Triathlon algemeen

Jubileumpje

Ik heb ongeveer vandaag (ik weet het niet meer precies) een maf jubileumpje: ik ben al twee jaar niet verkouden geweest. In de week van 10 februari 2020 was ik verkouden – en sindsdien niet meer.

Voor mij is dat uniek. In normale winters ben ik altijd een aantal keer verkouden, waarvan minstens één die of zo ernstig is dat ik me ziek moet melden en/of die vervelend lang duurt, met hoesten en/of holte-ontstekingen, en soms andere meer freaky vervolg-dingen, zoals een snotje dat tot wel een jaar of langer blijft hangen in m’n kaakholte, een door het hoesten gekneusde rib of een zombie-status door nachtelijk hoesten. Ik noem de vele, langdurige en soms stevige verkoudheden dan ook wel de gezondheids-story-of-my-life.

Ik ben een paar jaar geleden een keer 13 maanden niet verkouden geweest, dat was al een record. Toen had ik de winter overgeslagen door naar het Zuidelijk Halfrond te gaan. Dit keer zijn het natuurlijk de coronamaatregelen die me ook voor andere virussen behoeden: minder sociaal contact overall en het thuiswerken in het bijzonder. Normaal schud ik een paar keer per week een fiks aantal handen, deel ik een ruimte met wisselende groepen, en reis ik in soms bomvol OV. Ik vermoed ook een rol voor de verminderde blootstelling aan airconditioning in de kantoren van m’n opdrachtgevers, want daar kunnen mijn luchtwegen slecht tegen. Voeg daarbij de mondkapjes en de extra handhygiëne (tegen verkoudheidsvirussen veel belangrijker dan tegen covid). Misschien speelt wat meer regelmaat in mijn leven, vooral in mijn dag- en nachtritme, ook een rol.

Ik kan dus ook al heel lang op dit punt totaal onbekommerd doortrainen – kom daar eens om. Ik heb ook al een hele tijd niet of nauwelijks andere pijntjes, in elk geval niet zo dat ik niet kan trainen. Wat een weelde! 

Als je me twee jaar geleden had gezegd dat ik twee jaar niet verkouden zou worden, had ik je niet geloofd. Dat denk ik veel vaker: als ik toen had geweten wat ons boven het hoofd hangt… Ik zou ook zó de coronacrisis willen inruilen voor een paar stevige verkoudheden. Ik vind het nog steeds naar en ook moeilijk – ik vind dat we op dit moment bezig zijn met een reusachtig experiment met de volksgezondheid.

Maar ik probeer wel de lichtpuntjes te zien. Twee jaar niet verkouden is heerlijk, en voor wat betreft dat ‘boven het hoofd hangen’: als iemand me dat twee jaar geleden had verteld, had ik gedacht: ik word gillend gek. Dat is niet gebeurd, het gaat in het algemeen gewoon best goed met me. ‘Naar omstandigheden’ zeg ik er dan bij, want mijn leven is wel eens leuker geweest, maar ja, dat geldt voor de meeste mensen.

Ik hoop zelf nog steeds de covid-dans te ontspringen, maar niet tot elke prijs en ik ben ook bang dat er niet aan te ontkomen zal zijn. Als het thuiswerkadvies gaat vervallen, bijvoorbeeld. Ik kijk uit naar meer dynamiek in mijn werkende bestaan, maar ik vind het ook spannend en ben van plan dat handenschudden nooit meer te gaan doen. Maar dan nog. Nouja, als het blijft bij hooguit een paar dagen grieperig, dan heb ik nog steeds gemiddeld qua virussen steengoeie jaren natuurlijk.

 

Door |2022-02-10T09:56:11+01:0010 februari 2022|Triathlon algemeen|0 Reacties

Mijmeringen over dagelijkse beweging

De post van laatst inspireerde me wel tot wat mijmeringen over mijn eigen NEAT, of nouja, ik noem dat ‘dagelijkse beweging’.

Ik leg het onderscheid anders dan in Menopocalypse. Je zou kunnen zeggen dat het gaat om beweging wel of niet op Strava. Tot twee jaar geleden klopte dat heel aardig, maar toen zakte in eens mijn stadsfietsbeweging (niet op Strava) weg en het wandelen dat ik – bewust – ter compensatie veel doe, zet ik wél op Strava. Dus lijkt dat ’training’, maar dat is het niet echt. Ik zet ook niet elke wandelingetje naar de winkels of van OV naar bestemming erop, terwijl ik in bijzondere gevallen de stadsfiets er wel op zet, dus dat blijft een beetje willekeurig.

