Fiets

Troostfoto’s

Ik weet al lang dat ik buiten sporten nodig heb om m’n hoofd op orde te houden. Ook nu blijkt dat weer van onschatbare waarde – vooral fietsen, maar hardlopen en wandelen doen ook duiten in het zakje. Ik prijs me nog steeds gelukkig dat er in Nederland geen verbod op is (Spanje) of dat het is beperkt tot een kilometertje om je huis (Frankrijk) – ik heb hem daar wel voor geknepen.

Meer dan anders zie ik op dit moment tijdens het sporten in de omgeving zaken die me troost bieden. Ik heb daar af en toe foto’s van gemaakt, hier komen er een paar.

In de eerste week ervoer ik vooral de natuur als troostrijk: de ‘gewoonheid’ van de planten en de dieren, ook nog in dit mooie seizoen – ze hebben geen weet van wat voor crisis dan ook en zijn gewoon aan het groeien en bloeien. Ik ging op zoek naar de ganzen en de schapen langs het Spui (mooi buitendijks fietspad, aan de Puttense kant). Die kwam er niet heel geweldig op, maar ze waren er wel:

Beter lukte de foto van een fors stuk uit Schotland geïmporteerde natuur die terwijl ik mijn telefoon pakte ineens heel dichtbij kwam – oeps!:

Het was gelukkig alleen goedmoedige nieuwsgierigheid.

In de grote hoeveelheid stralende zon was het voorjaar steeds schitterend, zoals vorige week:

Deze week viel me op dat ik juist het zien doorgaan van gewoon werken troostrijk vond, zoals varen – mooi, we worden nog bevoorraad:

Vrachtschip

Zelfs het affakkelen bij Pernis had wel wat:

Daarbij was het licht ook mooi, zeker in samenspel met wolken en hoge dingen (windmolens, bomen):

Deze laatste foto is vlak bij huis, en wat ik ook leuk vond, was om daar nieuwe dingen te ontdekken. Maandag wandelden manlief en ik een ommetje over een route die we allebei vaak hardlopen, maar dan andersom, en dus trager. En dan zie je ineens nieuwe dingen – deze waterwerken (en de rommel) waren me nooit eerder opgevallen, dat gebouwtje rechts is een gemeentelijk gemaal:

Gister wandelde ik ‘m andersom, en nóg een ontdekking: er loopt een onverhard paadje langs de nieuwe waterweg, althans, zo ziet het eruit en het loopt inderdaad min-of-meer door:

Zo kun je dus op steenworp afstand van thuis nieuwe dingen ontdekken, wat troostrijk is bij gebrek aan tochten en vakanties.

 

Door |2020-04-03T11:05:59+02:003 april 2020|Fiets, Loop, Waarom|0 Reacties

Een eerste balans

Twee weken geleden is mijn normale leven tot stilstand gecrasht – dat is het beste woord, als ik nu terugkijk. Ineens kon er van alles niet meer, op sport- en andere gebieden, en kwamen daarvoor in de plaats angst, verdriet en onzekerheid, voor mijzelf en voor de wereld om me heen. Dat is nogal een schok.

De laatste dagen heb ik al een aantal keren gezegd (in telefoon- en videoverbindingen) en geschreven (mailend en append) dat het me ‘naar omstandigheden’ goed gaat. Die omstandigheden zijn extreem en ik zou er wat voor geven om ze weg te kunnen toveren.

Dus echt goed – nee. Maar toch best wel okee dus.

De ergste acute stress is voorbij, ik voel me niet meer een konijn dat in de koplampen zit te staren, ik kan soms het nieuws een tijdje laten, ik kan me an en toe weer een beetje op andere dingen concentreren, ik word laconieker om verdere annuleringen. Een soort van ‘alles went’, zal ik maar zeggen.

En wat me ook opvalt: mijn lijf houdt zich eigenlijk best goed. Daar heeft mijn huidige leefwijze zelfs een paar voordelen voor. Ook nadelen, maar de balans is best wel okee.

Voordelen

Mijn leven is een heel stuk regelmatiger geworden. Ik hoef niet meer, zoals anders, af en toe vroeg op om om 9 uur in – bijvoorbeeld – Amsterdam te kunnen zijn. En ik ga ook niet meer, zoals anders, laat naar bed omdat ik ’s avonds iets leuks aan het doen was buitenshuis.  Voor een TV-programma hoef ik ook niet op te blijven: de volgende dag tijd zat om terug te kijken. Lang uitslapen om een zo ontstaan slaapgebrek te compenseren hoeft ook niet meer. Ergo: ik ga al meer dan twee weken om 11 uur naar bed en ik sta om ongeveer half 8 op. Voor mijn doen is dat wonderbaarlijk!

Ik eet supergezond. Ik ben me ervan bewust dat ik een beetje op moet passen voor zowel mijn weerstand (geen snelle suikers snoepen) als mijn gewicht (ik ben veel minder actief). Maar het kost me frappant weinig moeite om me te beperken tot drie goede maaltijden per dag (met dank aan manlief) en een enkel gezond tussendoortje. Ik ben namelijk al mijn gewone snaaimomenten kwijt:

  • Ik snaaide bijvoorbeeld vaak op de terugweg van werk elders – het station is echt één grote bron van verleidingen en vaak was ik ook wel flauwig van het werk, of vond ik dat ik het wel verdiend had ofzoiets. Doe ik niet meer, kom ik niet meer.
  • Ook snaaide ik vroeg op de avonden dat we na 9 uur aten omdat manlief pas dan terugkwam van z’n atletiektraining. Hoeft niet meer: manlief traint nu ook overdag, we eten ergens tussen zes en zeven, ook heel regelmatig.
  • Een ander snaaimoment was ’s avonds laat, als ik thuiskwam van iets en manlief al in bed lag. Nog even ‘chillen’ – had ik nodig om te kunnen slapen, en vaak had ik daar dan ook een beetje een trekje bij. Dat moment is ook foetsie.

