Zwem

Project daglicht

Sinds het wintertijd is, ben ik doelbewust begonnen met ‘Project daglicht’. Dat wil zeggen dat ik ernaar streef om elke dag in het daglicht naar buiten te gaan, en per week op in totaal minstens 7 uur uit te komen, dus gemiddeld 1 uur per dag.

Ik weet dat ik daglicht nodig heb, voor lichaam en geest – om de wintersomberheid te voorkomen. En ik merkte meteen toen het herfst was dat ik er moeite voor moet doen om op tijd en voldoende naar buiten te gaan.

Ik ben door het thuiswerken en de andere corona-beperkingen bijna al mijn vanzelfsprekende blootstelling aan daglicht in de donkere maanden kwijt. Een goed voorbeeld is het college geven in Leiden dat ik op het ogenblik doe. Nouja, niet in Leiden dus: het is vanuit huis, online. Als het daar zou zijn, zou ik naar het station fietsen en in Leiden van het station naar de faculteit lopen, en later beide in omgekeerde richting. In totaal is dat goed voor 45 minuten daglicht. Nu zijn het er 0.

Dus: naar buiten moet ik zelf initiëren. En dat kost moeite. De verleiding is groot om bijvoorbeeld eerst mijn werk af te maken en dan pas te gaan hardlopen. Maar met een beetje pech is het dan al donker. Nu al, laat staan straks in december. Werk afmaken kan ook als het donker is. Eerst naar buiten!

Andere verleiding is om na het afronden van een online training of overleg aan de computer te blijven hangen – nog even e-mail, even nieuws lezen, even zus, even zo…. en voor ik het weet, is het donker. Of moet ik door naar de volgende online afspraak. Terwijl ik van al dat beeldschermen moe word, een vermoeidheid die zich heel snel oplost als ik naar buiten ga. Tien minuten is dan al genoeg. Moet ik echt doen!

Dus het vraagt discipline om de verleidingen te weerstaan, en precies dat is de essentie van ‘Project daglicht’. De urgentie daarvan is deze twee weken ook nog eens groter omdat met de zwembadsluiting nóg weer meer wegvalt. Het zwemmen zelf, al telde dat niet mee voor daglicht, maar het fietsritje erheen en terug soms wel. In een week drie keer overdag heen en weer naar Zwembad West is precies een uur daglicht.

Tot nu toe gaat het goed met #projectdaglicht. Op een dag als vandaag is het simpelweg heerlijk om overdag een uurtje buiten te wandelen. Ik deed dat voor corona nooit, en het gaf me een soort vakantiegevoel.

Zon door herfstbomenZonnnige herfstbomen, weerspiegeld in waterVorige week leidde het daglicht-voornemen er echter al een keer toe dat ik totaal doorwaternat thuiskwam van een rondje hardlopen. Ook op dinsdag was het toen guur:

Kerk aan de Schie, uitgebloeide bloemen, donkere luchtOf wat te denken hiervan, foto gemaakt op zo’n mini-ommetje na het videobellen:

Grote plasDe nattigheid eerder in de herfst leidde ook tot een bijzonder paddenstoelenjaar –  ik schreef er al over. Deze foto maakte ik zaterdag op paddenstoelenexpeditie met Nicole in de Broekpolder – zulke gesuikerde-dropjes-paddenstoelen had ik nog nooit gezien:

Paddenstoelen die op gesuikerde drop lijkenHet is wel zo dat ik in de weekends en op m’n wekelijkse dag vrij (m’n ‘corona-arbeidstijdverkorting’) het gemiddelde moet opkrikken. Die dag vrij is daar ook voor bedoeld. Al meteen in maart had ik in de gaten dat ik vijf dagen achter elkaar aan m’n eigen beeldscherm gekluisterd zitten niet ging trekken. Die – wisselende – dag vrij werkt prima. Twee weken terug bijvoorbeeld ging ik op vrijdag wandelen met vriendin Jo in de Kennemerduinen, dat was schitterend:

Duinen met bosjes en HooglandersEn ja, het is dus veel wandelen. Alleen, maar ook samen – een prettige manier om in deze tijd toch vrienden te zien. En ik kan het veel doen, waar meer dan drie keer per week hardlopen te belastend is – daarmee haal ik het beoogde aantal uren dus bij lange na niet. Fietsen is in deze tijd van het jaar alleen maar lekker als het weer een beetje meewerkt. Morgen dus, want ik zet net een punt achter de werkweek – en dan hopelijk het gemiddelde aantal daglichturen voor deze week flink opkrikken!

