Jaararchieven: 2015

Mooi artikel over 50+-triathlonvrouwen

Sinds gister staat er een mooi stukje op de Ironman-website (ik volg hen via Twitter, @ironman): een artikel over hoe 50+-vrouwen hun sport ervaren. De foto ontroert me zelfs: zo vaak zie je geen vrouwen met grijze haren zo afgebeeld, namelijk in wedstrijdsportkleding en triomfantelijk en blij over de finishlijn komend! En dat terwijl het artikel de taboe-kant van de leeftijd (de overgang) niet uit de weg gaat – maar dus ook niet overdreven problematiseert. Hulde!

 

Door |2015-04-22T19:26:21+02:0022 april 2015|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Loop- versus fietsbenen

Afgelopen zaterdag een trainingsfout gemaakt, weet ik achteraf. Ik dacht: één lange duurloop, dat kan nog wel. Het werd 24 kilometer, en dat is voor de halve triathlon veel meer dan nodig is, maar ik werp alvast een schuine blik op de marathon die voor november gepland staat. De eerste 17 kilometer geen vuiltje aan de lucht, sterker nog: hartstikke lekker gelopen, in perfect weer, voor het eerst dit jaar in korte broek, lekker langs de Rotte – genieten. Maarja, toen volgden er nog 7, en daarin ging het licht nogal uit. De laatste kilometers deden ronduit pijn, en nu, dik 50 uur later, voel ik nog steeds van alles in mijn bovenbenen. Oeps. Dat was net iets te veel.

Een paar weken geleden had ik nog 25 prima kilometers gelopen, met juist aan het eind nog wat over. Hoezo dan nu zoveel moeite? Enerzijds was ik denk ik net niet helemaal fit, ik voelde me de hele vorige week wat moeïg, met af en toe wat last van maag en darmen. Niet ziek, maar er was wel iets. Zaterdag was mijn rusthartslag iets verhoogd en het tempo bij hartslag 130 was ook (maar weer eens) lager dan normaal. En die net-niet-fitheid wreekt zich dan na een tijdje. Overigens knapte ik in de loop van zaterdag wel verder op, ik voel me sindsdien weer okee.

De andere verklaring is, denk ik, dat mijn benen niet zo’n zin hebben in hardlopen nu ze ook weer veel aan het fietsen zijn. Sinds het paasthuistrainingskamp heb ik alleen maar tegenvallende looptrainingen gehad, en die spierpijn nu, die voel ik precies in de stukjes been die niks doen bij fietsen. Ik héb zelfs gister nog bijna 3 uur gefietst, en dat ging prima, pijnloos ook. Fietsen, dat willen mijn benen altijd wel, maar dan ook nog lopen… het lijkt soms net alsof ze daar een middelvinger tegen opsteken.

Meer in het algemeen verbaast het mij al jaren dat die benen die op een dag 10 uur en meer hebben gefietst, zo’n moeite hebben met lang lopen. Ik loop nu meer dan vijf jaar hard, en nog steeds zijn die benen meer fiets- dan loopbenen. Dat is ongetwijfeld aanleg en oefening, maar sinds ik het Suunto sporthorloge heb, is een ander verschil voor mij ook heel zichtbaar geworden – een verschil dat ik wel wist, maar nooit zo duidelijk gezien had.

Gister, bij die rustige duurtraining op de fiets, zag mijn hartslag er zo uit:

Grafiek met grote pieken en dalen

 

 

 

De dag ervoor, rustige duurloop, zo – zelfde schaal, iets kleinere uitsnede alleen:

Grafiek met nauwelijks uitslag

 

 

Toelichting: de stippellijn is mijn gemiddelde hartslag. Bij het lopen, die onderste, is die 130, en dat is ook mijn streefhartslag bij een lange duurloop. Bij het fietsen ligt die op 117. Dat is een tikje aan de lage kant voor een duurtraining, meestal kom ik net iets hoger uit, op 119 ofzo – waar mijn streefhartslag tussen de 120 en 126 ligt.

