Fiets

! , !

Bij het plannen van de wedstrijden had ik bedacht dat de Triathlon 010 mijn hoofddoel zou worden van het eerste deel van het seizoen. Niet alleen is dat een leuke wedstrijd; ik deed hem eerder en was vorig jaar supporter, maar ook wist ik dat het even zou duren voordat mijn fietsen op niveau zou zijn vanwege een relatief late seizoensstart (na de marathon). Ik wist toen nog niet dat daar een aardige vormdip bij zou komen.

Die dip voelde ik de afgelopen weken wegtrekken, en eronder kwam langzaam-maar-zeker juist een verrassend goede vorm te voorschijn – gewoon stug door blijven trainen is duidelijk toch wel ergens goed voor geweest. Dus ik had zin om lekker te knallen, een mooi uitroepteken achter de eerste seizoenshelft.

Mooi doel leek me om mijn tijd van 2015 te verbeteren. Dat was toen een 1/8e, nu ging het om een sprint, dat is officieel 250 meter langer zwemmen. Maar het zwemmen in 2015 was te lang en steenkoud, en bovendien was ik toen niet in goede doen (zie het verslag). Dus die paar minuutjes langer zwemmen kon ik vast wel compenseren, ook gezien de recente resultaten.

Maar toen bereikte mij het bericht dat het zwemmen niet door zou gaan. Blauwalg. Alwéér. Ik hoorde het zaterdag; het was vrijdagavond laat bekend geworden. Dat was sowieso heftig, want zaterdag waren er ook al wedstrijden, en niet de minste: de teams van alle divisies plus een NK! De divisiewedstrijden zijn als run-bike-run doorgegaan, maar het NK werd afgelast (bericht). En ook de wedstrijden op zondag, voor het gewone volk, werden een run-bike-run.

De moed zakte me even in de schoenen, want lopen is mijn slechtste en moeilijkste onderdeel, en ik had juist erg veel zin in een echte triathlon. Ik had bovendien niet zulke goede run-bike-run-ervaringen: in Luxemburg vorig jaar had ik de indruk dat mijn fietsen had geleden onder het hardlopen ervoor, en over Krimpen in mei, in het diepste dal van mijn dip, wil ik het maar niet meer hebben.

Ik was bang dat het uitroepteken zou veranderen in een komma in mijn seizoen, op weg naar nu zeven weken lang trainen en dan de resterende wedstrijden in september.

Maar niet getreurd, en gisterochtend op naar Zevenhuizen. Want het heet wel 010, maar het is niet in Rotterdam en het is 17,5 km hiervandaan, zo mat manlief precies onderweg naar huis, want hij is terug gelopen. Hij was mee voor support en foto’s, en terug trainen dus (zie zijn blog). Hij maakte veel meer foto’s dan ik hier laat zien, ook van anderen, dus voor de geïnteresseerden, zie zijn album.  

Ik had er toch wel zin in en de sfeer rond de roeibaan voegde daar nog wat aan toe – het is een hartstikke leuke wedstrijd, misschien wel de allerbreedste triathlon (inclusief fietsen met boodschappenmandjes en OV-fietsen), met altijd een aantal bekenden en verder ook aanspraak in het parc fermé. Als je goed kijkt, zie je op de grond naast me iets roods, dat is de Feyenoord-handdoek van mijn aardige buurman. Dat was voor mij ook een handig oriëntatiepunt bij het wisselen:

2017_07_16_0026

Door de omzetting naar run-bike-run liep alles wel wat uit, dus 40 minuten later dan gepland gingen we van start. Over het fietsparcours, en dus moest de laatste deelnemer van de startserie ervoor klaar zijn met fietsen. Wij stonden al klaar om te starten en hebben haar met luid applaus binnengehaald – zo’n wedstrijd is het dus.

2017_07_16_0104

De eerste 2,5 km (nouja, iets korter) liep ik in 12’12. Dat is voor mijn doen prima. Mijn lopen is door het diepste dal gedaan van de drie sporten, en is nu duidelijk op de weg terug naar boven, overigens mede dankzij een chi-running-opfriscursus vorige week. Het ging goed dus:

2017_07_16_0135

Maar het was vooral op de fiets dat ik mezelf verraste. Ineens voelde fietsen weer zoals het voelt als ik goed ben. Alles met een hartslag vlak onder mijn omslagpunt, zonder dat mijn benen pijn doen. De trapfrequentie rond de 100 zonder dat dat moeite kost. En voldoende power in mijn benen voor de stukken tegenwind. Aaah, zo lekker!

2017_07_16_0169

En voeg daar dan bij dat ik 20 kilometer lang tientallen deelnemers heb ingehaald. Het was misschien wel het beste pacman-spelen dat ik ooit heb gedaan. Ik reed tegen het einde nog een dame voorbij die opzij keek en ‘sodeju’ zei, dat was wel een momentje. Ik ben zelf maar één keer ingehaald, door een bekende van manlief nogalliefst. Hier heb ik er aan het einde van het eerste rondje net weer een hele zwik ingehaald:

2017_07_16_0154

En het resultaat daarvan was dat ik bij de wisselzone hoorde dat ik op dat moment 4e dame lag van mijn serie, en dat later bleek dat ik in de leeftijdscategorie 40+ (87 vrouwen) de derde fietstijd van de hele dag heb gereden: 40’25. 40+, hè, dus met vrouwen tot wel 11 jaar jonger ertussen!