 

Door |2020-11-05T19:02:22+01:005 november 2020|Fiets, Loop, Waarom, Zwem|1 Reactie

Inconsistentietolerantie

Dat woord in de titel heb ik vandaag geleerd, dankzij een tweet en een stuk in de NRC. Het is wel waar het om draait, c.q. waarvan op het moment het maximale gevraagd wordt.

Ik vond het de afgelopen weken steeds al spannend of we bij de nieuwe maatregelen nog mochten blijven zwemmen. Ik kon en kan begrijpen dat dat niet meer zou mogen – net zoals in de lockdown van dit voorjaar. Al vond ik het de afgelopen weken steeds al lastig dat er van alles niet meer mag wat volgens mij zo veilig als wat is. Bij zwemmen lijkt het besmettingsrisico me zeer gering – in het theater nog lager overigens, maar dat terzijde.

Al eerder schreef ik dat ik het moeilijk had met de steeds terugkerende dans rond nieuwe maatregelen, maar net deze week niet zo. Toen me maandag duidelijk werd dat sporten in de ogen van het kabinet zo belangrijk is dat sportscholen open mochten blijven, dacht ik: ‘dat zal dan voor zwembaden ook wel gelden’.

Niet dus.

Ik vind het hartstikke jammer en echt zo lastig te begrijpen. Je mag dus in muffe sportschoolzaaltjes met een heleboel tegelijk staan te hijgen en met je tengels aan dingen zitten, maar je mag buiten maar met z’n tweeën hardlopen. En niet zwemmen dus.

Ik vind de tegenstrijdigheid en de onbegrijpelijkheid van de corona-maatregelen al maanden moeilijk, zowel in hun uitwerking als in een algemeen gevoel van ’too little, too late’. Maar dit slaat alles. Mijn inconsistentietolerantie wordt op proef gesteld to the max. Ik kan me ook niet voorstellen dat de maatregelen van gister nog veel uit gaan maken.

In de persconferentie heb ik het gister niet gehoord, maar in de media kwam het ook nog eens zo over: sport is een belangrijke lichamelijke en mentale uitlaatklep en daarom blijven sportscholen open.

Alsof sportscholen zo verheffend zijn. Alsof sporten iets is wat je doet in een sportschool. Alsof niet een heleboel Nederlanders lid zijn van sportverenigingen die het nu hartstikke moeilijk hebben. Alsof zwemmen geen sport is – een zwembad is slechts een publieke ruimte.

Alsof het kabinet bepaalt wat mijn uitlaatklep is.

Alsof het niet een heel rare maatschappij is waar de bibliotheken en theaters dicht zijn, maar alle winkels en sportscholen open. We moeten commercieel consumeren kennelijk. Hyperindividualistisch dan ook nog, want in die sportscholen mogen groepslessen dan weer niet.

Fitnessend en consumerend, zo komen we corona wel door. Ofzoiets.

Ik ben niet tegen sportscholen, hoor. Ik gun ze nu hun omzet. Ik ben nog lid, al kom ik er zelf sinds de zomer opnieuw niet meer omdat ik het onder de maatregelen niet leuk meer vond (ingekorte lessen, reserveren, net meer na-babbelen, niet douchen) maar ook omdat ik het niet vertrouwde – ik voelde me er claustrofobisch. Maar voorheen kwam ik er wel, met net genoeg plezier om het te blijven doen, en naar die tijd verlang ik terug.

Mij is in die jaren in de kleedkamer echter wel opgevallen dat het voor veel andere vrouwen nou niet bepaald een ‘uitlaatklep’ is. Eerder het verplichte nummer waar ze zich tegen heug en meug heenslepen omwille van het verbranden van wat calorieën. Omdat ze ‘moeten’ bewegen en dan in vredesnaam maar daar.

Dat geldt natuurlijk niet voor iedereen, en ik gun iedereen z’n lolletje. Ik had het mijne echter ook graag behouden.

En het gaat niet alleen om mijzelf. Ik heb al diverse geluiden gehoord van sporters die vanwege fysieke problemen alleen maar kunnen zwemmen. Voor hen is het nog veel erger. Net zoals er aan al die andere inconsistenties voor mensen zeer pijnlijke kanten zitten.

Laten we hopen dat het echt maar voor twee weken is.

