Zwem

Afharden

Ik heb nog twee triathlons op het programma staan, die van Alphen en de Bosbaan, en vanwege het slechte weer van de afgelopen tijd zat ik met een dilemma. De watertemperatuur is namelijk dusdanig gedaald (zeg maar: ingestort) dat die onder de voor mij acceptabele grens van 18 graden is gekomen – er is in twee weken tijd bijna vier graden af, van rond de 20 naar rond de 16. Brrr! Ik had twee opties: niet starten, of proberen het zwemmen te overleven.

Ik wil toch wel ontzettend graag starten nog, vooral omdat ik qua fietsen in een bloedvorm steek en het jammer vind om daar (bijna) niks mee te doen, zeker niet nu het weer zich wat herstelt. Dus inmiddels ben ik aan het insteken op het zwemmen overleven. Ik heb mezelf daartoe op een afhardprogramma gezet: ik doe deze week bijna elke dag een duik in de Schie, opbouwend in lengte naar ongeveer 20 minuten.

Zo maak ik weliswaar niet eens zo heel veel zwemmeters deze week, want ik ga niet ook nog eens naar het zwembad, maar het lijkt me wel de beste wedstrijdvoorbereiding, beter dan nog een laatste tempo- of techniektraining in water van een graad of 27.

Fijn vind ik  het niet en ik moet steeds over een aardige drempel om te gaan. Die drempel is nog eens extra hoog omdat mijn vaste zwemwater op het ogenblik barst van het kroos. Dit was gister het stuk vanaf de plek waar ik altijd in het water ga recht naar de overkant:

GroenMaar gelukkig was het in de lengterichting iets minder erg, daar zag je zowaar wat water:

Kroos met waterEn ik moet toch eerst een stukje schoolslag zwemmen om mezelf te laten wennen aan de kou. Dat gaat beter dan borstcrawlen. Borstcrawlen door zo veel kroos en dan heb je je portie groente voor de dag wel weer binnen, zal ik maar zeggen.

Nou goed, niet heel aanlokkelijk, maar het doel heiligt de middelen, het weer werkt inmiddels een beetje beter mee, en zowaar: het gaat! Het gaat beter dan verwacht! De meeste ervaring met koud water heb ik aan het begin  van het seizoen, en dan krijg ik onder de 18 graden steevast ademhalingsproblemen, dan trekken mijn luchtwegen zich samen. Maar dat is ofwel mede vanwege de hooikoortspollen in die tijd, ofwel omdat ik dan ook nog überhaupt moet wennen aan het zwemmen in het open water – of allebei. Alledrie dan dus, met de kou erbij. Alleen kou, zoals nu, voelt niet fijn, maar ik kan blijven ademhalen, en dan overleef ik dus het zwemmen wel.

Wel krijg ik acuut witte vingers en soms een beetje oorpijn, ik word een beetje stijf en schreeuwt mijn lijf dat het niet aangenaam is. Ik moet mezelf dapper toespreken om door te gaan, zeker aan het begin.

Maar het went wel, het went best wel goed eigenlijk. De prikkelende frisheid aan mijn gezicht is dan juist ook wel lekker. Ik kan ook met witte vingers zwemmen, dat weet ik sowieso wel. Mijn lijf blijft wel op temperatuur dankzij het wetsuit. En dan kan ik dus de kou voelen zonder er last van te krijgen. Naderhand warm ik bovendien vrij snel weer op ook, en dan voel ik me lekker. 

Dus eigenlijk gaat het prima, en wie weet is het nog goed voor mijn weerstand ook? Ik zwom tenslotte vroeger ook graag in zee zo lang het ging. Nouja, ‘zwemmen’, het was meer een duik snel erin en eruit.

En nu voel ik me in de Schie ontzéttend stoer. Triathlon is al een stoere sport, borstcrawlen in open water het stoerste onderdeel ervan, en bij water van maar een dikke 16 graden, mezelf overwinnend, is voor mij wel het toppunt van stoerigheid!

Voor mijn wetsuit duurt het seizoen trouwens ook erg lang nu. Het sleept zich met een heleboel Black Witch naar het einde; het scheurt aan alle kanten. Ik heb er vier seizoenen mee gedaan, het  was geen heel dure, dus kennelijk is het nu op. Hieronder fotootjes van op de heup en onder de oksel – het blijft hopelijk nog nét een dikke week aan elkaar hangen allemaal:

heup met scheuronder oksel met plakspul

Volgend jaar trakteer ik mezelf op een nieuwe!

Door |2017-09-19T18:17:23+02:0019 september 2017|Zwem|0 Reacties

Triathlon kijken

Iedereen die de sport volgt, weet het al: afgelopen weekend was het WK triathlon hier in de stad. Ik had er nog niet veel van gemerkt totdat ik vrijdag zelf ging zwemmen in het Van Maanenbad. Ik mocht binnen wél zwemmen, gelukkig:

Triathlon training prohibited

Ik zag groepjes triatleten uit Oostenrijk en Jordanië, en wat er in het buitenbad zwom zag er wel opvallend goed uit, in vergelijking met binnen.

(Sterker nog: ik hield het binnen niet lang uit. Ik was lang niet in het Van Maanenbad geweest en was vergeten hoe druk het daar kan zijn, met allemaal potige kerels met armen die alle kanten op maaien, dus ik werd vier keer geraakt, waarvan één keer vrij hard boven water tegen mijn pols vanuit de baan ernaast, en toen heb ik het voor gezien gehouden. Ik ga dat zwembad maar schrappen van m’n lijstje aan mogelijke zwemplekken: het is te vaak te druk en ik ben er bovendien een paar keer met iets allergisch vandaan gekomen).

Manlief had al meer van het (naderende) WK gezien, onder andere trainende atleten die woensdag, de dag van de storm, met dichte wielen op de Erasmusbrug reden… en hij is vrijdag bij de paratriathlon wezen kijken.

Zaterdag zijn we samen naar de elite-mannen geweest, manlief met camera in de aanslag (alle foto’s van die dag staan hier). Een geweldig gezicht, vooral de start van het zwemmen, wat een geweld, alsof ze 100 meter in plaats van 1500 gaan zwemmen!

DuikenOok de landgang/Australian exit was heel fraai, allemaal zwemmertjes die ploep-ploep-ploep na elkaar weer terug het water in doken:

Ze springen er weer in (1)Ze springen er weer in (2)Daarna zijn we naar het fietsparcours gegaan. We hadden ons niet heel goed voorbereid, dus we dachten dat dat hetzelfde zou zijn als vorig jaar, maar dat was niet zo: de elite rijdt een boel rondjes op een klein gebiedje. We vonden het wel snel, waarbij ons opviel dat de stad weliswaar dáár afgesloten was, maar dat eromheen het verkeer aan alle kanten langsronkte, wat voor het zich verplaatsende publiek niet heel makkelijk of vriendelijk was en tot fietsers-opstoppingen leidde.