2017_07_16_0187

De tweede loopbeurt (kleine 5 km) voelde iets moeizamer, maar het ging toch aardig. Relatief was mijn klassering zelfs beter dan de eerste loop (17e versus 28e), dus anderen hadden het nog moeizamer. Ik heb 5’30 gemiddeld gelopen, net zo hard als vorige week in Terneuzen, toen met frisse benen maar onder zwaardere omstandigheden. Er zijn me nog twee dames voorbij gekomen, dat viel niet tegen, en ik werd dus 6e vrouw in mijn serie, 3e 40+’er (jammer dat ze geen 50+ onderscheiden).

https://www.flickr.com/photos/henkvermaas/35153224503/in/album-72157683872961961/

2017_07_16_0432

En zo finishte ik dus, in 01:23:19 (uitslagen) – en was ik hartstikke tevreden. Het was toch een uitroepteken geworden! En misschien toch vaker doen, een run-bike-run. Gepland dan, hè. Want als het een triathlon is, wil ik toch graag zwemmen.

2017_07_16_0564

!

 

Door |2017-07-17T11:06:55+02:0017 juli 2017|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Koel- en fietsfoto’s Bocholt

In vervolg op mijn vorige post: wat ook hetzelfde was dit jaar, was de enorme stortvloed aan foto’s die niet alleen zondag gemaakt zijn, maar die ook vrij beschikbaar zijn op internet. Daarin is Bocholt toch ook bijzonder. Het zijn er zo veel dat je je een ongeluk zoekt, maar gelukkig kreeg ik hulp van @jeanette van het Triathlonforum die mij had gespot.

Hier zijn twee koelfoto’s. Dat ziet er misschien niet uit, maar het is wel lekker:

Spons uitdrukken op hoofd

Water over mijn hoofd(da’s ook weer een fraaie in de categorie miss wet t-shirt met twee sterke punten…)

Oja, en die groene dingetjes om mijn armen, die zijn om je looprondes bij te houden. je krijgt er elke ronde één omgeschoven en met acht van die bandjes mag je finishen.

Op de fiets sta ik er iets normaler op. Nouja, wel met een blauwe stip, dat is om me van de voorkant te kunnen onderscheiden als Mitteldistanz-deelnemer – elke afstand heeft een andere kleur:

Fietsen

Fietsen met graffiti op de achtergrond

En dus danke schön Free.TriPix en Melanie Ivens Pixx.

En oja, ondertussen heb ik vandaag superlekker getraind, zwemmen en hardlopen. Waarom waren m’n benen zondag niet zoals vandaag?

Door |2017-06-14T17:03:48+02:0014 juni 2017|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Help, ik raak mijn spullen kwijt!

Eerst maar het goede nieuws: ik ben een stuk opgeknapt sinds vorige week. De hormonen rommelen af en toe nog een beetje, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Ik had het niet zo druk met werk, heb dus veel kunnen slapen, veel gelezen ook, dat was lekker.

Ik heb ook goed kunnen trainen, mede dankzij het heerlijke weer. Het werk dat ik wel had ging sneller dan verwacht, zodoende kon ik woensdag gaan fietsen en toen heb ik er in dik 5 uur de vormstrepen aardig ingebrand. Het zwemwater is ook geweldig. Lopen voelt nog een beetje amechtig, maar de relatie tussen snelheid en hartslag is weer normaal en het voelt weer lekker.

Dus, allemaal okee weer. Ik kijk inmiddels uit naar volgende week.

Maar… ondertussen is manlief serieus aan het trainen voor zijn Ironman. Daar hoort natuurlijk ook bij dat hij bepaalt met welke spullen hij die gaat doen. Nadat hij eerst al mijn shorty-wetsuit had ingepalmd, wat ik nogalliefst van hem gekregen had, heeft hij vandaag proefgereden op mijn fiets – met mijn schoenen:

Henk op mijn fiets, met mijn schoenen aanHet gaat ongeveer goed: mijn zadel zat hem niet zo heel lekker en die schoenen zijn een maatje te klein. Maar met een paar kleine aanpassingen kan hij erop voort.

Op zich is het natuurlijk een voordeel dat we zo veel spullen van elkaar aan kunnen. Ik geloof dat mijn vlinderbroekjes van oorsprong ook van hem waren, en ik draag ook wel zijn spijkerbroeken. We schelen één schoenmaat, enkele centimeters in lengte (ik ben langer), een paar kilo (hij is zwaarder), en we hebben iets andere verhoudingen – naast de gebruikelijke man-vrouwverschillen heb ik bijvoorbeeld dikkere bovenbenen. Dus sommige broeken kan ik niet aan. Maar veel is dus wel uitwisselbaar.

Alleen, hoe gaan we dat nou praktisch doen bij de komende triathlons? Help, ik raak mijn spullen kwijt!

Door |2017-06-03T17:53:49+02:003 juni 2017|Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Hoe had ik dat vorig jaar gedaan?

Vorige week had ik een trainingsweek zoals het niet moet. Ik had vooral een veel te drukke werkweek om fatsoenlijk te kunnen trainen: maandagavond vloog ik naar Zweden om daar dinsdag de hele dag op mijn nette schoenen te staan voor een grote groep, en ’s avonds vloog ik alweer terug. Ik was om 1 minuut voor middernacht thuis, toen had ik zere voeten en kon ik geen pap meer zeggen.