 

Door |2020-11-04T15:31:36+01:004 november 2020|Zwem|0 Reacties

Zwemmen in de gedeeltelijke lockdown (2)

Nog wat vervolg-gedachten en -observaties na gister. Ik ben vandaag alweer wezen zwemmen namelijk. Dinsdag is zwemdag, al een tijdje, en vanwege de herfstvakantie kon ik overdag qua werk en vervalt vanavond mijn clubje

Dat ik pijlen volgend in een bezette kleedkamer terechtkwam, lag eraan dat ik een ‘illegale’ route volgde. Wist ik veel. Ik ging gewoon naar binnen zoals hiervoor – door de ingang namelijk (hoe verzin je het, hè). Maar je blijkt dus sinds vorige week via de (dichte) kantine en dan een achterdeurtje naar de zwemzaal te moeten lopen. Dat had gister en vrijdag niemand mij verteld.

Naar binnen ga je dus niet door de ingang, en zo zijn er wel meer omkeringen van normaal. In de douche hangt nog steeds het bordje ‘douchen verplicht’, terwijl dat niet meer mag. Ook een gekke: ik heb in januari nog een aanvaring gehad in Zwembad Overschie waarin een rol speelde: het niet mee mogen nemen van mijn tas naar de zwemzaal. Nu moet dat, c.q. kan het niet anders. Corona is echt de wereld op z’n kop.

Wat ik ook nog bedacht: niet mogen douchen maakt zwemmen duurder. Nu moet ik thuis gas en water gebruiken, en nog meer wassen ook. Immers, van me twee keer afdrogen worden twee handdoeken nat.

Maar ondertussen mag ik in mijn handjes knijpen dat ik kan zwemmen in Zwembad West. De meeste andere Rotterdamse zwembaden zijn nog steeds aan het nadenken over de logistiek van zwemmen in de gedeeltelijke lockdown. Zoiets had ik gehoord en gezien op de sites (reserveren onmogelijk), vandaag hoorde ik er ook over praten door het zwembadpersoneel. Ik snapte ineens de drukte van vandaag – nouja, druk, met 16 is het niet bepaald overlopen, maar bij de huidige restricties wel uitverkocht. Dat zijn veel ‘uitwijkers’ van andere zwembaden natuurlijk. Vandaar ook dat ik geen bekende gezichten zag.

Ik voelde ineens trots op m’n zwembad! Het prestigieuze Zwemcentrum en de sjieke Wilgenring hebben niet voor elkaar wat het Zwembad West in Spangen al dagen doet: zwemmen in de gedeeltelijke lockdown mogelijk maken. Merci!

 

Door |2020-10-20T18:26:24+02:0020 oktober 2020|Zwem|0 Reacties

Zwemmen in de gedeeltelijke lockdown

Ik vond het spannend, vorige week – hoe ging het verder met het zwemmen in de gedeeltelijke lockdown?

Het was eerst een tijdje onduidelijk. Dinsdagavond had ik meteen na de persconferentie mijn trainingsclubje en niemand kon beredeneren wat de consequenties waren van het mogen trainen in groepjes van 4 en binnen met 30 maar wel met 1,5 meter ertussen – ofzoiets. De trainers hadden de instructie gekregen ons te zeggen dat we ‘morgen’, woensdag dus, meer zouden horen.

Woensdag – geen nieuws. De reserveringspagina’s van de Rotterdamse zwembaden gingen offline omdat ze de boel nog moesten uitzoeken verder.

Spannend, hoor – het hing voor mij ook af van de randvoorwaarden. Ik trek een streep bij me niet mogen omkleden – ik ga niet in een nat badpak naar huis, zeker niet in deze tijd van het jaar. Een inhaalverbod maakt fatsoenlijk banenzwemmen ook onmogelijk – en beide restricties waren er in juni op sommige plekken geweest.

Zo werd het zwemmen een symbool voor wat ik nu steeds als frustrerend ervaar vanwege de terugkomende herhaling van zetten: de besmettingen stijgen, er worden maatregelen en een persconferentie aangekondigd, maatregelen lekken uit, daar wordt over gespeculeerd, dan heb je de persconferentie, daar zitten ook altijd ergerlijke dingen in, daarna dagenlang onzekerheid over wat het precies betekent, dan is het even rustig en dan begint het weer van voor af aan. Ik kan me in die cyclus moeilijk losmaken van het nieuws en ik vind het erg beklemmend steeds. Specifiek keek ik woensdag en donderdag ook nog tig keer op de sites van de zwembaden om te kijken of er al nieuws was.

Donderdag in de loop van de middag kwam er nieuws. Ik kreeg bericht dat mijn trainingsclubje doorgaat en dat we eigenlijk alleen verder uit elkaar aan de kant moeten hangen – maar dat valt wel mee, bij 2 of 3 zwemmers. Bij ‘mijn’ zwembad West kon ik ook weer reserveren, ook al waren de teksten op de website niet aangepast en stond er nog steeds dat je geduld moest hebben. Ik denk dat ik daar mazzel mee had, want voor het Zwemcentrum en de Wilgenring kan reserveren nog steeds niet.