Het fietsen was gaaf om te zien, mede door de vele bochten. Op deze foto is de latere winnaar goed te zien:Luis op de fiets

Waar het lopen was, wisten we ook niet precies, maar dat bleek al gauw: op hetzelfde parcours, en ook weer rondjes, dus ook veel te zien. Hier komt de kopgroep ‘aangezweefd’ – wat liepen ze mooi allemaal!Kopgroep lopen

Anders dan op tv zie je veel meer van de rest van het veld, waarin ook stevig wordt geleden – de koppies aan het eind stonden niet meer zo heroïsch, ik vond sommigen er meer uitzien als gewone stervelingen en soms ook nog heel jonge (‘zo’n kind geef je toch een Fanta’) jochies dan als de mannelijke helden van het tv-scherm.

De Mexicanen hadden daarbij het mooiste tenue:Bloemetjestenue van MexicaanOp de foto’s is te zien dat het druilerig was, en het was fris ook (erg jammer voor het wk trouwens, het weer), dus we zijn hierna naar huis gegaan en we hebben de vrouwenwedstrijd op tv gezien. De wedstrijd was saaier, maar ik denk ook dat het op tv saaier is dan in het echt, zeker het fietsen.

Ook was op tv te zien dat de belangstelling voor de vrouwen veel kleiner was dan voor de mannen, maar daar kan ik moeilijk wat van zeggen, want ook wij maakten precies die keuze. Mij viel langs het parcours nog op dat de toeschouwers een aardige toren van Babel vormden, oftewel: volgens mij waren het veel deelnemers en aanhang, en was de plaatselijke belangstelling zeer beperkt. Ik heb er verder ook niemand over gehoord hier in de buurt.

Zondag was het wk voor ‘age groups’. Ik had me daar vorig jaar ook voor kunnen kwalificeren, want er mochten er 15 per groep meedoen en mijn groep is zo klein dat zo’n beetje iedereen zich kon ‘kwalificeren’. Ik had dat bij voorbaat al niet gehoeven omdat ik weet dat dat niks voorstelt dan, ik ken echt mijn plek wel – die winnares bij Binnenmaas laatst, die was 27 minuten sneller dan ik.

En dat was nog voordat ik hoorde dat deelname iets van 350 euro zou gaan kosten… Nee, voor de eer van pelotonvulling-melkkoe bedank ik. Zeker ook omdat ik eigenlijk liever kleine, kneuterige evenementen doe dan grote, statusrijke. Om diezelfde reden heb ik me ook niet aangemeld als vrijwilliger, dat doe ik dan liever voor armlastige evenementen.

Er kwam voor gister ook nog een open inschrijving bij, maar ook die kostte iets van 100 euro, en dat dus voor een fietsparcours dat weliswaar prachtig was, maar ook een kermisattractie. Want ja, zondag was dus wel hetzelfde parcours als vorig jaar. Nou, laat maar. Die open wedstrijd is later ook nog afgelast trouwens. 

Er deden echter wel bekenden mee, en manlief is wezen kijken en hij heeft bijna 1000 foto’s gemaakt, van het lopen in Het Park, ongeveer tussen 10 en 12 uur. Gebruiken mag, maar hij vindt het fijn als je dan z’n naam erbij zet. Hij vond vooral de ‘oude knarren’ erg leuk om te zien! 

Ikzelf wilde gister trainen, het was met al dat sport kijken een druk weekend, met dat wk in eigen stad, maar ook nog het wk ploegentijdrit op tv. Kwestie van keuzes maken. Wel kwam ook ik nog fietsende triatleten in landstenue tegen, waarvan eentje vlak voor ons huis, uit Hongarije denk ik. Dat bleef dus wel grappig, ineens zo veel internationale sportgenoten in de stad!

Ik ben op de fiets trouwens naar de punt van de landtong van Rozenburg gereden, één van mijn favoriete routes. Op die punt maakte ik deze foto; de buien bleven toen nog een tijdje boven zee  hangen, dus ik reed droog en – soms – zonnig:

Door |2017-09-17T21:42:40+02:0017 september 2017|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Sporten met Shakespeare

Hoera, weer naar Buitenkunst!

In 2007 ging ik voor het eerst naar Buitenkunst, en ik ben sindsdien elk jaar gegaan, op één na: vorig jaar (zie hier voor het jaar daarvoor). Met de Ironman was het niet te combineren: trainen is behelpen, het kamperen vond ik te riskant voor mijn rug en het belangrijkste nog: mijn hoofd stond er niet naar, dat zat te vol met sport om er nog een week lang kunst in te stoppen. Maar ik heb het wel gemist. Het was één van de dingen die mijn leven vorig jaar eenzijdig maakten: leuk voor een jaar, alle focus op sport, maar niet structureel.

Dus dit jaar wilde ik zeker weer naar Buitenkunst, naar Randmeer, voor een speciaalweek, want dat is het allerleukste (een weekend doe ik zelfs niet meer: veel te druk en te veel festivalsfeer) en het werd een theaterweek over Shakespeare. Ik was superbenieuwd!

En het werd een heerlijke week. Zaterdag ben ik er op het gemakje naartoe gefietst, met m’n hele boeltje mee. De wind stond gunstig en ik fietste eigenlijk heel relaxed, ook al was het 150 km (dik 7 uur). Enige minpuntje was dat het net regende op het stuk door Het Gooi, en van de schelpenzandpaadjes werd alles smerig en mijn ketting ging kraken. Maar verder was het gewoon heel lekker. De polder, daar ben ik in de loop der jaar ook verknocht aan geraakt, dus vanaf de Stichtse Brug, met ook steeds meer zon, was helemaal heerlijk. Ik weet niet of ik het ooit eerder zo gemakkelijk en ontspannen heb gefietst.

Ik rijd altijd al lekker op de Afrikafiets, maar ik had er ook net een vaste voorvork op laten zetten (ik rijd toch nooit meer onverhard, dus geen nood aan vering), en nu is hij nog stabieler. Ik moet nog steeds een beetje wennen aan hoe hij eruit ziet, hier bespikkeld met Goois zand op z’n parkeerplekje bij de tent, met z’n nieuwe vork en voordrager:

Fiets bij tent

Een week lekker bezig geweest met Shakespeare (daarover later op mijn andere weblog meer). Een boel mooie dingen gezien van de andere groepen. Lekker gekampeerd, ondanks wat regen en enige zorgen om onze hoogbejaarde tent waar ducttape aan te pas moest komen omdat de reparatie-lijm ingedroogd was (oeps, foutje – als je op de foto hierboven kijkt, zie je bovenaan nog net zo’n stukje tape zitten). Beetje redderen bij het tentje, ’s nachts diep in de slaapzak kruipen, non-stop buiten – heerlijk. Zo’n week geeft een boel energie.

