zou staan zonder die pillen, maar als ik nog steeds regelmatig nachten van twee uur had gemaakt, zoals ik deed in februari en maart, dan was die Ironman nooit gelukt. Ik ben ambivalent over de pillen, wil er ook weer vanaf – maar wat is het fijn om weer normaal te slapen.
 
Jeroen van Tri-Run, die ik hier ‘bike-fitter’ noem, maar hij heeft me niet alleen goed op m’n fiets gezet maar ook breder geadviseerd.
 
Die fiets is nu in onderhoud bij fietsenmaker Den Braber hier in de buurt en hij reed en schakelde in Vichy als een zonnetje.
 
Annemarie Pruyt, voor de chi-running.
 
Tri-Experience en Zwemanalyse die me leerden borstcrawlen.
 
Mijn sportschool, Fitsportland, al zegt een Ironman ze daar niet zo veel. Bodybalance en spinning waren wel belangrijke trainingsingrediënten en ze geven daar prima instructie.
 
Al die organisatoren en vrijwilligers van al die evenementen die mijn tussendoelen waren of waar ik om een andere reden was. In het bijzonder de collega’s van het organisatieteam van de Vrouwentriathlon. Volgens mij zette bijvoorbeeld Kitty me op het spoor van de marathonrevolutie en Sione van betere core stability.
 
Dank ook aan alle mede-sporters (v/m) met wie ik ’n woordje wisselde bij die evenementen, in het bijzonder in juni in Luxemburg.
 
De leden van het triathlonforum en het forum van Fiets – daar heb ik reuzeveel van geleerd en ook veel plezier mee. Mijn andere digitale en papieren inspiratiebronnen heb ik hier steeds zo veel mogelijk vermeld.
 
De Ironman-organisatie, niet alleen voor het evenement en het een woord geven aan mijn nieuwe status, maar ook voor het regelmatig rondmailen en twitteren van waardevolle tips.
 
Dank ook aan de vrienden die zelf niks met triathlon hebben, want dat voorkwam dat ik helemaal achter die oogkleppen verdween. Fijn hoe Marjan en Engelien toch meteen wilden weten hoe het was gegaan.
 
Ik zou ook graag iemand willen bedanken van wie ik de naam niet weet en die ik nooit meer zie in Zwembad West, maar vroeger wel: man van toen een jaar of 30, donker haar, rode zwembroek, goeie zwemmer (instructeur?). We maakten een jaar of vijf geleden langs de kant een keer een praatje en ik zei toen tegen hem dat ik niet kon borstcrawlen omdat ik daar niet sterk genoeg voor was: na een paar baantjes verzuurden mijn armen. Hij zei toen: ‘Dat is geen kwestie van kracht, maar van techniek. Je probeert waarschijnlijk te hard te gaan; probeer eens rustiger te zwemmen’. Ik ben op basis van zijn woorden gaan experimenteren, en hij bleek gelijk te hebben – hartstikke gelijk zelfs! Vooral als ik buiten zwem, kan ik me er nog steeds over verbazen: kijk eens, ik kan kilometers lang  borstcrawlen! Wie had dat ooit gedacht! En dan moet ik nog vaak aan hem denken. Hij heeft een grote rol gespeeld in mijn triathlon-ontwikkeling, waarschijnlijk zonder zich daarvan bewust te zijn of het zich zelfs maar te herinneren.
Ik gebruik het gesprek met hem ook wel eens als voorbeeld als het gaat om zingeving: hoe je soms in kleine, terloopse dingen iets voor iemand kunt betekenen.
 
En tot slot: jullie. Dank, alle lezers van en reageerders op dit weblog. Ik schreef het al eerder: dat schrijven, dat wordt nog afkicken voor me! Ik heb het weblog in mijn diepste dalen wel eens als druk ervaren: als ik het Ironman-project zou opgeven of als het zou mislukken, dan had ik dat hier moeten bekennen. Maar dankzij het schrijven erover heb ik er meer van geleerd en meer uitgehaald; het is één van de dingen geweest die het proces zo zeer de moeite waard hebben gemaakt. Ik heb het met plezier gedaan, ik heb genoten van jullie reacties op dit blog en via andere kanalen.
Uiteindelijk was het verlangen om voor jullie een keer een blogpost te schrijven met de titel ‘I am an Ironman’ óók een grote motivator: ik keek daar stiekem al heel lang naar uit.
 
 
Door |2016-09-08T16:43:19+02:008 september 2016|Boeken, Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|1 Reactie

FAQ: was je kapot?