Het eerste wat me opviel: De capaciteit bleek teruggebracht van 30 naar 16. Dat betekende dat ik op vrijdagochtend om 9 uur het laatste kaartje boekte voor lunchzwemmen die dag. Voor het weekend was het op vrijdagmiddag al allemaal uitverkocht. Dat is even slikken: dat moet ik dus echt in de gaten houden.

Maar eenmaal in het zwembad was het juist wel lekker. Het is maar een klein zwembad: vier banen. De vrijdag ervoor, met een capaciteit van 30, had ik het als druk ervaren. Dat zwemt sowieso niet fijn, maar ik ervaar drukte nu ook eerder als claustrofobisch dan onder normale omstandigheden.

Verder was er niets veranderd – ik kon lekker zwemmen. Het was ook niet zo, wat ik had verwacht, dat we met niet meer dan vier in één baan mochten – in de borstcrawlbaan waren we met vijf.

Van andere zwembaden heb ik begrepen dat ze met het oog op de 1,5 meter weer eenrichtingverkeer hebben ingevoerd, wat ook geen porem is. In Zwembad West zwemmen we gewoon heen en weer, en ook bij mijn trainingsgroepje mag dat straks.

Eenrichtingverkeer is er in Zwembad West alleen buiten het bad. Vrijdag volgde ik braaf de pijlen en belandde zo in een kleedkamer waar kinderen zich aan het omkleden waren. En ook om deze pijl moest ik lachen:

De tijdelijke uitgang zie je rechts achter op de foto…

Vandaag was ik nog een keer in Zwembad West, op het ongebruikelijke tijdstip van 11 uur, maar dat is deze week misschien meer door de herfstvakantie dan door corona – geen idee, het rooster voor na deze week is er nog niet (wéér een beetje spannend…).

Weer belandde ik in die kleedkamer met kinderen, of nouja, ik had het nu in de gaten, maar de pijlen stonden nog hetzelfde. Het zwemmen was onveranderd, maar helaas deden vandaag de douches het niet meer.

Die bui had ik al zien hangen. Ik moet zeggen: ik snap het niet. Of nouja, ik snap vooral niet dat er onder de huidige regels geen maatwerk mogelijk is . De gloednieuwe doucheruimte van het verbouwde Zwembad West is namelijk ruim en zo druk is het nu niet, dus douchen kan prima op 1,5 meter afstand van elkaar. En dat zou wel zo praktisch én hygiënisch zijn. Soms denk ik wel eens: we mogen wel allerlei andere dingen oplopen, zo lang het maar niet corona is.

Maar goed, we mogen wel zwemmen, en vooruit dan maar. Dan maar uit het zwembad eerst afdrogen en aankleden, naar huis en daar weer uitkleden, douchen en aankleden – en dan pas het strakke bekkie opheffen met een dosis dagcrème.

Buiten de zwemzaal word je verzocht een mondkapje te dragen. Ik kreeg vandaag van manlief een passende daarvoor:

Ondertussen heb ik vandaag wel opvallend lekker gezwommen. Ik deed een testje en zwom 400 meter in 7’40. Dat betekent dat ik – ondanks nog vrij weinig en wat rommelig trainen soms – bijna terug ben op het niveau van voor de lockdown. Toen zwom ik op m’n hardst ooit.

Als ik nou de komende maanden lekker door kan trainen, wie weet waar ik dan uitkom. Ik hoop dat het blijft mogen!

 

Door |2020-10-19T19:51:19+02:0019 oktober 2020|Zwem|0 Reacties

Troostfoto’s (2)

Ik vond de laatste dagen bijzonder corona-chagrijnig, en net als in april ben ik er zojuist op uitgetrokken om m’n hoofd op te ruimen (geslaagd) en daarbij foto’s te maken – troostfoto’s dus. Het is een ander seizoen, dus ik wandelend in plaats van op de fiets en het onderwerp van de foto’s is ook echt herfstig.

Ik had eerder al gezien dat het een opvallend mooi paddenstoelenjaar is. Vorige week maakte ik met een vriendin een ommetje bij Lage Vuursche:

Afgelopen zondag maakte Babet een foto van me terwijl ik vlak voor de start van de stiltewandeling een foto nam van paddenstoelen:

Maar die foto zelf werd eigenlijk helemaal niet zo bijzonder. Dat realiseerde ik me al toen we iets later aan het wandelen waren. Ik zag toen elders in Park Zestienhoven schitterende paddenstoelen in grote hoeveelheden.