Het was gezellig, met een prettige groep en aangename tentburen. En het was voor Buitenkunst-begrippen rustig, dat vond ik wel fijn.

Gras met tenten in de verte

Uitzicht vanaf mijn tent: veel ruimte

Zelfs het ongedierte viel mee – het terrein wordt wel eens geplaagd door wespen en teken, maar nu bleef het bij een paar muggenbulten en een enkel kikkertje dat langs kwam door het natte gras. Gisterochtend moest ik een spin ongelukkig  maken:

spinnenweb

Goed kijken: spinnenweb met regendruppels

Voor mijn ego was het nog wel fijn om veel anderen te horen klagen over kou, praten over fleecedekens en rond te zien lopen in veel dikkere kleding. In kringen van triatleten en openwaterzwemmers ben ik nogal een koukleum, maar in artistieke kringen ben ik überstoer, hahaha. Nouja, nachtelijke kampeerkou is meer een kwestie van goede spullen.

We begonnen de dag steeds met een stevige warming-up, die mijn gebruikelijke oefeningen eigenlijk overbodig maakte, ook handig. Sowieso vraagt het dagelijkse leven net iets meer beweging dan thuis, en ik word ook altijd lenig van al het op-de-grond-zitten dat ik zo’n week doe.

Het sporten moest een beetje tussendoor. Op maandag was het warm en zonnig en toen ben ik na de workshop gaan zwemmen. Ik had natuurlijk geen wetsuit bij me (er zijn grenzen aan wat je op de fiets mee kunt nemen), en na 800 meter vond ik het wel best, met m’n witte vingers. Maar dat viel niet tegen, en het was wel heel lekker, in het Drontermeer.

Dinsdag en donderdag ben ik wezen lopen, dinsdag door de polder en donderdag het bos in. De rondjes gokte ik wat bij elkaar, en dat was allebei  iets korter dan ik vooraf had gedacht, maar het werd in de tijd ook krap (lunchpauze) dus het was wel goed zo – het is inderdaad best lastig te combineren, sport en Buitenkunst. Op vrijdag had ik het bijvoorbeeld veel te druk met onze uitvoering en die dag was sowieso vrij vermoeiend. Maar ik ben tevreden over wat ik wel heb gedaan. Hier liggen mijn zwem- en loopspulletjes in de tent (met daarboven weer een stukje ducttape):

schoenen, badpak, badmuts, zwembril

Ik ben ook nog twee keer naar Elburg gefietst voor boodschappen, maar dat is geen sport, dat is gewoon vervoer (6 km enkele reis).

Gister ben ik een eindje teruggefietst, naar Muiderberg, 68 kilometer. Daar heeft manlief me opgehaald. In 150 kilometer tegenwind had ik geen zin, het was net mooi zo. Met eerst nog flink wat regen, en daarna een heeeeeeeeeel lange rechte weg, van ongeveer het vliegveld van Lelystad tot aan het Gooimeer bij Almere Hout – ik heb een streep van 24 kilometer door de polder getrokken! Voor hoofd (Buitenkunst achter me laten) en lijf (even lekker doortrappen) was het precies goed zo, uitwaaien met zo veel ruimte om me heen. Prachtige roofvogels gezien ook nog onderweg, eentje van heel dichtbij.

Hier staat mijn fiets klaar voor de start, met op de achtergrond mijn kampeerafdruk in het gras:

Bepakte fiets voor lichte plek in grasHet blijft bijzonder om ’s ochtends m’n hele huishouden op te vouwen, in tassen te stoppen en dan zo mee te nemen. Het ultieme fietsen! Wel met een paar kilo aanhangend water, want het miezerde bij het inpakken, maar afgezien van de Hollandse Brug was alles natuurlijk zo vlak als een pannenkoek, dus dat was geen probleem. De ketting liep weer als een zonnetje, want in Elburg hebben ze alles, ook kettingsmeer.

Mijn enige fysieke probleem is geweest dat ik net voordat ik wegging speciale kampeer-Birkenstocks had gekocht: van plastic. Ik loop graag op Birkenstocks, maar de gewone kunnen niet heel goed tegen nattigheid, en in de zomer ben ik van het beleid: open schoenen, ook op nat gras enzo, want m’n voeten drogen wel en dan zitten ze niet opgesloten in laarzen ofzoiets (die ik bovendien niet mee kan nemen op de fiets). Dat plastic schuurde echter al op de eerste avond mijn iets vochtige voeten kapot, en met ook nog een middag regen eroverheen en gauw in Elburg gekochte Compeeds zagen mijn voeten er dinsdag zo uit, met de boosdoeners op de achtergrond:

Vieze voeten met drie compeedsIk hoop dat voeten en schoenen aan elkaar wennen, want verder is het wel ideaal: het lekkere Birkenstock-voetbed en dan waterbestendig. Gister stonden ze even voor de tent in de miezer, en daarna kieperde ik achteloos de plasjes uit en trok ze aan. Voor kamperen zijn ze superhandig.

Het is niet al te hygiënisch daar, door de blubber en met z’n allen in die paar douches, dus ik was een beetje beducht voor infectie, maar het is allemaal prima gegaan. Toch was ook dat wel zo’n momentje waarop ik dacht: hmm, vorig jaar had ik dit echt helemaal niet jofel gevonden. Groot gelijk dat ik toen niet ben gegaan.

Maar super fijn om dit jaar weer wel te kunnen!

Door |2017-08-13T15:42:52+02:0013 augustus 2017|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

Trainen

Op het uitroepteken van vorige week volgen zeven wedstrijdloze weken. Het is zomervakantie, dan zijn er niet zo veel triathlons, en we hebben andere plannen. Het is dus een mooie ’tussentijd’ om lekker te trainen. Ik hoop het zwemmen te consolideren, mijn duurconditie op de fiets nog stevig te verbeteren en de stijgende lijn van het lopen uit te bouwen.

(Ik zeg ‘ik hoop’ want dit was meteen niet de makkelijkste trainingsweek. Dinsdag stond ik al klaar om met sportmaat Philip in de Schie te gaan zwemmen, maar toen dreven daar een heleboel dode vissen (zie nieuwsbericht). Het was echt geen porem, al viel ons niet-zwemmen-leed wel in het water (nouja, niet dus) in vergelijking met het dierenleed. Gister heb ik heerlijk gefietst, heen en weer naar Arno in Hoofddorp, dikke 120 km, maar er ging iets vaag zeer doen in mijn lies wat gisteravond zeer pijnlijk werd, geen idee wat het is. Vandaag kalm aan dus, het is niet weg maar beter dan gisteravond.)