Sinds ik terug ben, hebben al best wel veel mensen gevraagd hoe ik me voelde na de finish, in de zin van: hoe kapot ik was. Nou, dat viel best mee. Ik ben al wel eens véél kapotter geweest, vooral bij meerdaagse fietstochten, en het meest van allemaal tijdens de Tour d’Afrique (vier maanden). Zoiets holt veel meer uit.

In mijn boek daarover schrijf ik over zo’n loodzware dag in Afrika (2008):

De eerste dag in Ethiopië, 8 februari, waren de wegen meteen onverhard. Ik wilde graag om vier uur in het kamp zijn. De dagen ervoor waren druk, vol en stresserig geweest en ik wilde ’s middags even kunnen bijkomen: beetje schrijven, rondrommelen, even liggen om mijn rug te ontspannen. Ik had uitgerekend dat ik daarvoor gemiddeld ongeveer 15 km per uur moest rijden. Dat lukte niet. De weg was slecht, het was heet en we waren voor het eerst stevig aan het klimmen en dat werd in de loop van de dag steeds meer. Op 20 kilometer voor het kamp reed ik gemiddeld 20 kilometer per uur, dus zou het nog een uur duren. Op 15 kilometer reed ik 15 gemiddeld en zou het dus nog steeds een uur duren. Op 10 kilometer reed ik 10 kilometer per uur, op 5, in een steile klim, haalde ik de 5 gemiddeld niet eens meer. Ging ik het kamp ooit halen?

Ik kan er nou om lachen, maar het voelde toen écht alsof ik er nooit zou komen. Toen ik er  uiteindelijk was, heb ik eerst een potje zitten janken. De volgende dag heb ik niet gefietst en op de bagagetruck meegereden – ik kon niet meer.

Dat was vermoeidheid van heel andere orde dan een Ironman, vooral mentaal. In de dagen voor de Ironman had ik me bij wijze van spreken een ongeluk geschreven, rondgerommeld en gelegen om m’n rug te ontspannen, en de dag erna kon dat meteen weer. Dan is één zo’n lange dag geen probleem.

Daarom is ook het trainen voor een Ironman anders dan voor een meerdaagse fietstocht.  Je hoeft niet steeds de volgende dag op dezelfde manier met die toch al vermoeide spieren door te gaan, zoals ik wel heb gedaan in bijvoorbeeld een 1000-kilometer-fietstrainingsweek in de aanloop naar Afrika. Juist dat type inspanning hoefde ik nu niet te trainen. Na een loodzware dag fietsen ga je lopen of zwemmen. Dat is niet altijd makkelijker of lichter, maar wel anders.

Wat ook een rol speelt, is dat je je bij zo’n Ironman eerst spaart, want er komt nog zo veel, en daarna is de fut eruit. Daardoor heb ik bijvoorbeeld best vlak gelopen eigenlijk. Ja, heel langzaam, maar van harder proberen te lopen en dan de man met de hamer tegenkomen ga je je uiteindelijk beroerder voelen. Overigens, het vlakke lopen is ietsje vertekend doordat mijn eerste ronde trager is uitgevallen door twee stopjes: ik moest een steentje uit mijn sok halen. De eerste keer had ik alleen mijn schoen uitgetrokken, dat bleek niet genoeg, dus ik moest nog een twee keer een bankje opzoeken om ook m’n sok uit te trekken.

Ik ontdekte gister dat ik wel een klein dingetje heb overgehouden aan de hele onderneming: een aanhechting in mijn lies van een beenheffer is een tikje overbelast. Ik kreeg er gister na 5 kilometer lopen last van. Vorige week na 4, maar dat vond ik toen nog passen in gewoon herstel. Het is niks ernstigs, het is ongetwijfeld gauw weer over, maar ik moet daar qua lopen dus wel even geduld mee hebben nu. Afgezien daarvan is mijn hoofd nog meer bezig met 28 augustus dan mijn lijf.

En was ik blij, over de finish? Ja, zeker: dat rondje door het ‘amphitheater’ was geweldig. Ik ging zo hard dat ikzelf helaas onscherp ben (*kuch*), maar de foto geeft een indruk van het felle licht, het enthousiaste publiek en de high fives:

2016_08_28_0392

Maar direct daarna had het ook iets wezenloos allenerigs, die enorme lege loods in dwalend, dat beschreef ik al, en ik moest meteen ook wat dingen regelen, namelijk al m’n spulletjes terugkrijgen: fiets en drie tassen. Ik vind: voor het gevoel op dat moment zelf hoef je het niet te doen. Maar ik drijf nu nog steeds wel een beetje op de Ironman-bubbel: de glorie houdt een flinke poos aan!