Dat snaaien kon ik overigens goed hebben, met m’n stabiele gewicht. En ik snaaide ook wel noten en, uh – nou nee, niet heel veel meer gezonde dingen, moet ik bekennen, maar wel vooral hartig: kaas, crackers, chips. ik vond het nooit een probleem, maar het láten betekent wel dat ik vrij makkelijk ineens veel minder eet.

Ik vind het wel een interessante observatie ook, omdat het zo duidelijk laat zien dat het gewoonte-eten is. Andere gewoonte en weg is de behoefte. Bij mij dan. Ik heb al wel begrepen dat veel thuiszitters met het omgekeerde probleem zitten, en dat kan ik me goed voorstellen. Ik ben bovendien geen emotie-eter – als ik van stress ging eten, had ik me de afgelopen weken flink volgepropt.

Nadelen

Ik slaap matigjes. Ik ben nooit een goede slaper geweest, in de vroege overgang was het vreselijk, het is sindsdien okee maar niet meer zoals vroeger, en het is nu ook niet jofel, al gaat het redelijk.

Waar ik meestal inslaapproblemen heb, heb ik nu doorslaapproblemen: ik ben standaard een keer of vier wakker ’s nachts, wakker genoeg om op de wekker te kijken en vaak moet ik eruit om te plassen. Als ik rond zes uur wakker word, val ik daarna soms wel en soms niet meer in slaap. Te vroeg wakker worden ken ik als duidelijk stresssymptoom. Ik heb ook minder slaap nodig dan normaal, lijkt het – vanwege de regelmaat maar ook door veel minder activiteit.

Mijn bovenlichaam verstijft. Voor bovenrug, nek en schouders is het veranderde bewegingspatroon tricky, het resultaat van een optelsom:

  • Ik zit veel meer achter de computer. Wat ik nog aan werk kan doen, gaat zo, en daarbij zit ik bijvoorbeeld ineens ook achter het scherm voor mijn sociale contacten. 
  • Het gebied is gevoelig voor stress.
  • Ik zwem niet meer en al helemaal niet meer halverwege de werkdag thuis (m’n favoriete lunchuur).
  • De vervangende oefeningen voor aan het ‘zwemkoord’ komen vrij hard aan. Ik heb nu een routine waarin ik 4X50 slagen maak, dat is het equivalent van 200 meter, minder dan m’n inzwemafstand, maar daar had ik vorige week wel spierpijn van. Nouja, hopelijk betekent dat dat ik m’n spieren een beetje onderhoud inderdaad.
  • Ik fiets alleen nog maar op sportieve fietsen waarvan de houding belastender is dan de stadsfiets. Ik probeer het gebrek aan stadsfietsritjes (gemiddeld 3,5 uur per week) te compenseren met een extra lange rit op een sportfiets. 
  • Ik ben vorige week nog wel maar deze week niet meer naar m’n masseur geweest en ik kan ook niet naar de chiropractor.

Oef. Ik heb er flink last van gehad afgelopen week, sinds gister is het (tijdelijk?) beter. Leerproces: meer losmaak-oefeningen doen en mezelf van die computer wegtrekken. Ik doe op woensdag nu aan arbeidstijdverkorting: dan ga ik fietsen.

* * *

Ik weet: het is nog maar twee weken, we gaan dit met z’n allen lang moeten volhouden en er gaat nog een boel narigheid op ons afkomen. De toekomst is zeer ongewis. Het is al heel wat als je nu niet gillend gek wordt. En dat lukt dus vrij aardig.

Door |2020-03-28T11:24:20+01:0028 maart 2020|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Snottergêne

Ongeveer zeven maanden per jaar heb ik een non-stop loopneus als ik buiten ben. Ik snotter als het kouder is dan een graad of 10, zeker als daarbij de luchtvochtigheid hoog is, en ik snotter ook als er veel bomenpollen in de lucht zijn. Dus samen is dat ruwweg van oktober tot en met april. Op dit moment is het heel heftig, want het is koud plús pollen.

Dat snotteren is normaal – ik heb, zoals dat heet, hyperreactieve luchtwegen: niet echt een duidelijke afwijking, ziekte of allergie, maar wel gevoelig voor een heleboel. 

In andere jaren gaat al dat gesnotter redelijk ongemerkt, maar nu geneer ik me ervoor.

Het begon een paar weken geleden al. Ik fietste een keer naar het station en kwam daar aan bij de fietsenstalling met een flinke drel uit mijn neus. Ik had zo gauw geen zakdoek bij de hand. Wat nu? Zomaar wegsnuiten kan ik toch niet maken. ik weet zelf wel dat het geen corona is, maar weten anderen dat, en bovendien: als ik zonder symptomen corona heb, zit er toch ook virus in dat snot (denk ik). Als ik snotter en snuif, zie ik mensen dan ook kijken. Ik heb besmuikt en moeizaam lopen te snifsnotteren totdat ik ergens rustig onder uit m’n tas een papieren zakdoekje kon opgraven.

Ik las ergens een advies aan fietsers om nu fietsenderweg niet je fluim weg te schieten maar om af te stappen om je neus fatsoenlijk te snuiten. Als ik dat serieus zou nemen, kom ik niet meer aan fietsen toe. Nou ben ik ook niet zo goed in die fluimen, die eindigen meestal ergens op mezelf, dus ik laat het toch altijd al maar een beetje lopen en dan poets ik het met mijn handen of handschoentjes een beetje af, en thuis beter. Dat is nu ook mijn strategie – met die handen/handschoentjes probeer ik in de openbare ruimte toch al niks aan te raken ook.