In die tussenliggende periode ga ik ook bezig met trainen in die andere zin van het woord: als trainer. Nouja, dat ben ik sowieso al een klein beetje, als trainingsbegeleider (‘schemaschrijver’) van mezelf, manlief en Marcel. Met mezelf ga ik in die zeven weken dus sowieso aan de slag, manlief heeft in die tijd z’n grote evenement en Marcel ga ik zien. Afgelopen week ben ik bovendien bij een groep-met-vacature bij een andere atletiekvereniging wezen kijken en daar ga ik de komende twee weken aan de slag als proeftrainer. Het boek met trainingsadviezen ‘voor gewone mensen’ samen met Nicole vordert ook langzaam-maar zeker.

Over beide kanten van trainen de komende tijd dus meer! Ik heb een nieuwe categorie aangemaakt op dit weblog: ‘Trainer‘.

Door |2017-07-22T17:31:42+02:0022 juli 2017|Fiets, Trainer, Zwem|0 Reacties

Zeeuws drieluik # 3: duo in Terneuzen

Afgelopen zaterdag alweer een primeur: niet alleen was het sowieso de eerste triathlon die in Terneuzen werd georganiseerd (hopelijk niet de laatste!), maar het was ook mijn eerste duo-triathlon, of meer in het algemeen: de eerste triathlon niet in mijn eentje, want ook als trio heb ik er nog nooit een gedaan. Nicole zou fietsen, ik zwemmen en lopen, wat voor mij toch wel licht masochistisch voelt eigenlijk, maar voor ons tweetjes is het de sterkste opstelling.

Het was wat verder rijden dan de vorige twee Zeeuwse evenementen, dus een vrij vroege start, maar manlief was zelfs nog een uur eerder van huis gegaan om naar Terneuzen te fietsen – kilometers maken vanwege z’n Ironmantraining. Nouja, hij kwam tot aan de Westerscheldetunnel, want dan moet je als fietser op een bus stappen. Die tunnel is voor mij ook nog altijd gek, ik ben immers opgegroeid met de ponten, en dat had wel wat, maar goed, dit gaat echt wel sneller.

Nicole en ik kwamen ruim op tijd aan. Het was een ietsjepietsje ingewikkelde logistiek omdat het meldpunt vrij ver van de wisselzone en de start lag. Maar het was allemaal wel heel prima verzorgd. Zo zat er onder andere in het startpakket een startnummerband en A4-kleurenprintjes van het hele parcours. 

Zo ging het op naar de start, tussen vooral Zeeuwen en wat Vlamingen – het was een nogal regionaal deelnemersveld en een echte laagdrempelige breedtetriathlon. Dus weer gemoedelijk en gezellig. Nicole in het parc fermé:

Nicole trekt schoen aan bij fiets

Goed te zien op de foto: het was prachtig weer, zelfs iets aan de warme kant. En alweer zwemmen zonder wetsuit. Hier ga ik te water:

Trapje afIk trek daar een beetje vies gezicht, dat kwam door de dunne treetjes die nogal hard in mijn voeten duwden. Even later trok ik een  nog viezer gezicht, want het water rook niet bepaald lekker. Het was brak, blubberig en het stonk. Nouja, doorbijten maar, en gelukkig hadden ze een prima douche. De temperatuur was heerlijk.

Zo lag ik klaar voor de start, aan mijn gele badmuts te herkennen als onderdeel van een duo:

In het water tussen een boel andere badmutsenHet zwemmen ging lekker, al bleef het druk om me heen. Het leek me wel ook langer dan 500 meter en dat gaf m’n GPS ook aan. Als ik dat in zo’n 12 minuten heb gezwommen, ging dat prima.

Manlief was ondertussen aangekomen en die maakte deze overzichtsfoto van de kreek, met het zwemgeweld in de verte:

Kreek met zwemmertjesSnel eruit, en chip-enkelband doorgeven aan Nicole:

Nicole op de fietsOndertussen kon ik op mijn dooie akkertje wisselen, met manlief praten, de laatste zwem-finishers aanmoedigen, naar de wc, beetje warming-up doen… gek hoor, een triathlon met een pauze!

Nicole was netjes op de afspraak terug en toen kon ik gaan lopen. Dat ging wel goed, mede dankzij de rust natuurlijk, en ik had er bijvoorbeeld ook voordeel van dat mijn pakje nog vochtig was. Want het was goed warm geworden. En steeds harder gaan waaien, wat voor verkoeling zorgde, maar ook zwaar was geweest bij het fietsen. Dat ging precies ongunstig namelijk: de wind nam toe en de fietsers hadden hem terug tegen. En waaien kan het natuurlijk, in Zeeland!

Ik kwam in 1u22:08 over de finish. We waren tevreden én we kregen allebei een medaille:

Nicole en ik met medaille

We blijken het snelste duo geweest te zijn, hahaha! Overall werden we 99e van de 141 finishers, en 22e van 49 dames (zie details) – voor wat het waard is, want de meesten daarvan deden het alleen natuurlijk.

Ten opzichte van wat ik aankondigde als uitgelichte deelnemer zijn we daarna niet gaan toeren, dat werd veel gedoe voor kort. We zijn wel nog naar een geocache gewandeld aan zee, daar doet Nicole aan. De Zeeuwse kust was op dat moment op z’n aller-zomer-mooist, vond ik, in het licht, helder, met dat windje.

Daarna wel naar Philippine voor de mosselen. Eindresultaat:

Pan met lege mosselschelpen

Nicole met lege pannen en schelpenConclusie: mijn belangrijkste doel van dit seizoen was lekker sporten en lol hebben. In dat opzicht was deze triathlon buitengewoon geslaagd!

(foto’s van Paul Borght komen van de site van de triathlon, de rest zijn van mij of manlief)

Door |2017-07-10T11:36:17+02:0010 juli 2017|Loop, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Zeeuws drieluik # 1: een streep in de Oosterschelde

Gister ben ik begonnen aan drie evenementen in Zeeland kort achter elkaar. Het eerste was de zwemtocht die ik vorig jaar ook heb gedaan en die zich laat omschrijven als: het zetten van een streep (nouja, haakje) in de Oosterschelde:

GPS-registratieDe start van de zwemtocht Kattendijke-Wemeldinge is in het niks bij de oude haven van Kattendijke, en je loopt dan nog een stukje het water in eerst. De finish is op het strand van Wemeldinge. Ze plannen ‘m altijd zo dat je het getij mee hebt, en meestal ook de wind.

Gister was dat zeker het geval, want ik was meer dan tien minuten sneller dan vorig jaar, en mijn tijd van 49’15 is zo’n beetje wat de beste triatleten, de profs, zwemmen over 3,8 km. Hahaha! Het steuntje in de rug voel je dan ook wel. Het was aan het eind zelfs nog relatief lastig om recht naar het strandje toe te zwemmen, dwars op de stroming, ik moest steeds corrigeren. Verder was het navigeren een eitje trouwens, mede dankzij de felle saferswimmers van je voorgangers die je altijd wel in het vizier hebt.