Door |2016-09-07T17:12:51+02:007 september 2016|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Hygiëne-tips

De Ironman is inmiddels zo lang geleden dat ik wel kan stellen dat ik er niks aan heb overgehouden, in de zin van: geen virus of bacterie opgepikt. Het had me niets verbaasd als dat wel was gebeurd, want de hygiëne was allerbelabberdst. Ik had me dat van tevoren  niet gerealiseerd, en had ook nergens gelezen dat als je vatbaar bent of per se niet ziek wilt worden, je beter een handreiniger meeneemt. Ik geef ‘m hier dus maar als tip! Je hebt van die piepkleine flesjes daarvan, die heb ik ook in mijn tassen sinds ik in een smerige trein-wc het noro-virus opliep, in 2007, vlak voordat we naar Afrika gingen. In Afrika ben ik niet zó ziek geweest!

Ik heb in de loop van de dag op diverse dixi’s van twijfelachtig allooi gezeten, die ook nog eens steeds twijfelachtiger werden: het water erin raakte op en achter op de bril van de laatste lag een heuse drol.

Bovendien heb ik van tientallen mensen eten aangenomen, soms recht uit hun handen, zoals tucs. En klakkeloos naar binnen gewerkt.

Ik heb een enkele keer wat water over mijn handen gegooid, uit mijn bidon, uit een bekertje, of door een vrijwilliger uit de spuiten. Zeker als ze ook nog eens gingen plakken van de gel. Dat was alles 

En dat bij een door vermoeidheid langzaam-maar-zeker ondermijnd rakende weerstand, die wellicht toch al niet op z’n best is vanwege het ‘scherp staan’ van de topvorm.

Maar het is goed gegaan. Ik heb er onderweg mijn schouders over opgehaald: de incubatietijd van dat soort infecties is lang genoeg om eerst gewoon te kunnen finishen. En nu is-ie echt wel verstreken.

Klein dingetje dat wellicht in mijn voordeel werkt: ik was niet helemaal uitgemergeld. Mijn gewicht is, na een dipje in Luxemburg waarna ik bewust meer ben gaan eten, stabiel gebleven: net boven de 60 kilo, mijn normale topvormgewicht. Ik heb me in Frankrijk niet gewogen, maar eenmaal thuis was het ook dat weer. Na drie dagen bunkeren was mijn eetlust ook alweer terug naar normaal. Er zal nu wel een kilootje bijkomen, maar dat is helemaal prima. Om me ook komende winter de virussen van het lijf te houden!

En tot slot nog een andere toiletbezoek-gerelateerde tip: een los broekje is op de fiets bij zo’n lange onderneming handiger dan een triathlonpakje. Dat zou ik een andere keer anders doen. Het ISM-zadel zit het beste met het dunne zeempje van mijn pakje, een gewone fietsbroek voelt als een dikke luier. Dus ik had daar speciaal iets voor moeten zoeken. Nu was het wat behelpen.

Door |2016-09-05T16:37:58+02:005 september 2016|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Zwart gat?

Neehoor, geen zwart gat. Vandaag begin ik weer gewoon met werken, en dat verdient de komende tijd wat meer aandacht. Net zoals andere niet-sport-zaken.  Maar ook op sportgebied kijk ik alweer vooruit.

Op de top van de huidige topvormgolf surf ik nog even mee naar twee evenementen: ik wil de Branderszwemtocht zwemmen, die wilde ik vorig jaar al doen maar toen was het water al te koud (het is nu nog zo mooi en warm dat ik best in Almere had kunnen starten, komend weekend, in plaats van Vichy, met m’n behoefte aan warmte, maarja, dat weet je niet van tevoren, hè? Bovendien word je dan geen Ironman, dat doet dat merk toch wel heel sterk).

En: ik ben bezig met het overnemen van een startbewijs voor de Kustmarathon. Daar speelt een beetje Zeeuws chauvinisme een rol, dat ik die graag op m’n palmares wil hebben: de marathon over het mooiste parcours van Nederland, finishend op steenworp afstand van waar ik lang heb gewoond – we wandelden vroeger vaak van Vlissingen naar Zoutelande, over het strand. Mag op 1 oktober weer bij gewandeld worden, vind ik, over het strand en de duinen, het is een loodzwaar parcours. Tijd maakt me niet uit.

