Jaararchieven: 2016

Voet gaat goed

Snelle update weer even: het gaat hartstikke goed met mijn voet. Donderdag op gewone schoenen gelopen en ’s avonds een half uur spinning, vrijdag de hele werkdag op nette schoenen doorgebracht (met de nieuwe inlegzolen), en dat leidde allemaal hooguit tot moeie voeten, niet tot pijn.

Die vermoeidheid komt deels doordat ik het nog moeilijk vind om weer normaal te lopen. Ik ben erg naar de sesamoïditis gaan lopen, over de buitenkant van mijn voet en mijn voetboog met mijn tenen stijf houdend. Ik vind het duidelijk nog moeilijk om erop te vertrouwen dat die plek géén pijn meer doet en dus ontspannen te lopen – typisch geval van lijf is eerder beter dan hoofd. Vrijdag liep ik in Amsterdam terug van m’n werkplek daar naar de metro en toen liep ik te denken ‘kijk eens hoe normaal ik loop!’ Maar dat denken is er nou juist een teken van dat het nog helemaal niet normaal is!

Deels komt de vermoeidheid ook simpelweg doordat ik een deel van mijn voet wekenlang heb ontzien, en dat deel moet nou weer werken. Bij spinning heb ik vooral daar last van, volgens mij, daarbij werd donderdag mijn voet doodmoe.

Of de ontsteking echt helemaal over is, weet ik niet, maar in elk geval houdt hij zich koest. Voor de zekerheid ga ik nog even door met ijs en Voltaren enzo. Als het zo doorgaat, wil ik aan het eind van deze week de hardloopschoenen eens aantrekken! Voor een paar stappen hardlopen, hoor, ik ga daar heel voorzichtig mee zijn. Maar ik zou blij zijn als het begin er is!

En het was lekker fietsweer vandaag natuurlijk. 3 uur in het zonnetje gereden. Ben ik al bruin?

 

Door |2016-03-13T19:03:15+01:0013 maart 2016|Fiets, Loop|0 Reacties

Stappen vooruit

Vandaag weer een stap vooruit met de sesamoïditis. Het gaat sowieso de laatste tijd goed: ik heb in het dagelijkse leven geen pijn meer. Maar ik vermeed lopen nog wel, en het hoognodige buitenshuis deed ik op dit charmante schoeisel:

bergschoenen

Ja, ook naar de nettere opdrachtgevers! Nood breekt wet, zal ik maar zeggen.

Vandaag heb ik voor het eerst in weken mijn gewone schoenen weer aan, sinds vanochtend voorzien van orthopedische steunzolen:

Inlegzolen

Dat is nog heel gek, ik heb voor mijn gevoel onder elke voet een ei. De zolen geven veel meer steun onder mijn voeten dan ik gewend ben, ze geven tegendruk omhoog. Dat kost wel een week wennen, zei de schoenmaker. Daarbij zijn ze allebei ter hoogte van de sesambotjes extra zacht en heeft de linker daar ook nog een uitsparing.

Ik zou met deze zolen nu op alle soorten schoenen weer probleemloos moeten kunnen lopen. Ik ben net naar de drogist gelopen, en dat was een mijlpaal: voor het eerst in weken weer wandelend een boodschap doen. Een beetje spannend en eng vond ik het wel, en nog: het ging goed, nouja, op eieren lopend en afwikkelen met links vind ik ook nog heel wat. Maar de hamvraag is nu: morgen napijn of niet?

Mocht het nou goed gaan, en als die zolen dan ook gewend zijn, dan kan ik er ook mee hardlopen. Nog even geduld dus, maar met een beetje geluk is dat ook weer in het vizier.

