Hier kan ik mee verder
Vrijdagavond zei ik tegen manlief: dit wordt m’n slechtst voorbereide wedstrijd ooit. Ik ben niet alleen vier weken aan het kwakkelen geweest met gekneusde ribben, maar meer in het algemeen heb ik al een hele tijd zo veel andere dingen aan mijn hoofd dat ik weinig bezig was geweest met de tijdrit van gister.
Ik zei dat vrijdagavond toen ik erachter kwam dat de ventielen van m’n fiets verstopt zaten. Er zit antilekvloeistof in de banden en die hebben te lang stilgestaan. Gelukkig lukte het bij de stand met technische assistentie om m’n achterband op 7 bar te krijgen. Voor was nog net hard genoeg. M’n fiets heeft meer kleine mankementjes, de komende tijd maar eens mee aan de slag.
Gelukkig was het mooi weer – eindelijk zon, en beslist warm genoeg voor kort-kort.
Ik heb een korte warming-up gedaan bij de stand van TrueKinetix, die fiets wilde wel eens proberen.
Dat de warming-up te kort was, paste in het plaatje van de slechte voorbereiding. Ik had het ‘pielen’ met zo’n fiets onderschat, dus toen was ineens de tijd op. Nouja.
Toen na even ouwehoeren met andere deelneemsters van mijn serie…
… van start!
En eigenlijk ging het toen nog best wel goed. Ik vond 28 kilometer/51’30 nog best lang duren onderweg, maar eenmaal over de finish leek het in een flits voorbij gegaan te zijn. Wonderbaarlijk, die tijdsbeleving bij zoiets. Ik herinner me nog dat ik na het laatste keerpunt de vermoeidheid ging voelen en toen dacht: straks bij m’n hoofddoel ben ik er nu gelukkig al.
Ik heb een fatsoenlijk vermogen gereden, zeker gezien het gekwakkel met m’n ribben. Het is zo’n beetje wat ik andere jaren ook kon aan het eind van het seizoen: gemiddeld vermogen 225 Watt en NP van 232. Dus heeft mijn wintertraining inderdaad vruchten afgeworpen en dat is een mooie basis om mee verder te gaan.
M’n longen ontdekten nog een stijf stuk ribbenkast, wat hoger dan de kneuzing – maximaal ademhalen in de aerohouding ging steeds meer pijn doen. Ik heb dat eerder gehad in het genezingsproces, dat ik merkte dat mijn longen niet hun normale ruimte konden benutten. Daarna was het dan steeds los en had ik dus meer ruimte, hopelijk werkte dat nu ook zo. Verder ging het met die ribben en de stijve onderrug best okee. Vandaag wel fikse spierpijn in het midden van m’n rug, maar dat is deels ook het gebrek aan gewenning aan de aerohouding.
Bij het vermogen valt mijn snelheid tegen: 32,8 km/u, ik heb daar al eens harder gereden met minder vermogen. Het beetje wind dat er was, stond niet gunstig, en verder waren er die mankementjes, de zachte voorband, niet helemaal optimaal aerodynamisch zitten door rug en ribben. Bovendien zag ik later op de foto’s (overigens allemaal door m’n trouwe supporter, chauffeur en fotograaf manlief gemaakt) dat m’n shirt ook wind ving:
Oeps!
Dat mag allemaal wel wat beter.
Gelukkig waren er ook flatteuzere foto’s bij, zoals deze:
Ik werd zevende van negen D40+-vrouwen. Het niveau was weer eens knetterhoog, dat is steeds bij die wedstrijd. Ik zei nog tegen die dame voor de start: alleen al het materiaal is intimiderend.
Na mijn finish liep ik bijna recht tegen Jeanette aan, en zo kon ik haar inderdaad een exemplaar van Optimaal blijven sporten geven, waar zij onder andere in hoofdstuk 2 in staat:
Verder ook nog wat mensen gesproken over het boek, dus het was ook in dat opzicht welbesteed.
In de auto onderweg naar huis dacht ik al: ‘uh, m’n helm?’ En jahoor: die had ik laten liggen. Hij is terecht, begreep ik, hopelijk komt-ie snel weer thuis. Verstrooider zijn dan normaal, daar heb ik vaker last van als ik een vol hoofd heb.