Daarna gaat het gas er opnieuw af en wil ik gaan leren lopen op minimalistische schoenen. Dat idee spreekt me aan en ik vind dat mijn voeten nog wel wat sterker mogen worden. Volgend triathlonseizoen wil ik vooral weer eens lekker knallen op afstanden tot en met de Olympische, en dan vooral regionaal en wat later in het seizoen (niet meer zwemmen in te koud water, urgh).

Daartoe heb ik nog wat huiswerk te doen: dat recentelijk ontstane knieprobleem oplossen. Ik heb al contact gehad met bike-fitter Jeroen van Tri-run, en hij heeft me geadviseerd wat dingen uit te proberen qua positie en dan naar de chiropractor te gaan om naar mijn heup te laten kijken. Mogelijk drukt die in die diep gebogen houding mijn knie uit z’n voegen. Daar kan ik wel wat mee.

Ik twijfel nog over de marathon van Rotterdam: zal ik nog één keer proberen om een marathon wel helemaal uit te hardlopen? Er is echt nog progressie, en met die marathonrevolutie-aanpak, wie weet? De inschrijving is nog niet geopend, dus ik mag nog even doortwijfelen…

Waar ik nog wel mee zit, is een nieuw schrijfdoel. Dit weblog loopt op z’n eind: mission accomplished, ik heb nog een paar nootjes op mijn zang en daarna zet ik hier een punt achter. Maar ik ben voor mijn gevoel nog niet uitgeschreven, vooral niet over het thema ‘sport en vrouwen van rond de 50’. Maar hoe ik daar een vervolg aan ga geven, daar ben ik nog niet uit. Hmm… nou, daar dreigt dan wel een zwart gaatje! Maar ik weet ook: die vullen zich. Soms uit onverwachte hoek. Kan korter duren of langer, maar komt goed. Ik ben benieuwd.

Door |2016-09-05T10:33:57+02:005 september 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|0 Reacties

Groeten uit Frankrijk

We zijn inmiddels een paar dagen in Frankrijk. Dinsdag zijn we hierheen gereden, een lange, warme dag in de auto waar verder niet zo veel over te melden is. Nouja, het was druk rond Antwerpen en Brussel en de juffrouw in de telefoon die we MiepMiep noemen en die ons de weg wijst, heeft ons een uur om laten rijden: met een driehoekje over Reims naar Parijs, in plaats van rechtstreeks. Geen idee of daar enige gedachte achter zat.

Henk bij auto met fietsen op het dak

Het vertrek

De Franse grens ziet eruit als vroeger, met een wegversmalling en politie, maar we mochten wel doorrijden. Manlief heeft z’n jellaba trouwens maar expres thuisgelaten en net voor vertrek z’n baard nog getrimd.

Aan het eind van de route deed MiepMiep het weer goed en zo kwamen we aan het begin van de avond aan in Fourilles, een gehuchtje in de Auvergne op dik 20 km van Vichy, naar het noordwesten. We hebben daar een huisje dat onze eerste AirBnB-ervaring is, en tot nu toe bevalt dat uitstekend. Ik wilde graag self-catering, dus met het eten van manlief, want Frans vegetarisch hotel- en restauranteten vind ik niet zulk geschikt sportvoer (kaas-kaas-kaas). Vandaar, en we vonden dit plekje aangekondigd als hartstikke rustig, met een tuin en een extra slaapkamer, wat voor mij fijn is als manlief snurkt. Wat hij nog niet heeft gedaan hier trouwens.

Ons huisje

Ons huisje

Terwijl manlief kokkerelde ben ik even wezen loslopen – lijf heeft die lange dag stilzitten gelukkig goed verteerd. Ik kwam in het ‘centrum’ van het dorp langs het in elk Frans dorp aanwezige monument: er zijn er hier in de Eerste Wereldoorlog (links op de foto hieronder) weer eens veel meer gesneuveld dan in de Tweede (rechts).

Oorlogsmonument Fourilles

Oorlogsmonument Fourilles

Keuken

Henks domein

 

 

 

 

 

 

 

 

Hartstikke rustig is het zeker. Het barst ook van de vleermuizen, en toen we nog wat zaten na te tafelen, kon je die horen overvliegen: flapflapflap. Dat had ik nog nooit eerder gehoord, het geluid van vleermuisvleugeltjes.