Toen ik vandaag behoefte had aan een ommetje voor m’n hoofd, wist ik dus wat me te doen stond. Hier het resultaat:

Niet alleen op hout, maar ook gewoon in het gras: En de mafste:

Wandelen, wandelen wandelen… ja, en dat ben ik ook de komende tijd veel van plan. Lekker voor mijn hoofd, lekker lang buiten zijn. Verder ‘moet’ er niks. Door de nieuwste maatregelen is er een abrupt einde gekomen aan toch al zo korte wedstrijdseizoen: de tijdrit die nog voor komende zaterdag op het programma stond, gaat niet door. Prima om het even kalm aan te doen.

Voor daarna weet ik het nog even niet. Fietsen gaat in de onderhoudsstand. Op dit moment is nog onduidelijk wat de maatregelen betekenen voor het zwemmen in het algemeen en mijn trainingsclubje in het bijzonder. Op mijn hardloopplannen bezin ik me nog – ook daarvoor heeft het niet-doorgaan van wedstrijden en evenementen invloed. Wordt vervolgd.

Mijn leven was nog steeds karig en wordt voorlopig weer nog kariger. Ik kom daar wel uit,  ik weet sinds dit voorjaar ook: ik red het wel. Groot voordeel is bovendien dat mijn werk nu wél doorloopt, nouja, net niet helemaal, en het is allemaal vanuit huis – maar dat is toch veel beter dan dit voorjaar. Mijn coronachagrijn betrof veel meer de frustratie uit woede, machteloosheid en schaamte om het bredere plaatje van falend beleid enerzijds en a-sociaal gedrag anderzijds. Het is een zootje, en daar zitten we allemaal mee.

Dan ben ik bij met een prachtig paddenstoelenjaar. Nog eentje dan:

 

Door |2020-10-14T14:54:01+02:0014 oktober 2020|Fiets, Loop, Waarom, Zwem|0 Reacties

Sporten en de coronamelder

Nu vandaag de coronamelder werd gelanceerd, liet ik mijn gedachten eens gaan over mijn sociale leven van de afgelopen tijd. Eerder had ik bedacht dat ik sinds de ingang van de meest recente maatregelen nog best veel gedaan had, heel anders dan in de lockdown van het voorjaar en de meeste sportgerelateerd: ik was naar masseur en chiropractor geweest, naar het zwembad, ik had zelfs een triathlon gedaan.

Gisteren vond ik het in Zwembad West zelfs op het randje van te druk. Wel gezellig overigens, boek bekenden van het vrijdagmiddag-lunchuur, sommigen had ik sinds 13 maart niet meer gezien. Maar ik word tegenwoordig gauw wat claustrofobisch van veel mensen om me heen.

Geen gekke hoog-risico-dingen, maar toch, wel aardig wat sociaal contact. Vandaag realiseerde ik me dat het aantal keren dat ik daarvan langer dan vijftien minuten binnen anderhalve meter afstand van iemand ben geweest, de meting waar de app bij ‘aanslaat’, welgeteld neerkomt op: nul.

Nouja, ik plus telefoon dan, want bij de masseur en misschien soms ook net bij de chiropractor kom ik wel voor zo lang zo dichtbij, maar dan heb ik mijn telefoon niet op mijn lijf maar ergens in een jaszak of tas. Van hen verwacht ik bovendien te horen als ik aan besmettingsrisico heb blootgestaan en omgekeerd zal ik het hen melden als ik later positief test. Bij vrienden let ik op de anderhalve meter, en bij anderen die dichterbij komen, zoals passanten bij het winkelen, fietsen, wandelen en hardlopen, halen de vijftien minuten nevernooitniet. Bij hardlopen neem ik bovendien m’n telefoon niet mee.

Wat ik me bovendien realiseerde, is dat het risico op vals-positieve meldingen van de app bij het sporten best groot is. Bijvoorbeeld bij het zwemmen. Tegenwoordig ligt vanwege de maatregelen mijn tas met spullen inclusief telefoon ergens langs de badrand. Best kans dat er op minder dan anderhalve meter een andere tas met telefoon ligt. Maar als de eigenaar daarvan later besmet blijkt, zegt dat nog niet zo veel over mij – misschien zwom hij aan de andere kant van het zwembad. Op dinsdagavond bijvoorbeeld heb ik meestal maar één baangenoot; in de andere twee banen is het drukker. Maar daar blijf ik verder vandaan.

Bij de triathlon: idem dito. Telefoon blijft in tas. Als een buur in het parc fermé besmet blijkt, zegt dat weinig over mij. Enzovoort.