Het was weer net zo leuk, gemoedelijk en gezellig als vorig jaar, en daarmee is het één van mijn favoriete evenementen. Ik was samen met manlief dit keer, helaas voor Nicole hebben ze de 1 km afgeschaft.

Het weer dreigde een beetje naar somber, zeker bij de start:

Zwemmers, grauwe luhct

(foto van Facebook Eric Kops)

zwemmers met donkere lucht

(foto van Facebook van Kattendijke-Wemeldinge)

Maar gaandeweg werd het steeds beter en net toen ik – onverwacht snel dus – Wemeldinge zag naderen kwam zelfs de zon door en zag ik blauwe lucht.

Zwemmen in zout water dat golft, met de wind eroverheen en een dijk aan de ene kant en aan de andere kant de contouren van een ‘overkant’, meeuwen erboven en af en toe een schip in de verte, dat is voor mij het oer-zwemmen zoals ik dat vanuit Vlissingen ken – het ultieme zwemmen ook.

Daar hoort ook vaak iets bij wat ik vorig jaar niet had gezien maar nu wel, en dat zijn kwallen. Er passeerden een paar kleine kwalletjes onderlangs, zag ik, wat dan net genoeg is om me een paar keer te doen opschrikken van het gevoel van harig zeewier tegen mijn gezicht of handen – ik ben er als de dood voor. Maar verder niets gevoeld, gelukkig – en gelukkig had ik nog niet gelezen ook dat er één water verderop, in het Veerse Meer, een kwallenplaag is waardoor mensen zelfs in het ziekenhuis belanden!

Een beetje opsteker na zaterdag was ook dat ik weer ‘gewoon’ 5 minuten sneller was dan manlief. Verder is m’n prestatie niet echt op waarde te schatten, maar dat maakt niet uit: ik heb lekker gezwommen en ervan genoten.

’s Avonds thuis resteert dan het uithangen van de spullen,waarvan ik een wat vage foto maakte (commentaar manlief: ‘maar het is ook een vage bezigheid, dat zwemmen’):

Boeien, badmutsen, wetsuit,...Morgen pak ik een paar daarvan meteen weer in, op naar deel 2 van het drieluik en mijn eerste doordeweekse triathlon: die van Wilhelminadorp. Waar dat ligt, is ook nog net te zien op het kaartje bovenaan!

 

 

Door |2017-06-29T18:25:19+02:0029 juni 2017|Zwem|1 Reactie

Waar een triathlon al niet goed voor is

Bij de 1/3e triathlon van Oud Gastel afgelopen zaterdag had ik bij het fietsen en het lopen een stijgende lijn te pakken ten opzichte van de vorige keer. Bij het fietsen had ik ondanks regen en knetterharde en toenemende wind een hoger gemiddelde dan in Bocholt…

Op de fiets, mooie scherptediepte

… en lopen ging zonder wandelen en voelde dynamischer dan toen – ook wel geholpen door de koelte, natuurlijk.

Het lukte met m’n eindtijd van 04u13’22 om niet laatste te worden (uitslag), wat in dat veld nog best een beetje spannend is – knetterhoog niveau – maar ik haal dan gelukkig op de fiets wel een boel deelnemers van de kortere afstanden in.

En nog een klein leuk dingetje: ik had persoonlijke jury-aanmoediging, langs de kant en zelfs vanaf de motor. Hans Geerts was NTB-jury en hij en ik waren ooit, heel lang geleden, huisgenoten, in onze studietijd op Uilenstede. Hans deed toen ook al aan triathlon; ik vond dat toen nog echt een volstrekt idiote bezigheid, herinner ik me. Een paar jaar geleden was ik hem, ook in Oud Gastel, voor het eerst weer tegengekomen, erg leuk. Het moet voor hem toen eigenlijk gekker zijn geweest dan voor mij, denk ik zo. Maar goed, we hebben na afloop nog even staan praten en we gaan elkaar vast vaker tegenkomen.

Oja, en de jury was verder ook erg aardig: het jurylid op deze foto had me in de eerste wisselzone net geholpen bij het aantrekken van een fietsshirt over m’n natte pakje (want brr, het was fris):

Jurylid op de voorgrond, ik zet helm op in de achtergrond

Maar ter zake. Ik had deze triathlon eerder gedaan, 3 jaar geleden, en toen gezwommen in 26 minuut-nogwat. Dat was voor mij toen razendsnel, maar de afstand was waarschijnlijk iets korter dan 1300 meter (ik had toen nog geen GPS-horloge). Ik ben sindsdien sneller gaan zwemmen, dus ik dacht dat 25-minuut-nogwat echt wel haalbaar zou zijn, mits ze de afstand gelijk hadden gehouden.

Het zwemmen mocht niet in wetsuit, dat scheelt misschien iets, maar bij mij niet heel veel. Het voelde hartstikke lekker. Weinig last van de drukte, lekker water, mijn slag voelde goed, ik haalde zwemmers in.

Mijn eerste verrassing was dat ik bij de keerboei naast manlief bleek te zwemmen – normaal ben ik toch echt wel sneller, afgelopen woensdag nog, toen we samen in de Schie zwommen. ‘Ben ik nou zo langzaam of jij nou zo snel?’ vroeg ik hem nog gauw.

De terugweg voelde echter nog lekkerder, en ik dacht hem ook wel echt losgezwommen te hebben. Maar bij het klauteren uit de Roosendaalse Vliet was hij de persoon vóór mij.

En toen zag ik de klok. 

35 minuut-nogwat.

35 minuten? Over 1300 meter? 10 minuten langzamer dan mijn inschatting? Ja, de klok klopte, mijn horloge liet hetzelfde getal zien.

Vijfendertig minuten??? Man-o-man, wat was dat een dreun. Beslist de grootste discrepantie tussen inschatting, gevoel en resultaat ooit. Mijn langzaamste zwemgedeelte ooit in een triathlon. Totaal onverklaarbaar. Nouja, inmiddels heb ik van Henk en clubgenoot Marcel (die met ons meereed, was gezellig) begrepen dat ze 5 minuten langzamer waren dan bij eerdere edities, en het was ook echt langer, zeker 1400 meter – maar dan nog houd ik zo’n 5 onverklaarbare minuten over. En dat is nog steeds veel op zo’n tijd. Ter vergelijking: in Ter Aar was ik 10 seconde langzamer dan ik had voorspeld.