Niet echt veel tijd om uit te rusten, althans, er moest nog werk af, donderdag gaf ik college en vrijdag had ik nog een lange dag met een groep in Amsterdam, inclusief heen en weer in de spits. Alles bij elkaar geloof ik dat ik vorige week een record aantal declarabele uren heb gedraaid in mijn 17-jarig zelfstandigenbestaan.

Voor het sporten betekende dat sowieso al dat ik dinsdag en vrijdag geen tijd had. Maandag heb ik tussendoor nog wel een herstel-zwemtraining kunnen doen, om de dag ervoor te verwerken. Woensdag had ik alleen tijd om even te zwemmen, maar toen kon ik me amper concentreren – het zwembad was nog rommelig druk ook. Donderdag ging het nog wel aardig: lekker diep gegaan bij spinning.

Maar zaterdag ging ik hardlopen en daar heb ik na drie kilometer de brui aan gegeven: ik was niet vooruit te branden. Mijn hoofd vond het heerlijk om buiten te zijn en lekker te luchten, maar mijn lijf ging op een heel gematigd tempo al zuchten en steunen. Het was echt even genoeg geweest. Ik had ook nog ergens uitslag door opgelopen, rode vlekjes op een groot stuk van mijn lijf – misschien iets gegeten in Zweden waar ik allergisch voor ben?

In die drie kilometer had ik wel kans gezien om mijn kuitspieren fikse spierpijn te bezorgen: ik ben door de marathon uit de regelmaat geraakt van het lopen op de minimalistische schoenen, en ik moet eigenlijk weer zo’n beetje bij nul beginnen met opbouwen – dat stel ik maar even uit.

Nou is werkdrukte het soort vermoeidheid waar ik snel van opknap, dus gister heb ik heerlijk gefietst: mijn eerste rit van meer dan 100 km van het seizoen, ook de eerste in ‘kort-kort’ (korte broek en korte mouwen), naar de punt van de landtong van Rozenburg en daarna een rondje over Voorne-Putten, bij ideale omstandigheden (zon, precies de goede temperatuur, weinig wind), en in het prachtige lentegroen, inclusief divers jong grut (lammetjes, pulletjes enzo), en met mijn geliefde wide open spaces, inclusief een bijna rimpelloos Haringvliet. Dat is dan zo lekker dat het opknappen tijdens het trainen gewoon doorgaat. Ik kwam verfrist thuis, en juist niet afgedraaid als twee weken ervoor.

Maar goed, dit was dus een week waarin ik alleen een uurtje spinning en een fietstocht als beetje fatsoenlijke training kan meetellen. Met hardlopen heb ik nu echt wel een beetje trainingsachterstand zelfs.

Nouja, geen ramp – wat maakt het uit eigenlijk? Komende zaterdag staat de triathlon van Krimpenerwaard op het programma, dan loop ik maar wat rustiger. Daarna de draad weer oppakken. En ondertussen heb ik lekker verdiend vorige week natuurlijk.

Maar hoe deed ik dat vorig jaar? Toen had ik zulke weken niet. Ik heb de afgelopen maanden harder gewerkt dan in diezelfde tijd vorig jaar, en dat is ook te zien aan mijn omzet. Deels liep dat gewoon zo, deels stuurde ik daarop. Had ik vorig jaar nee gezegd tegen die Zweden-klus? Geen idee, het deed zich niet voor. En dat was misschien ook niet toevallig?

Tot slot nog een anekdote. Vorige week zondag, tijdens een voor Rotterdammers memorabele uitzending van Studio Sport, zei een commentator dat Ajax de finale van de Europa League zou spelen in Solna.  ‘Solna’, dacht ik, ‘daar moet ik morgen heen, dat is ook toevallig’. Dus maar eens wat beter op Google Maps gekeken en zo ontdekte ik dat mijn hotel bijna ín het stadion stond. Er was vorige week geen ontsnappen aan voetbal mogelijk!

Hier zie je mijn hotel links (mijn kamer had ook zo’n rond raampje, maar zat aan de andere kant) en rechts de ene wand van het stadion, met de poster voor de finale:

Hotel en deel stadion Solna

Door |2017-05-22T15:57:36+02:0022 mei 2017|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|2 Reacties

Uh…

We waren er helemaal klaar voor, vandaag, op deze bijzondere dag: ik had het wielershirt van manlief geleend en Nicole had een speciale bidon op de kop getikt – doen we anders nooit, maar vandaag….

Selfie in Feyenoord-wielershirtNicole met Feyenoord-bidon

Uh, nouja, we weten allemaal hoe dat inmiddels is afgelopen. In de auto terug luisterden we naar hoe een moeizame 0-0 bleef staan; ik was m’n fiets aan het uitpakken toen manlief kwam zeggen dat het 1-0 geworden was, en ik zat nog niet of het was al 3-0. Als het een andere club was geweest, had ik het heel grappig gevonden. Iets met schieten, beer, huid en verkopen. Maar het was Feyenoord.