Bij fietsen ligt de gemiddelde hartslag dus stukken lager dan de streefhartslag; bij lopen komt die overeen, en is dat gemiddelde dus relatief hoger (en absoluut ook, vanwege de andere sport). Bij fietsen zitten er veel grotere pieken en dalen in, of dalen eigenlijk vooral: bij elke bocht, elke keer stoppen, elke andere manoeuvre, even een keer de rug strekken, enzovoort enzovoort: er is elk ogenblik wel een aanleiding om de benen even stil te houden, en hups, daar dendert de hartslag naar beneden.

Lopen is dus stukken intensiever dan fietsen. Misschien vinden mijn benen dat gewoon lastig?

Maarja, nu zeg ik dus eigenlijk tegen mijn benen: niet miepen, lopen jullie! Oftewel: de kunst is nu om lopen en fietsen met elkaar te verzoenen. Alleen moet ik mijn benen dan niet zo’n grote draai om hun oren geven als afgelopen zaterdag. Meer dan twee dagen herstel nodig hebben, dat is niet goed – want misschien kan ik morgen nog niet eens voluit trainen weer. En dat is dus een trainingsfoutje. Nouja, geen ramp, wel leerzaam.

En die zon en die korte broek, die waren zaterdag tóch erg lekker!

Door |2015-04-20T20:31:23+02:0020 april 2015|Fiets, Loop|0 Reacties

Over drie tijdschriften

1. Deze week verscheen Fietssport Magazine, met daarin een column van mij over fietsen – over zin in sex en fietsen, zelfs! Het is een bewerking van een column die online staat op mijn zakelijke weblog. De vormgeving is grappig: de vette kop ‘zin in sex’ staat pal naast een fietsfoto van mij, waardoor het lijkt alsof ik fietsend enorme zin heb. Dat is niet helemaal de strekking van de tekst, maar het is wel grappig! De column is een soort nagekomen fietsvrouw-column, en het contact daarvoor is tot stand gekomen door een ander stukje in datzelfde blad, namelijk een berichtje over de Vrouwentriathlon. Dat is dus ook van mijn hand.

2. Ik kon Pedala niet laten liggen, het nieuwe tijdschrift ‘voor vrouwen die fietsen’. Nou ben ik een vrouw die fietst, maar dit blad is absoluut niet voor mij. De interviews erin, o.a. met Nicolien Sauerbreij, zijn leuk, maar verder ervaar ik zowel de toon als de inhoud als zeer oppervlakkig. Het is duidelijk voor jonge beginners, en zelfs toen ik jong begon, voelde ik me niet aangesproken door formuleringen als deze op p. 47:

Zeem
Niet schrikken als je zo’n fietsbroek voor het eerst in het echt ziet. Daar waar je kruis zit, zit een zeem genaaid. Dat hoort. Sterker nog: dat is een goed idee.

De diepgang in de informatie is navenant, en het moet duidelijk vooral ook allemaal ‘leuk’ blijven. Ik weet dat er voor (jonge?) vrouwen vaker zo geschreven wordt, maar ik vind het niks. Waarom zou je vrouwen dommer aanspreken dan ze zijn? En jammer dus dat zo’n blad de doelgroep zo beperkt. Daarover zijn meer vrouwen het eens, zo blijkt uit de inmiddels al drie pagina’s tellende discussie over op het Fiets-forum over PedHappi body (cover)ala, waar ik me ook aardig in roer.

3. En toen ik toch in de kiosk was… in de Happi Body, een special van Happinez, staat een artikel ‘Sporten: goed voor je ziel’.  Het zijn ’tien spirituele redenen om jezelf in het zweet te werken’ en ik herken ze alle tien. De eerste is bijvoorbeeld ‘Je ontmoet jezelf’, en daarin gaat het erover dat je je van sport levend gaat voelen tot in de kleinste haarvaatjes van je lijf. Misschien is dat voor mij de ultieme reden om te sporten. Ook een mooie vind ik nummer 9: ‘Je wordt er wijzer van’, over sport als bron van levenslessen.