Bij een grote kans op vals-positieve uitslagen is het jezelf snel kunnen laten testen cruciaal. Ik zou namelijk niet spontaan op basis van alleen een melding in quarantaine gaan. Daarvoor is de kans op vals alarm te groot. Omgekeerd zou ik mogelijk alleen maar ten onrechte paniek zaaien bij de eigenaren van die tassen.

Waar het dus op neerkomt, is dat de coronamelder op dit moment voor mij geen nut heeft. Ik ga het in de gaten houden. Als ik weer een diverser sociaal leven krijg en met het openbaar vervoer ga reizen, ga ik er wel eens over nadenken. En dat kan nog wel een hele tijd gaan duren…

 

Door |2020-10-10T18:12:56+02:0010 oktober 2020|Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Brandersdeceptie

Vanochtend vertrokken Henk en ik welgemoed naar Schiedam, om 2,7 kilometer te gaan zwemmen bij de Branderszwemtocht. We hadden er zin in. Elk evenement in deze tijd is een welkome belevenis, de zon scheen, het water zou niet al te koud zijn en dit is elk jaar een leuke tocht met een prachtig parcours (zie vorig jaar).

Ik was zelfs bijzonder in mijn nopjes omdat het gelukt was om, na die karige maanden en alle afgelastingen, in september elk weekend een evenement te doen, en dat nog mooi verdeeld over de sporten ook: fietstoertocht, loopje, triathlon en zwemtocht. ‘En misschien zit het er nou wel weer op, gezien de corona-ontwikkelingen,’ zei ik nog. Er staat voor volgende week nog een triathlon op het programma, maar het zou me niets verbazen als die alsnog niet doorgaat.

Enfin, wij onderweg. We fietsten op het eind een stukje langs het parcours van de lange afstand, de zes kilometer, die eerder was gestart. We zagen de zwemmers langs de historische jeneverdistilleerderijen gaan – erg leuk.

Toen kwamen we bij de wegafzetting waar een vrouw de auto’s stond tegen te houden. En slecht nieuws voor ons had: de wedstrijd was zojuist verder afgelast.

Wat?

Uit wat er is gebeurd (zie ook Rijnmond), distilleer ik als verhaal dat de zwemmers van de 6 kilometer bij hun start, mogelijk onder invloed van slecht weer (er trok net een bui over), hebben staan dringen om het water in te komen. Op dat slechte weer had de organisatie misschien onvoldoende geanticipeerd – alles was buiten, met het oog op de zo belangrijke ventilatie. Ze hebben geprobeerd de deelnemers op te roepen tot het handhaven van de 1,5 meter, maar dat had weinig effect. Nadat de hele groep gestart was, heeft iemand van de gemeente gezegd: ho eens even, zo mag dat niet, de stekker moet eruit. De 6 kilometer mocht uitzwemmen, maar verder was het over en uit.

Tsja. Daar stonden we dan – met Marcel inmiddels ook. Van alle afgelastingen was dit wel de meest abrupte.

Ik had naast teleurstelling ook wel stoom uit mijn oren, moet ik zeggen. Drie kanten op: deelnemers (bedankt hoor, voor het geen afstand houden – en zwem vooral lekker verder), organisatie (niet anticiperen op slecht weer eind september is suf) en gemeente (vast bang voor reputatieschade als van de week in Tilburg).

Nouja, dat alles in afwachting van meer helderheid – de organisatie heeft vanavond gemaild dat ze zelf ook teleurgesteld zijn, gaan evalueren en ons dan nog nader gaan inlichten.

We zijn met z’n drietjes toen maar een stukje stroomopwaarts, namelijk achter ons huis, de Schie in gesprongen voor een iets kortere afstand. Lekker gezwommen, dat wel. Marcel en ik gingen eerst nog even samen op de foto – nee, je ziet niet dubbel, we hebben hetzelfde merk en type wetsuit:

Later realiseerde ik me dat dit in het klein een boel corona-maatregelen-ellende symboliseert:

  • Het is moeilijk voor mensen om zich aan de regels te houden. (Je ziet het op de foto hierboven trouwens ook: Marcel en ik staan ook niet op 1,5 meter, ik doe mijn best maar ben ook niet heel recht in de leer.)
  • De regels zijn soms moeilijk te begrijpen. Tijdens het sporten hoeft afstand houden niet, iedereen had een gezondheidscheck ingevuld, je temperatuur zou worden gemeten, buiten en bij kort contact loop je sowieso niet zo heel veel besmettingsrisico – en dan denk je: wat maakt dan dat moment vlak voor de start nog uit? Als je in de zeikregen staat te blauwbekken – een beetje begrip heb ik ook wel, toch, hoor.
  • De logistiek klopt niet altijd – ik ben al vaker in situaties geweest waarvan ik dacht: hier was dus duidelijk niet op geanticipeerd. Of andere onhandige dingen. Bij de vorige evenementen ging het trouwens wel goed, en ook deze zwemtocht wekte vooraf de indruk dat alles degelijk was georganiseerd.
  • Slecht weer maakt het allemaal nog veel moeilijker met die regels, het gedrag en de logistiek.
  • Onze bestuurders reageren inconsequent: het gaat van niks doen tot paniekreacties en ze lijken soms vooral bezig met hun eigen hachie. Ze weten het zelf ook niet, zo blijkt wel.
  • De goeden moeten onder de kwaden lijden – dat vond ik nog het allerzuurste. Kijk, hier in de verte zwemmen ze van de zes kilometer….

Door |2020-09-26T20:34:38+02:0026 september 2020|Zwem|0 Reacties

Een andere maar goede sportzomer

Toen de lockdown goed en wel onderweg was en het duidelijk was dat er voor 1 september geen triathlons en dergelijke door zouden gaan, heb ik me bezonnen op mijn sportieve doelen voor de zomer. Doorlopend tot nu, ongeveer, want het is bijna 1 september en op dit moment heb ik inderdaad, zowaar, een aantal evenementen in mijn agenda voor de komende weken: een fietstoertocht, een zwemtocht, een of twee loopjes, een tijdrit en ook nog een heuse triathlon. Met alle slagen om de arm natuurlijk.

Het betekent dat ik de zomerperiode afrond en overga naar een korte meer wedstrijdgerichte periode. De hele zomer lang heb ik geen wedstrijdspecifieke training gedaan, het was allemaal ‘basis’-werk. Ik heb bijvoorbeeld nog geen koppeltraining gedaan en het ontbreekt me ten enen male aan tempohardheid bij het zwemmen en hardlopen: ik maak makkelijk snelheid, maar kan dat niet lang volhouden. Dat kon niet anders, dus dat is niet erg, maar het gaat dus wel een beetje veranderen. Een beetje maar, want om optimaal voorbereid te zijn, had ik specifieker moeten trainen. Maar daarvoor was het allemaal te onzeker, ik koos voor niet-wedstrijdgerichte doelen.

Mooi moment om de coronazomer op sportgebied te evalueren, dus op het gebied van die niet-wedstrijddoelen. Ik schreef laatst al over het bereiken van een bijzonder doel: weer eens meer dan 200 kilometer fietsen. Dat was een fraaie – die ook mooi illustreert wat ik bedoel met niet-wedstrijdspecifiek sporten, want om te trainen voor die olympische afstand in Ouderkerk hoef ik natuurlijk echt geen 215 kilometer te fietsen. Mijn andere doelen heb ik ook bereikt, op één na. Daar begin ik mee.

Niet bereikt: zwemmen weer op niveau. Vlak voor de lockdown begon, zwom ik harder dan ooit tevoren. Op 5 maart verraste ik mezelf met een snelle 400 meter als onderdeel van een intervalprogramma, dus niet eens voluit – dankzij de cursus Powerstroke van de winter Een dikke week later gingen de zwembaden dicht. (Achteraf heb ik me er trouwens nog wel eens over verbaasd dat ik me, voor zover ik me herinner, op die 5e maart totaal niet bewust was van wat ons boven het hoofd hing. Maf is dat.)
Vanaf mei ben ik terug begonnen met zwemmen in open water en half juni ook in het zwembad, sindsdien in totaal meestal zo’n twee keer per week. Dat was sowieso heel fijn en ik pikte het best snel weer op. Hoe goed precies, dat weet ik niet – ik heb al gauw in het begin van het zwembadzwemmen een 20-minutentest gedaan en dat viel me toen niet tegen, maar drie weken geleden viel het tempo in intervallen me wél tegen.
De dag daarna ontwrichtte ik m’n (hypermobiele) duim en dat gaf een dusdanige dreun tegen de pees dat ik eerst zelfs veel last had in het dagelijks leven, laat staan dat ik kon zwemmen – typisch gevalletje pech. Het gaat wat op en neer en ik heb alweer pijnvrij kunnen zwemmen, maar ik heb daarna ook alweer níet kunnen zwemmen toch weer.
In elk geval: terug op het niveau van maart ben ik niet. Dat kan misschien ook niet met maar twee keer per week zwemmen, waarvan één keer in open water. Dat is altijd wat rommelig: ik ben dan noch met techniek noch met snelheid bezig (maar het is wel fijn). Het is niet anders. Hopelijk gaat die duim snel wel echt helemaal over.
Ik bezin me nog hoe veel werk ik komende winter in het zwemmen wil gaan steken – maar daarover, dus over toekomstplannen, een andere keer.