Krijger 2Willekeurig is het onderscheid sowieso. In Menopocalypse valt yoga onder NEAT, maar wat is yoga? Wat ik doe, nog altijd met Adriene, varieert in intensiteit van op mijn rug liggen te ademhalen naar een serieus zware, snelle krachttraining waar ik zelfs wel eens spierpijn van krijg. Dat heet allemaal ‘yoga’, dus waar hebben we het dan over?

Dagelijkse beweging in de zin van ‘alledaags’ is yoga niet, juist niet, want het daagt mij uit om eens anders te bewegen dan wat ik toch al geneigd ben om te doen. Iets anders dan recht vooruit met mijn benen, zoals in de krijgerhoudingen bijvoorbeeld.

Ik ben geneigd de dagelijkse beweging niet ‘mee te nemen’ als ik nadenk over mijn trainingen, behalve misschien vlak voor een wedstrijd, maar ik ben er in de loop der jaren wel al tegenaan gelopen dat het wel degelijk een rol speelt, bijvoorbeeld:

  • Ik betrapte mezelf er een paar jaar geleden op dat ik rustdagen vaak samen liet vallen met een drukke werkdag, zo van: toch geen tijd om te trainen dan. Dus dan trainde ik niet, maar had ik bijvoorbeeld wel een dag met vroeg op, op de fiets door weer, wind en donker naar het station, staan in een drukke spitstrein, lopen naar opdrachtgever op m’n nette schoenen met laptop, handouts en boeken bij me, een trainingsgroep zinvol bezighouden en daartoe een boel geschuifel door de zaak of staan voor de groep, en dan de reis in andere richting. Dat is geen rustdag, mentaal niet, en fysiek ook niet.
  • Over die nette schoenen gesproken: die heb ik twee jaar lang nauwelijks gedragen (niet te zien op de webcam), en die paar keer dat ik dat wel deed en er een half uur op liep, viel me op dat ik spierpijn kreeg onder mijn voet en dat mijn enkels het zwaar hadden. Ze zijn best comfortabel, met een goed voetbed en maar een beperkt hakje – om dat werkgerelateerde lopen tussen OV en opdrachgever en het gedreutel ter plekke mogelijk te maken. Maar ze zijn anders dan de platte schoenen die ik thuis en bij het sporten draag, en dat merk ik.
  • Van heel lang geleden herinner ik me al een keer dat ik ’s ochtends diep was gegaan bij spinning en later op die dag op de stadsfiets door slecht weer naar ver weg ging. Op de terugweg, in een forse tegenwind, dacht ik: oef, dit is me eigenlijk te veel.
  • In tijden veel stadsfiets onder zware omstandigheden (tig keer natgeregend, wind tegen met haast, kou, donker) kan ik het niet altijd meer opbrengen om in het weekend ook nog te gaan trainen. Ik moet dat niet forceren, want dan maak ik het mezelf tegen en dan heb ik geen puf meer als het voorjaar wordt. Zo heb ik wel eens winters gehad waarin ik ‘niet fietste’, in de zin van: niet trainde voor het fietsen, niet meer fietste dan die gemiddeld 3,5 uur stadsfiets per week – zo’n beetje mijn vaste hoeveelheid als er geen corona in het spel is. Als ik in zo’n winter veel hardliep, pikte ik de draad van het fietsen zó weer op. Afgelopen week was ook zo’n week. Ik had een uitschieter met 5 uur stadsfiets. Dat heb ik misschien twee jaar niet gehaald en was zelfs pre-corona veel. Er mag weer van alles waar ik op de fiets naartoe ga. Er zat zelfs wat woon-werk-transport bij, nouja, naar het station, en nog naar een ander station om naar het museum van Vlaardingen te gaan, plus onder andere ritjes naar het theater, en de Parkrun. Met kou en wind, deels in het donker, en gister regen. Dat gaat me ook niet in de koude kleren zitten. Door het slechte weer schoot trainen op de fiets erbij in, maar dat is dan ook bepaald niet erg.
  • Huishouden doen na een zware training – valt me ook zwaar soms. Stofzuigen bijvoorbeeld, vervelend voor m’n rug en best inspannend. Strijken – niet zwaar, maar wel een rottige houding. Doe ik zo min mogelijk – en sinds corona nóg minder, want voor de webcam zie je toch niet veel kreukels. Wij doen het huishouden zelf, wel netjes verdeeld. Klussen besteden we dan meestal weer wel uit, terwijl ook dat bewegen is. Tuinieren doen we zelf, manlief meer dan ik, en we hebben maar een piepklein tuintje. Bij het harken (rare scheve beweging) heb ik mezelf wel eens geblesseerd.
  • De week voor de vorige, dus die van 24 januari, had ik een ‘uitschieter’ met wandelen, onder andere door twee gezellige afspraken. Ik kwam uit op 36 kilometer. Ik ben niet geneigd dat als sport te zien, maar toch: was het daarom dat het hardlopen zondag niet zo goed ging?
  • Ik heb wel eens gedacht: ik hoef geen hersteltrainingen te doen, m’n dagelijkse beweging en vooral de stadsfiets dient daartoe. Ik moet eerder uitkijken om niet te veel te doen. In de tijd dat ik alleen fietste had ik daartoe de ‘helemaal niets’-dagen in m’n logboek: niet trainen op de fiets maar ook niet op de stadsfiets rijden. Door de uitbreiding naar drie sporten is dat nog moeilijker dan voorheen. Het is misschien niet helemaal nodig, maar voldoende rust wel natuurlijk. Dat ik sinds twee jaar gemiddeld veel minder op de stadsfiets rijd, merk ik overigens niet aan mijn fietsconditie of herstel. Afgelopen jaar was zelfs mijn beste fietsjaar in heel lang, althans, voor wat betreft mijn gemeten FTP.