Wel zie ik af en toe een druppel op de grond belanden. Ik heb me al proberen voor te stellen hoe ik daarmee iemand zou kunnen besmetten, van die fantasieën als: de volgende fietsers rijdt eroverheen en daarna meteen lek, zit dan dus met z’n handen aan de band, en daarna met die handen aan z’n neus… nouja, hoe groot is die kans? Kleiner dan overreden worden, lijkt me.

Als het snot me echt in de weg zit, wat overigens meer bij hardlopen zo is, probeer ik het via mijn handen ergens op een discrete plek weg te werken. Als niemand kijkt.

Ik heb me nooit eerder zo’n snotneus gevoeld.

Door |2020-03-23T17:13:10+01:0023 maart 2020|Fiets, Loop|2 Reacties

Gedachten over sporten en weerstand

In de oproepen die ik dinsdag linkte, staat ook dat het goed is om zo te trainen dat het geen grote aanslag doet op je immuunsysteem, om dat zo goed mogelijk te hebben als je besmet raakt met het corona-virus. Dat is een wijs advies, het is alleen de vraag wat het precies betekent. Ik heb begrepen dat sommige sporters het vertalen in ‘alleen kort en rustig trainen’. Ik doe dat niet: ik doe ook intensieve intervallen, zowel lopend als op de fiets. Ik fiets nog niet lang, het is nog maar maart, maar ik hoop dat wel uit te gaan breiden. Hier mijn gedachten daarover.

Waarom?

Waarom zo ‘onvoorzichtig’? Nou, de belangrijkste reden is dat ik denk dat mijn aanpak geen kwaad kan. Volgens mij gaat het om goede individuele dosering. Belangrijkste is dat ik me niet helemaal leegtrek en over mijn grenzen jaag – dat geeft zeker een immuun-dip. Helemaal als het gepaard gaat met zware omstandigheden en/of een uitputting van de koolhydraatvoorraden in mijn spieren (hongerklop).

Maar als ik doe wat ik goed kan hebben, is dat geen probleem. Ik verteer lang fietsen goed, en ik ben weliswaar gewend aan pittige intervallen, maar loodzware, lange (anaerobe) intervallen doe ik nooit (zie dit recente artikeltje over mijn manier van hardloop-intervallen). Ik kom van trainingen dan ook niet total loss of uitgeput terug. Want ik weet wel hoe dat voelt, van wedstrijden bijvoorbeeld, of loodzware tochten.

Tot zover de belangrijkste reden – hier gaat het om, zal ik maar zeggen: gezondheid voorop. De volgende redenen wegen daar dan nog extra in mee:

  • Ik wil goed blijven op de langere termijn. Mijn inschatting is dat de huidige situatie lang gaat duren. Als ik lang alleen maar kort en rustig train, raak ik veel kwijt wat ik mogelijk nooit meer terug krijg, want ik ben op de ‘use it or lose it’ leeftijd.
  • Ik heb op dit moment extra rust- en hersteltijd omdat ik verder niet zo veel te doen heb buitenshuis. Ik hoef op dit moment niet, bijvoorbeeld, om 6 uur op, om me dan door het donker en slecht weer op de fiets naar het station te haasten om in een volle spitstrein naar Amsterdam te reizen, staand met een zware tas met laptop op m’n nette schoenen, dan 8 uur lang druk in de weer om een groep schrijvende professionals wat te leren, tussendoor eten in een lawaaierige kantine, en aan het eind van middag weer door spits terug – 12 uur van huis (ik kan daar wel eens over mopperen, maar ik zou er wat voor geven nu…). Ik merk nu dat ik fysieke energie over heb aan het eind van de dag. Gelukkig kan ik sporten, en soms ook pittig ook – dan houd ik nog steeds energie over.
  • Ik heb leuk sporten nodig voor mijn hoofd, en alleen maar kort en rustig is niet leuk. Er is maar weinig leuk op het moment, dus laat me af en toe lekker knallen, vooral als er wat woede of frustratie uit moet. Na de ergerlijke woorden van minister Wiebes zondag over dat zelfstandigen er zelf voor gekozen hadden, liep ik een paar kogelharde kilometer-intervallen – heerlijk. Lange fietstochten doen wonderen voor mijn hoofd. Ik heb dat knetterhard nodig.

Niet in de hand

Er komt nog iets bij. ik weet dat de invloed die ik zelf heb op mijn weerstand maar beperkt is. Je kan ‘m helemaal niet ‘optimaliseren’, je kan alleen voorkomen dat je ‘m ondermijnt.

Bovendien: in het advies ‘houd je weerstand op peil’ zit de maakbaarheidsgedachte opgesloten. Kort door de bocht: ‘als ik maar kort en rustig train, kom ik hier wel goed doorheen’ en in de venijnige variant: ‘iemand die wel heel ziek wordt, heeft te zwaar getraind’. Zo is het gewoon niet.

We zitten in een soort loterij, dat is het akelige van het coronavirus: bij de meesten verloopt het mild, sommigen worden er erg ziek van. Voor zover ik begrepen heb, tast de medische wetenschap nog in het duister wat het verschil is tussen die twee groepen. Ja, oud zijn en al iets hebben, maar dat is niet het hele verhaal.

Ik hoop natuurlijk ook dat ik, als ik het krijg, zo’n mild geval word, en ik zie zeker het nut van het op peil houden van mijn weerstand. Maar ik weet ook dat ik het niet in de hand heb.

Nader weerstandsonderzoek

Dit alles op een rijtje zettende, realiseerde ik me dat ik natuurlijk best wel ervaringsdeskundig ben op het gebied van weerstand tegen verkoudheden. Immers, ik ben nogal eens verkouden, ik schreef daar in november 2018 over – dat was een slecht seizoen op dat gebied. Wat ik daar al schreef over wat ik zelf kan doen aan mijn weerstand, weet ik al lang:

  • Van zwaar of lang trainen word ik niet vaker verkouden.
  • Ik word zieker als ik mezelf erg vermoei als ik al iets heb, zoals verkouden op stedentrip gaan of verkouden terug komen reizen uit Australië.