De dreun nam ik als het ware mee de fiets op – ik heb niet de bewonderenswaardige vaardigheid van veel topsporters om een teleurstelling meteen naast me neer te leggen en te focussen op het vervolg. Fietsend in de grauwe, kille motregen tegen windkracht 4, 5, misschien aan het eind wel 6 in, vroeg ik me ernstig af waarom het nog doe, triathlons. En of ik het nog wel leuk vind. Dat is wel een beetje te zien, geloof ik:

Op de fiets met een vertrokken bekkie

Ook niet zo vrolijk door een bochtDat soort vragen stellen is ze beantwoorden natuurlijk. Ik train niet om zo weinig loon naar werken te krijgen. Ja, het trainen is ook leuk, maar het wordt als het ware gekleurd door het werken naar doelen toe. Op dat punt heb ik vorig jaar een topjaar gehad, en is het dal nu wel heel diep, in dit season after.

Waarom fietste ik verder? Er ging van alles door mijn hoofd. Hoop dat het beter zou gaan – en het ging ook beter, nouja, beter dan in Bocholt, nog niet echt op niveau, maar ik had in elk geval weer enige macht in mijn benen. Het besef dat ik op dit moment extreem wisselvallig presteer, en dat het vast ook wel weer eens de goede kant op zal vallen, maar daar moet ik wel voor door blijven gaan, anders ontneem ik mezelf de kans op succes helemaal. Een tijd is maar een tijd, als ik stop omdat die tegenvalt laat ik me ringeloren door meetbare prestaties, en dat is lang niet het enige wat telt. Zie het als nuttige training (‘ik ben er nou toch’). Enne: ik laat me niet zomaar kennen.

Maar vrolijk werd ik er niet van. Het zijn sowieso – nog steeds – vrij taaie tijden voor mij, voor ons, ook op ander vlak. Ook dat weegt mee.

Zondag kikkerde ik weer een beetje op. Ik was als vrijwilliger bij de Vrouwentriathlon (ik heb o.a. naderhand het persbericht geschreven). Dat was sowieso leuk en gezellig, en bemoedigend om al die vrouwen op hun eigen (sterk uiteenlopende) niveau te zien sporten, plezier maken en hun grenzen verleggen.

Maar ook maakte ik een praatje met collega-vrijwilliger Wilma, die – met een topsportachtergrond – inmiddels overgangsconsulente is. Hèhè, eindelijk eens iemand die iets zinnigs te melden heeft over sporten in de overgang! (Zie mijn eerdere, tevergeefse zoektocht naar informatie). Mijn verhaal over extreem wisselvallig presteren en af en toe het gaspedaal totaal niet kunnen vinden herkende ze en ze kon het uitleggen aan de hand van de wisselwerking van die wiebelige vrouwelijke hormonen en stresshormoon cortisol.

Cortisol is hetzelfde hormoon dat waarschijnlijk verantwoordelijk is geweest voor al mijn slechte slapen in een eerdere fase van de overgang. Kennelijk komt dat bij mij heel nauw, ook al heb ik bepaald niet het gevoel dat ik van stress aan elkaar hang. Maar, zo begreep ik ook al eerder: het hormonale gewiebel is al een bron van stress op zich voor je lichaam. Wilma noemde dat interne stress, waardoor je minder ‘aanspoorbaar’ bent door externe stressoren zoals een wedstrijd. Dus waar ik denk met een wedstrijd bezig te zijn, denkt mijn lijf pompiedom – zoiets.

Wiebelen, dat hebben de hormonen de afgelopen weken gedaan als nooit eerder (zie hier). Het heel grillige (en vaak onder-)presteren is eigenlijk sinds februari (zie mijn eerdere marathontwijfels) en het lijkt alleen maar zotter te worden. Ik verlang enorm naar meer voorspelbaarheid en stabiliteit, naar het einde van de menstruaties (maar vergeet dat voorlopig maar weer – gewoon weer na 4 weken, en op het ogenblik het heftigst ooit).

Er zijn nog twee overeenkomsten tussen dat slapen en de wisselvallige sport, en dat zijn duidelijk mijn levensthema’s op dit moment.

In de eerste plaats zijn het lessen in de dingen nemen zoals ze komen. Ik kon niet op wilskracht in slaap komen, ik kan ook niet op wilskracht beter presteren (dat is juist het hele punt). Ik heb het niet in de hand. Ik doe wat ik kan doen, en dan komt het of niet. Ik heb niet anders dan dat te accepteren, ook al is dat soms moeilijk.

In de tweede plaats confronteert het me met de angst dat het nooit meer goed komt, dat het vanaf nu alleen maar een rechte lijn naar beneden is. Dat ik nooit meer de sportvrouw kan zijn die ik was. Dat ik nooit meer boven mezelf uit kan stijgen. Dat ik nooit meer de kick van wél goed presteren zal ervaren. Dat de verslechtering in dit tempo doorzet. Dat ik dus binnenkort dit soort dingen niet meer kan doen. Dat ik niet meer kan genieten van het sporten. Dat ik instort. Dat het einde van mijn sportieve bestaan rap nadert.

Ik weet dat dat niet waar is allemaal. Die angst voor de rechte lijn naar beneden, richting het zwarte gat, die draag ik al mijn hele leven met me mee, maar die is niet rationeel. Mijn PR op de 1/8e is nog maar zes weken geleden (ik word daar achteraf hoe langer hoe blijer mee). Net als met het slapen gaat het met het sporten ooit weer goedkomen. Deze levensfase, en zelfs dus de 1/3e triathlon van Oud Gastel, biedt me de kans weer een stukje van die angst af te verwerken en te oefenen in vertrouwen en hoop.

En ook daarom sport ik.

En nu echt vergeten verder, dat beeld van die klok. Vervangen door mooiere beelden, zoals de bovenste foto. Er zijn in Oud Gastel sowieso een boel leuke foto’s gemaakt, dus hier zijn er nog een paar. Mijn gang door T2 is helemaal te volgen: binnenkomst, sok aan, schoen aan, knoppie-druk en gaan!

Wisselzone in

Sok aanSchoen aan

Knoppie-druk

Hier is een mooie ‘zweeffoto’ van manlief:

Henk in zweeffase

En tot slot: deze vond ik gewoon grappig en kleurrijk, schoentjes wachtend op hun loper in T2 (het zijn twee gescheiden wisselzones):

(Dank aan Ilona van Nijnatten, Koen Mol, Petra Huijsmans en Paul van Dongen voor de foto’s en @tveerke voor het doorgeven ervan.)

Door |2017-06-26T13:25:27+02:0026 juni 2017|Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|1 Reactie

Hoe had ik dat vorig jaar gedaan?

Vorige week had ik een trainingsweek zoals het niet moet. Ik had vooral een veel te drukke werkweek om fatsoenlijk te kunnen trainen: maandagavond vloog ik naar Zweden om daar dinsdag de hele dag op mijn nette schoenen te staan voor een grote groep, en ’s avonds vloog ik alweer terug. Ik was om 1 minuut voor middernacht thuis, toen had ik zere voeten en kon ik geen pap meer zeggen.