Ik hoop voor de komende periode op een verder wat luwere tijd, zodat ik met meer aandacht kan sporten. Ik heb werk aan de winkel met m’n materiaal en met wennen aan de aerohouding, maar dat is ook precies wat er de komende tijd op het programma staat: vaker op de triathlonfiets. Er komt voorlopig wekelijks een keer zo’n training bij, ten koste van de ene week spinning en de andere week hardlopen. Zo wordt de training specifieker. Leuk!
Schakelpunt
Je kan het allemaal zo mooi plannen, hè… Morgen rijd ik mijn eerste tijdrit van het seizoen, als schakelpunt van basis- naar opbouwtrainingsperiode, en daaromheen zou ik de balans opmaken. Dat zou leiden tot een pre-wedstrijd-blogpost over de vraag waar heeft de wintertraining die ik hier uitvoerig beschreef me gebracht, dus wat voor basis heb ik nou, en wat verwacht ik van die eerste tijdrit? Dat laatste in het kader van mijn gebruikelijke ‘evalueer het proces voor de wedstrijd’.
Maarja, toen gebeurde er ineens van alles, met als gevolg dat ik zes weken lang niet normaal heb kunnen trainen, waarvan anderhalve week helemaal niet en daarna eerst zeer beperkt, met die gekneusde ribben. Het gaat daar weer goed mee: het is bijna over en ik kan weer alles – ik kan het zelfs af en toe helemaal vergeten. Ik kan dus zeker morgen starten, en dat is al heel wat.
Wat er nog bij kwam, was het vele slechte weer. Dat schoffelde uiteindelijk de laatste uitgebreide trainingsmogelijkheid onderuit: ik zou vorige week met maatje Jo vier dagen in Limburg gaan fietsen, maar het weerbericht was dramatisch en dat kwam dus bovenop de fysieke beperkingen (bij haar ook) en dan bleef er weinig over om al die moeite voor te doen. We hebben een alternatieve vierdaagse kunnen plannen in mei. De vier dagen rust bleken erg goed voor mijn lijf en hoofd – maar toch jammer ook.
Vervolgens moest ik me deze week óók nog aanpassen qua vervoer: woensdag moest ik naar Leiden, maar dat kon niet met de trein, nouja, dan had ik om moeten rijden doe ik er net zo lang over als op de fiets, in meer chaos. Dan liever fietsen, ook al was het in de aanloop naar de tijdrit beter geweest om een korte tapertraining te doen. Nood breekt wet en gelukkig scheen de zon.
Goed voorbereid op morgen ben ik dus niet. Er is hier en daar wel wat vorm onder die gekneusde ribben vandaan gekomen gelukkig, maar ik heb geen idee waar ik sta. Het had niet veel zin om nog te proberen er een FTP-test uit te persen afgelopen week, dat was zonde van de trainingstijd, ook vanwege de broodnodige rust ervoor. Ik heb wel weer op de triathlonfiets kunnen trainen, en daarbij met een schuin oog naar m’n vermogensmeter gekeken. Dat viel me niet tegen. Morgen dan maar ook zien als FTP-veldtest. Die wel wat, maar niet heel veel zegt over mijn progressie in de winterperiode.
Desalniettemin kijk ik er wel naar uit. Als vrolijke opsteker en oppepper richting het seizoen. Bovendien: Jeanette uit hoofdstuk 2 van Optimaal blijven sporten is er ook, en ik kan haar dan het boek geven 😀
2 x in Natuurlijk in Overschie
Ik sta twee keer in de nieuwste editie van Natuurlijk in Overschie, ons glossy wijkblaadje: op p. 19 sta ik (oranje jasje, rugzakje, zwarte hoofdband) in het midden van de bovenste foto over de Nighttrail van Unltd, het sportkledingbedrijf van buurman Olaf….
…en op p. 33 staat mijn boek aangekondigd. Dat is al de tweede grote aankondiging; er stond er ook al een in Fiets Magazine!
Spinning was het nieuws
Ik geloofde bijna mijn oren niet gisteravond bij ‘Dit was het nieuws‘. Sport is daar niet bepaald een standaard onderwerp, maar De deelnemers moesten bedenken wat het nieuwsbericht was bij de kop ‘Emotionele massage’ (vanaf minuut 23) en Peter Pannekoek wist dat (vanaf 25’40): het ging over nieuwe, hippe sportvormen in het algemeen en Rocycle in het bijzonder. Hij bleek dat zelf te doen en vertelde er in geuren en kleuren over – zoals alleen hij dat kan.
Het frappante: ik herkende wat hij zei. Net. Ik was namelijk gisterochtend zelf voor het eerst bij Rocycle geweest. Ik zit al een tijdje met wat onvrede bij spinning (beperkt rooster, lastig reserveren, telefoons te dominant, ongezellig – maar wel steengoede lessen). Vorige week deed ik mee aan een spinningmarathon (dat kwam per ongeluk net goed uit met die gekneusde ribben: staan en diepgaan ging nog niet, maar een spinningfiets wiebelt en hobbelt niet en het was zo een mooie rustige duurtraining van twee uur) en kreeg toen in de kleedkamer van een andere deelneemster Rocycle als tip.
Van het uitgebreide rooster, de flexibele reservering, het telefoonverbod en de strippenkaart in plaats van abonnement ging ik watertanden. Ze zei alleen wel dat het nogal ‘Amerikaans’ was en dat je ook dingen moest doen met gewichtjes enzo – dus een ander type spinning. Dus ik was gewaarschuwd.
Nou, ik erheen, en ik heb mijn ogen uitgekeken. Het is een superstrakke ‘studio’ die wémelt van de jonge, hippe vrouwen. In fitnesskleding, want fietsen doen ze niet. De meesten waren in lange broek, ik was de enige in fietsbroek. Fietsschoenen hebben zij dus ook niet, maar die krijg je er dan ook bij – die waren wel goed trouwens. Maar ik zag dus al aan de kleding: het is geen fietstraining, het is een ‘workout’. Motto’s:
Ja, allemaal Engels dus, dat is ook hip. Ik vond het een cultuurschok van jewelste, want in mijn sportschool ben ik soms de enige vrouw, zit ik aardig in de gemiddelde leeftijd, en draagt iedereen fietskleding. Een ander contrast zit in regel nummer 2, uh, rule 02, die ik wel kan waarderen juist (ik schreef eerder over de telefoons):
Okee, de zaal in. Die is donker met kaarslicht, volgens Peter Pannekoek omdat jonge vrouwen zich dan minder bekeken voelen. Met een ‘juf’ die non-stop praat, en die daarbij ook wat levenswijsheden over je uitstort – dat is die emotionele massage. Wel okee trouwens, hoor, het was zeker geen onzin, maar wel erg positivo (zie rule 01) en ik hoef dat niet bij spinning. De fiets had een tik in de crank, ik ben vergeten dat te zeggen, misschien was dat pech.
Belangrijker vond ik echter dat het meer een dansje is dan fietsen. Het is de hele tijd van voor naar achter en van links naar rechts (letterlijk), zal ik maar zeggen, in een choreografie, allemaal tegelijk – Pannekoek beschrijft dat bloemrijk. Of met je handen overpakken als een bezetene en dan ook nog klappen tussendoor. Dat wil ik niet. De kunst van fietsen, zeker van tijdrijden, is juist om je lijf stil te houden, en bovendien kan en wil ik geen coördinatieve hoogstandjes verrichten met een hartslag rond m’n omslagpunt. En inderdaad houd je op een gegeven ogenblik de pedalen stil om met gewichtjes aan de slag te gaan voor je armen. Dat vind ik alleen maar onhandig, dan zit dat stuur in de weg, en zonde van de fietstijd – het is maar 45 minuten.
Ik kon op zich wel aardig fietsen, op goeie muziek, maar daarvoor moest ik dus wat ‘gedans’ laten gaan, en dat is niet helemaal de bedoeling volgens mij. Het maakte mij nu niet zo veel uit, want ik was qua herstel van mijn gekneusde ribben blij om weer te kunnen staan op de pedalen en mijn hartslag weer op te kunnen voeren – hallo omslagpunt, fijn je weer te zien!
Bovendien keek ik mijn ogen uit. Rocycle heeft een grote groep hippe jonge vrouwen weten aan te trekken. Voor mij is het niks, maar ik vind het wel leuk om te zien. Wel kon ik twee gedachten niet onderdrukken:
- Ik hoop dat die meiden nog eens de lol van echt sporten gaan ontdekken. Van trainen in plaats van een workout doen. En waarbij het niet uitmaakt hoe strak je lijf is of hoe je haar zit.
- Ik deed al aan spinning toen jij nog niet eens geboren was.
Die tweede gedachte, daar denk ik dan wel ‘oma vertelt’ achter 😉
Project daglicht jaargang 3 ✅
Met het ingaan van de zomertijd is er een einde gekomen aan de derde jaargang van mijn #projectdaglicht: in de wintertijd elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal elke week minstens zeven uur. Het is weer gelukt!
Ik ben ermee begonnen in coronatijd en had gedacht dat het deze winter veel makkelijker zou zijn, maar dat viel zeker de eerste maanden nog best tegen. Bij veel van de dingen die deze winter wel weer mochten kwam ik nog steeds niet overdag buiten. In de donkerste maanden is mijn woon-werk-verkeer op de fiets naar station en opdrachtgevers veel in het donker, en naar sportschool en theater ga ik ’s avonds. Dan ‘moest’ ik overdag nog even naar buiten dus, en een enkele keer ‘moest’ dat op zondag ook nog minstens een bepaalde tijd om aan het weektotaal te komen.
Ik merkte dus dat het project nog steeds z’n functie had. Voor mijn gevoel kom ik zo echt beter de winter door.
Ik vond het een taaie winter. Eigenlijk vind ik het nog steeds taai, want voor mijn gevoel is het te vroeg dat het stopt – echt lente wil het maar niet worden, met al die grauwe nattigheid. Grauw en nat is het veel geweest. Die enkele keer dat het dan wel zonnig was, genoot ik er extra van. Op 28 februari bijvoorbeeld maakte ik tijdens een daglicht-ommetje deze foto gewoon recht omhoog:
Project daglicht, ik houd het erin.
En kom nou alsjeblieft maar door met de lente!
Toffe boekpresentatie
Wat een geweldige avond, gister – de presentatie van Optimaal blijven sporten voor 45+’ers. Lang naar uitgekeken en ook nog best wat werk aan gehad, maar dan heb je ook wat (;
De presentatie zelf was bij Run2Day Rotterdam. Het daar organiseren ging van een leien dakje, dankzij fijn contact met Wilma van Onna, en de winkel zelf is al een leuke omgeving, het is bijna ook een soort hardloopmuseum (ga er eens kijken, zou ik zeggen, de moeite waard). Ik had de geïnterviewden, proeflezers en meedenkers uitgenodigd, naast enkele vrienden, sportmaatjes en mensen van de uitgeverij en via Henk en Run2Day. De ontvangst was vanaf half 6, en toen om 6 uur de laatste klanten uit de winkel waren, gingen we ‘los’.
Om te beginnen kreeg ik het boek uit handen van Inge, de uitgever, en stond er dus even later trots mee in mijn handen:
Daarna heeft Henk de kurk van een lekkere fles bier laten knallen (er moesten bubbels zijn natuurlijk maar ik ben zelf niet zo’n liefhebber van champagne en aanverwanten) en hebben we het glas geheven:
Let op het scherm achter de groep: grote verrassing om mijn boek daar zo groot aangekondigd te zien!
Vervolgens heb ik de meedenkers, proeflezers en geïnterviewden een exemplaar gegeven, met een enkel woordje van dank erbij. Ik vond het erg leuk om zo veel van hen bij elkaar te zien, als gemeenschap rond het boek. Ik heb hun boeken gesigneerd en er werden er ter plekke ook een paar gekocht. Ik kreeg ook nog een paar cadeautjes, erg leuk, had ik niet op gerekend!
Na een dik uur zijn we met een deel van het gezelschap om de hoek Afrikaans gaan eten, enjera:
We waren om een uur of 11 thuis – moe maar tevreden. Dat voel ik me allebei nu nog! Mijn gekneusde ribben waren gister goed doorgekomen, mede dankzij de adrenaline en pijnstillers, maar vandaag protesteren ze weer luid en duidelijk. Dat valt een beetje tegen, maar het was het waard.
Ik voel vandaag ook wel ontspanning: de klus is geklaard, het boek is de wereld in. Ik ben nu natuurlijk hartstikke benieuwd hoe het het gaat doen!
‘Optimaal blijven sporten’ ligt in de boekwinkel
Ik kreeg vanochtend deze foto toege-appt van Alex, rechtstreeks uit Donner:
Later vanmiddag houd ik het dan echt in mijn eigen handen 😀
Alles tegelijk!
Morgen is het dan zo ver: dan verschijnt Optimaal blijven sporten voor 45+’ers. Het is er écht, afgelopen dinsdag kreeg ik de foto hiernaast toegestuurd van de uitgever. Verder dan dat ben ik nog niet gekomen – morgen houd ik het zelf vast! Dan is ook de boekpresentatie. Een grote dag, waar ik al een hele tijd naar uitkijk.
Alsof dat nog niet genoeg is, was er de afgelopen tijd van alles ‘loos’. In de eerste plaats overleed eind februari mijn schoonvader. We zagen dat al een tijd aankomen, maar het was toch nog plotseling en hij was ons dierbaar. Naast wat dat met ons deed heeft vooral Henk nu ook nog een boel praktisch geregel. Net ervoor had Henk zelf te horen gekregen dat hij glaucoom heeft, als een soort ‘nabrander’ van zijn staaroperaties – ook hij heeft veel tegelijk.
Ik zelf struikelde een dag na Pa’s overlijden bij hardlopen in het donker over een scheve of losse tegel. Niks echt ernstigs: een gekneusde pink en een kras op mijn bril was het enige wat niet binnen een paar dagen over was, en ik kon aangepast toch door blijven trainen, op een weekje zwemmen overslaan na. Afgelopen weekend, dik twee weken later, ging ik echter nóg een keer op mijn oren, dit keer door een samenloop van omstandigheden*. Ook nu niks echt ernstigs, maar wel opnieuw een blauwe knie en veel pijn aan m’n rechterflank door gekneusde ribben.
Pech dus. Dit keer kan ik niet doortrainen. Beetje fietsen en wandelen, verder kalm aan. Niet fijn, maar het is niet anders, en gelukkig ligt mijn seizoensdoel nog een eind in de toekomst (ik sta ingeschreven voor de tijdrit ondertussen!).
Niet kunnen sporten is ergens ook nog wel handig, want dat levert tijd op. Druk is en was het namelijk ook, want afgezien van de week tussen het overlijden en de uitvaart van Pa ging mijn werk gewoon door. Dat was af en toe best een spagaat, met drie benen zelfs: thuis/Pa, werk en boek. Voor het boek had ik vooral logistieke dingen te regelen voor die presentatie morgen. En deze site is net ‘op poten’, met dank aan Marika van de Websitewinkel.
Daarbij hadden we ook nog leuke dingen, want in een dikke week gingen we respectievelijk naar Theo Maassen in het Nieuwe Luxor, Big Country in de Baroeg en Stromae in… Brussel! Die laatste twee dingen waren wel heel memorabel, want ze waren allebei fantastisch én het waren mijn eerste twee popconcerten in meer dan drie jaar – ik was sinds de coronabeperkingen nog niet weer gegaan.
Supergaaf, maar het betekende dus wel dat ik tussen alle bedrijven door met m’n zere ribben naar Brussel op en neer ben gegaan. Beetje moe nu. Vanavond vroeg naar bed en dan morgen die grote dag!
* De omstandigheden: onderweg op mijn stadsfiets naar de Baroeg zondag kreeg ik een lekke band. Dat was vlakbij metrostation Zuidplein. Ik heb daar mijn fiets neergezet en ben verder gaan lopen. Ondertussen bedacht ik de handigste logistiek: op de terugweg zou ik m’n fiets op de metro zetten naar Centraal Station om m’n band daar te laten vervangen. Zo gezegd, zo gedaan. Maar toen bleek de lift op het metrostation stuk en de vaste trappen hebben er geen gootje. Op de roltrap ging het mis. Die is steil, snel en glad om met een fiets te ‘nemen’, en bovendien reageerde mijn voorwiel mogelijk net iets anders door die lekke band. De fiets ging glijden en nam mij mee…
De eerste publiciteit!
Nog twee weken, dan verschijnt Optimaal blijven sporten voor 45+’ers. Gister is de eerste publiciteit verschenen: een interview met mij op Kwiekleven.
De boekpresentatie zal op 17 maart zijn, vanaf half 6, op een toepasselijke plek in hartje Rotterdam. Vind je het leuk om daarbij te zijn? Stuur mij dan een mailtje.
Tijdritgericht trainen (4): de rest
Met de posts over krachttraining, spinning en hardlopen heb ik al een groot deel van mijn huidige trainingen beschreven. Wat er specifiek voor het fietsen nog bijkomt, is een wekelijkse duurrit – nog steeds een beetje behelpen qua seizoen, maar het is ook al een paar keer leuk en lekker geweest. Samen met de wekelijkse in totaal ongeveer drie uur op de stadsfiets is het een aardige hoeveelheid fietsen – véél meer dan de afgelopen jaren.
Alles bij elkaar is deze winter- of basistraining voor de tijdrit al best veel. Er is niet veel ruimte voor nog andere dingen, maar zeker nog wel wat. Dat is dus niet tijdritgericht, maar wel mede-door-de-tijdrit-bepaald:
- Het winterzwemmen – still going strong! Het is nog steeds een geweldig experiment. Het went inmiddels echt – gister heb ik comfortabel meer dan tien minuten gezwommen in water van zes graden. Verrassend hoe lekker dat is!
- Zwemonderhoud: ik ga ook nog één keer per week naar het zwembad, om mijn zwemmen te onderhouden. Ik moet zeggen: dat is mentaal eigenlijk de lastigste training van de week. Ik wil het blijven doen, met het oog op de triathlon en omdat mijn schouders dat zwemmen nodig hebben. Als ik er ben, vind ik het meestal ook lekker om in het water te zijn. Maar ik heb vaak niet zo’n zin, en daar heeft mee te maken dat ik nogal doelloos ben natuurlijk. Het mag niet te zwaar zijn: dat heeft geen zin en het zou mijn totale trainingsbelasting te groot maken. Dus klungel ik maar wat aan. Beetje techniek, beetje kracht, paar sprintjes, wat schoolslag zwemmen tussendoor, ‘speelgoed’ (pullbuoy, snorkel enzo) mee. Ontspanning en plezier zoeken. Dat lukt dan gelukkig meestal wel – als het maar niet te druk is. Een tijdje terug was ik met Nicole in het Inge de Bruijn zwembad in Barendrecht, dat was leuk: ik was daar nooit eerder geweest, het was gezellig en altijd leuk om andere tegeltjes te zien.
- Yoga. Ik doe de meeste training voor core stability en buikspieren nog steeds met Adriene, inmiddels verwerkt in mijn thuis-krachttraining. Daarnaast doe ik ook wekelijks wat aan rekken en/of voor de ontspanning, naar behoefte. Dat doet me nog steeds heel veel goed!
- Wandelen – zo af en toe een ommetje, voor het lekker, de gezelligheid, #projectdaglicht en de ontspanning. Heerlijk om dan de eerste tekenen van lente te zien:
Het is best veel, alles bij elkaar, maar goed te doen. Wat ik wel merk, is dat mijn gewone leven een stuk dynamischer is dan in de voorgaande winters, toen ik onder de corona-beperkingen vooral thuis naar m’n beeldscherm zat te koekeloeren. Samen met het sporten is dat wel pittig soms. Maar ook erg fijn! Zo was ik afgelopen vrijdag naar mijn eerste vak-conferentie in drie jaar, in Leuven, compleet met hotelovernachting. En ja, ook daar heb ik een ommetje gedaan!