Dat is dus niks nieuws.

Maar toen ging ik eens na hoe het zat met de verkoudheden van de afgelopen twee jaar. Waren er in de voorafgaande dagen weerstands-ondermijnende zaken aan te wijzen? Ja, dat was zo:

  • Drie keer heb ik in de voorafgaande dagen in een slechte airco gezeten; de laatste twee zelfs bij dezelfde opdrachtgever – ik heb daar al eens geklaagd over het binnenklimaat.
  • Vier keer had ik mezelf  ervoor – inderdaad – uitgeput. Eén keer door extreme overprikkeling, drie keer door sport: twee keer bij een loop waarbij ik tot het gaatje gegaan was (zoals mij PR op de 15 kilometer vorig jaar – de dag erna werd ik verkouden), één keer bij de heroïsch koude triathlon van Alphen – een kleine week later werd ik verkouden.
  • Het enige resterende geval, dus de enige zonder mogelijk verklarende voorafgaande omstandigheden, was sowieso afwijkend: andere symptomen waaronder koorts. Dat noem ik dan ook griep en geen verkoudheid. Mogelijk was dat gewoon een heftiger virus.

Ik weet dat ik nu het gevaar loop om in de post hoc ergo propter hoc valkuil te vallen: ik redeneer terug vanaf een verkoudheid en vind dat overeenkomsten in de voorafgaande dagen. Dat wil niet zeggen dat die omstandigheden de infectie veroorzaakt hebben. Er kwam altijd nog iets aan te pas, namelijk een virus, en ik kan talloze voorbeelden vinden van dezelfde omstandigheden zónder daarna een verkoudheid. Dus er is geen duidelijk causaal verband.

Voornemens

Maar ik leer er wel wat van. Het lijkt erop dat ik in corona-tijden vijf dingen niet moet doen:

  • Wedstrijden waarbij ik tot het gaatje ga, en al helemaal niet in de kou. Geen probleem: er zijn geen wedstrijden, en de betere tijd van het jaar breekt aan. Het kan wel nog steeds koud en nat zijn natuurlijk, daar moet ik voor oppassen.
  • In de airco gaan zitten. Ook geen probleem, want ik kom op het ogenblik nergens waar dat zo is. Ik ben vooral thuis immers, of buiten.
  • Mezelf anders uitputten, bijvoorbeeld door overprikkeling. Daar kan sporten juist bij helpen: even weg van alles.
  • Hongerklops en koolhydratenuitputting veroorzaken. Daar lette ik trouwens al goed op. Het is ook een reden waarom ik nooit nuchter train, bijvoorbeeld, ook al is dat effectief voor de vetverbranding: te groot risico voor mijn weerstand.
  • Doortrainen als ik niet fit ben. Niet dat ik dat zo fanatiek wél deed, maar in geval van twijfel ga ik nu strenger zijn voor mezelf.

En laten we er verder het beste van hopen. Voor ons allemaal.

* * *

PS Ik had deze blogpost in concept al klaar toen ik vanochtend de nieuwsbrief van Growth Equation kreeg. Steve Magness betoogt daarin iets soortgelijks als ik, en voegt er nog aan toe dat plotseling veel minder gaan doen je weerstand óók ondermijnt. Dus, zegt hij, doe niet te gek, maar blijf zeker wél in je routine!

Door |2020-03-19T15:31:00+01:0019 maart 2020|Fiets, Loop, Waarom|0 Reacties

Gas eraf X3

Net als veel andere sporters kwam er vorige week bij mij een abrupt einde aan een doelgerichte trainingsopbouw. ik was in eerste instantie bezig voor de zwemloop in Vlissingen van volgend weekend, waar ik een PR op de kilometer hoopte te zwemmen. Lopen ging ook lekker: ik zou net deze week m’n maximale intervalomvang bereiken. Na de zwemloop zou ik die twee sporten op een iets lager pitje zetten, om meer ruimte te maken voor het fietsen, richting twee triathlons in mei en daarna op fietsvakantie naar Mongolië.

Daar kunnen allemaal strepen door. Tenminste, de triathlons in mei en die reis zijn nog niet definitief geannuleerd, maar ik acht de kans dat ze doorgaan nihil. En dus is mijn eerstvolgende doel pas eind augustus, als ik start aan een serie van vier of vijf kwart triathlons achter elkaar.

Vijf maanden is nog heel ver weg, te lang eigenlijk om al gericht naar toe te kunnen opbouwen. Zeker omdat het ‘maar’ om kwartjes gaat, en al helemaal omdat ik een pieken-en-dalenmens ben dat niet lang goed kan zijn. Er moet dus nu enig gas af, om straks weer dusdanig op te kunnen bouwen dat ik dan goed ben.

  • Gas eraf met zwemmen gaat vanzelf: de zwembaden zijn dicht, het buitenwater is nog te koud. En dat betekent ook vanzelf dat ik straks weer moet opbouwen.  Dat is sowieso niet anders – en dat gaat wel lukken.
  • Gas eraf met fietsen hoeft niet zo, ik moet het er alleen niet echt óp doen nu. Ik was nog niet aan het opbouwen immers, ik stond nog in de winter-onderhoudsstand: wekelijks een duurtraining buiten bij goed genoeg weer en anders een intensieve spinningles binnen. Dat laatste kan niet, en ik ben dus deze week rustigjes begonnen met buiten intensieve intervallen te gaan doen. Daar kan ik voorlopig wel mee verder. Daarnaast minstens één rustige lange rit, ook voor het hoofd, en eventueel nog een, ook om het gebrek aan dagelijkse stadsfiets- en andere beweging te compenseren. Daarmee doe ik véél meer dan nodig is voor een kwart triathlon over vijf maanden, maar dat geeft niet – ik vind het lekker en leuk en ik kan qua fietsen veel hebben.
  • Gas eraf met lopen vind ik nog het lastigste, omdat dat het meest voelt als ‘zonde’. Maar het is wel het belangrijkste, want juist lopen kan ik niet lang doorzetten, zeg maar, dat is echt een piek-kwestie. Ik heb nog niet echt een plan, heb tot nu toe maar wat gedaan met de intervallen, een beetje schipperend. Dat is trouwens ook prima: het lijkt me nu goed om niet al te doelgericht te zijn, niks te moeten en het vooral leuk te houden.

Met deze aanpak hoop ik zo goed mogelijk te zorgen voor mijn lichamelijke en geestelijke gezondheid, op een manier die me straks in staat stelt om weer lekker door te sporten. Dat vind ik het belangrijkste. Ik denk ook dat ik op deze manier goed zorg draag voor mijn weerstand, ook belangrijk nu – daarover morgen meer.

Door |2020-03-18T18:25:14+01:0018 maart 2020|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Thema: zooi

De periode van de feestdagen kenmerkte zich op sportief gebied voor mij door viezigheid: zooi in allerlei vormen. En dat was leuk, nouja, het meeste wel.

Het begon op 19 december met een ritje op de Afrika-fiets. Door de stad, onder andere langs Bike4Travel voor een langere stuurpen, waardoor ik nu eindelijk lekker zit op de fiets met het nieuwe frame, dat kennelijk een extreem korte reach heeft – voor mij te kort is écht heel kort.

Stuurpen

De foto laat de nieuwe stuurpen zien, maar als je goed kijkt, zie je ook dat band en voorkant van het frame vies zijn. Het was zacht weer met een beetje zon, maar heel veel derrie op de weg. Ik was frappant vies voor een stadsritje. Mijn schoenen ook, dus die heb ik schoongemaakt en te drogen gezet in de warme huiskamer, met krantenpapier erin. Dat vond hamster Kotiro bij het loslopen wel interessant: kranten zijn fijn nestmateriaal,dus hier gaat het haar wangzakken in:

Hamster met kranten en schoenen

Een paar dagen later kon ik opnieuw fiets en schoenen poetsen, dit keer de triathlonfiets, toen ik op eerste kerstdag onverwacht veel regen had op een verder fijn ritje naar de punt van de landtong van Rozenburg:

Schoenhoesjes met spetters

Maar dat viel allemaal totaal in het niet bij een dag later: de kerstcross in Spijkenisse, mijn eerste echte moddercross ooit. Ik vond het erg leuk, maar ik ben duidelijk niet goed in blubber! Adriaan maakte net op een moeilijk stuk aan het eind deze foto van me (dank!):

Ik in de modder

Hier is manlief na afloop bezig met het wegwerken van de ergste modder van zijn schoenen:

Henk schrobt in tobbe

Desalniettemin hadden we thuis ook nog wel wat werk, wat zelfs tot een verstopte gootsteen leidde – je moet er wat voor over hebben!

In de tussentijd had ik ook nog wat last gehad van andere rommeligheid: vanwege het vakantierooster was ik op dinsdag wezen zwemmen in het Van Maanenbad en daar was het zo druk dat ik het na 400 meter voor gezien heb gehouden. Op vrijdag was ik met Nicole naar het Zwemcentrum, dat ging iets beter maar was nog steeds rommelig, en dat kwam mogelijk mede doordat er eentje rondzwom met een ruikbare kegel… Ondertussen ben ik zelf nog steeds lekker bezig met de oefenstof van de cursus Powerstroke. Die even stil lag vanwege de vakantie, maar dat gaf dus wel meer oefentijd.

Op dinsdag volgde nog een cross: de Sylvestercross in Soest. Prachtig zonnig weer, mooie omgeving, fijne sfeer, hooguit wat druk.  Dit keer geen blubber, maar zand:

En dat blijft ook aan je schoenen plakken:

In mul zand ben ik ook niet handig, waardoor je je kunt afvragen: waarom doet ze dat, al dat crossen? Nouja, omdat het leuk is, meer in de natuur dan gewoon hardlopen, en omdat het goede training is, door de extra kracht en het vele balanceren. En ik blijk wel een goede bochten-nemer te zijn, dus relatief goed bij veel krap draaien en keren.

Twee crossen in één week bleek alleen wel net iets te veel te zijn voor mijn voeten, dus ik heb nu een – dubbele maar hopelijk lichte en tijdelijke – overbelastingsblessure. Jammer, want het ging allemaal heel lekker de laatste tijd. Misschien was ik daardoor een beetje overmoedig geworden.Helaas viel daardoor zaterdag de nieuwjaarsloop bij Spirit in het water – ik had toen bovendien een inmiddels zeldzame totale off-day (alles bij elkaar ben ik een stuk stabieler dan een tijd geleden, maar zo af en toe ‘wiebelt’ het nog, wat ik aan de hormonen wijt).

Gisteren heb ik dan nog de laatste zooi opgezocht, en dat was gravel, of nouja, zo heet het officieel: een ‘gravelride‘, Samen met Jo heb ik een ‘Wintergrill‘ gereden, een mooie route door bos en over hei rond Hilversum, over allerlei on- en halfverharde paden. Wat waterkoud, daardoor koude voeten, maar verder erg lekker. Wel wéér fiets poetsen na afloop, en er staan weer schoenen met krantenpapier klaar voor Kotiro, al heeft die het gister nog niet ontdekt.

Op die zere voeten na is 2020 dus goed begonnen, en ik zou zeggen: dat het maar een  mooi sportjaar moge worden, voor mijzelf en voor jullie, lezers!

 

 

 

Door |2020-01-06T14:42:59+01:006 januari 2020|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

We have to harmonize mind, body and soul

Afgelopen donderdag was de workshop ‘Sterk verhaal over ouder worden‘, die ik gaf samen met Babet. Er waren zeven deelnemers, wat precies mooi is in die ruimte. Kijk de deelnemers eens vlijtig aan de slag met één van de opdrachten:

Nu de workshop erop zit, kan ik hier ook wel een belangrijke inspiatiebron ervoor in het zonnetje zetten: Sister Madonna Buder, ook wel de Iron Nun genoemd. Zij is 89, is op haar 48e begonnen met hardlopen, en heet ondertussen 390 triathlons volbracht, waaronder een heleboel hele. Daarbij was ze regelmatig de oudste ooit, en heeft ze leeftijdscategorieën ‘geopend’. Bovendien heeft ze gaandeweg een boel wereld- en parcoursrecords voor haar leeftijdscategorie gevestigd, en is ze meervoudig wereldkampioen.

Ze inspireert talloze andere sporters, als vrouw, als oudere, als religieuze. Mij ook. Ik las onlangs haar autobiografie, maar ik vind het nog gaver om haar in actie te zien. Ik vind het alleen al superstoer om te zien hoe ze op een triathlonfiets rondrijdt. Dat vind ik, meer dan 30 jaar jonger, soms al op z’n minst ‘afwijkend’ – bij een 50+-vrouw denken mensen al eerder aan een e-bike. Laat staan bij 80+. Maar ze doet het!

Ik heb donderdag twee filmpjes van haar laten zien. In het eerste zegt ze (na 1 minuut) dat het wel degelijk ‘discouraging’ is om langzamer te worden, dat het discipline kost en een gevecht is om te blijven doen wat ze doet, en dat ze zich wel eens afvraagt waarom ze ermee doorgaat. Die vraag beantwoordt ze in het tweede prachtig (na 30 seconden):

No matter who we are….

We need to exercise

We have to harmonize mind, body and soul.

Het waarom van veel sporten heb ik nooit kernachtiger uitgedrukt gezien. Daarom neem ik ze mee. En gaf ik ze mee aan de deelnemers van afgelopen donderdag.

 

Door |2019-12-02T17:32:45+01:002 december 2019|Fiets, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

Het leek wel een trainingskamp!

Ik was vorige week weg, voor werk: een schrijftraining geven op Sint Maarten! Ik heb drie dagdelen gewerkt en er kwamen nog wat sociale dingetjes bij (erg leuk), maar de rest van de tijd was vakantie. Manlief was mee, en dus hebben we lekker samen kunnen sporten. We hebben bijna elke dag in zee gezwommen:

Dat was natuurlijk superlekker, het water was een graad of 27! Ook al was het steeds maar kort, het heeft ook nog nut gehad voor mijn cursus Powerstroke, elke dag even oefenen, dat merk ik deze week in het zwembad.

We hebben op een van mijn vrije dagen een fiets gehuurd. Hier ga ik een van de steilste klimmetjes op, net over de Nederlands-Franse grens (!):

Dat fietsen was erg leuk en ging prima, ondanks het verkeer, dat op het Nederlandse deel van het eiland vaak bumper-aan-bumper staat. Daar moest je dan even geduld voor hebben. Verder was het heerlijk – de mooiste manier om het eiland te zien. Je fietst het in ongeveer 45 kilometer rond, we hebben er met een ommetje 60 van gemaakt. Daar de hele dag over gedaan, ondertussen sight-seeënd en aan de Franse kant café avec tarte aux pommes gedaan.

Hardlopen was een beetje behelpen: overdag was het te warm (> 30 graden, veel kracht van de zon), en als het afkoelde door de zonsondergang, was het snel pikkedonker (straatlantaarns zijn er niet meer sinds orkaan Irma). En dan was het spits. Eén keer hebben we langs de weg een rondje gelopen en daar kreeg ik hoofdpijn van: te veel uitlaatgassen. Bovendien was het uitkijken met al dat verkeer en de oneffenheden op de weg, dus niet zo relaxed.De tweede keer zijn we naar een netwerk van trails gelopen tegen een berg, verrassend leuk en goed onderhouden. Dat beviel beter.

Ook hebben we veel gewandeld. Eén lange, contrastrijke wandeling naar en door hoofdstad Philipsburg, en de dag na het hardlopen op de trails zijn we eer terug naartoe gegaan voor een wandelende top-beklimming van Sint Peter Hill (320 meter). 

We wandelden ook voor verplaatsingen, zoals tussen hotel en restaurant. Dat is er nogal ongebruikelijk. We hadden sowieso de indruk dat we de toeristen die ook buiten sportieve dingen wilden doen de hele tijd tegenkwamen: een Noors stel dat ook fietste, een Amerikaanse triatleet die ook de trails had ontdekt. De grote massa’s doen dat niet, en het is er ook niet de beste bestemming voor: te warm, te veel auto’s en bebouwing, te klein.

Maar voor zo’n weekje wel heel lekker! Ook in andere opzichten was het een geslaagde week: ik heb lekker gewerkt, en vond de kennismaking met de Cariben, met post-koloniaal Nederland en met de gevolgen van orkaan Irma heel interessant. Wie er meer van wil zien: we hielden weer een Polarsteps-journaal bij.

En het kan dus wel, zwemmen-fietsen-hardlopen op Sint Maarten. Mede dankzij het materiaal (prima huurfietsen) en de vele adviezen van een goede sportzaak: TriSport. Dank jullie wel!

Door |2019-11-27T10:44:59+01:0027 november 2019|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

Actie-miniatuurtjes

We hadden zelf dus geen actiefoto’s van mij op de fiets zaterdag, maar die zijn wel gemaakt door de professionele fotografen langs het parcours – heel veel zelfs, veel meer dan van Henk en helemaal veel meer dan van Marcel. Ze zijn bespottelijk duur om aan te schaffen, maar ik heb een paar leuke ‘uitgeknipt’ om hier toch wat te kunnen laten zien – in miniatuur en met letters door me heen:

Op deze is net een beetje te zien hoe druk het was – dat moet het eerste rondje geweest zijn, met de halve afstand ook nog op het parcours:

Door |2019-09-19T20:12:16+02:0019 september 2019|Fiets|0 Reacties

Beautiful Day – U2

Sinds een tijdje noemt manlief z’n Strava-activiteiten altijd naar een goed muzieknummer – iets wat hij overigens heeft afgekeken van mijn Mallorca-genoot Marcel (andere Marcel, niet onze zwemmer). Ik kijk het nu weer af voor deze blogpost.

Want een mooie dag was het, gister. Ik was erg blij met mijn eigen prestatie. Ik hoopte erop de 180 km in 6 uur te klaren, dus 30 km/u gemiddeld te rijden. Ik wist dat het daarvoor wel wat mee moest zitten met het weer (de wind vooral) en mijn eigen vorm van de dag. Allebei was niet eens helemaal optimaal, maar wel goed, en goed genoeg om mezelf te overtreffen: het werd 5:49:43, gemiddeld 30,88 (officiële eindtijd).

Voor mijn gevoel wilde er echt uitkomen wat ik er in de maanden voorbereiding in had gestopt, en dat voelde hartstikke lekker – zeker omdat dat bij mij ook wel eens anders is. Dit was voor mijn doen zeldzaam goed! 

Het weer was fantastisch natuurlijk, en mijn lijf deed waar ik het op had voorbereid: mijn raceplan pakte helemaal uit zoals ik wilde. Ik heb ook mooi vlak gereden, kon het vermogen (dikke 180 Watt) goed volhouden, zonder al te veel last van nek, schouders en rug. Aan het eind was ik het wel zat, werd het zwaar en zat ik te verlangen naar de ‘verlossing’ van er zijn, maar dat hoort erbij.

Het ‘niet eens optimaal’ zat hem erin dat de wind in de tweede ronde opstak en nergens echt helemaal meer mee was, en dat ik de nacht ervoor in een benauwde hotelkamer amper had geslapen. Maar dat deerde allebei dus niet ernstig.

Verder was het ook een mooie dag. Het begon al op vrijdagmiddag, toen we voor het eerst op het terrein rond konden kijken:

20190913_145926

Om 3 uur was de briefing door de race director, speciaal voor de ‘TriTogether’:

20190913_150357

Direct daarna de registratie, in een overzichtelijk kort rijtje (net daarvoor was het nog hartstikke druk geweest):

20190913_155102

En mijn fiets gestald, die een nachtje buiten logeerde:

20190913_165521

Daarna naar ons hotel, waar we Marcel en zijn vrouw Chré troffen en gegeten hebben.

Na die brakke nacht, een vroege wekker en een geïmproviseerd ontbijt (hotel was nog niet op dreef zo vroeg) en een fraai autoritje in de vroege ochtend (maan, witte wieven) waren we weer ter plekke. Marcel was er klaar voor:

IMG_0030

Om 10 voor 8 ging Marcel van start voor zijn 3,8 km zwemmen:

IMG_0036

Een uurtje later kon ik reikhalzend naar hem uit gaan kijken – dat was best een spannend moment!

IMG_0045

Jaaaa, daar was-ie al! Hij had hartstikke goed gezwommen!

We hadden afgesproken dat de ‘verse’ sporter zich steeds om de chip – ons estafettestokje – zou bekommeren (dat is handig om af te spreken, anders zit je elkaar maar in de weg te hannesen), dus ik haalde hem van zijn enkel:

IMG_0047

Gauw om mijn eigen enkel:

IMG_0048

Naar de fiets, en hops – gaan!

En daar zijn dus helemaal geen foto’s van. Henk moest zich sparen natuurlijk, en het fietsparcours komt niet in de buurt van de start en finish. Al die 180 kilometer lang… Henk, Marcel en Chré zijn een tijdje naar Renée geweest, mijn vriendin die vlak bij het parcours woont, en die mij trouwens in mijn eerste fietsmeters nog had aangemoedigd. Ze vonden daar wat welkome rust, even weg uit de herrie en drukte. Bedankt, Renée!

Ondertussen was ik dus lekker aan het fietsen, me vermakend met naar anderen kijken – het grote deelnemersveld van de halve afstand kwam me inhalen, met daarbij nog een bekende van het triathlonforum die me groette, en ik kende ook een jurylid, zij kwam ook voorbij op de motor, dat was wel leuk.

De polder lag er ook weer zeer fraai bij in de zon, en ik vond het leuk alles terug te zien na mijn verkenning van een paar weken terug. Toen reed ik op de fietspaden, nu op de weg – indrukwekkend hoe veel wegen er nu afgesloten waren, dat ze dat voor elkaar krijgen voor zo’n evenement. Op het grondgebied van Zeewolde reed wel een vrachtauto op de weg. Ik schrok daar alleen maar even van, maar ik zag dat er voor me een paar fietsers door gehinderd werden.

Ondertussen had Henk geen idee waar ik uithing, want de live tracker (app) deed het niet. Hij was zelfs bang dat ik was uitgestapt, maar omdat ik niet belde en ook andere teams problemen hadden met de tracker, trok hij de conclusie dat het daaraan moest liggen. Ik had zelf al gemerkt dat mijn chip soms geen piep gaf als ik over een mat reed. Hij blijkt het het hele eerste rondje niet gedaan te hebben, en dus bij wel meer teams. Toen hij het in het tweede rondje wel deed, konden Henk en Marcel er niet veel wijzer van worden, behalve dan dat ze tot de conclusie kwamen dat ik de gehoopte 30 gemiddelde net niet haalde.