Ik had verder een beetje moeizame sportweek. Spinning, waar ik het vorige week over had, ging niet, het deed meteen pijn onder mijn voet. Ik schrok ervan, maar gelukkig geen napijn. Ik ga het vanavond opnieuw proberen, met de zolen uit mijn fietsschoenen in mijn spinningschoenen, hopelijk gaat dat beter. Verder heb ik door een zeldzame samenloop van omstandigheden een te drukke (werk-)week (vroeg op en lange dagen naar Utrecht – Antwerpen – Utrecht – Amsterdam), in combinatie met een slechte slaapvlaag. Ik heb twee keer een training overgeslagen simpelweg omdat ik te moe was. Dat overkomt me toch niet vaak! Afgelopen nacht heb ik 9 uur geslapen, dus vandaag gaat het wel weer en hopelijk is de vlaag ook weer gauw ten einde.

Oja, en ik zit de hele dag met dat nummer van Paul Simon in mijn hoofd. Maar er zitten helemaal geen diamanten op!

Door |2016-03-10T16:54:33+01:0010 maart 2016|Loop|0 Reacties

Ergerlijk boek, maar wel wat van geleerd

Cover boekDe zin uit het boek Het duurloopmisverstand waar ik het het meest hartgrondig mee eens ben, staat op p. 155 en is niet afkomstig van schrijver Klaas Lok, maar van ene Rob Boot die reageert op een eerdere druk van het boek:

Het zou fijn wezen als je een tweede boek zou schrijven, iets losser van je eigen referentiekaders, in een nog meer aansprekende taal maar uiteraard wel gebaseerd op de Souplessemethode!

Die Boot doelt erop dat het boek wel heel erg alleen maar op de top gericht is. Misschien niet met zoveel woorden, maar bijna alle voorbeelden draaien om, bijvoorbeeld, tempo’s waarmee je Nederlands kampioen wordt. Lok schudt het hele boek lang allemaal voorbeelden uit zijn mouw waarin het gaat om, bijvoorbeeld, tempo-kilometers van 3′ (ter vergelijking: mijn snelste kilometer ooit was in ongeveer 4’50; 3′ per kilometer loopt in Nederland maar een handjevol). Bijna alle ervaringsverhalen zijn die van kampioenen, waaronder Klaas Lok zelf. Desalniettemin heeft hij het dan ergens toch nog apart over wereldtoppers met talent (p. 45) die anders trainen – kennelijk vindt hij zichzelf, 24-voudig Nederlands kampioen, niet zo getalenteerd. Zoiets staat zelfs in het voorwoord (een ‘verre van bovengemiddelde aanleg’, p. 7).

En dan gaat het ergens over prestatielopers, althans, dat lijkt zo, want het kopje luidt ‘Prestatielopers kunnen ook sneller’ (p. 40), maar dan gaat het na vier alinea’s alwéér over een voormalig wereldrecordhouder op de marathon.

Tsja. Het hele boek lang heb ik het gevoel gehad ‘dit boek gaat dus niet over mij’. Manlief zei gister: het lijkt Marco van Basten wel. Over hem gaat immers ook het verhaal dat hij mislukt is als trainer omdat hij niet om kan gaan met voetballers die minder getalenteerd zijn als hijzelf. Voor sommige toppers is het erg lastig om af te dalen naar het niveau van gewone stervelingen: al die honderdduizenden die óók hardlopen maar die nevernooitniet ook maar kunnen dromen van kampioenschappen

Daar komt nog bij dat het gericht is op afstanden van ongeveer 800 meter tot 10 kilometer. De halve marathon komt ook nog wel aan de orde, en ja, de marathon ook, maar daarvoor vallen ineens toch lange duurlopen uit de lucht en bovendien mag de hele marathon van  Lok ‘afgeschaft’ worden of vervangen door iets van maximaal 30 kilometer lengte, want een mens is niet gebouwd voor het lopen van zulke afstanden en er knappen mensen door af Je hoort ‘m tandenknarsen als hij die alinea (p. 120) afsluit met de zin:

Overigens moet ik wel toegeven dat velen een fantastische bevrediging vinden in het volbrengen ervan.

Wat een contrast met het vorige ‘anti-lange-duurlopen-boek’ dat ik las! Geef mij dat Ik,  hardloper maar; Het duurloopmisverstand irriteert me van de eerste tot de laatste pagina.