Niet echt veel tijd om uit te rusten, althans, er moest nog werk af, donderdag gaf ik college en vrijdag had ik nog een lange dag met een groep in Amsterdam, inclusief heen en weer in de spits. Alles bij elkaar geloof ik dat ik vorige week een record aantal declarabele uren heb gedraaid in mijn 17-jarig zelfstandigenbestaan.

Voor het sporten betekende dat sowieso al dat ik dinsdag en vrijdag geen tijd had. Maandag heb ik tussendoor nog wel een herstel-zwemtraining kunnen doen, om de dag ervoor te verwerken. Woensdag had ik alleen tijd om even te zwemmen, maar toen kon ik me amper concentreren – het zwembad was nog rommelig druk ook. Donderdag ging het nog wel aardig: lekker diep gegaan bij spinning.

Maar zaterdag ging ik hardlopen en daar heb ik na drie kilometer de brui aan gegeven: ik was niet vooruit te branden. Mijn hoofd vond het heerlijk om buiten te zijn en lekker te luchten, maar mijn lijf ging op een heel gematigd tempo al zuchten en steunen. Het was echt even genoeg geweest. Ik had ook nog ergens uitslag door opgelopen, rode vlekjes op een groot stuk van mijn lijf – misschien iets gegeten in Zweden waar ik allergisch voor ben?

In die drie kilometer had ik wel kans gezien om mijn kuitspieren fikse spierpijn te bezorgen: ik ben door de marathon uit de regelmaat geraakt van het lopen op de minimalistische schoenen, en ik moet eigenlijk weer zo’n beetje bij nul beginnen met opbouwen – dat stel ik maar even uit.

Nou is werkdrukte het soort vermoeidheid waar ik snel van opknap, dus gister heb ik heerlijk gefietst: mijn eerste rit van meer dan 100 km van het seizoen, ook de eerste in ‘kort-kort’ (korte broek en korte mouwen), naar de punt van de landtong van Rozenburg en daarna een rondje over Voorne-Putten, bij ideale omstandigheden (zon, precies de goede temperatuur, weinig wind), en in het prachtige lentegroen, inclusief divers jong grut (lammetjes, pulletjes enzo), en met mijn geliefde wide open spaces, inclusief een bijna rimpelloos Haringvliet. Dat is dan zo lekker dat het opknappen tijdens het trainen gewoon doorgaat. Ik kwam verfrist thuis, en juist niet afgedraaid als twee weken ervoor.

Maar goed, dit was dus een week waarin ik alleen een uurtje spinning en een fietstocht als beetje fatsoenlijke training kan meetellen. Met hardlopen heb ik nu echt wel een beetje trainingsachterstand zelfs.

Nouja, geen ramp – wat maakt het uit eigenlijk? Komende zaterdag staat de triathlon van Krimpenerwaard op het programma, dan loop ik maar wat rustiger. Daarna de draad weer oppakken. En ondertussen heb ik lekker verdiend vorige week natuurlijk.

Maar hoe deed ik dat vorig jaar? Toen had ik zulke weken niet. Ik heb de afgelopen maanden harder gewerkt dan in diezelfde tijd vorig jaar, en dat is ook te zien aan mijn omzet. Deels liep dat gewoon zo, deels stuurde ik daarop. Had ik vorig jaar nee gezegd tegen die Zweden-klus? Geen idee, het deed zich niet voor. En dat was misschien ook niet toevallig?

Tot slot nog een anekdote. Vorige week zondag, tijdens een voor Rotterdammers memorabele uitzending van Studio Sport, zei een commentator dat Ajax de finale van de Europa League zou spelen in Solna.  ‘Solna’, dacht ik, ‘daar moet ik morgen heen, dat is ook toevallig’. Dus maar eens wat beter op Google Maps gekeken en zo ontdekte ik dat mijn hotel bijna ín het stadion stond. Er was vorige week geen ontsnappen aan voetbal mogelijk!

Hier zie je mijn hotel links (mijn kamer had ook zo’n rond raampje, maar zat aan de andere kant) en rechts de ene wand van het stadion, met de poster voor de finale:

Hotel en deel stadion Solna

Door |2017-05-22T15:57:36+02:0022 mei 2017|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|2 Reacties

Even een hiaat opvullen

Cover boek Sport als levenskunstIk ontdek net een hiaat in mijn blog – heb ik het echt al die tijd lang niet gehad over Marc Van den Bossche? Jeetje. Nou, daar moet ik echt even wat aan doen. De post hieronder is de eigenlijke voorlopig laatste post van dit blog, zie daar voor als je wilt weten hoe het verder in elkaar zit.

Ik was net even aan het googlen omdat ik benieuwd was waar Marc Van den Bossche recentelijk mee bezig is, en toen kwam ik een artikel tegen dat mij meteen kippenvel bezorgde, over zijn rouw na de dood van zijn geliefde. Hij beschrijft daar hoe het doorslaggevende inzicht in zijn rouwproces kwam tijdens het zwemmen:

Dat het inzicht kwam toen ik al anderhalf uur aan het zwemmen was, was niet toevallig. Duursporten doet iets met je denken, je krijgt ideeën en inzichten.

Dat is niet voor het eerst dat hij dat schrijft: in zijn boeken Wielrennen en Sport als levenskunst staat de relatie tussen denken en sport centraal. Van den Bossche – wel ‘de fietsende filosoof’ genoemd, maar hij loopt ook hard en zwemt dus ook – beschrijft bijvoorbeeld hoe hij zelf zijn wetenschappelijke bijdragen uitdenkt op de fiets, maar zeker Sport als levenskunst gaat verder als pleidooi voor sport als noodzakelijke vorm van zorg voor lichaam en geest; duursport draagt bij aan een zinvol leven.

Als je tenminste maar niet te prestatiegericht bent. In dat artikel van hierboven zegt hij bijvoorbeeld

Niet de tijd die je doet over een marathon is belangrijk, maar hoe je ernaar toeleeft: het trainen, het rusten, het eten, het respecteren van je lichaam. 

Daarin echoot voor mij mijn belangrijkste Ironman-conclusie: dat het proces de moeite waard was, lonender dan die ene dag in augustus, en dat die 15 uur, 8 minuten en 46 seconden er eigenlijk ook niet zo veel toe doen. Waar het om gaat, is hoe het toewerken naar die dag twee jaar lang mijn leven mede heeft vormgegeven. Daar heb ik van geleerd, daar ben ik sterker van geworden, en ik durf zelfs te zeggen: een beter mens.