 

 

Door |2015-04-17T17:14:24+02:0017 april 2015|Boeken, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

Mijn jaarlijkse intervaltraining door de stad

Elk jaar fiets ik op een zondag in deze tijd als een gek een stuk of zeven korte stukjes door de stad, in totaal een dikke 40 km. Dit jaar kan ik dankzij de Suunto voor het eerst het parcours zichtbaar maken:

parcours

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als je die route legt op een ander parcours, namelijk dat van de marathon van Rotterdam, en je zou ook nog mijn pauzemomenten en -plekken daaraan koppelen, dan zou je, als goeie detective, kunnen achterhalen wat ik aan het doen was: een loper aanmoedigen die in ongeveer 4’30/km de marathon aan het lopen was. Ietsje sneller zelfs: manlief liep ‘m vandaag in 3u08, zijn snelste marathon in jaren, zijn 27e Rotterdamse in totaal.

Het is altijd een dag om me op te verheugen, met zat kippenvelmomenten. Ik had er vandaag één toen ik om een paar minuten na 10 uur uit de Maastunnel kwam, wetende dat ze net gestart waren. Ik hoorde het tsjop-tsjop-tsjop van de helicopter en had een doorkijkje richting Erasmusbrug met daarachter de fonteinen die de brandweerboten daar maken als saluut aan de lopers – en dat alles blinkend in de voorjaarszon. Het is de mooiste dag van het jaar in Rotterdam! Henks startnummer en medaille

En dat kippenvel, dat geeft adrenaline. Zo rijd ik sommige stukken best wel hard. Ook wel uit nervositeit: ik wil Henk niet mislopen. Op het traject van Zuid naar het Kralingse Bos moet ik zelfs wel altijd stevig doorfietsen, om op tijd te zijn. Plus dat het veel stoppen en optrekken is. Vandaar: ik ben vooral toeschouwer, maar een beetje intervaltraining is het wel. In m’n dagelijkse kloffie!

En daarna is het goed rusten: met Parijs-Roubaix, pizza en een biertje. En super-trots op m’n super marathon master!

Door |2015-04-12T18:52:00+02:0012 april 2015|Fiets, Loop|0 Reacties

Er schiet er altijd eentje bij in

De kunst van de triathlon is dat je de drie sporten in balans met elkaar ontwikkelt. Je kunt je een ongeluk fietsen, maar als dat ten koste gaat van de andere twee sporten, is het toch niet handig. Het lijkt er bij mij op dat er altijd wel één sport in de verdrukking zit. In de winter is dat bewust: dan fiets ik niet om ruimte te maken voor de andere twee. Dat gaat prima: ik pik het fietsen makkelijk op. Maar nu ik daar weer mee begonnen ben, schiet het zwemmen erbij in.

Deels is dat een rechtstreeks gevolg van het fietsen, dat de meest tijdrovende van de drie sporten is. Een Paasthuistrainingskamp van 16 uur fietsen met ook nog eens beperkte openingstijden van zwembaden vanwege de feestdagen, dat kost me een zwemtraining. Deels is het ook een kwestie van een paar andere omstandigheden:

  • Een training overgeslagen en nog één heel voorzichtig gedaan vanwege een iets pijnlijke schouder. Is nog niet 100 %, volgende week naar de fysiotherapeut, misschien heeft het een andere oorzaak dan zwemmen, er zit wel eens vaker iets vast daar.
  • Een beetje motivatiedip omdat ik weer een seizoen en een cursus verder ben en alles beter gaat (of lijkt te gaan) behalve net datgene waar het om gaat: lange afstanden zwemmen. Ik ben daarop eerder trager dan sneller geworden weer, bleh, ik snap er niks van. Want ik zwem losse baantjes harder, ik zwem met minder slagen per baantje, ik ga met pullbuoy harder, voor mijn gevoel ‘stuw’ ik beter en ben ik technisch dus echt beter gaan zwemmen… maar het lijkt allemaal niet uit te maken als het langer duurt dan zo’n 250 meter.
  • Ik ‘moet’ al op 17 mei in open water zwemmen, en met de huidige watertemperatuur heb ik daar een hard hoofd in. Gedachten daaraan spelen me ook parten. Misschien gaat het zwemmen dan nog wel  niet door, misschien wordt het overleven – als het nét door mag gaan, kan ik amper borstcrawlen, want in heel koud water kan ik dan niet ademhalen. Dan moet ik schoolslag zwemmen, maar dat gaat weer amper in mijn wetsuit. En zonder wetsuit bevries ik helemaal. Dus ik moet hopen op een dijk van een hittegolf in de komende weken!

En dan zit ik dus al in de sukkel en dan gaat het zoals gister: kom ik om 3 uur bij het Van Maanenbad, is dat dicht. Ze zijn nog bezig met de verhuizing van de tijdelijke zwemtent terug naar het gewone zwembad, dat net gerenoveerd is. Ik dacht dat dat al achter de rug was. En ’s avonds kon ik niet. Urgh, weer een zwemtraining kwijt. Vast niet helemaal toevallig…

Tweet @vanmaanenbad dat ze over 2 nachtjes slapen weer open gaan

Deze tweet zag ik pas toen ik alweer thuis was…

 

Door |2015-04-10T16:34:39+02:0010 april 2015|Zwem|0 Reacties

Vrouw met grijze haren op fiets

Nog een terugblikje op het vele fietsen van de afgelopen dagen. Zondag zag ik voor het eerst een vrouw in het wild (buiten wedstrijden) op een tijdrit-/triathlonfiets rijden. Je ziet die fietsen sowieso niet veel, en ik kan me niet herinneren er ooit een vrouw op te hebben gezien. Ik was dus wel benieuwd of ik zou opvallen, of ik daar iets van zou merken: blikken, opmerkingen. Zeker ook nog eens omdat ik een ‘oude’ vrouw ben – al zitten mijn grijze haren op de fiets verstopt onder een helm en mijn ergste rimpels achter een sportbril.

Maar toch: vrouwen van mijn leeftijd zie je nauwelijks op racefietsen, laat staan op een triathlonfiets. Zou ik horen dat dat ‘gek’ is?

Nou nee. Ik merk er niks van. Ik heb tot nu toe twee dingen gehoord. Ik passeerde een keer een kluitje opgeschoten jongens met een scooter en een meisje achterop, en één van die jongens riep ‘speedmonster!’ Dat heb ik maar als compliment opgevat. En vrijdag haalde ik een vrouw met grijze haren op een boodschappenfiets in en die zei in het voorbijgaan ‘mooi fietsje’.

Ik betrapte me erop dat even gek te vinden: ziet een vrouw met grijze haren op een boodschappenfiets iets af aan een Felt B14? Totdat ik me realiseerde dat ik ook heel vaak een vrouw met grijze haren op een boodschappenfiets ben. Wie weet wat haar hobby is, en hoe haar andere fietsen eruit zien?

Oftewel: verkijk je niet op fietsende vrouwen met grijze haren. Ik denk dat de conducteur in de trein terug uit Vlissingen maandag dat wel even deed. Hij vroeg de jonge kerel tegenover me om het kaartje voor de fiets die hij zag staan, en leek verrast toen die stoere expeditiefiets hoorde bij een vrouw met grijze haren. Tenminste, ik moest het twee keer zeggen en met het kaartje wapperen voordat hij besefte dat hij bij mij moest zijn. En dat vind ik dan toch wel weer grappig!

 

Door |2015-04-08T10:42:42+02:008 april 2015|Fiets, Vrouwensport|0 Reacties

Paasthuistrainingskamp: terugblik

zwemloop

Zaterdag ook nog aan de slag bij de Zwemloop Het Lint van de Vrouwentriathlon. De andere twee zijn Nienke en Sione.

Zo, het Paasthuistrainingskamp zit erop. Ik heb in vijf dagen bijna 16 uur gefietst, stadsfiets en spinning meegerekend. Het is allemaal prima gegaan. Mijn benen voelen goed, ik heb alleen een moeie rug en mijn gezichtshuid vertelt me dat iets meer vettigheid wel lekker was geweest in al die kou. Want, koud, dat was het.

Sowieso waren de omstandigheden pittig. Zaterdag inderdaad drie uur lang tegenwind, en ik raakte ook nog verstrikt eerst in een industriegebied in Bodegraven (bordje gemist) en later in het bomvolle centrum van Woerden (bordje ontbreekt, ik herkende mijn fout van ooit eerder). Gister naar Vlissingen was ook niet echt warm, en tot aan de Haringvlietbrug had ik de wind meer tegen dan mee. Met ook al een tikje moeie benen had ik moeite de zware Afrika-fiets een beetje aan het rollen te krijgen. Op de dammen en de dijken lukte dat gelukkig wel prima, dat blijft leuk.

Ertussenin zat zondag, en toen heb ik weliswaar genoten van de zon, maar toen ik van huis vertrok waren de grasvelden nog wit. En die zon, die bracht een andere omstandigheid met zich mee: drukdrukdrukdruk. Vooral vlak boven Den Haag en in Midden-Delfland krioelde het van de fietsers en andere fietspadgebruikers. De route liep ook nog eens door het centrum van Den Haag, want Jo is daar op de trein gestapt en ik ben toen via het Westland terug naar huis gezworven. Al met al reed ik telkens dus niet bepaald indrukwekkende gemiddelde snelheden, maarja, dat is niet zo belangrijk.

Belangrijker en interessanter is de vraag hoe de rest van de week verloopt. Want ik begrijp uit mijn logboek van vorig jaar dat ik de hele week na het Paasthuistrainingskamp toen niet vooruit te branden was. Dat is de kunst van de triathlon: je kan met één sport wel een stap vooruit zetten, maar die andere twee zijn er ook nog. Vanavond hardlopen, ik ben benieuwd!

Door |2015-04-07T10:42:34+02:007 april 2015|Fiets|0 Reacties

Paasthuistrainingskamp met bbrickje

Wat zijn dat nou weer voor rare woorden? Paasthuistrainingskamp bedacht ik vorig jaar. Toen heb ik in het Paasweekend 16 uur gefietst, verspreid over de vier dagen van het verlengde weekend, om in één keer een flinke zwieper aan de fietsconditie te geven. En dat was voor herhaling vatbaar, al hoeven het dit jaar geen 16 uur te zijn; ik denk dat ik op zo’n 12 uit ga komen, en dat is okee. Ik train dit jaar voor een maximale wedstrijdafstand van 100 kilometer; vorig jaar was ik bezig voor de hele dagen op de fiets die de Tour Arctic zou vragen.
Aan de andere kant heb ik er een vijfde dag aan vast geknoopt door gister te gaan spinnen, en daarbij lekker diep te gaan. Spinning gaat sowieso dit seizoen goed: ik bereik hartslagen die ik vorig jaar niet heb gezien, zo’n vijf slagen boven mijn omslagpunt.

Dan het andere gekke woord. Bbrickje was de training van vandaag, dag 2 van het Paasthuistrainingskamp dus. Een brick is een bike-run-training om de overgang van het fietsen naar het lopen te trainen. Die twee b’s slaan erop dat ik twee rondjes heb gereden, op twee fietsen: eerst op mijn ouwe trouwe racefiets, voor het eerst dit jaar, toen hetzelfde rondje bij dezelfde hartslag (duurtempo) op de triathlonfiets.
Conclusie: op de triathlonfiets was ik over die 16,3 km 1,5 minuut sneller én ik zit er nu lekkerder op! Vooral bij wind tegen is het verschil groot: de triathlonfiets snijdt daardoorheen, waar de racefiets gewoon lomper is. Mijn houding op de racefiets is zelfs een tikje zorgelijk, auw, even zien hoe dat verder gaat. Daarna in 5 km hardlopen nog even ‘opgetrokken’ tot wedstrijdtempo. Toen was het wel weer welletjes geweest, moeie benen nog een beetje van het spinnen ook. Binnen 2 uur klaar, vandaar het verkleinwoordje.

En dit zijn de plannen voor de rest van het Paasthuistrainingskamp:

  • Zaterdag (dag 3): op de triathlonfiets naar de Zwemloop Het Lint waar ik vrijwilliger ben, zo’n 60 km en waarschijnlijk wind overwegend tegen. Hmm. (Tsja, het weer, breek me de bek niet open… Het de hele winter nog niet zo koud gehad bij de hardlooptraining als afgelopen dinsdag, in die gierende storm, in de buien was het zelfs eng!) Manlief komt ook, maar met de auto. Hij is aan het taperen voor de marathon, en dat komt dus prima uit, want zo kan ik terug meerijden én hij neemt gewone kleren voor me mee.
  • Zondag (dag 4): rondje met trainingsmaatje Jo, op de racefiets, waarschijnlijk bij haar (Haarlem) vandaan met een ommetje in zo’n 100 km terug deze kant op, althans, als dat allemaal gaat lukken, want er rijden die dag geen treinen tussen Rotterdam en Den Haag , hè, lekker handig. En we willen op tijd terug zijn vanwege de Ronde van Vlaanderen!
  • Maandag (dag 5): naar mijn broer in Vlissingen, 110 km, op de Afrika-fiets, waarop ik spullen mee kan nemen voor de rest van de dag. Ik kan me altijd erg verheugen op die eerste keer weer over de dammen en de dijken, de zee zien, de ruimte voelen – het is één van mijn favoriete routes. Maar als je er wind tegen hebt, is het de fiets-hel, dus ik houd de weersverwachting nog met argusogen in de gaten. Terug dan met de trein, of eventueel omgekeerd.

Ik ben benieuwd of ik onderweg nog nieuwe gekke woorden bedenk. Zo ja, dan meld ik ze hier!

 

Door |2015-04-03T17:50:43+02:003 april 2015|Fiets|0 Reacties

Lucratief bezoek Westland

Henk met doos groente rechts op het podium

Henk met doos groente rechts op het podium

Gister hebben manlief en ik meegedaan aan de halve marathon van het Westland. En dat legde ons geen windeieren. Voor € 2 en wat benzinekosten hadden we:

  • Ieder een shirt en een medaille
  • Onderweg een boel bekertjes drinken (water en sportdrank) en een enkel hapje fruit
  • Een grote doos groente
  • Goede nieuwe ideeën
  • Een heel tevreden gevoel.

Hoe kan dat nou? Welnu, manlief liep prijs. Voor de tweede keer deze week stond hij op het podium, beide keren als derde bij de 55+-mannen. En dat leverde dit keer een envelop op waardoor we ons beider inschrijfgeld op € 2 na terug hadden, én die grote doos groente, een nuttige, gezonde, leuke en passende prijs – we hadden immers net 21 kilometer langs kassen gelopen, nouja, bijna dan. En een lekkere prijs nog ook: gisteravond de asperges meteen soldaat gemaakt!

Ik liep zeker geen prijs, ik eindigde ver in de achterhoede, maar dat was ook de bedoeling, of nouja, het was niet mijn bedoeling hard te lopen. Ik liep ‘m als duurloop, op hartslag, en ik had van tevoren zelfs extra kilometers ingelopen, waardoor mijn totaal op 25 uit zou komen. En dat ging verrassend goed. Ik moest de hele tijd de rem erop houden, en ik had dus ook de hele tijd het gevoel: als het zo blijft gaan, mag ik van mezelf de laatste drie kilometer los. Maar of dat nog zou lukken? Tot nu toe vond ik die kilometers boven de 21 steeds maar taai.

Kilometer 17 in de halve marathon, 21 voor mij in totaal. Nog eentje… en ik zag ernaar uit! Ja, eindelijk, het bordje van de 18, Naaldwijk terug binnenlopend – trossen los! En zo werden de laatste drie kilometers de snelste én de lekkerste van de hele dag. Voor het eerst kwam ik 25 kilometer dus prima door, en dat geeft vertrouwen voor de nóg langere afstanden straks vanaf de zomer.

Hooguit vond ik mijn snelheid (maar weer eens) ietsje tegenvallen, maar waarschijnlijk is de traagte te verklaren door enerzijds de harde wind (het was af en toe echt beuken, en een paar keer liep mijn hartslag dus toch op, anders had ik moeten gaan wandelen) en anderzijds het feit dat het mijn vierde benen-trainingsdag achter elkaar was en er dus wel ergens wat vermoeidheid zat, al voelde ik die niet.

Tot slot heb ik onderweg ook nog een aardig gesprekje gehad met (zo weet ik nu) Lieuwert den Hoedt van Niet te remmen. Hij liep met iemand met dezelfde achternaam (zie ik in de uitslagen) en hetzelfde shirt lang net voor me, en zo kon ik op hun rug lezen dat je bij Niet te remmen fietsen kunt leasen. Daar was ik wel nieuwsgierig naar, dus toen ik langszij kwam, hebben we daar even over gepraat.

Niet alleen bracht dat me op het idee van een lease-bedrijfsfiets (ga ik onthouden), maar ook dacht ik: toch ook maar eens loopshirts laten maken van Louise Cornelis Tekst & Communicatie. Er lopen misschien wel eens adviseurs achter me die klantgerichter willen leren schrijven. Of achter manlief, misschien wil die zich wel laten sponsoren. Komt m’n bedrijfsnaam nog op het podium ook!

Door |2015-03-29T12:11:42+02:0029 maart 2015|Loop|0 Reacties

Verrassende veldloop

Vandaag heb ik meegedaan met het NK Veldloop voor gemeenteambtenaren in Utrecht (manlief coördineert dat voor Rotterdam). Het startnummer is er weer eentje voor de serie ‘leuke startnummers’ (zie hier en hier), dit keer niet zozeer vanwege het getal maar omdat ik het logo wel grappig vind, met die hollende Domtoren:

Startnummer Louise met hollende DomtorenDe Dom zelf was nog best een eindje weg, want het parcours was bij de Haarrijnseplas, tussen Vleuten en Maarssen. Dat gebied ken ik van de Vrouwentriathlon, maar dat is allemaal asfalt, en ik kon me dus niet zo goed voorstellen dat je daar ook kon veldlopen.

Nou, dat kon dus prima, en dat maakte het parcours verrassend. Het was alles wat je wilt van een veldloop: drassige grasjes, blubberige paadjes, zandbulten op en af, strand, en zelfs even van een steile oever afstappen, bijna met je voeten in de plas. Best pittig dus ook! Maar erg leuk.

Ik heb de 12 kilometer gelopen, twee rondjes rond de plas in 1u13-nogwat. Doel was om in D2 te lopen, rond hartslag 140, de trainingszone waar ik niet zo veel in loop – ik had net bedacht dat eens vaker te moeten doen. En ik wilde het tweede rondje sneller lopen dan het eerste en aan het eind uitsprinten. Dat is allemaal gelukt. Heel veel meer had er volgens mij ook niet ingezeten, want op zulk terrein voelt D2 zelfs nog best wel zwaar.

En dan was er nog een klein dingetje waar ik mee heb geëxperimenteerd: een eiwitreep. Omdat ik de laatste maanden heb geleerd dat 20 gram eiwit nuttigen vlot na de training of wedstrijd goed is voor het herstel. Ik doe dat het liefst uit mijn gewone avondeten of lunch, maar dat was nou wat lastiger met alleen krentenbollen en een bolus mee. Dus voor dat soort situaties maar eens aan de repen. Best lekker. En nou maar herstellen!

Door |2015-03-25T17:29:00+01:0025 maart 2015|Loop|0 Reacties
Ga naar de bovenkant