Nou heeft Het duurloopmisverstand wel één voordeel ten opzichte van Ik, hardloper, en dat is dat het wel meer diepgang heeft. Zodoende heb ik er één ding van geleerd: waarom je voor hardlopen en fietsen zo anders moet trainen. Bij hardlopen maak je gebruik van je  elasticiteit, het is (als het goed is) een soort veren. Dat heet ok wel ‘reactief’ lopen. Dat doe je vanzelf als je pittige, maar niet idioot harde intervallen loopt – dat is de essentie van deze methode. Een rustige duurloop is eigenlijk te weinig verend, waardoor je gaat lopen sjokken en de vering als het waren tegenwerkt, kapotmaakt misschien wel (mijn woorden).

Ik herken dat: iets harder loop ik technisch veel beter dan dat moeizame gesjok in een duurloop. Zo had ik tijdens het lezen dus toch een vallend kwartje: is mijn duurlooptempo daardoor achteruit gegaan, dat ik mijn toch al gebrekkige vering de das om heb gedaan? Dat het iets looptechnisch was is wel door mijn hoofd gegaan.

Ik herken ook wat  hij schrijft over dat je lichaam kan gaan protesteren en dat je dat dus ook traint, die proteststand. Hé, zou dat verklaren waarom ik m’n beste lange loop liep na nog relatief weinig (duur-)training en eigenlijk op het verkeerde moment?

Ik denk dat ik nu beter snap hoe ik niet moet trainen. Maar op basis van dit boek heb ik geen flauw idee hoe dan wel. Want zo’n slepende duurlooppas, zo geeft Lok toe, is wel ‘misschien economisch voor de marathon’ (p. 40). De intensiteit waarop ik op souplesse loop, kan ik niet lang volhouden. Inderdaad misschien net tot die 10 kilometer waar dit boek vooral over gaat. Dus hoe loop ik dan ooit een langere afstand? ‘Niet’, zou Lok zeggen, denk ik. Gelukkig heb ik ook andere informatiebronnen.

Door |2016-03-08T12:15:55+01:008 maart 2016|Boeken, Loop|1 Reactie

Ze kunnen niet tellen

Maandag kreeg ik een mail van Ironman.com met deze tekst:

less than five months

 

 

 

 

 

 

Less than five months, schrik! Hè, ik had toch nog een half jaar? Jawel, de Ironman van Vichy is op 28 augustus en dat is nog een half jaar – six months. Op dit moment maakt zo’n maand veel uit, vooral voor het lopen. Of dat op tijd weer gaat lukken is sowieso spannend, maar een maand korter kan funest zijn. Pfoe, gelukkig, zíj hebben zich verteld. Of de mail een maand te vroeg verstuurd!

Als het niet lukt met het lopen ga ik er trouwens toch heen om te zwemmen en te fietsen, hoor!

Door |2016-03-04T16:01:58+01:004 maart 2016|Triathlon algemeen|0 Reacties

Voet

Toen ik vanochtend in het ziekenhuis was voor een bezoek aan de orthopedisch schoenmaker heb ik gevraagd of ik mijn röntgenfoto’s van 10 dagen terug kon krijgen, en dat mocht. Dit is mijn voet:

Röntgenfoto voet, van boven af

De twee sesambotjes zijn er goed op te zien: die twee erwtjes onder het meest rechter middenvoetsbeentje. Ertegenaan is nog een derde, kleinere en vagere ronde vorm te zien en dat is waarschijnlijk een spoor van de ontsteking, vocht ofzo.