Een andere uitspraak van Van den Bossche die heel vaak in mijn hoofd zit is dat we elkaar als sporters eigenlijk niet naar tijd en prestatie zouden moeten bevragen, maar naar genot. Dus als iemand vertelt de Mont Ventoux opgefietst te zijn, vraag dan niet ‘Hoe lang heb je erover gedaan’ maar ‘En, genoten?’ Ik doe daar echt mijn best op! Want genieten, dat is waar het om gaan, sowieso, maar zeker op mijn niveau.

Kortom, Van den Bossche werk heeft me zeer geïnspireerd bij mijn eigen denken over de zin van duursport. Waarvan nu eindelijk dan toch nog acte op dit blog.

(Grappig, ik zocht een link voor Sport als levenskunst en ik zie ineens mijn eigen naam! Ik heb dat boek gerecenseerd voor Fiets Magazine, ik wist niet dat de uitgever daaruit had geciteerd. Het wordt daarmee een beetje cirkeltje, want Marc Van den Bossche wijdt in dat boek enkele pagina’s aan mijn Afzien voor Beginners. We hebben ook wat contact gehad, en ik wist dat zijn vrouw overleden was. Zijn nieuwste boek heb ik maar gauw besteld! We hebben elkaar nog nooit ‘live’ ontmoet, maar wie weet komt dat ooit nog.)

 

 

Door |2017-03-02T14:31:25+01:002 maart 2017|Boeken, Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|1 Reactie

Terug-, nee, vooruitblik: de plannen

Ja, ik heb ook weer nieuwe plannen. In de eerste plaats de marathon hier in de stad. Ik schreef het al naar aanleiding van de Kustmarathon: ik wil nog één keer proberen om een marathon hardlopend uit te lopen, dus zonder wandelen. Dan moet het in ongeveer 4,5 uur kunnen lukken. Ik heb nu drie marathons gelopen (Istanbul, in de Ironman en de Kustmarathon), maar met veel wandelen en met heel langzame tijden. Dat blijf ik niet zo doen: als het met fatsoenlijk trainen weer niet lukt, houd ik het voor gezien, dan is het niks voor mij. Als ik straks in april na 30 km weer moet gaan wandelen, wandel ik naar de dichtstbijzijnde metro, is het plan.
 
In de aanloop naar die marathon ga ik een paar trainingsevenementen doen, zoals een georganiseerde trainingsloop, een halve marathon en misschien nog wel een enkel korter loopje ook. Ik heb zondag al een 5 km gelopen, maar toen was ik niet zo op dreef en het parcours was zwaar, dus dat viel nog niet zo mee. Wel leuk trouwens, in een zonnig Westvoorne.
 
Ik heb mijn eigen schema geschreven. Dat moet ik nu wel kunnen ook, hè, als hardlooptrainer-in-opleiding. Vanwege mijn slechte ervaringen in de aanloop naar Istanbul doe ik het nog steeds zonder lange duurlopen – zeg nooit nooit, wie weet wat er nog gebeurt, maar er zal iets drastisch moeten veranderen wil ik dat ooit nog opnieuw gaan doen. De twee dertig kilometers die ik toen in de voorbereiding gelopen heb, zijn nog steeds een beetje traumatisch, zeg maar, zie ook deze blogpost van toen. Ik heb moeten onderkennen dat ik in Istanbul vermoedelijk licht overtraind aan de start stond  – in elk geval moe. Als ik vergelijk hoe ik me toen voelde met 28 augustus ’s ochtends vroeg, dat was een wereld van verschil. In april wil ik me voelen zoals in augustus.
 
Dus zonder lange duurlopen, maar wel meer dan in de marathonrevolutie-aanpak, want de maximaal 42 weekkilometers daarin loop ik nu al, als ik een beetje mijn best doe.  Dus ik ga wel een paar keer langer dan 14 kilometer lopen (eens per maand en maximaal de 25 kilometer van de Heinenoordtunnelloop), en als maximale weekomvang tegen de 50 kilometer. Daarbij de fiets als crosstraining: afhankelijk van het weer de komende maanden wil ik opbouwen naar die beoogde 4,5 uur, zodat ik mijn hart-longconditie daar wel aan laat wennen. Dat moet geen probleem zijn, behalve dan bij kou, wind en gladheid.
 
Trouwens, over die marathonrevolutiemethode – ik blijf dat interessant vinden, en vond de controverse die het oproept mooi behandeld in deze post. Ik doen verder bij het terugblikken niet veel meer aan links naar interessante leesstof, maar hiervoor maak ik graag een uitzondering. Ik heb zelf nog niet ‘bewezen’ dat de aanpak werkt, maar ik vind het wel interessant hoe de controversie iets laat zien van onze calvinistische sportmoraal: dat je kennelijk pijn ‘moet’ lijden om iets te ‘mogen’ bereiken.
 
Daarnaast blijf ik bezig met techniek. en bij lopen hoort natuurlijk ook als doel: mijn diploma halen als trainert, als het goed is, gebeurt dat de dag voor de marathon!
 
Daarna het triathlonseizoen. Ik heb een selectie aan wedstrijden gepland: Ter Aar (1/8e), Krimpen (kwart), Oud-Gastel (1/3e), Bocholt (Mitteldistanz), 010 (nog niet ingeschreven, wordt denk ik  kwart), Binnenmaas (kwart). Daaruit wil ik nog gaan kiezen wat mijn hoofddoel wordt. Ze zijn allemaal ‘in de herhaling’ en ik wil minstens in Bocholt voor een parcoursrecord gaan; in Oud-Gastel misschien ook wel. Een keer ergens op het podium staan in mijn leeftijdscategorie? Een PR op de kwart? Lekker knallen? Dat heb ik al twee seizoenen niet gedaan, in 2015 door blessureleed en in 2016 door de grote focus op duur. En in elk geval: ervan genieten! Het zijn stuk voor stuk leuke triathlons, dus dat moet wel kunnen lukken.
 
Het lijkt me ook leuk om een paar zwemtochten in de herhaling te doen, want die heb ik afgelopen jaar erg leuk gevonden: Kattendijke-Wemeldinge, Jan de Koele en de Branderszwemtocht bijvoorbeeld. Bij de thuistocht in de Schie, kan ik helaas niet, want dan is de Vrouwentriathlon in Utrecht en daar word ik als vrijwilliger verwacht, want ook dat blijf ik doen. Mogelijk kan ik dat dit jaar een keer combineren met zelf meedoen?
 
En een paar leuke fietstoertochten, zeker als manlief die ook gaat doen, want die heeft ook plannen, best heftige zelfs – daarover de volgende keer meer. Sámen hebben we ook een plan, namelijk weer een keer lang weg om een grote fietstocht maken, mogelijk in Nieuw-Zeeland, en ook daarvoor ga ik trainen. Wat ik verder in de tweede helft van 2017 ga doen, weet ik nog niet. Over het grote twijfelpunt ook een volgende keer.
 
 
Door |2017-01-10T17:49:57+01:0010 januari 2017|Boeken, Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant