Maandarchieven: april 2018

Interessant boek, maar waar is de lol?

Cover RoarVorige week stond in de nieuwsbrief van de triathlonbond een tip voor Roar, een boek met adviezen voor vrouwelijke (duur-)sporters. Ik dacht meteen: dat moet ik hebben. In de standaard sportboeken, trainingsadviezen e.d zijn mannen immers de norm, en over, bijvoorbeeld, de invloed van de hormonale cyclus op trainen en presteren gaat het (afgerond) nooit.

Dus gauw besteld, e-boek, dus meteen binnen en zo’n beetje in één ruk uitgelezen. Dat zat hem er vooral in dat ik het super interessant vond om de stukken over de vrouwelijke fysiologie te lezen. Dat gaat dan vooral om de invloed van oestrogeen en progesteron op een aantal andere regelmechanismen, en dus hoe dat verschilt in de loop van je cyclus en van je leven.

Dat heeft me wel inzicht gegeven. Oestrogeen en progesteron werken bijvoorbeeld ook in op je gevoeligheid voor koolhydraten. Dat is een van de oorzaken van minder presteren in de tweede helft van je cyclus (iets wat ik wel herken – in die fase stonden de meeste  ‘nvtb’s’ in mijn logboek, ‘niet vooruit te branden’ – en die verleden tijd is omdat dat onder invloed van de overgang veel diffuser is geworden). Mogelijk zijn ook de twee periodes vorig jaar dat ik het gaspedaal maar niet kon vinden daaraan gerelateerd, doordat de overgangshormonen maakten dat ik niet de hogere koolhydratenverbranding kon bereiken. Ik ga het boek nog eens napluizen op wat ik daaraan zou kunnen doen (het is op het ogenblik prima trouwens).

Het boek bestrijdt daarbij ook een aantal ideeën die vrouwen kunnen belemmeren bij sportbeoefening, zoals de angst om dik te worden (c.q. te weinig eten), angst voor koolhydraten, angst voor het kweken van dikke spieren bij krachttraining, de neiging te veel te drinken, of bij het sporten juist te veel koolhydraten binnen te krijgen (gel+sportdrank). Een deel van die ‘myth busters’ is ook relevant voor mannen overigens.

Toch was ik niet helemaal overtuigd. Ik heb de indruk dat het boek de verschillen tussen mannen en vrouwen uitvergroot, of zich op gemiddeldes baseert, terwijl er tussen vrouwen heel grote individuele verschillen zijn. Het duidelijkste voorbeeld vond ik dat vrouwen volgens het boek onder invloed van hun hormonen slechter zijn dan mannen in hun hitte kwijt kunnen, dus minder goed presteren in de hitte dan mannen. Kan gemiddeld best zo zijn, maar ik kan veel beter tegen hitte dan manlief.

Dat maakt het moeilijk om de rest op waarde te schatten. Is de invloed van de geslachtshormonen echt zo groot? Als ik om me heen kijk, is toch ook daar heel veel individuele variatie. Bijvoorbeeld in hoe veel last vrouwen hebben van ongesteld worden, en in mijn levensfase in hoe de overgang verloopt. Dus het kan zo zijn als in het boek staat, maar het hoeft niet. Maar die relativering ontbreekt, en daarmee ook de noodzaak tot individueel maatwerk. 

Van het hoofdstuk over sportpsychologische zaken kreeg ik zelfs helemaal jeuk, zulke algemeenheden en stereotyperingen staan daarin. Dat hoofdstuk is ook nogal kort en summier, duidelijk niet het favoriete onderwerp van de schrijfster. Het boek is sowieso niet helemaal in balans, want tegenover heel ver uitgewerkte voedingsadviezen staat een lachwekkende halve pagina over het bepalen van je trainingszones.

Ik krijg daardoor ook niet helemaal scherp voor wat type sporters het boek is, want sommige adviezen gaan zo ver dat dat echt alleen voor topsportsters reëel is, maar andere onderdelen zijn dus wel heel globaal. Het tendeert wel meer naar de topsport, lijkt me, als je alles wil finetunen voor je prestatie.

En dan is het heel Amerikaans met dat je eigenlijk alles kunt bereiken als je… en dan komen er stapels heel specifieke en gedetailleerde ‘voorschriften’ voor je voeding (met torenhoog veel eiwitten, viel me op, plus wat al te vaak bepaalde merknamen), inclusief recepten (want je maakt natuurlijk alles zelf, ‘all natural’ en afgestemd op je hormonen), en voor oefeningen voor je core en om spierverlies tegen te gaan, en voor van alles wat je moet meten (dagelijkse urinestrips!) en bijhouden enzo.

Ik kreeg het er benauwd van. Vrouwen ‘moeten’ al zo veel. Om maar twee moetens te noemen: (1) werk en zorg combineren en dan is het al heel wat als je ook nog wil sporten, en (2) aan het schoonheidsideaal voldoen – zie de coverfoto van hierboven, oempf! Lekker, daar krijgen we weer zo’n onhaalbaar ideaalbeeld voorgehouden, alsof er daar nog niet genoeg van zijn… 

Enne – waar is de lol? Waarom is die altijd zo uit beeld als het gaat om vrouwen en sport?

Door |2018-04-17T17:49:15+02:0017 april 2018|Boeken, Trainer, Vrouwensport|0 Reacties

Hoogtepunten van onze Down-Under-reis

We krijgen regelmatig de vraag wat het hoogtepunt was van onze reis ‘Down Under’.  Welnu, er is niet één hoogtepunt, daarvoor had de reis te veel verschillende kanten. Er waren dus meerdere hoogtepunten. Hier komen ze, en het is een heel lang verhaal geworden, wat wel laat zien hoe geweldig de reis geweest is:

Landschap: De westkust van het Zuidereiland, tussen Haast en Okarito. We daalden daarnaar af in de regen, wat toen niet zo fijn was, maar achteraf wel heel typerend: al dat water, overal. Daarna ging de zon schijnen en toen reden we door al dat groen van het regenwoud. In Fox Glacier verstopten de bergen zich eerst (opnieuw regen), maar toen het grijze gordijn openging, keken we ineens naar de eeuwige sneeuw. In Okarito kon je naar 3724 meter hoogte kijken (Mount Cook) met de zee rond je voeten. En daartussenin nog meer groen-groen-groen (met kiwi’s erin!):

IMG_0680

Over dat groen: meer in het algemeen vonden we de oerbossen erg indrukwekkend. We zagen ze op alledrie de eilanden: regenwoud op het Zuidereiland en Tasmanië, de kauri-bossen op het Noordereiland. We zagen ook hoe ze onder druk staan, en hoe natuurbeschermingsorganisaties zich inspannen om ze te behouden. Dat maakte ons ervan bewust dat we in Europa ons oerbos al heel erg lang kwijt zijn, en dat we op ons continent dus geen benul meer hebben van hoe de wereld eruitzag voordat de mens er kwam. En dat vinden we doodgewoon. Het mooiste fietsen vonden we dan ook door die bossen: het regenwoud tussen Haast en Okarito noemden we hierboven al, de dag van Trounson Kauri Park naar Opononi op het Noordereiland (1e foto hieronder), de westkust van Tasmanië (helaas alleen bij minder goed weer) en het stuk tussen de Weldboroughpas en Scottsdale in het oosten van dat eiland (2e foto):

IMG_2333

IMG_3865

Landschappelijk het mooiste ene moment was misschien wel de middag in Ohakune (Noordereiland), toen ineens de vulkaan van achter de wolken vandaan was gekomen. Als we niet net daarvoor hadden gehoord dat onze geplande bootreis niet doorging, hadden we daar misschien nog meer van genoten, maar we waren toen een tikje van slag.

2018 januari

De reis heeft ons er nog meer van doordrongen hoe geweldig fietsen is om een land te leren kennen. De drie eilanden zijn alledrie fantastische fietsbestemmingen, vanwege het zo vaak veranderende landschap, dat je op de fiets niet alleen ziet, maar ook voelt (aan je huid en in je benen), ruikt en hoort. Beste voorbeeld van het veranderende landschap was de dag dat we afdaalden van het kille regenwoud rond Derwent Bridge naar de dorre en veel warmere velden rond Hamilton, Tasmanie. Wat een contrast!

IMG_3303

En zelfs ook de in eerste instantie moeilijke dagen (de afdaling van de Haastpas op het Zuidereiland in de stromende regen, de kou van de Tasmaanse westkust) zijn achteraf heel erg de moeite waard geweest: goed dat we toen gewoon zijn doorgegaan.

IMG_0549

Over fietsen ook nog: in gesprek met andere toeristen ging ons opvallen dat die vooral praten in termen van ‘Zijn jullie al naar X geweest?/Hebben jullie Y al gezien’ waarbij X en Y staan voor bijvoorbeeld een bijzondere stad, natuurgebied e.d. Voor ons waren niet die letters het hoofddoel van onze reis, maar het onderweg daarnaartoe zijn. Onze dagen vulden zich met fietsen, en af en toe naar een stad of park. Dat is een andere beleving van een land, eentje die ons goed bevalt. Die kent ook wel zijn grenzen: we hebben een heleboel níet gezien. Maar grenzen zijn er altijd, keuzes moet je altijd maken – en wij kozen voor het fietsen.