Nou past het wel een beetje in het plaatje van de afgelopen week. Of eigenlijk misschien al langer, want de goede lezers van dit weblog hebben misschien al wel geconcludeerd dat het al een tijdje niet top gaat, met de teleurstelling van de marathon en het gebrek aan loopprogressie, de peptalk die ik nodig had in Spanje, het zwemwak waar ik sinds een paar weken in zit, het gemis van een Groot Doel…

Ik heb inderdaad al  een tijdje niet helemaal mijn draai, en daar kwam afgelopen week ook nog flink wat bij wat niet direct met sporten te maken heeft. De belangrijkste (maar niet eens alle) punten: we zijn waarschijnlijk veel geld kwijt doordat een bedrijf waaraan we hadden aanbetaald voor isolatie van ons huis failliet is, en manlief ging door zijn rug en kon zijn eerste Ironman-trainingsweek op z’n buik schrijven.

Vandaar dat ik vandaag met Nicole aan het fietsen was, en niet met hem, bij de 8HW-Tourcyclo. En ook hoe dat verliep, paste in het plaatje: het was veel slechter weer dan voorspeld, kouder en hardere wind en geen zon te bekennen. Dus dat Feyenoordshirt is niet zichtbaar geweest want zelfs met jasje erover vond ik het nog fris. We zijn ook nog heftig van de route afgedwaald doordat we een pijl misten en niet wisten hoe de route verder liep. Het was beuken tegen de harde wind en dat raakten we op een gegeven ogenblik zat. Toen we weer op zo’n eindeloze dijk aan het  ploeteren waren zijn we, in goed overleg, omgekeerd en teruggereden naar de auto.

Het werd zo dus onze deels zelf verzonnen en deels sterk ingekorte variant op dat achtje door de Hoeksche Waard. Wel best ook, ik heb nog maar heel weinig gefietst, mis in de wind vooral nog de power in mijn bovenbenen na al die maanden vooral hardlopen. Ik had bovendien geen goeie benen vandaag: de afgelopen week heeft veel energie gekost en ik had woensdag ook nog bloed gegeven. En ik snak naar zonnige warmte.

Gelukkig was het wel gezellig, de Hoeksche Waard mooi met de knotwilgen, het fluitekruid, het koolzaad en al het andere groen. Het was ook een prima training zo. Het was misschien niet zo veel, maar wel m’n langste en verste fietstraining van 2017, en ik moet ook niet al te ongeduldig zijn in het opbouwen van m’n fietsvorm. Die gaat echt wel komen.

Maar er zijn betere dagen. Of weken zelfs.

 

Door |2017-05-07T17:50:02+02:007 mei 2017|Fiets|0 Reacties

Marathontwijfels

In januari meldde ik hier dat ik van plan was om de marathon in eigen stad te gaan lopen. Ik heb achteraf wel eens gedacht: ik heb me in een vlaag van overmoed daarvoor aangemeld. Ik wilde het nog heel graag eens proberen, correctie: ik wil het nog heel graag een keer proberen. Zondag is het zo ver. Maar ik heb er een hard hoofd in. Als het weer niks wordt, als ik weer zo ga lopen strompelen als de laatste 12 kilometer in Istanbul bijvoorbeeld, dan wandel ik naar de metro en houd ik de hele marathon voor gezien. Motto: het moet wel leuk blijven.

Ik heb min-of-meer getraind via de marathonrevolutiemethode: zonder lange duurlopen, maar aangepast aan het trainen bij een atletiekvereniging en met op sommige zaterdagen de hardlooptrainersopleiding, en een iets hoger uitgangsniveau. Ik heb redelijk kunnen trainen, af en toe wat kwakkeltjes, daarover schreef ik eergisteren al, maar de grote lijn was okee.

Dat heeft wel wat opgeleverd, maar een boel ook niet.

Wat het sowieso niet oplevert, die methode, is zelfvertrouwen: ik heb nauwelijks langer dan 14 km gelopen, en zondag zijn het er 42. Dat is sowieso spannend natuurlijk, maar die onzekerheid durfde ik wel aan, dat was het experiment. Ik weet niet of ik erin geloof dat je met zo weinig kilometers een marathon kan lopen, maar ik zou het sowieso niet meer doen met lange duurlopen, en dit experiment ben ik weloverwogen aangegaan.

Wat het wel heeft opgeleverd: ik voel me goed, ik ben fris, uitgerust, ik voel me scherp, die duurlopen van 14 kilometer loop ik inmiddels moeiteloos en daarvan herstel ik snel. Dat was op weg naar Istanbul wel anders.

Wat het niet heeft opgeleverd: ‘meetbare’ progressie, in twee opzichten:

  1. Een hoger tempo bij een vaste hartslag. Ik ga de marathon lopen op duurlooptempo, hartslag <130, dus daar heb ik veel bij getraind. Idee daarvan is dat je dan langzaam-maar-zeker sneller wordt bij die hartslag. Nou, dat is niet gebeurd. Mijn tempo zwalkt. De laatste vijf 14-kilometer-lopen gingen gemiddeld in respectievelijk 6’48, 6’25, 6’45, 6’30 en 6’49 per km. Zeker die laatste was een klap in mijn gezicht, want toen voelde het heel lekker, maar o, wat is dat langzaam! Die 6’25-6’30, dat is wat ik me voorstel bij m’n marathontempo, dan loop ik ‘m in 4u30 ongeveer. Maar daar kom ik dus soms niet eens in de buurt.
    En hoezo, vanwaar die grilligheid? Ik kan alleen maar bedenken dat ik hem kennelijk technisch af en toe ‘niet raak’, maar dat merk ik dan dus niet.
    Overigens verklaarde die wisselvalligheid wel een deel van de ellende van die lange duurlopen op weg naar de marathon van Istanbul, want die liep ik op een vast tempo (in plaats van hartslag) en dus soms te intensief, waardoor ze te hard aankwamen. Die grilligheid is niet nieuw, namelijk, die signaleer ik ergens al wel jaren. Ik heb de woelige overgangshormonen ook wel eens de schuld gegeven, maar die zijn op dit moment redelijk koest, althans, zo ervaar ik het.
  2. Betere resultaten op de VIAD-test. Ik heb er op 23 januari een gelopen en gister, en die resultaten zijn zo ongeveer gelijk. Gister bleef mijn hartslag bij de vaste tempo’s soms ietsjepietsje lager en mijn herstelhartslag ietsjepietsje hoger, maar het scheelt heel weinig en dat is afgerond dus gewoon geen duidelijke progressie. Voor wie de getallen wil zien: hier zijn ze.

Tsja. Nouja, op zich is dit beter dan op weg naar Istanbul, want toen was ik trager geworden en had ik enorm afgezien op die lange duurlopen, en dat is nu niet zo. Maar wat ik ook kan concluderen: mijn trainingsaanpak heeft onvoldoende gerendeerd.

Komende zaterdag krijg ik ook nog eens mijn diploma als hardlooptrainer, dus de vraag ‘wat nu?’ moet ik eigenlijk zelf kunnen beantwoorden. Welnu, dit zijn mijn ideeën daarover:

  1. Wacht die marathon eerst maar eens af – wie weet.
  2. Als het niks wordt: doelen bijstellen. De (halve) marathon verder vergeten en me richten op afstanden tot 10 km. Boven het uur wordt hardlopen wezenlijk veel moeilijker voor me. Ik weet: met een marathon daag ik mezelf enorm uit. Misschien is het gewoon een brug te ver voor me. Jammer, maar geen probleem: ik wil m’n grenzen graag verleggen, maar soms loop ik er dan dus ook tegenaan.
  3. Anders gaan trainen. Van lange duurlopen ga ik achteruit, met kortere duurlopen heb ik stagnatie, dus laat ik het eens zonder duurlopen proberen. Het is lastig voor me om met zo’n lage intensiteit technisch goed te lopen, dat is de kern ervan denk ik. En verder heeft het mogelijk ook nog met m’n ‘dikke poten’ te maken: ik heb niet de bouw voor een lange-afstandsloper. Er zijn trainingsmethodes zonder duurlopen – ik schreef daar al een keer over
  4. Nog meer investeren in techniek, al valt het me tegen wat bijna een jaar daaraan werken me oplevert – nog niks, althans, niet in snelheid. Het schijnt er wel beter uit te zien en het voelt ook lekkerder, maar het voelt vooral lekkerder op de korte afstanden. Ik kan volgens mij vooral veel harder sprinten dan voorheen. Nou heb ik met zwemmen ook een periode gehad dat de techniekverbetering op langere afstanden niets opleverde, dat doet het ondertussen wel, dus wie weet heeft dit nog wat meer tijd nodig.
  5. En vooral: blijven genieten, los van de tijden en de snelheden en de prestatiedrang. Ik geef toe: dat is wel eens lastig. Ik was gister na die VIAD-test echt teleurgesteld, omdat ik graag loon naar werken wil. Misschien, zo dacht ik, moet ik ook maar eens minder hard werken ervoor. Dat lopen, dat is wel okee, maar al die core stability en andere oefeningen…

Dan is er nog één aspect wat mij helemaal met stomheid slaat. Ik heb namelijk wel reuze-progressie, maar ergens anders. Een maand geleden liep ik op zaterdag een halve marathon waarbij ik compleet op een hoop ging. De dag erna ging ik met moeie benen m’n geliefde trainingsrondje fietsen naar de punt van de landtong van Rozenburg, 73 km. Het woei een beetje, het was druk op het pad, ik had nog heel weinig gefietst (in de zin van: training – wel op de stadsfiets) en mijn hartslag bleef hartstikke laag (gemiddeld 119). Toen ik terugkwam, was het maar goed dat ik al was afgestapt toen ik op mijn horloge keek, anders was ik subiet van m’n fiets gevallen: dat was een recordtijd. Ik ben op dat traject nooit eerder zo snel geweest. Huh?

Dus wat levert al dat hardlopen op? Teleurstellende hardloopprestaties en geweldige fietsbenen. En dat vind ik toch echt moeilijk om te begrijpen.

Nou goed, duim maar voor me zondag, het wordt (voor mij) lekker weer! En als alles aan trainen een experiment is, dan is zondag dat bij uitstek. Ik meld me wel weer hier om erover verslag te doen.

 

Oja, en dan denk je misschien: maar ze heeft bij die Ironman toch ook een marathon gelopen? Ja, in een tijd die me zondag buiten de tijdslimiet zou brengen, met veel wandelen. Zo ga ik het écht niet doen zondag, dan wandel ik naar de metro!

Door |2017-04-05T20:21:26+02:005 april 2017|Fiets, Loop|0 Reacties

Hiaat #2

’t Is april en dan zou ik nog eens wat nabeschouwen op het terugblikken op de Ironman. Dat ga ik ook doen, zo af en toe in de loop van de maand.

Ik wil beginnen met het opvullen van nóg een hiaat. Vorige maand deed ik dat al met een urgente, maar ik ontdekte er kort daarna nog één: dat Blaudzun niet op m’n speellijst stond!

Vorige maand waren manlief en ik naar Blaudzuns concert in Vredenburg. Dat was beregoed! In de toegift speelde hij achter elkaar twee nummers waarvan ik dacht: wacht eens, die stonden niet op mijn Ironman-playlist? Huh? Ben ik ze toen vergeten? Tss!

Het gaat in de eerste plaats om Who took the wheel, het ultieme fietsnummer. In de versie op de plaat (in de link) en zeker ook als hij het solo speelt (zoals in de Avondetappe, als singer-songwriter, zo heb ik hem leren kennen), denk ik daarbij aan een klimmer die en danseuse  alleen een Alp opfietst (denk: Marco Pantani in zijn beste tijd). Live vorige maand had het eerder de dynamiek van een massasprint, heerlijk.

En dan is er Promises of no man’s land, het nummer dat de NOS als tune gebruikte tijdens de Olympische Spelen van Sotsji, toen de Nederlandse schaatsers op ware goudjacht waren. Dus dat nummer is dan weer het ultieme sport-presteer-nummer. Het heeft een prachtige ingehouden spanning die dan in het ‘when the heat is on’ tot ontlading komt. Ook zo’n nummer om niet stil bij te kunnen blijven zitten!

Hier zijn ze allebei op Spotify:

Door |2017-04-01T19:00:00+02:001 april 2017|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Even een hiaat opvullen

Cover boek Sport als levenskunstIk ontdek net een hiaat in mijn blog – heb ik het echt al die tijd lang niet gehad over Marc Van den Bossche? Jeetje. Nou, daar moet ik echt even wat aan doen. De post hieronder is de eigenlijke voorlopig laatste post van dit blog, zie daar voor als je wilt weten hoe het verder in elkaar zit.

Ik was net even aan het googlen omdat ik benieuwd was waar Marc Van den Bossche recentelijk mee bezig is, en toen kwam ik een artikel tegen dat mij meteen kippenvel bezorgde, over zijn rouw na de dood van zijn geliefde. Hij beschrijft daar hoe het doorslaggevende inzicht in zijn rouwproces kwam tijdens het zwemmen:

Dat het inzicht kwam toen ik al anderhalf uur aan het zwemmen was, was niet toevallig. Duursporten doet iets met je denken, je krijgt ideeën en inzichten.

Dat is niet voor het eerst dat hij dat schrijft: in zijn boeken Wielrennen en Sport als levenskunst staat de relatie tussen denken en sport centraal. Van den Bossche – wel ‘de fietsende filosoof’ genoemd, maar hij loopt ook hard en zwemt dus ook – beschrijft bijvoorbeeld hoe hij zelf zijn wetenschappelijke bijdragen uitdenkt op de fiets, maar zeker Sport als levenskunst gaat verder als pleidooi voor sport als noodzakelijke vorm van zorg voor lichaam en geest; duursport draagt bij aan een zinvol leven.

Als je tenminste maar niet te prestatiegericht bent. In dat artikel van hierboven zegt hij bijvoorbeeld

Niet de tijd die je doet over een marathon is belangrijk, maar hoe je ernaar toeleeft: het trainen, het rusten, het eten, het respecteren van je lichaam. 

Daarin echoot voor mij mijn belangrijkste Ironman-conclusie: dat het proces de moeite waard was, lonender dan die ene dag in augustus, en dat die 15 uur, 8 minuten en 46 seconden er eigenlijk ook niet zo veel toe doen. Waar het om gaat, is hoe het toewerken naar die dag twee jaar lang mijn leven mede heeft vormgegeven. Daar heb ik van geleerd, daar ben ik sterker van geworden, en ik durf zelfs te zeggen: een beter mens.

Een andere uitspraak van Van den Bossche die heel vaak in mijn hoofd zit is dat we elkaar als sporters eigenlijk niet naar tijd en prestatie zouden moeten bevragen, maar naar genot. Dus als iemand vertelt de Mont Ventoux opgefietst te zijn, vraag dan niet ‘Hoe lang heb je erover gedaan’ maar ‘En, genoten?’ Ik doe daar echt mijn best op! Want genieten, dat is waar het om gaan, sowieso, maar zeker op mijn niveau.

Kortom, Van den Bossche werk heeft me zeer geïnspireerd bij mijn eigen denken over de zin van duursport. Waarvan nu eindelijk dan toch nog acte op dit blog.

(Grappig, ik zocht een link voor Sport als levenskunst en ik zie ineens mijn eigen naam! Ik heb dat boek gerecenseerd voor Fiets Magazine, ik wist niet dat de uitgever daaruit had geciteerd. Het wordt daarmee een beetje cirkeltje, want Marc Van den Bossche wijdt in dat boek enkele pagina’s aan mijn Afzien voor Beginners. We hebben ook wat contact gehad, en ik wist dat zijn vrouw overleden was. Zijn nieuwste boek heb ik maar gauw besteld! We hebben elkaar nog nooit ‘live’ ontmoet, maar wie weet komt dat ooit nog.)

 

 

Door |2017-03-02T14:31:25+01:002 maart 2017|Boeken, Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|1 Reactie

Terug-, nee, vooruitblik: de plannen

Ja, ik heb ook weer nieuwe plannen. In de eerste plaats de marathon hier in de stad. Ik schreef het al naar aanleiding van de Kustmarathon: ik wil nog één keer proberen om een marathon hardlopend uit te lopen, dus zonder wandelen. Dan moet het in ongeveer 4,5 uur kunnen lukken. Ik heb nu drie marathons gelopen (Istanbul, in de Ironman en de Kustmarathon), maar met veel wandelen en met heel langzame tijden. Dat blijf ik niet zo doen: als het met fatsoenlijk trainen weer niet lukt, houd ik het voor gezien, dan is het niks voor mij. Als ik straks in april na 30 km weer moet gaan wandelen, wandel ik naar de dichtstbijzijnde metro, is het plan.
 
In de aanloop naar die marathon ga ik een paar trainingsevenementen doen, zoals een georganiseerde trainingsloop, een halve marathon en misschien nog wel een enkel korter loopje ook. Ik heb zondag al een 5 km gelopen, maar toen was ik niet zo op dreef en het parcours was zwaar, dus dat viel nog niet zo mee. Wel leuk trouwens, in een zonnig Westvoorne.
 
Ik heb mijn eigen schema geschreven. Dat moet ik nu wel kunnen ook, hè, als hardlooptrainer-in-opleiding. Vanwege mijn slechte ervaringen in de aanloop naar Istanbul doe ik het nog steeds zonder lange duurlopen – zeg nooit nooit, wie weet wat er nog gebeurt, maar er zal iets drastisch moeten veranderen wil ik dat ooit nog opnieuw gaan doen. De twee dertig kilometers die ik toen in de voorbereiding gelopen heb, zijn nog steeds een beetje traumatisch, zeg maar, zie ook deze blogpost van toen. Ik heb moeten onderkennen dat ik in Istanbul vermoedelijk licht overtraind aan de start stond  – in elk geval moe. Als ik vergelijk hoe ik me toen voelde met 28 augustus ’s ochtends vroeg, dat was een wereld van verschil. In april wil ik me voelen zoals in augustus.
 
Dus zonder lange duurlopen, maar wel meer dan in de marathonrevolutie-aanpak, want de maximaal 42 weekkilometers daarin loop ik nu al, als ik een beetje mijn best doe.  Dus ik ga wel een paar keer langer dan 14 kilometer lopen (eens per maand en maximaal de 25 kilometer van de Heinenoordtunnelloop), en als maximale weekomvang tegen de 50 kilometer. Daarbij de fiets als crosstraining: afhankelijk van het weer de komende maanden wil ik opbouwen naar die beoogde 4,5 uur, zodat ik mijn hart-longconditie daar wel aan laat wennen. Dat moet geen probleem zijn, behalve dan bij kou, wind en gladheid.
 
Trouwens, over die marathonrevolutiemethode – ik blijf dat interessant vinden, en vond de controverse die het oproept mooi behandeld in deze post. Ik doen verder bij het terugblikken niet veel meer aan links naar interessante leesstof, maar hiervoor maak ik graag een uitzondering. Ik heb zelf nog niet ‘bewezen’ dat de aanpak werkt, maar ik vind het wel interessant hoe de controversie iets laat zien van onze calvinistische sportmoraal: dat je kennelijk pijn ‘moet’ lijden om iets te ‘mogen’ bereiken.
 
Daarnaast blijf ik bezig met techniek. en bij lopen hoort natuurlijk ook als doel: mijn diploma halen als trainert, als het goed is, gebeurt dat de dag voor de marathon!
 
Daarna het triathlonseizoen. Ik heb een selectie aan wedstrijden gepland: Ter Aar (1/8e), Krimpen (kwart), Oud-Gastel (1/3e), Bocholt (Mitteldistanz), 010 (nog niet ingeschreven, wordt denk ik  kwart), Binnenmaas (kwart). Daaruit wil ik nog gaan kiezen wat mijn hoofddoel wordt. Ze zijn allemaal ‘in de herhaling’ en ik wil minstens in Bocholt voor een parcoursrecord gaan; in Oud-Gastel misschien ook wel. Een keer ergens op het podium staan in mijn leeftijdscategorie? Een PR op de kwart? Lekker knallen? Dat heb ik al twee seizoenen niet gedaan, in 2015 door blessureleed en in 2016 door de grote focus op duur. En in elk geval: ervan genieten! Het zijn stuk voor stuk leuke triathlons, dus dat moet wel kunnen lukken.
 
Het lijkt me ook leuk om een paar zwemtochten in de herhaling te doen, want die heb ik afgelopen jaar erg leuk gevonden: Kattendijke-Wemeldinge, Jan de Koele en de Branderszwemtocht bijvoorbeeld. Bij de thuistocht in de Schie, kan ik helaas niet, want dan is de Vrouwentriathlon in Utrecht en daar word ik als vrijwilliger verwacht, want ook dat blijf ik doen. Mogelijk kan ik dat dit jaar een keer combineren met zelf meedoen?
 
En een paar leuke fietstoertochten, zeker als manlief die ook gaat doen, want die heeft ook plannen, best heftige zelfs – daarover de volgende keer meer. Sámen hebben we ook een plan, namelijk weer een keer lang weg om een grote fietstocht maken, mogelijk in Nieuw-Zeeland, en ook daarvoor ga ik trainen. Wat ik verder in de tweede helft van 2017 ga doen, weet ik nog niet. Over het grote twijfelpunt ook een volgende keer.
 
 
Door |2017-01-10T17:49:57+01:0010 januari 2017|Boeken, Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Terugblik: de rest van de wereld

De terugblik is wat navelstaarderig aan het worden, dus ik doe er even een bredere kijk op de wereld tussendoor, wel gekoppeld aan mijn sportervaringen.
 
Het jaar van mijn Ironman was voor die wereld geen makkelijk jaar. Het meest schokkend vond ik nog het Brexit-referendum, zo kort nadat ik in een triathlonweekend negen landsgrenzen was overgestoken, waarvan twee in de wedstrijd, en voor het eerst in Schengen was geweest. Ik heb daar nog vaak aan terug moeten denken, het gaat er natuurlijk ook nog vaak over, maar ook omdat ik op de dag van de uitslag misschien wel de mooiste fietsrit had van alle trainingen van afgelopen zomer. Ik heb daar toen niet eens zo uitgebreid over geschreven, het was ‘maar’ een training immers. Maar dit verhaal heb ik sindsdien al een paar keer verteld, bijvoorbeeld in het kader van waarom sporten zo goed en zo fijn is:
 
Ik had die vrijdag 180 fietstrainingskilometers op het programma staan, en ik zou een ‘rondje eilanden’ doen: naar de wide open spaces van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse dammen en dijken, weilanden en watervlaktes, het land waar ik vandaan kom en me mee verbonden voel. ’s Ochtends wilde ik wel nog even het nieuws zien, vanwege de uitslag van het Brexit-referendum. Wat een mokerslag!
 
Met een donderwolk van hier tot gunter rond mijn hoofd stapte ik op de fiets. Ik had eerst wind tegen en het ging nog regenen ook, maar dat paste wel bij mijn stemming.
 
Gaandeweg draaide ik gunstiger in de wind en het weer klaarde op tot stralend zonnig. Mijn hoofd ging daarin mee, en helemaal opgeruimd en verfrist kwam ik na 180 kilometer thuis aan. Ik had de Brexit niet opgelost, dat kan niet natuurlijk. Ik was er zelfs niet intensief mee bezig geweest. Ik kon me later niet herinneren waar ik dan wel aan had gedacht. Maar dat maakt niet uit: het fietsen, het weer, de vele uren van alleen zijn en het landschap hadden hun heilzame werk gedaan.
 
De andere verkiezingsuitslag, die in de VS, zag ik veel beter aankomen – en alles went, denk ik. Diezelfde week was ik meer onder de indruk van het overlijden van Leonard Cohen. Kijk maar naar mijn Ironman-playlist: daar staan twee nummers van hem in, al is er eentje gezongen door iemand anders. Dat hij er niet meer is, dat raakt me. Al heeft hij een aardige leeftijd bereikt en heeft hij bovendien als laatste album nog een geweldige nalatenschap afgegeven:
 
cohen
 
Het titelnummer, ‘You want it darker’, man-o-man, dat gaat tot diep in mijn ziel. Luister vooral naar die prachtige donkere tonen van het koor.
 
Het is dat album en vooral dat nummer dat me de afgelopen maanden begeleidde, onder andere in de auto naar de bijeenkomsten van de hardlooptrainersopleiding. Die deels ook nog in het Olympisch Stadion waren, daar waar ik Cohen in 2012 voor het eerst live zag – een van de mooiste concertervaringen uit mijn hele leven.
 
Dan was het in november ook nog een jaar geleden dat manlief en ik de marathon van Istanbul liepen. Wat er in die stad en verder in Turkije sindsdien allemaal gebeurd is, dat kan ik amper bevatten. Er zijn aanslagen geweest, de een na de ander, op of vlakbij plaatsen waar wij ook geweest zijn. En dan die staatsgreep en de nasleep daarvan. Die marathon, die startte bij de brug die toen nog Bosporusbrug heette, maar nu de ‘15 Juli Martelaarsbrug’ – dat zou ik toch moeilijk uit mijn strot krijgen. We voeren er de dag na onze marathon op onze rondvaart over de Bosporus zo naartoe (en ergens achter die moskee was die aanslag van Oud&Nieuw, als ik het goed zag op tv):
 

2015_11_16_0086

 Dat zijn zo wat beschouwingen. Dát ik zo geschokt was door het Brexit-referendum, was om vele redenen, maar ook omdat op dat moment tot me doordrong wat een roekeloze gok dat was geweest van Cameron. De polarisatie in ons deel van de wereld vraagt om veel grotere bezonnenheid dan dat. Voor dit nog zo nieuwe jaar hoop ik daarom, naast op vrede in Syrië, op veel wijsheid bij onze eigen leiders. 
 
Door |2017-01-08T17:31:49+01:008 januari 2017|Fiets, Triathlon algemeen, Waarom|0 Reacties
Ga naar de bovenkant