Dit is ‘m nog een keer, van opzij:

Röntgenfoto voet van opzij

 

 

 

 

 

 

 

Met die voet en ook met de andere is niks mis, zo zei ook die schoenmaker (erg aardige kerel trouwens). Zo van: jij hebt alleen maar tijdelijk een aangepaste zool nodig, na een gevalletje dikke pech. Die zool is-ie nu aan het maken, met meer steun onder mijn voet en een uitsparing onder de sesambotjes en erop gericht om het afwikkelen wat meer over mijn hele voet te spreiden en niet alleen richting mijn grote teen te doen. Daarmee krijgt de ontstekingsplek meer rust en is de voet eerder belastbaar. De zooltjes worden zo gemaakt dat ze ook voor hardlopen geschikt zijn. Klinkt veelbelovend.

Wel zei hij dat ik mogelijk die zooltjes graag wíl blijven dragen, omdat het lekkerder is. Hij vond bijvoorbeeld dat ik weinig ‘kussentje’ onder mijn voorvoet heb, alleen maar dunne huid, en dan is een dempend zooltje daar wellicht wel prettig. Mijn gebrek aan ‘kussentje’ ken ik wel: ik ben al door meerdere fysiotherapeuten tot ideale oefen- en demonstratiepatiënt verklaard omdat bijvoorbeeld mijn rugwervels zo dicht aan de oppervlakte liggen en dus heel goed zichtbaar zijn.

Ondertussen gaat de sesamoïdits wel vooruit, maar het gaat me te langzaam natuurlijk (typisch sportersongeduld). Wat ik lastig vind, is dat ik het pas een dag later merk als ik de voet te veel belast heb. Ik vermoedde dat vorige week al, en dat vermoeden is versterkt: ik merk te veel doen in de vorm van napijn. Vorige week was 2X15 minuten wandelen (naar mijn Utrechtse werkplek) al/nog te veel. Ik ben dus weer terug op een streng regime van rust (in Utrecht voor dat lullige afstandje toch maar de OV-fiets). Dan heb ik in het dagelijks leven nauwelijks nog pijn. Daarbij ijs, rekken, onbelast bewegen en Voltarengel. En vooral hopen dat het opschiet.

Maar dat van die napijn, daar baal ik van – dat maakt opbouwen echt lastig, ook straks met het hardlopen. Bewegen zelf voelt namelijk prima, ik krijg dan geen enkel signaal van te ver gaan, en een dag later kan ik daar niets meer aan doen natuurlijk. Hopelijk is het na nog een week rust en straks met die zooltjes makkelijker.

Ondertussen heb ik de slag van het alternatieve, looploze trainingsprogramma aardig te pakken. Vrijdag enorm genoten van mijn eerste wat langere rit op de triathlonfiets, en ik ben volgens mij goed bezig om twee zwakke plekken (schouders en core stability) aan te pakken. Vanavond ga ik voor het eerst dit seizoen weer eens spinnen. Vandaag lijkt het weer even niet zo, maar toch: ik voel de lente af en toe kriebelen!

 

Door |2016-03-01T13:41:55+01:001 maart 2016|Fiets, Loop|0 Reacties

En nu zelf verder

Daarnet heb ik voor de ontstoken sesambotjes de laatste diclofenac-pil genomen, na er twee weken lang eerst één en later twee per dag te hebben geslikt.

diclofenacIk vind het spannend hoe het nu verder gaat met mijn voet, op eigen kracht. Voordat ik met de pillen begon, verbeterde het amper – lukt het nu wel zonder chemicaliën?

Het gaat bovendien sowieso nogal op en neer. Sinds halverwege vorige week heb ik dagen gehad dat ik vrijwel normaal kon lopen en amper nog pijn had. Gister bijvoorbeeld nog, ik vond toen een mijlpaal dat ik in Utrecht naar mijn tijdelijke werkplek kon lopen en geen OV-fiets meer nodig had, voor 5 minuten fietsen cq. 15 minuten wandelen.

Maar er zitten ook dagen tussen, vandaag nog, dat elke stap gevoelig is. Geen idee hoe dat komt – ik heb vandaag veel stilgezeten, ik had een echte rustdag en was thuis met een tekst aan de slag. Verstijft het dan? Maar dat is niet het hele verhaal: het was meteen uit bed al gevoeliger dan gister. Napijn van het lopen van gister? Dat zou wel heel lullig zijn dan. Maar wel even in de gaten houden dus.

Mijn vertrouwen in een goede afloop schommelt mee heen en weer. Of eigenlijk: ik neem aan dat het wel goed gaat aflopen, wat fluctueert is vooral mijn inschatting van hoe lang het nog gaat duren, en daarmee van de kans dat er nog wat terecht gaat komen van het triathlonseizoen.

Dit is weer een stevige les in het nemen zoals het komt en vooral geduldig en stoïcijns blijven. Wat ik wel vaker heb gehoord: geblesseerd zijn is stevige mentale training!

 

 

Door |2016-02-23T21:06:45+01:0023 februari 2016|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Ik lijk wel een zwemmert!

Als ik naar mijn Movescount-logboek van februari kijk, lijk ik ineens wel een zwemmer geworden:

Zwemmen met stip op 1

Dat is echt een raar overzicht, voor mijn doen, met zwemmen als veruit de grootste sport, qua tijd. Hardlopen is helemaal weg – de voetblessure. Het sterretje is trouwens bodybalance/krachttraining.

De weinige fietsuren is op zich  niet zo heel gek voor deze tijd van het jaar. Het is nog steeds wat hangen-en-wurgen qua weer om echt lange duurtrainingen op de fiets af te werken – dit hele weekend waait het te hard. Maar ik zit veel meer op de fiets dan uit deze getallen blijkt, want ik fiets erg veel, maar dat vooral op de stadsfiets. Week na week zit ik minstens vijf uur op de stadsfiets, deze week kom ik over de zes zelfs. Dat zijn weliswaar kleine stukjes (tot maximaal 35 minuten, als ik naar Bergschenhoek, Vlaardingen of de Erasmus Universiteit ga), maar ik werk zo wel aan mijn fietsbasis.

Op Movescount registreer ik alleen de sportieve fietsritten, al is die streep niet helemaal goed te trekken. Ergens boven die 35 minuten houdt vervoer op en begint trainen. Afgelopen dinsdag ben ik bijvoorbeeld (in stralende zon!) woon-werk naar Den Haag gefietst, en dat log ik dan wel. Dat is enkele reis een uur, dat is ver genoeg voor een andere, betere fiets en ik kleed me ervoor om. Ik kom deze week dus uit op in totaal meer dan 8 uur fietsen!

Dat ik zo veel op de stadsfiets zit, ligt deels aan hoe mijn dagelijks leven er op dit moment uitziet, maar het heeft ook wel met de blessure te maken. Ik moet op het ogenblik twee keer per week naar Utrecht voor werk, en dat is op normale loopafstand van het station, maar nu neem ik daar de OV-fiets voor. Deze week moest ik naar de orthopeed: het ziekenhuis is dik 10′ fietsen. Ik ga extra naar zwembad en sportschool, ook allebei op ruim 10′. Alles bij elkaar is dat goed voor minstens een uur extra fietsen in de week.

Ik heb mijn draai redelijk gevonden in hardlooploos trainen, met extra zwemmen en de crosstrainer, maar ik mis nu wel de lange buitentrainingen. Het kan me niet snel genoeg lente worden nu! Als ik naar de combinatie van Weeronline en mijn agenda kijk, moet het ergens verderop in de week weer een keer lukken (vrijdag?):

Vrijdag krijgt een 8

Enne, die t uit de titel, da’s Rotterdams, hè?!

Door |2016-02-21T14:57:17+01:0021 februari 2016|Fiets, Zwem|0 Reacties

Veel beter

Hoogste tijd voor mijn volgende update. Sinds het weekend gaat het een stuk beter met mijn voet – de diclofenac doet zijn werk, denk ik. Af en toe loop ik – op schoenen met een beetje behulpzame zolen – alweer bijna normaal, maar het gaat nog wel op en neer, zowel tussen de dagen als op een dag.

Ik kom net bij de orthopeed vandaan en ook die vond het geen heel ernstige kwestie (‘milde’ sesamoïditis). Het moet vanzelf echt wel weer helemaal overgaan, ook al zit er misschien een scheurtje in het mediale sesambotje, maar dat maakt verder niet uit voor de aanpak. En die is: nog een paar dagen doorgaan met de diclofenac en een speciaal zooltje laten maken om de plek te ontzien. Op internet was ik ergens iets tegengekomen over drie maanden gips, en daar had ik toch wel een nachtje slecht van geslapen, maar gelukkig is dat allemaal niet nodig. Dat dacht ik inmiddels al, maar ik ben toch verder wel gerustgesteld.

Wel drukte de orthopeed me op het hart om het hardlopen niet te overhaasten, want dat vergroot de kans dat dit een chronische blessure wordt waardoor ik uiteindelijk helemaal niet meer kan hardlopen. Ik mag pas gaan hardlopen als ik pijnvrij door de dagen kom, en ook het hardlopen zelf mag beslist geen pijn doen. Dat heb ik in mijn oren geknoopt – liever nu wat langer wachten dan op termijn met nog veel gebakkenere peren zitten.  

De orthopeed dacht aan een combinatie van overbelasting en pech als oorzaak, maar dan wel het soort overbelasting waar iedereen die hardloopt in principe last van heeft, zo van: je voeten krijgen dan nou eenmaal ook meer te verduren. Dus ook niet per se iets om me heel erg zorgen over te maken.

Als het zo doorgaat, verwacht ik dat ik over één à twee weken weer heel voorzichtig een hele klein stukje kan hardlopen. Of dat snel genoeg is om eind augustus een Ironman aan te durven weet ik niet. In de afgelopen week ben ik me wel gaan realiseren dat ik van de 0 in de titel van dit weblog ook best een 1 kan maken. Maar ik geef het nog niet op!

Het gaat verder op het ogenblik best wel lekker allemaal. De overgangshormonen zijn een stuk rustiger dan eerder. Ik heb geen griep, en dat is geloof ik ook al het vermelden waard (wat een boel zieken, zeg!). Ik heb wel lol in de alternatieve trainingen, ik fiets me een ongeluk op de stadsfiets en heb dinsdag genoten van een zonovergoten woon-werkritje naar Den Haag. Het is druk met werk, dus helemaal niet zo heel erg om iets minder uren te sporten dan anders. Dus: voorlopig houd ik de moed erin!

Door |2016-02-18T15:45:06+01:0018 februari 2016|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Ik, maximaal-14-kilometer-hardloper?

Cover boekIk schreef een paar dagen geleden dat ik me ging verdiepen in andere loopbenaderingen, namelijk die waarin je een marathon loopt zonder lange duurlopen. Ik heb het eerste boekje daarover nu uit: Ik, hardloper van Stans van der Poel en Koen de Jong. In die aanpak loop je niet langer dan 14 kilometer. Er staan schema’s in het boek, en als ik het goed gezien heb, is de grootste weekomvang voor de marathon 43 kilometer (p. 168). Alles in D2, geloof ik (dat staat er niet heel duidelijk).

Ik denk dat ik dat best wel eens wil proberen. Als ik eenmaal weer kan lopen. Ik heb altijd gedacht: ik geloof daar niet in. Met wat ik weet van trainingsleer en met hoe ‘iedereen’ traint (zoals bij de atletiekvereniging) zijn die duurlopen tot minstens 30 en eigenlijk 35 kilometer essentieel. Maar ik heb ondervonden dat mijn lijf ze slecht verteert (mogelijk ben ik een tijdje van slag geweest na mijn marathon in november), dat ik het niet leuk vind, dat ze ook niet leidden tot een heel succesvolle marathon, en dat ik sinds ik langere duurlopen dan 20 kilometer doe alleen maar langzamer geworden ben. Dus waarom niet eens iets anders geprobeerd? Ik ga toch niet voor een wereldtijd.

Maximaal 14 kilometer lopen, dat klinkt me als muziek in de oren. Geen idee of ik daarmee een Ironman-marathon kan volbrengen, maar dat is het experiment. Als ik het lopen weer in het vizier krijg, ga ik contact zoeken met Stans van der Poel, die ook triatleten begeleidt en zelf als 50+-dame Ironmans heeft volbracht. Dat klinkt sowieso wel interessant!

Een ander dingetje viel me in het boek ook op. Een heleboel mensen, inclusief sportbegeleiders en fysiotherapeuten, schatten in dat een 50-jarige ongeveer 30 % minder sterk is dan een 30-jarige. Maar dat percentage ligt veel lager (ik kan in de grafiek helaas niet precies zien hoe laag), en een 50-jarige is even sterk als een 15-jarige. ‘Mensen die de vijftig gepasseerd zijn accepteren te makkelijk dat dingen niet meer of moeilijker gaan’ staat er in het hoofdstuk over hardlopen en leeftijd (p. 101), en ‘Leeftijd speelt een veel minder grote rol bij teruglopende prestaties dan veel mensen denken’ – leefwijze is veel belangrijker. 

Dat is een vergelijkbare boodschap als die van Joe Friel, en ik had ‘m nét even nodig, want ik heb de laatste weken net iets te vaak gehoord dat ik, nu ik de 50 voorbij ben, nou eenmaal niet meer zulke hoge eisen moet stellen/rekening moet houden met steeds meer pijntjes en kwaaltjes/overbelat zal raken/achteruit zal gaan, enzovoort – de pittige blessure van nu, zo kort na die mijlpaal-verjaardag, ai, op dat punt gemene timing. Maar ik weiger voortijdig achter de geraniums plaats te gaan nemen. Dit boek steunt me daarbij.

Verder staat er in het boek veel wat me al bekend was uit Ik, de wielrenner (zie mijn recensie daarvan voor Touretappe – gelukkig bestaan vrouwen in Ik, hardloper wel) en Bewegen voor Beginners. Bijvoorbeeld over het belang van een rustige ademhaling – oja, ook iets om weer eens wat mee te doen. De quinoa die me in Ik, de wielrenner opviel passeert ook weer. En ook hierin zit een hoofdstuk over hoe goed hardlopen is tegen allerlei ziektes van lichaam en geest, en dat vind ik dan weer ietsje uit de toon vallen, want dat lijkt erop gericht om mensen over te halen om te gaan hardlopen, terwijl de rest van het boek gericht is op lopers die het eens anders willen proberen. Dat sporten goed is, dat weten we nu wel.

Het hoofdstuk over chi-running vind ik dan ook nog interessant, daar wil ik wel eens een workshop in doen. Maar eerst maar weer eens kunnen hardlopen…

Door |2016-02-12T14:49:13+01:0012 februari 2016|Boeken|0 Reacties

En weer een

Kleine update weer: in heb de indruk dat de ontstekingsremmers helpen, en dat er dus verbetering is: ik loop (nouja, scharrel) makkelijker, met minder pijn.

Wel is het nog steeds zoeken naar hoe ik het dagelijkse loopwerk het beste verteer, want door die stijve schoenen kreeg ik last van mijn andere voet, op dezelfde plek, echt waar. Mijn voeten houden dan ook helemaal niet van stijve zolen. Nu draag ik binnen m’n ouwe-trouwe Birkenstocks, en dat lijkt ook een verbetering.

M’n alternatieve trainingsprogramma bleek iets te ambitieus: alle dingen die ik had bedacht ter vervanging van het hardlopen zijn ook belastend voor mijn bovenlijf. Extra zwemmen, de crosstrainer en langer op de triathlonfiets – klinkt leuk, maar bleek net iets te veel. Deze week dus wat laten vervallen. Beetje extra rust kan ook geen kwaad!

 

Door |2016-02-11T13:42:44+01:0011 februari 2016|Loop|0 Reacties
Ga naar de bovenkant