Zwemmen in de gedeeltelijke lockdown
Ik vond het spannend, vorige week – hoe ging het verder met het zwemmen in de gedeeltelijke lockdown?
Het was eerst een tijdje onduidelijk. Dinsdagavond had ik meteen na de persconferentie mijn trainingsclubje en niemand kon beredeneren wat de consequenties waren van het mogen trainen in groepjes van 4 en binnen met 30 maar wel met 1,5 meter ertussen – ofzoiets. De trainers hadden de instructie gekregen ons te zeggen dat we ‘morgen’, woensdag dus, meer zouden horen.
Woensdag – geen nieuws. De reserveringspagina’s van de Rotterdamse zwembaden gingen offline omdat ze de boel nog moesten uitzoeken verder.
Spannend, hoor – het hing voor mij ook af van de randvoorwaarden. Ik trek een streep bij me niet mogen omkleden – ik ga niet in een nat badpak naar huis, zeker niet in deze tijd van het jaar. Een inhaalverbod maakt fatsoenlijk banenzwemmen ook onmogelijk – en beide restricties waren er in juni op sommige plekken geweest.
Zo werd het zwemmen een symbool voor wat ik nu steeds als frustrerend ervaar vanwege de terugkomende herhaling van zetten: de besmettingen stijgen, er worden maatregelen en een persconferentie aangekondigd, maatregelen lekken uit, daar wordt over gespeculeerd, dan heb je de persconferentie, daar zitten ook altijd ergerlijke dingen in, daarna dagenlang onzekerheid over wat het precies betekent, dan is het even rustig en dan begint het weer van voor af aan. Ik kan me in die cyclus moeilijk losmaken van het nieuws en ik vind het erg beklemmend steeds. Specifiek keek ik woensdag en donderdag ook nog tig keer op de sites van de zwembaden om te kijken of er al nieuws was.
Donderdag in de loop van de middag kwam er nieuws. Ik kreeg bericht dat mijn trainingsclubje doorgaat en dat we eigenlijk alleen verder uit elkaar aan de kant moeten hangen – maar dat valt wel mee, bij 2 of 3 zwemmers. Bij ‘mijn’ zwembad West kon ik ook weer reserveren, ook al waren de teksten op de website niet aangepast en stond er nog steeds dat je geduld moest hebben. Ik denk dat ik daar mazzel mee had, want voor het Zwemcentrum en de Wilgenring kan reserveren nog steeds niet.
Het eerste wat me opviel: De capaciteit bleek teruggebracht van 30 naar 16. Dat betekende dat ik op vrijdagochtend om 9 uur het laatste kaartje boekte voor lunchzwemmen die dag. Voor het weekend was het op vrijdagmiddag al allemaal uitverkocht. Dat is even slikken: dat moet ik dus echt in de gaten houden.
Maar eenmaal in het zwembad was het juist wel lekker. Het is maar een klein zwembad: vier banen. De vrijdag ervoor, met een capaciteit van 30, had ik het als druk ervaren. Dat zwemt sowieso niet fijn, maar ik ervaar drukte nu ook eerder als claustrofobisch dan onder normale omstandigheden.
Verder was er niets veranderd – ik kon lekker zwemmen. Het was ook niet zo, wat ik had verwacht, dat we met niet meer dan vier in één baan mochten – in de borstcrawlbaan waren we met vijf.
Van andere zwembaden heb ik begrepen dat ze met het oog op de 1,5 meter weer eenrichtingverkeer hebben ingevoerd, wat ook geen porem is. In Zwembad West zwemmen we gewoon heen en weer, en ook bij mijn trainingsgroepje mag dat straks.
Eenrichtingverkeer is er in Zwembad West alleen buiten het bad. Vrijdag volgde ik braaf de pijlen en belandde zo in een kleedkamer waar kinderen zich aan het omkleden waren. En ook om deze pijl moest ik lachen:
De tijdelijke uitgang zie je rechts achter op de foto…
Vandaag was ik nog een keer in Zwembad West, op het ongebruikelijke tijdstip van 11 uur, maar dat is deze week misschien meer door de herfstvakantie dan door corona – geen idee, het rooster voor na deze week is er nog niet (wéér een beetje spannend…).
Weer belandde ik in die kleedkamer met kinderen, of nouja, ik had het nu in de gaten, maar de pijlen stonden nog hetzelfde. Het zwemmen was onveranderd, maar helaas deden vandaag de douches het niet meer.
Die bui had ik al zien hangen. Ik moet zeggen: ik snap het niet. Of nouja, ik snap vooral niet dat er onder de huidige regels geen maatwerk mogelijk is . De gloednieuwe doucheruimte van het verbouwde Zwembad West is namelijk ruim en zo druk is het nu niet, dus douchen kan prima op 1,5 meter afstand van elkaar. En dat zou wel zo praktisch én hygiënisch zijn. Soms denk ik wel eens: we mogen wel allerlei andere dingen oplopen, zo lang het maar niet corona is.
Maar goed, we mogen wel zwemmen, en vooruit dan maar. Dan maar uit het zwembad eerst afdrogen en aankleden, naar huis en daar weer uitkleden, douchen en aankleden – en dan pas het strakke bekkie opheffen met een dosis dagcrème.
Buiten de zwemzaal word je verzocht een mondkapje te dragen. Ik kreeg vandaag van manlief een passende daarvoor:
Ondertussen heb ik vandaag wel opvallend lekker gezwommen. Ik deed een testje en zwom 400 meter in 7’40. Dat betekent dat ik – ondanks nog vrij weinig en wat rommelig trainen soms – bijna terug ben op het niveau van voor de lockdown. Toen zwom ik op m’n hardst ooit.
Als ik nou de komende maanden lekker door kan trainen, wie weet waar ik dan uitkom. Ik hoop dat het blijft mogen!
Troostfoto’s (2)
Ik vond de laatste dagen bijzonder corona-chagrijnig, en net als in april ben ik er zojuist op uitgetrokken om m’n hoofd op te ruimen (geslaagd) en daarbij foto’s te maken – troostfoto’s dus. Het is een ander seizoen, dus ik wandelend in plaats van op de fiets en het onderwerp van de foto’s is ook echt herfstig.
Ik had eerder al gezien dat het een opvallend mooi paddenstoelenjaar is. Vorige week maakte ik met een vriendin een ommetje bij Lage Vuursche:
Afgelopen zondag maakte Babet een foto van me terwijl ik vlak voor de start van de stiltewandeling een foto nam van paddenstoelen:
Maar die foto zelf werd eigenlijk helemaal niet zo bijzonder. Dat realiseerde ik me al toen we iets later aan het wandelen waren. Ik zag toen elders in Park Zestienhoven schitterende paddenstoelen in grote hoeveelheden.
Toen ik vandaag behoefte had aan een ommetje voor m’n hoofd, wist ik dus wat me te doen stond. Hier het resultaat:
Niet alleen op hout, maar ook gewoon in het gras:
En de mafste:
Wandelen, wandelen wandelen… ja, en dat ben ik ook de komende tijd veel van plan. Lekker voor mijn hoofd, lekker lang buiten zijn. Verder ‘moet’ er niks. Door de nieuwste maatregelen is er een abrupt einde gekomen aan toch al zo korte wedstrijdseizoen: de tijdrit die nog voor komende zaterdag op het programma stond, gaat niet door. Prima om het even kalm aan te doen.
Voor daarna weet ik het nog even niet. Fietsen gaat in de onderhoudsstand. Op dit moment is nog onduidelijk wat de maatregelen betekenen voor het zwemmen in het algemeen en mijn trainingsclubje in het bijzonder. Op mijn hardloopplannen bezin ik me nog – ook daarvoor heeft het niet-doorgaan van wedstrijden en evenementen invloed. Wordt vervolgd.
Mijn leven was nog steeds karig en wordt voorlopig weer nog kariger. Ik kom daar wel uit, ik weet sinds dit voorjaar ook: ik red het wel. Groot voordeel is bovendien dat mijn werk nu wél doorloopt, nouja, net niet helemaal, en het is allemaal vanuit huis – maar dat is toch veel beter dan dit voorjaar. Mijn coronachagrijn betrof veel meer de frustratie uit woede, machteloosheid en schaamte om het bredere plaatje van falend beleid enerzijds en a-sociaal gedrag anderzijds. Het is een zootje, en daar zitten we allemaal mee.
Dan ben ik bij met een prachtig paddenstoelenjaar. Nog eentje dan:
Zwemfilmpjes!
Paar weken terug gemaakt, in het zwembad van Overschie, door trainer Igor, als een soort nulmeting van m’n trainingsgroepje. Ik heb er twee stukjes uitgeknipt waarop alleen ik in beeld ben:
Coronagehannes
Recreatief zwemmen wordt gezien als vrije tijd & spelen. Dit valt dus niet onder sportbeoefening. Dit betekent dat bij deze activiteiten maximaal 30 personen mogen deelnemen. Dit betreft bijvoorbeeld Gezinszwemmen, Vrijzwemmen, Dames/Herenzwemmen en Moeder- en Kind zwemmen.
Baby- en peuter zwemmen wordt gezien als een doelgroep activiteit, hier gelden geen maximum aantallen.
En nu we het toch over de haken en ogen van het beleid hebben: de organisatie van de Branderszwemtocht wordt nogal aan het lijntje gehouden door de gemeente. Dat concludeer ik uit hun mails die de afgelopen tijd binnenkwam over de plotselinge annulering. Eerst schreven ze daarover:
Dit was niet onze keuze, helaas werd dit ons opgelegd door de Gemeente Schiedam.
Zoals eerder gecommuniceerd zouden we alle zwemmers na het gesprek met de gemeente informeren over de stand van zaken. Dit gesprek heeft nog niet plaatsgevonden en staat gepland voor komende week.
Afgelopen woensdag volgde:
Door de aangescherpte maatregelen omtrent COVID-19 is onze evalutie minimaal 3 weken uitgesteld. Helaas wil de gemeente Schiedam geen digitale evaluatie en moeten we wachten op een nieuwe afspraak. Als we een nieuwe datum krijgen laten we dit natuurlijk z.s.m. weten.
Gaat lekker…
Sporten en de coronamelder
Nu vandaag de coronamelder werd gelanceerd, liet ik mijn gedachten eens gaan over mijn sociale leven van de afgelopen tijd. Eerder had ik bedacht dat ik sinds de ingang van de meest recente maatregelen nog best veel gedaan had, heel anders dan in de lockdown van het voorjaar en de meeste sportgerelateerd: ik was naar masseur en chiropractor geweest, naar het zwembad, ik had zelfs een triathlon gedaan.
Gisteren vond ik het in Zwembad West zelfs op het randje van te druk. Wel gezellig overigens, boek bekenden van het vrijdagmiddag-lunchuur, sommigen had ik sinds 13 maart niet meer gezien. Maar ik word tegenwoordig gauw wat claustrofobisch van veel mensen om me heen.
Geen gekke hoog-risico-dingen, maar toch, wel aardig wat sociaal contact. Vandaag realiseerde ik me dat het aantal keren dat ik daarvan langer dan vijftien minuten binnen anderhalve meter afstand van iemand ben geweest, de meting waar de app bij ‘aanslaat’, welgeteld neerkomt op: nul.
Nouja, ik plus telefoon dan, want bij de masseur en misschien soms ook net bij de chiropractor kom ik wel voor zo lang zo dichtbij, maar dan heb ik mijn telefoon niet op mijn lijf maar ergens in een jaszak of tas. Van hen verwacht ik bovendien te horen als ik aan besmettingsrisico heb blootgestaan en omgekeerd zal ik het hen melden als ik later positief test. Bij vrienden let ik op de anderhalve meter, en bij anderen die dichterbij komen, zoals passanten bij het winkelen, fietsen, wandelen en hardlopen, halen de vijftien minuten nevernooitniet. Bij hardlopen neem ik bovendien m’n telefoon niet mee.
Wat ik me bovendien realiseerde, is dat het risico op vals-positieve meldingen van de app bij het sporten best groot is. Bijvoorbeeld bij het zwemmen. Tegenwoordig ligt vanwege de maatregelen mijn tas met spullen inclusief telefoon ergens langs de badrand. Best kans dat er op minder dan anderhalve meter een andere tas met telefoon ligt. Maar als de eigenaar daarvan later besmet blijkt, zegt dat nog niet zo veel over mij – misschien zwom hij aan de andere kant van het zwembad. Op dinsdagavond bijvoorbeeld heb ik meestal maar één baangenoot; in de andere twee banen is het drukker. Maar daar blijf ik verder vandaan.
Bij de triathlon: idem dito. Telefoon blijft in tas. Als een buur in het parc fermé besmet blijkt, zegt dat weinig over mij. Enzovoort.
Bij een grote kans op vals-positieve uitslagen is het jezelf snel kunnen laten testen cruciaal. Ik zou namelijk niet spontaan op basis van alleen een melding in quarantaine gaan. Daarvoor is de kans op vals alarm te groot. Omgekeerd zou ik mogelijk alleen maar ten onrechte paniek zaaien bij de eigenaren van die tassen.
Waar het dus op neerkomt, is dat de coronamelder op dit moment voor mij geen nut heeft. Ik ga het in de gaten houden. Als ik weer een diverser sociaal leven krijg en met het openbaar vervoer ga reizen, ga ik er wel eens over nadenken. En dat kan nog wel een hele tijd gaan duren…
Hoe wedstrijden in de weg zitten
De afgelopen tijd was uitzonderlijk in de verhouding tussen wel en geen wedstrijden c.q. evenementen: eerst maandenlang niet, en toen voor mij in een maand tijd ineens elke week. Daardoor werd ik me meer dan eerder bewust dat wedstrijden eigenlijk best in de weg zitten voor het trainen. De regelmaat die ik maandenlang had, is ineens weg. En daardoor staan er wat dingen stil.
Dat is trouwens helemaal niet erg, het is gewoon een observatie. Die voor mij wel duidelijk maakt dat als je een doel voor ogen hebt, je je niet te veel moet laten afleiden door andere evenementen.
Het gaat om twee dingen:
- Rond wedstrijden heb ik veel extra rust nodig, en dat gaat ten koste van trainingstijd. Voor een wedstrijd is taperen wel handig en erna is herstellen een must. Dat ‘hapt’ traininingsmomenten uit de week ervoor en erna. Het taperen gaat bovendien ten koste van langere trainingen, want ik doe in zo’n laatste week nog wel wat kort en fel werk. Plus een extra rek-en-strek-sessie. De wedstrijd zelf kost natuurlijk ook tijd, maar die is wel te beschouwen ook als een pittige training.
- Voor wedstrijden neem ik minder risico, en daar begin ik al royaal van tevoren mee. Zeker nu zou het wel bijzonder lullig zijn geweest om net voor zo’n zeldzame triathlon mezelf door roekeloosheid uit te schakelen. Dus: voorzichtig. Dan kan ik niet mijn grenzen opzoeken, laat staan dat ik ze nog verleg. De twee belangrijkste voorbeelden:
- Krachttraining, met name de lunges die ik doe, met en zonder extra gewicht en meer en minder dynamisch en met of zonder twist. Dat zijn voor mij geweldige stabilisatieoefeningen, maar ze hebben dus ook het risico op instabiliteit – afgelopen zomer bezeerde ik er een keer een knie mee, tijdje last van gehad, en onlangs knakte ik even door m’n heup, zonder erg. Maar zoiets wil ik natuurlijk niet vlak voor een wedstrijd. Ik heb eergisteren weer wel een heel krachtrainingsprogramma gedaan, inclusief zware lunges – en nu heb ik dus spierpijn, een typisch signaal dat het iets te lang geleden was.
- Het lopen op de barefootschoentjes, wat af en toe hard kan aankomen op mijn kuiten. Dan heb ik dagenlang spierpijn, en dat wil ik niet in de aanloop naar een evenement. Voor de 10 kilometer van de Kopjesloop kwam dat zelfs maar net goed, later dan optimaal. Toen was het blote-voeten-lopen onverwacht hard aangekomen, mogelijk doordat het een onderdeel was van mijn eerste koppeltraining (brick) van het seizoen had gedaan, dus ervoor had gefietst. De regelmaat is nu dus uit het lopen op die schoentjes, en dus bouw ik ook niks op. Het lukt wel om op hetzelfde niveau te blijven, kon ik gisteren constateren, en dat is voor nu al heel wat.
Nou goed, niet erg, wel leerzaam! Ik kan nu een paar dagen weer lekker trainen, dan komt nog één taper: volgende week zaterdag een tijdrit. Tenminste, nu nog wel, in de zin van: nog niet afgelast. Het blijft voorlopig met die slagen om de arm….
Sportkunstenaar: stiltewandelingen om de week op zondagochtend
De stiltewandelingen waar ik samen met Babet mee experimenteerde tijdens de Overschiese Sportweek worden structureel: om de week op zondagochtend. Tijdens het wandelen lopen we samen, in stilte, door de natuur en ons prachtige Overschie. Ervaar wat het je oplevert…
Wanneer: start op zondag 11 oktober, om de week (in de even weken)
Waar: bij molen de Speelman, Overschiese Kleiweg 775, 3045 LN Rotterdam
Tijd: van 10.30 tot 11.30 uur
Kosten: € 2,- per keer
We lopen 3 kwartier en sluiten samen af met wat te drinken en wat lekkers. De wandeling gaat altijd door, ook bij slecht weer, tenzij er risico is voor onze veiligheid (code oranje). Honden kunnen niet mee. We letten op veiligheid, lopen links van de weg en eenieder kijkt zelf uit bij oversteken. Ieder loopt zijn eigen tempo.
Leuk als je erbij bent! Aanmelden hoeft niet, maar kan wel.
Against all odds
Na de deceptie bij de Branderszwemtocht had ik er weinig fiducie meer in dat er nog wat door zou gaan de komende tijd. Maandag, op een qua weer ook heel sombere dag, lekten er ’s middags maatregelen uit waaronder dat we de stad niet meer uit zouden mogen. Dus toen ik aan het eind van de middag toch nog maar even op de fiets stapte (nat-nat-nat), waren de taper-intervallen wat halfslachtig. Gelukkig wel lekker.
’s Avonds vielen de maatregelen qua grote steden mee en bleek sport te vallen onder de talloze uitzonderingen van groepsgrootte- en reisbeperkingen. Verder viel het niet zo mee, en ontstond er de dagen erna een grote chaos in de opvolging. Daarin sneuvelden voor ons twee dingen waarnaar we hadden uitgekeken: woensdag de tijdrit van de BinckBankTour in mijn geboorteplaats (Mathieu van der Poel over de Boulevard zien racen, dat leek me supergaaf) en half november (pas!) de geheel op corona-maat georganiseerde marathon van Vlissingen waar manlief aan mee zou doen.
Er zaten aan de nieuwe coronamaatregelen en sowieso aan de huidige situatie nog wat meer haken en ogen waar ik bloedchagrijnig van werd. Qua maatregelen voelde ik me vooral overgeleverd aan de willekeur van plaatselijke bestuurders. Daarnaast moet ik nu zelf steeds ethische beslissingen nemen: is op de fiets naar Delft gaan voor een afspraak met vrienden een reisbeweging die je moet beperken of niet? We hebben het gisteravond niet gedaan, dat beperken, en het was gezellig, maar dat terzijde.
Tussen al die ellende door kwam het bericht dat TriOuderkerk door zou gaan. Sinds de afgelasting van Alphen in juli was dat nog de enige triathlon van dit seizoen waar ik me vooraf voor had ingeschreven (de HIAthlon was een ‘nakomertje’). Hij was wel doorgeschoven van half augustus naar begin oktober. Daarmee zou het mijn eerste oktobertriathlon ooit worden, de laatste in het seizoen. Dit eerste weekend van oktober kunnen we onder normale omstandigheden nooit, want dan loopt manlief de Kustmarathon, maar die is ook afgelast.
Wat ook frappant was, was dat het nou juist de Olympische Afstand doorging – verder had ik me dit seizoen vooral voor kwarten ingeschreven, waarbij je 500 meter minder zwemt. Deze OD (1500 meter zwemmen, 40 kilometer fietsen, 10 lopen) had ik nog maar één keer eerder gedaan, toen op een traag parcours en heel voorzichtig. Dat kon echt beter.
Maar goed, het bericht over het doorgaan kwam dus tussen al die maatregelen en afgelastingen. Toch wel een dilemma ook: moet dat nou, met honderden sporters naar de regio met de meeste besmettingen afreizen? Maar ik realiseerde me ook wel: als wij niet gaan, verander je daar niets aan, en ik ben niet bang dat zo’n triathlon een besmettingshaard is. Het is buiten en de aanpak is aangepast.
Dus: toch maar wel dan. Maar het vooruitzicht kon de corona-wolken in mijn hoofd toch niet helemaal verdrijven. Dat had ook wel met het weer te maken: de verwachting was kil en nat. In de auto op de heenweg regende het non-stop bij een graad of 13.
En ik hield een slag om de arm. Ik dacht: ik geloof het pas als ik ben gestart. Of eigenlijk pas helemaal als ik de finish haal. Mijn voorbereidingen bleven zo wat halfslachtig: ik heb nog een keer gelopen, ben wezen afharden in het afkoelende zwemwater en deed vrijdag nog wat yoga. Toen constateerde ik al: mijn hoofd weet het nog niet, maar mijn lijf heeft er wel zin in. Moet ik vaker doen misschien, halfslachtig taperen.
Nou, ik ben gestart. En gefinisht. En doordat de afstanden allemaal aan de korte kant waren – het fietsen zelfs maar 36 kilometer – was het niet moeilijk om sneller te zijn dan toen in Rotterdam: ik finishte in 2:44:51, dat was 18 minuten sneller dan toen, en dus een heel dik PR.
Ik heb al met al lekker buiten gespeeld. Het ging goed, zonder dat het echt super was – zoals bij de HIAthlon het fietsen. Het zwemmen was eerst wat rommelig en het water aan de koude kant (16 graden), maar het gaf me wel een kick hoe veel ik er inhaalde (m’n GPS had trouwens niet z’n beste dag, dus de afstanden van zwemmen en fietsen op Strava kloppen niet). Fietsen heb ik voorzichtig gedaan. Er werd gewaarschuwd voor gladheid, ik wilde wat overhouden voor het lopen en ik heb ook nog wat moeten inhouden om niet te stayeren. Het lopen ging naar behoren voor wat ik nu kan, wat wil zeggen dat het wat traag en moeizaam is, maar meer zit er niet in op het moment en het ging relatief beter dan bij de HIAthlon.
De wissels heb ik redelijk op m’n gemakje gedaan om voldoende warms en droogs aan te hebben. Dat ging goed, alleen direct na de finish was het echt kil. Het bleef zo goed als droog; de meeste regen viel tijdens het zwemmen. En later in de auto terug ook weer.
En zo ging het dus wel. Ik vond de coronamaatregelen minder precies dan bij de HIAthlon, maar wel voldoende. Beetje onhandig gedoe met dat je de gezondheidschecklist op je telefoon moet laten zien, parc fermé niet slim ingericht, rolling zwemstart was in twee rijen het water in sprinten en dus toch wasmachine. Maar volgens mij deed iedereen wel z’n best en dat is het allerbelangrijkste.
Het was een leuk parcours, in, om en zelfs over (vlonders) de Ouderkerkerplas en met een boel groen, onder andere langs het riviertje Holendrecht – vanwege het parcours wilde ik ‘m graag doen. Ik kende het daar net niet, terwijl ik de omgeving wel goed ken uit mijn Amsterdamse en Amstelveense tijd. Wel veel snelweg in de buurt.
Leuk dat manlief erbij was, bij zijn enige triathlon dit seizoen mijn buurman in het parc fermé – in mijn oude wetsuit, want hij is laatst uit het zijne gescheurd:
Het was niet de gezelligste triathlon, vond ik, mogelijk mede door het weer. Ik was ook minder euforisch dan bij de HIAthlon. Maar wel tevreden. En mijn humeur vandaag is veel beter dan eerder in de week, dat effect heeft het zeker ook gehad.
Dapper van de organisatie én de gemeente dat het door kon gaan! Dat voelde echt als against all odds. Dank!
Overschiese Sportweek (2): stiltewandelingen
In de Overschiese Sportweek heb ik niet alleen zelf geëxperimenteerd, maar ook twee stiltewandelingen begeleid, samen met Babet. We hebben woensdag– en vanochtend gewandeld in Park Zestienhoven, met twee respectievelijk zes deelnemers. Het ging goed, we hadden prima weer, de deelnemers waren enthousiast. Fijn om weer eens wat namens Sportkunstenaar te doen.
Ik vond het ook bijzonder om te ervaren dat wandelen in een stille groep anders is dan alleen in stilte wandelen. Ik was me onder andere veel bewuster van wat ik hoorde en van mijn andere zintuigen.
Woensdag gaan Babet en ik op een rijtje zetten of en hoe we dit vaker willen gaan aanbieden. Want daar was het mede voor bedoeld: peilen of er interesse is om er iets structureels van te maken. We denken van wel, dus wordt vervolgd!
Brandersdeceptie
Vanochtend vertrokken Henk en ik welgemoed naar Schiedam, om 2,7 kilometer te gaan zwemmen bij de Branderszwemtocht. We hadden er zin in. Elk evenement in deze tijd is een welkome belevenis, de zon scheen, het water zou niet al te koud zijn en dit is elk jaar een leuke tocht met een prachtig parcours (zie vorig jaar).
Ik was zelfs bijzonder in mijn nopjes omdat het gelukt was om, na die karige maanden en alle afgelastingen, in september elk weekend een evenement te doen, en dat nog mooi verdeeld over de sporten ook: fietstoertocht, loopje, triathlon en zwemtocht. ‘En misschien zit het er nou wel weer op, gezien de corona-ontwikkelingen,’ zei ik nog. Er staat voor volgende week nog een triathlon op het programma, maar het zou me niets verbazen als die alsnog niet doorgaat.
Enfin, wij onderweg. We fietsten op het eind een stukje langs het parcours van de lange afstand, de zes kilometer, die eerder was gestart. We zagen de zwemmers langs de historische jeneverdistilleerderijen gaan – erg leuk.
Toen kwamen we bij de wegafzetting waar een vrouw de auto’s stond tegen te houden. En slecht nieuws voor ons had: de wedstrijd was zojuist verder afgelast.
Wat?
Uit wat er is gebeurd (zie ook Rijnmond), distilleer ik als verhaal dat de zwemmers van de 6 kilometer bij hun start, mogelijk onder invloed van slecht weer (er trok net een bui over), hebben staan dringen om het water in te komen. Op dat slechte weer had de organisatie misschien onvoldoende geanticipeerd – alles was buiten, met het oog op de zo belangrijke ventilatie. Ze hebben geprobeerd de deelnemers op te roepen tot het handhaven van de 1,5 meter, maar dat had weinig effect. Nadat de hele groep gestart was, heeft iemand van de gemeente gezegd: ho eens even, zo mag dat niet, de stekker moet eruit. De 6 kilometer mocht uitzwemmen, maar verder was het over en uit.
Tsja. Daar stonden we dan – met Marcel inmiddels ook. Van alle afgelastingen was dit wel de meest abrupte.
Ik had naast teleurstelling ook wel stoom uit mijn oren, moet ik zeggen. Drie kanten op: deelnemers (bedankt hoor, voor het geen afstand houden – en zwem vooral lekker verder), organisatie (niet anticiperen op slecht weer eind september is suf) en gemeente (vast bang voor reputatieschade als van de week in Tilburg).
Nouja, dat alles in afwachting van meer helderheid – de organisatie heeft vanavond gemaild dat ze zelf ook teleurgesteld zijn, gaan evalueren en ons dan nog nader gaan inlichten.
We zijn met z’n drietjes toen maar een stukje stroomopwaarts, namelijk achter ons huis, de Schie in gesprongen voor een iets kortere afstand. Lekker gezwommen, dat wel. Marcel en ik gingen eerst nog even samen op de foto – nee, je ziet niet dubbel, we hebben hetzelfde merk en type wetsuit:
Later realiseerde ik me dat dit in het klein een boel corona-maatregelen-ellende symboliseert:
- Het is moeilijk voor mensen om zich aan de regels te houden. (Je ziet het op de foto hierboven trouwens ook: Marcel en ik staan ook niet op 1,5 meter, ik doe mijn best maar ben ook niet heel recht in de leer.)
- De regels zijn soms moeilijk te begrijpen. Tijdens het sporten hoeft afstand houden niet, iedereen had een gezondheidscheck ingevuld, je temperatuur zou worden gemeten, buiten en bij kort contact loop je sowieso niet zo heel veel besmettingsrisico – en dan denk je: wat maakt dan dat moment vlak voor de start nog uit? Als je in de zeikregen staat te blauwbekken – een beetje begrip heb ik ook wel, toch, hoor.
- De logistiek klopt niet altijd – ik ben al vaker in situaties geweest waarvan ik dacht: hier was dus duidelijk niet op geanticipeerd. Of andere onhandige dingen. Bij de vorige evenementen ging het trouwens wel goed, en ook deze zwemtocht wekte vooraf de indruk dat alles degelijk was georganiseerd.
- Slecht weer maakt het allemaal nog veel moeilijker met die regels, het gedrag en de logistiek.
- Onze bestuurders reageren inconsequent: het gaat van niks doen tot paniekreacties en ze lijken soms vooral bezig met hun eigen hachie. Ze weten het zelf ook niet, zo blijkt wel.
- De goeden moeten onder de kwaden lijden – dat vond ik nog het allerzuurste. Kijk, hier in de verte zwemmen ze van de zes kilometer….