IMG_0130

In Nieuw-Zeeland maakten de trails ons er ook wel van bewust dat fietsen voor ons betekent: in vrijheid rondzwerven, je eigen route uitstippelend om een land te ontdekken. De trails zijn door andere mensen bedachte routes die je mag volgen, en waar je met een auto heen en vandaan rijdt. Dat is niet hoe wij willen fietsen. Fietsen gaat dan bijna lijken op, zeg, naar het zwembad, de sportschool of de ijsbaan gaan, om daar je stukje fietsbeweging te doen. Dat is juist onvrij, en ook wat betuttelend: ‘hier mag je fietsen’.

Die vrijheid was ook één groot hoogtepunt, waarbij we regelmatig vergeleken met de Tour d’Afrique van tien jaar geleden. Dat was een georganiseerde groepsreis die van dag tot dag vooraf gepland was en waar niet van was af te wijken. We hadden het nu helemaal in eigen hand, en dat vonden we heerlijk. Louise vond het plannen ook leuk, en we vonden allebei deze groep ook erg geslaagd (;

IMG_3491

Beste trail: de trails in Nieuw-Zeeland vonden we bepaald geen onverdeeld genoegen – er was met allemaal wel wat geks – en we waren er maar over één echt helemaal enthousiast: de Central Otago Rail Trail (Zuidereiland).

IMG_0275

Vooral voor Louise was een niet-fiets hoogtepunt om in Alice Springs te zijn. We hebben daar niet iets heel bijzonders meegemaakt of gedaan, maar het was voor haar toch iets van een droom die werkelijkheid werd. Zoals dat wel vaker in de reis gold (fietsen in Nieuw-Zeeland, koala’s zien, Uluru – allemaal dingen die al járen ergens als wens dobberden), en dat is voor haar veelbetekenend: het kán. Dromen kunnen werkelijkheid worden.

IMG_4920

Cultureel had de reis één heel duidelijk hoogtepunt: het MONA in Hobart. Achteraf gezien vonden we dat eigenlijk nog bijzonderder, want later op het vasteland van Australië realiseerden we ons pas goed hoe ‘achtergebleven’ Tasmanië is: zo veel armer, en in de rest van het land bijvoorbeeld het mikpunt van lullige grappen over inteelt. En dan zó’n museum, wauw!

Qua ontmoetingen met mensen is het lastig kiezen. Ons verblijf bij Richard en Mary thuis in Aongatete (Noordereiland) was een absoluut hoogtepunt en zeker het hoogtepunt qua gastvrijheid (we zijn bijna geneigd te zeggen: niet alleen van deze reis, maar van ons léven).

IMG_1821

We vonden het bij het Nederlands-Australische gezin van Marjoleine, Tony en kinderen in Melbourne supergezellig, en de ‘gang’ van vier krasse Tasmaanse knarren op de fiets zullen we ook niet gauw vergeten! Ook het moment dat mede-fietser Dean het in Ahipara ineens over z’n ‘tribe’ kreeg is blijven hangen. We hebbeen daar in Australië nog een paar keer over verteld, omdat het voor ons symbool stond voor het verschil in de relatie met de oorspronkelijke bewoners tussen de beide landen: in Nieuw-Zeeland is zeker niet alles koek en ei, maar het land doet wel z’n best om bi-cultureel te zijn. De (of: sommige/veel?) Maori’s zijn er veel meer een gewoon onderdeel van de bevolking, althans, op het Noordereiland. Daardoor vonden we dat gebied in dat opzicht het interessantste van de reis. Het recht-voor-z’n-rape, rauwe en pretentieloze van Tasmanië heeft ons overigens ook aangesproken.

Bier hoort er natuurlijk ook bij. Het bijzonderste bier was de Beautiful Ugly van de Bruni Island Brewery dat we in Launceston (Tasmanië) dronken. Maar het lékkerste bijzonderste bier was eerder Vulcanic van Croucher, uit Rotorua.

IMG_1760

De Dam Buster van de Little Rivers Brewery (Tasmanië) hoort erbij voor de sterkste smaak bij een laag alcoholpercentage (3,5 %) – wat we het meest opvallende vonden van de bieren van Down Under, dat ze dankzij de bijzondere hop bij weinig alcohol veel smaak hebben. Dat gold voor de Tassiehops maar ook voor de Nieuwzeelandse.

Qua brouwerijbezoek was er wel weer duidelijk één hoogtepunt: de Boogie Van Brewery op Waiheke Island (Nieuw-Zeeland, bij Auckland). Meer ‘micro’ kun je het niet krijgen, en we hadden de volle aandacht van brouwer-eigenaar!

