Doorzwemmen
Ik heb al mijn hele leven een haat-liefde-verhouding met koud water:
- De liefde: ik heb ooit eens, lang geleden, op de middelbare school nog, tot 1 december doorgezwommen in zee, nouja, een dagelijkse duik erin. Ik heb in 2014 in Tuktoyaktuk, Canada samen met manlief een duik in de Noordelijke IJszee gedaan….
…en ik heb in nog wel meer stervenskoude zeeën gezwommen. Ik douche me altijd koud na. Koud water geeft een grote kick! - De haat: ik ben wel eens uitgestapt uit een triathlon omdat ik door de kou niet meer kon zwemmen en vind ik mezelf geen grote held op het gebied van zwemmen in koud water. Ik krijg gauw witte vingers bijvoorbeeld. En ik heb ook gewoon een hekel aan kou. Brr!
De afgelopen twee jaar had ik een vaag voornemen om in de winter buiten door te zwemmen, met het oog op de lockdown-zwembadsluitingen, maar als puntje bij paaltje kwam leek het me toch te naar en kwam het er niet van.
Om de haat-liefde-verhouding nader te onderzoeken deed ik afgelopen voorjaar een koudwaterworkshop. Ik heb daar twee belangrijke inzichten aan overgehouden:
- Het moment waarop ik door moet zetten met openwaterzwemmen is net het moment waarop verder alles in de ruststand gaat, namelijk: direct na het triatlonseizoen, in de herfst. Daar zit strijdigheid in. Als ik door wil zwemmen, moet ik dan dus in het ‘slome’ seizoen extra discipline opbrengen. Een gat laten vallen is fataal, dat had ik al gemerkt, dan is het al gauw helemaal te akelig.
- Die narigheid van kou – dat is een kwestie van verdragen. Winterzwemmers voelen ook gewoon kou en ze vinden dat niet prettig. Niemand houdt van kou. Dat is het punt dan ook niet. Een paar minuten kou verdragen, dat kan wel. Dat is waar het om gaat: de kou voelen dat okee vinden. Ondanks dat je lichaam schreeuwt van ‘akelig!!!!’ Want dat is het – koud water is in principe zelfs levensbedreigend. Je kunt je ademhaling gebruiken om daarin toch kalm te blijven. Zo van: ‘komt goed, lichaam, we gaan er op tijd weer uit’.
Gewapend met die twee inzichten is het me de afgelopen maanden inderdaad gelukt om te blijven zwemmen. Nouja, vorige week even niet, toen lag er ijs. Het is een experiment, het ‘moet’ niet, maar tot mijn eigen verbazing heb ik het volgehouden tot nu. Het koudst was twee weken geleden, bij een watertemperatuur van zo’n vier graden. Dat zie ik aan de thermometer onder mijn eendje:
In oktober was het eerst een eitje omdat het toen zo warm was. Daarna gierde watertemperatuur naar beneden. Ik kreeg toen te dealen met één probleem dat wat verder ging dan kou verdragen: zere vingers. Pijn is iets anders dan kou. Eén keer hield de pijn nog een tijdje aan nadat ik uit het water kwam en waren mijn vingers daarna de rest van de dag gevoelig, en dat lijkt me over een grens. Ik ben aan het experimenteren met zwemhandschoenen, daarover later meer. Vandaag ging het weer beter, maar mijn vingers zijn wel de beperkende factor.
Verder gaat het goed. Ik zwem in wetsuit en met neopreen cap. Tot aan de tien graden zwom ik tien minuten of langer, sindsdien is het korter vanwege mijn vingers. Qua zwemmen stelt dat niks voor, daar gaat het niet om: het gaat om me verhouden tot koud water.
Ik leer er veel van, vooral op het gebied van die onvoorwaardelijke acceptatie van kou, dus dat verdragen. Dat kan ik inderdaad best wel hebben, tien minuten kou. De kou valt eigenlijk zelfs mee, want het wetsuit voorkomt dat die echt binnenkomt. En binnen een paar tellen sta ik onder m’n eigen warme douche, samen met m’n stapel neopreen:
… dat daarna wel moet drogen:
Ik kom er zo achter dat ik dat even zwemmen in koud water veel leuker vind dan ik had verwacht. Als ik eruit kom, voel ik me beresterk:
Dat is de grote kick ervan. Net zoals ervaren hoe bijzonder het is om in december in de Schie te liggen.
Wel hoop ik dat de komende tijd de watertemperatuur stabiel blijft, zodat ik meer kan wennen en de tijdsduur misschien weer wat kan uitbreiden: terug naar die tien minuten. Ik ben nu nog elke keer voorzichtig, want ik moet ook nog uit het water klauteren en wil onderkoeling voorkomen:
Manlief bleef de laatste tijd steeds een oogje in het zeil houden en maakte dan dus steeds de foto’s bij deze blogpost (volgend jaar doet hij mee, zegt hij, dat kon nu niet vanwege zijn staaroperaties). Het ging steeds goed, maar vandaag was het wel fijn dat het voor het eerst niet veel kouder was, dat gaf meteen vertrouwen. Het water was bij mijn kerstzwem ruim zes graden; een waterkippie keek verbaasd toe:
Aan koudwaterzwemmen worden allerlei gunstige gezondheidseffecten toegeschreven. Ik weet niet of mijn variant, één keer per week wetsuit, daarvoor genoeg is. Dat maakt me ook eigenlijk niet uit. Ik heb zelden in maar een paar minuten per week zo veel geleerd en zo veel nieuwe ervaring opgedaan. Mijn verhouding tot kou verandert: ik zie beter het verschil tussen ‘pijn’ en ‘lijden’: kou is naar, maar ik bepaal zelf hoe groot ik dat maak in mijn hoofd. Kleiner dan voorheen, dus. Mijn zelfbeeld is er zelfs door veranderd: mijn lijf kan meer hebben en ik ben stoerder dan ik dacht 😇 Dat is sowieso de moeite waard.
Ik zie dit als eerste stap. Misschien kan ik volgend jaar wel langer zwemmen, of zonder wetsuit – wie weet!