Wel bereikt (1): plezier, genieten en goed voor mezelf zorgen. Dit was by far het belangrijkste doel van de zomer en het is hartstikke goed gelukt. Ik heb heerlijk gefietst, hardgelopen, gewandeld, gekajakt (inclusief onze eerste tweedaagse kajaktocht!), gezwommen en zelfs ook lekker m’n oefeningen gedaan (kracht, core, yoga, bodybalance), in de sportschool of thuis. Vooral het lange fietsen is altijd goed voor mijn lichaam en ziel. Het wandelen met diverse maatjes was ook sociaal belangrijk – gezellig, dus. Ik heb ook veel plezier beleefd aan de thuistriathlons die we hadden verzonnen. Ik voel me kakelfit en het sporten heeft me enorm geholpen in deze verder moeilijke en karige tijd.

In onze trapkajak

Wel bereikt (2): basisconditie voor toekomstige wedstrijden behouden. Ook prima gelukt. Ik heb mijn lopen bijvoorbeeld onderhouden voor de tien kilometer die op het programma staat in die ene triathlon. Ik heb het fietsen op wedstrijdvermogen met piepkleine stapjes opgebouwd naar de intervallengte van 4X8′, en dat is mooi voor 40 kilometer hard. Het vermogen dat ik dan haal is zelfs net wat hoger dan vorig jaar; ik ben qua fietsen in bloedvorm. Kracht en core stability heb ik probleemloos weten te onderhouden, beter dan in een seizoen met veel wedstrijden. Rug, bekken en net voelen stabiel en probleemloos. Sowieso voel ik me opvallend goed (ik schreef het al eerder, zó fijn dat het overgangsgehannes achter de rug is). Dat is mooi, voor als er inderdaad nog wat komt aan wedstrijden, en anders voor de verdere toekomst.

Wel bereikt (3): sterkere voeten kweken. Het was één van de dingen die ik al vroeg in de lockdown leerde: dat die periode een kans bood om aan zwakke plekken te werken. Waarvan akte! Ik had van de winter een voetblessure, en daar ben ik mee aan de slag gegaan.
Ik ben in maart voor de derde keer begonnen met het opbouwen van lopen op blote-voeten-schoenen. De vorige twee keer strandden in blessures, maar nu gaat het goed. Het geeft veel spierpijn, maar die kan steeds helemaal wegtrekken omdat ik maar één keer per week erop loop. Dat was wel een gok, want één keer per week zou ook te weinig kunnen zijn. Niet dus. Het ging met kleine stapjes, maar inmiddels loop ik er zo’n 40 minuten rustig op; in intervaltrainingen wat korter. Mijn kuiten zijn dus veel sterker aan het worden. Daarnaast loopt het lekker en is het goed voor mijn looptechniek.
Maar nog belangrijker: ik train er mijn voeten mee. Ik ben daarnaast oefeningen gaan doen en heb fikse progressie geboekt. Volgens mijn masseur zijn mijn voetspieren zelfs voelbaar dikker geworden. Ik sta tegenwoordig mezelf bewust uit evenwicht te brengen op één voet waarvan ik de middelste drie tegen opgetrokken houd. Het ziet er zo uit:

* * *

Al met al ben ik de sportzomer dus hartstikke goed doorgekomen. Het deed me goed te merken dat ik geen wedstrijden nodig heb om veel te sporten en goed te worden. Ik mis de reuring ervan wel, maar het is ook relaxed: met die zere duim had ik anders wel zorgen gehad en misschien zelfs niet kunnen starten op 22 augustus, de oorspronkelijke datum van TriOuderkerk. Al zou dan alles anders geweest zijn natuurlijk. 

Want anders was het, en is het, en dat is zeker nog steeds bepaald niet makkelijk of leuk. Toen het virus weer begon op te laaien, heb ik ondanks al dat fijne sporten een behoorlijk sombere periode gehad. Het is spannend hoe het verder gaat. Mijn doelen waren niet voor niets zo geformuleerd dat ik ze in eigen hand had, dat ze niet geannuleerd konden worden. De toekomst is nog steeds ongewis.

Door |2020-08-31T14:28:42+02:0031 augustus 2020|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|4 Reacties
Ga naar de bovenkant