Daarnaast is het huisje lekker koel, met van die dikke muren. Het is wel zo afgelegen dat we maar af en toe net een ietsiepietsie mobiel bereik hebben, geen wifi of iets dergelijks, en op de tv alleen maar Franstalige zenders zonder teletekst. Kom daar nog eens om!

Gister zijn we het fietsparcours wezen verkennen: we hebben de ronde gefietst waarvan ik er zondag twee moet doen, vanuit Vichy naar het zuiden. Die staat al helemaal uitgepijld, met Ironman-logo’s op het asfalt. Dat reed dus makkelijk. We waren bepaald niet de enigen met dit plan, grappig om al wat lotgenoten te zien onderweg.

Het is een mooi parcours, het is nog vlakker dan ik had verwacht, met maar één iets serieuzere klim, zo’n weggetje met een chevronnetje op de Michelin-kaart. Verder heel lieflijk: Frans boerenland dat me een fietsvakantiegevoel gaf, met om de paar kilometer een dorpje, nouja, gehuchtje meer, en met uitzicht op het Centraal Masssief. Best bijzonder dat ze zo dicht bij die bergen zo veel vrijwel vlakke wegen hebben weten te vinden. Op de informatie van de organisatie stond iets van 600 hoogtemeters per rondje, manliefs horloge klokte er 360 en het voelt zelfs nog als minder, omdat het lekker bolt.

Ik met zonnebril

Tijdens de koffiestop

Na anderhalf uur fietsen hebben we een koffiestop gedaan in de wereldstad Luzillat, althans, dat leek zo, want op de uitspanning stond ‘English spoken’. Nou goed, drie woorden dan. Maar ze waren wel heel aardig. Aan appeltaart bij de koffie doen ze hier echter niet, dus dat werd een kaasplankje uit de streek en stokbrood. Rare jongens, die Fransozen. Maar de koffie was lekker.

Het parcours viel me dus mee, en de hitte zo op de fiets ook. Er staat een beetje briesje en het is nogal een cliché, maar de hitte is hier echt anders dan bij ons. Het is kurkdroog, het lijkt hier ook een droge zomer geweest te zijn, en dus is het veel minder benauwd dan bij diezelfde temperatuur in Nederland (hebben jullie het nog een beetje?).

Drie dingen baarden me een beetje zorgen: ik heb nog steeds last van die rechterknie, dat is net in de laatste weken een zorgenkindje geworden bij het rijden op deze fiets, zelfs met wat aanpassingen. Er is wat met die knie en/of het komt door mijn bekken aan die rechterkant. Daar kan ik nou niks meer aan veranderen, ik moet hopen dat het zondag meevalt (het gaat op en neer, is al weg geweest ook), door de pijn heen bijten en vooral hopen dat ik ‘m niet meeneem naar het lopen. Thuis verder gaan oplossen, richting het volgende seizoen.

Verder gaat het onder mijn linkervoet branden, zo’n typisch fietserskwaaltje, en vinden mijn ogen die felle zon met droge lucht nog even wennen, wat me vooral doet twijfelen of zo’n hele lange dag contactlenzen wel goed zal gaan. Nou goed, we hebben nog even.

Na het fietsen heeft manlief zich de Lidl op de route naar ons huisje ingeworpen terwijl ik de fietsen bewaakte, en hij heeft daar eindelijk bier kunnen kopen. ‘Thuis’ ging dat even in de vriezer en o wat was dat lekker. Het was er gister even niet van gekomen en koud bier is bij deze omstandigheden wel een godendrank. Manlief heeft het verder niet zo op de Lidl dus straks op zoek naar iets anders. Zo’n grote winkel tussen een boel andere grote winkels en wezenloze parkeerterreinen doet ons aan Canada denken, we zijn toch blij dat het bij ons kleinschaliger is.

Ik aan het schrijven

’s Avonds ook nog wat geschreven voor dit blog

Na een avond met vleermuisgeluiden snapten we vannacht ook wel waar die dieren allemaal van leven, want we hadden iets meer last van muggen dan de nacht ervoor.

luieochtend

Luie ochtend terwijl de was droogt.

Vanochtend een relaxte ochtend, al had ik ook nog wel een wasje gedaan, dat droogde als een trein natuurlijk in de hitte met briesje.Er kwam een auto met een triathlonfiets op het dak door het dorp gereden. De streek loopt helemaal vol met 4000 deelnemers: zaterdag de ene helft voor de halve, zondag de andere helft voor de hele.

Net hebben we een rondje Vichy gedaan, geslenterd in de warmte. De thermale bronnen zijn luid en duidelijk aanwezig en in eentje kon je gratis naar binnen om een slok te proeven (foto volgt). Het stadje oogt sjiek, 19e eeuws maar die glorie is niet vergaan. Druk is het niet. Overal zijn al Ironman-sporen, en gelukkig had dit café prima wifi bij de thee met wafel!  

 

 

 

Door |2016-08-25T15:58:54+02:0025 augustus 2016|Fiets, Triathlon algemeen|1 Reactie

Hoop links

Ik postte vorige maand mijn collectie aan interessante, nuttige en leuke links, en toen dacht ik: ik moet er niet zo lang mee wachten, want dan hoopt het zo op. Nou, zes weken later en ik heb alweer een hoop! Hier komen ze:

  • Rond de Olympische Spelen verschijnt er een heleboel over vrouwensport, vooral omdat de Nederlandse vrouwen in de meerderheid zijn en ook nog eens veel succesvoller dan de mannen. Daar is zo veel over geschreven dat ik het onmogelijk allemaal kan linken – alleen al het AD, de Volkskrant en NRC hadden er specials over. Nou goed, eentje dan, van de Belgen, over het sexisme in de Olympische sportverslaggeving. Ja, dat is mij ook weer opgevallen.
  • Leuk verhaal van een leeftijdsgenote die een PR haalt op de Olympische afstand en concludeert “Je kan wel degelijk progressie maken, ongeacht je leeftijd, met de juiste trainingsaanpak en coaching.” Hearhear! Zij komt uit voor één van de Divisieteams van de Vrouwentriathlon.
  • In de categorie ‘wedstrijdverslagen’ deze van Triathlonforumgenoot Bart, over de Ironman van Maastricht. Ik voel z’n kippenvel helemaal mee!
  • Nog een bijzonder wedstrijdverhaal: Roy volbracht een triathlon op een plek waarop hij had uitgekeken vanuit het ziekenhuis toen hij daar lag om een donorhart te krijgen.
  • De Zesde Clan is een nuttige website over vrouwenzaken. Wat ze over sport schrijven, is altijd raak en belangwekkend. Zoals deze post over hoe zeer trainingsadviezen gebaseerd zijn op onderzoek naar mannenlijven (97 %!) – en hoe relatief die adviezen dus zijn.
  • Nou relativeert dit artikel van Ironman.com überhaupt trainingsadviezen, het is lekker nuchter.  Van de Ironman-organisatie kwamen sowieso wel een aantal aardige leestips de laatste tijd, zoals dit stuk van Carrie Cheadle (van wie ik fan ben) over de mentale voorbereiding van ‘race day’.
  • Ook dit NRC-artikel relativeert het nut van al die ‘krijg een nieuw lijf in X weken met Y minuten per dag’-adviezen. Niet heel nieuw of verrassend, maar het blijft nodig om bij mensen wat realisme aan te kweken kennelijk.
  • Ik kwam desalniettemin toch nog wel wat aardig trainingsadvies tegen voor vrouwen: over krachttraining en het afstemmen van je training op je hormonale cyclus. Dat gaat me dan net wel weer een beetje ver, vooral ook omdat ik denk: belangrijker dan je sexe/hormonen is het individuele maatwerk, qua trainen. Maar goed, wel zeldzaam food for thought, dit.
  • Een gedetailleerd advies om te onthouden voor als het ooit relevant is: sommige soorten antibiotica verhogen het risico op peesblessures.
  • In de categorie ‘gek’ dit bericht: de zo succesvolle Olympische Britse baanwielrensters lieten hun schaamhaar staan en dat heeft geholpen. Uhm, nou, dan zit het op dat punt bij mij ook wel, uh, snor!
  • Nogal specifiek, voor mij heel nuttig: bij zo’n Ironman kun je een special needs bag maken waar je halverwege het fietsen en lopen toegang toe hebt en dus van alles in kunt doen wat je denkt nodig te hebben –  van Bijbelteksten en foto’s van je kinderen tot een boterham  met Marmite (dat laatste ga ik doen). Om me een beetje te oriënteren op de inhoud van die tassen was de uitleg ervan nuttig, en ook de ervaringsverhalen, beide van de Ironman-organisatie, en beide ook vermakelijk.
  • En tot slot, speciaal voor Vichy: een schattige grafische weergave van hoe een rolling zwemstart eruit ziet.

 

Door |2016-08-23T10:35:00+02:0023 augustus 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|1 Reactie
Ga naar de bovenkant