IMG_2044

Dat Beautiful Ugly dronken we in St Johns, dat zijn status als leukste ‘craft beer pub’ moet delen met The Free House in Nelson (Zuidereiland), kroeg in een voormalige kerk. Dat gebouw was leuker dan St Johns, maar we vonden St Johns gezelliger, al waren we op beide plekken op onvergelijkbare dagen: St Johns door de week, The Free House op Oudejaarsavond.

Dan verder culinair. De beste koffie hebben we niet precies bijgehouden, de slechtste koffie (ook wat waard) dronken we in Gretna, Tasmanië, onderweg naar Hobart. De lekkerste pastry was de cheese cake in de Dairy Factory onderweg naar Weldborough (Tasmanië). Het eet-hoogtepunt waren de groene mosselen in Havelock, de groene-mosselhoofdstad van Nieuw-Zeeland. We hebben ze later ook nog lekker gegeten, maar daar voor het eerst én op diverse manieren toebereid.

IMG_1149

Voor Henks eigen camping-koken was de hele reis een hoogtepunt, dankzij die fijne campingkeukens.

Bijzonderste wildlife: BZ, de kiwi in Okarito. Maar dat was niet helemaal spontaan en misschien ook net niet helemaal wild, met hun transponders om – en hun eieren die van ze worden weggehaald, uitgebroed in een machine, de jongen naar een onbewoond eiland gebracht en pas terug naar Okarito als ze volgroeid zijn – wat hun overlevingskans van 5 naar 90 % verhoogt. Helemaal wild was wel de heremietkreeft op Maria Island (Tasmanië).

IMG_3579

En de echidna, een paar dagen later, maar die zag alleen Louise. Qua hoeveelheid wildlife was Maria Island (Tasmanië) onovertroffen, we struikelden daar bijna over de wombats.

IMG_3654

Mooiste strand – lastig. De Ninety Mile Beach (Noordereiland) was het lekkerste zwemstrand….

IMG_2440

…maar de strandjes van Maria Island waren wel heel idyllisch, zeker het eerste, dat hadden we voor onszelf. Maria Island en Waiheke waren de twee kleine eilanden die we bezochten, en die beide dagen waren prachtig, mede dankzij stralend weer. Die dag op Waiheke zal Louise bovendien nooit meer vergeten: haar enige verjaardag ooit waarop ze in zee zwom én 12 uur lang tegelijk met haar broer jarig was.

Over de leukste stad twijfelen we een beetje. Launceston (Tasmanië) komt wel in aanmerking, mede vanwege die geweldige gorge pal naast het centrum, maar je gaat niet voor de steden naar Down Under. We zijn in Europa verwend op dat gebied, ook al vonden we bijvoorbeeld ook de twee echt grote steden, Auckland (foto hieronder) en Melbourne, helemaal niet verkeerd. Auckland hebben we het beste leren kennen.

IMG_2009

Beste overnachtingsplek: meest memorabele en verrassende was wel het hemelbed in Dunback!

IMG_0192

Qua campings hebben we geen duidelijke uitschieter, maar wel is Nieuw-Zeeland (inderdaad) een kampeerparadijs en was de stacaravan in Queenstown (Tasmanië) de beste prijs-kwaliteitverhouding qua vaste accommodatie.

Leukste vaartocht: We hebben 16 keer gevaren, wat sowieso heel leuk was, en daarvan waren een boel tochtjes memorabel: van het kanoën in het Abel Tasman Park (Zuidereiland) via de twee schattige kleine veerbootjes (in de Great Taste Trail van het Zuidereiland en die over de haven van Devonport, Tasmanië), de leuke en mooie overtochten van het Wakatipu-meer bij Queenstown (Zuidereiland; heen met een schipper met kerstmuts, terug op een oud schip met de fietsen in het museum) tot de gezellige overvaart van Tasmanië naar Melbourne op een joekel van een veerboot!

Beste vliegreis: de vlucht van Auckland naar Sydney met Air New Zealand was voor zo’n noodzakelijk kwaad wel opvallend aangenaam. Met de lege stoel tussen ons in (voor een schappelijke prijs), de grappige veiligheidsinstructie, het babbeltje met steward en stewardess én te vroeg aankomen.

* * *

Tot slot: we hebben Polarsteps bijhouden en elke ochtend kijken hoe het zat met de likes en de comments ook heel erg leuk gevonden. Dank aan onze volgers! En om af te ronden gebruiken we het woord dat ons gevoel op dit moment het beste samenvat: we zijn voldaan.

 

Door |2018-04-04T19:30:41+02:004 april 2018|Fiets|1 Reactie
Ga naar de bovenkant