Maar dat was dus niet zo: ik reed ondertussen bijna 31. Het had nog ietsje meer kunnen zijn als ik niet een keer had moeten plassen en twee keer had moeten stoppen omdat ik na het aannemen een bidon liet vallen en niet zonder door wilde rijden – het was vrij dorstig weer. Dus ik ging eigenlijk prima, nouja, wel met wat moeite met die wind en op het allerlaatst deed alles pijn, vooral toen ik stuiterde over het slechte wegdek van de Eemdijk dat ik me nog herinnerde van de tijdrit daar in april. Maar ondertussen desondanks ook gewoon superblij en aan het genieten – ik ging het halen, dik binnen die zes uur!

Het stukje lopen, nouja, strompelen, van m’n fiets naar de wisselzone toe was nog even helemaal niet fijn, en toen stond Henk nog net niet helemaal klaar. Hij had me nog niet verwacht!

Gelukkig kon hij wel meteen vertrekken. Ik was daarna even helemaal total loss, maar werd opgevist door Marcel en kon daarna bijkomen met Marcel, Chré en Renée. Ik had wel even Chrés oordopjes nodig omdat de muziek en omroeper iets te hard binnenkwamen – typisch geval van stuk! Ik wist ook niet wat ik met mijn rug aanmoest, niks voelde lekker. Lopen was ook niet zo’n succes – auw… nouja, dat wilde ik ook, ik had echt alles gegeven.

Henks marathon bestond uit zes rondjes van 7 kilometer, dus elke ongeveer 35 minuten moesten we op de uitkijk. Hij ging goed, kijk maar (foto’s Marcel):

IMG-20190915-WA0008

IMG-20190915-WA0005

Hij was onderweg naar een marathon in 3u35 – supergoed, en zoals gehoopt. .

Na zijn 5e doorkomst konden we ons dus opmaken voor onze gemeenschappelijke finish. Daar maakte Chré een leuk filmpje van, in twee delen. In het eerste deel zie je Henk (in het roze) aan komen lopen en dan voegen wij ons bij hem voor de finish, en je hoort de omroeper het hebben over Team Sportkunstenaars:

Deel 2 is net daarna, dan krijgen we onze medailles, zie je iemand in een blauw shirt een foto van ons maken en op mij aflopen, even smoezen en daarna gaan we voor haar poseren – dat is Sanne, het jurylid van de NTB dat ik ken. Daarna zie je Marcel zoeken naar zijn vrouw – en vinden!

Die foto’s van Sanne, die resulteerden onder andere hierin:

20190914_182914

Ik liep op blote voeten omdat ik bang was om met m’n brakke benen te struikelen over de birkenstock-slippers die ik aan had! Die zaten in de tas die Marcel op z’n rug draagt, met daarin ook onze warmere laagjes – we wilden in teamtenue finishen, maar het koelde wel af dus we hadden er daarvoor iets overheen aan.

Achter die ‘echte’ finish stond een uitgebreid snoepbuffet klaar. Marcel en ik hadden dat na onze finishes niet omdat wij in de wisselzone eindigden, maar zo konden we toch nog wat meepakken:

71185056_1121685494694708_5808586532151361536_n

Close-up van de medaille:

Medaille

Goed dat daarop, en op het finishersshirt, duidelijk staat dat het om TriTogether ging. Want dat is toch heel anders dan alles in je eentje – ik kon niet meer hardlopen na mijn finish, laat staan 42 kilometer. Toch is het ook heel anders dan een ‘los’ evenement in een van die drie sporten, al is het alleen maar om de ongewisse starttijd. En je doet het écht samen.

De spulletjes waren sowieso wel leuk. Mooi rugzakje zat erbij, en een komisch dingetje zoals voor aan je hoteldeur:

We vonden het, op die live tracker na, sowieso erg goed georganiseerd. Wat losser en gemoedelijker dan wat we bij onze Ironmans hebben meegemaakt.Voor de teams was bijvoorbeeld de wisseltassenlogistiek best wel vrij, dus onze drie kleuren (fietsspullen – loopspullen – kleren voor na afloop) hingen kriskras door elkaar:

IMG_0042

Ik vond het ook erg leuk om eindelijk eens ‘Almere’ mee te maken: de oudste nog bestaande triathlon van Europa en dé triathlon van Nederland. Gister was een memorabele editie, o.a. omdat het parcoursrecord dik werd verbroken. Van de strijd vooraan heb ik overigens alleen maar wat flarden meegekregen van wat er werd omgeroepen.

Na de finish hebben we nog erg lekkere frietjes gegeten op het terrein, en toen ging het huiswaarts. Vandaag ben ik, na een nacht wel heel lekker slapen, nog best wel brak. Het is alsof er beton zit in m’n rug en hamstrings. Maar dat gaat wel weer over,  en het voelt ook eigenlijk best wel lekker.

Nog één dingetje dan om het verhaal compleet te maken. We hadden vanaf vrijdag wat contact met de fietster van Team Wilhelmus, een vrouw van 58. Die uiteindelijk 20 minuten sneller was dan ik – chapeau! Ze deden het met z’n tweetjes, twee vrouwen, haar – jongere – ploeggenote had nog nooit een marathon gelopen en deed dat in 4u38 –  nadat ze vroeg op de ochtend ook al had gezwommen. Wauw! Hier zitten we samen, voor onze start:

IMG_0041

In de uitslagen van de teams wordt verder geen onderscheid gemaakt tussen de mannen-, vrouwen- en gemengde teams, en er is ook geen leeftijdsklasse-indeling. Het houdt ergens op natuurlijk, dat snap ik wel.

Nou, hier is-ie dan nog een keer, onze getallen:

UitslagTrots op, blij mee.

Maar nog blijer ben ik met zo’n geslaagde en ook heel gezellige dag!

Door |2019-09-15T20:12:25+02:0015 september 2019|Fiets, Triathlon algemeen|3 Reacties
Ga naar de bovenkant