Wat ik verder weet, eerder al gelezen heb over ouder worden en ook weer las in Menopocalyps, is dat een belangrijke oorzaak van ergere veroudering dan nodig is, ‘m zit in het wegvallen van dagelijkse beweging, en dat komt weer voor een groot deel door toenemend gemak, mogelijk gemaakt door meer geld en de zich ontwikkelende technologie. De fiets wordt een e-bike, de boodschappen worden bezorgd, er komt een auto bij, uitvoerend werk wordt een kantoorbaan, niet meer aan kleine kinderen hoeven te tillen, een hulp doet het stofzuigen, Siri doet de lampen voor je aan en uit, enzovoort.

Allemaal kleine stapjes die er amper toe doen, maar zo verlies je in enkele decennia wel heel veel dagelijkse beweging. Als je je daar niet actief tegen verzet, gebeurt dat, zo verleidelijk is al dat extra gemak – comfort creep, heet dat (leerde ik uit dit boek). Het gevolg ervan is dat je conditie achteruit kruipt, en dat je, als je hetzelfde blijft eten, fiks aankomt in gewicht.

Manlief en ik verzetten ons wél actief. Donderdag nog. We hebben werklui over de vloer en daartegen zei Henk dat we ’s avonds op de fiets naar Delft zouden gaan – naar dat theater dus. ‘Hebben jullie geen auto dan?’ was de reactie. Jawel, maar dat soort dingen doen we gewoon niet met de auto, punt.

Fietsen is goed voor ons, onze portemonnee, het milieu en nog wat andere dingen, maar we zitten er ook gewoon niet mee. Als je niet went aan het gemak, raak je er ook niet aan gehecht namelijk. En meestal is het ook gewoon lekker.

* * *

Alles bij elkaar heb ik dus best wel veel NEAT  dagelijkse beweging. Daarmee kom ik al aan veel meer dan de 2,5 uur uit de beweegnorm. En dan komt trainen er nog bij. Wat ik leer van deze mijmeringen is dat ik best wat bewuster kan zijn van de invloed die ze heeft op het sporten. ‘Impact’ is er zeer zeker, helemaal onder zware omstandigheden zoals in deze tijd van het jaar.

 

 

Door |2022-02-09T15:15:18+01:009 februari 2022|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom|0 Reacties

Plannen voor 2022 – onder voorbehoud

Van de plannen en ideeën uit de 1-januaripost van vorig jaar is het meeste anders of helemaal niet doorgegaan. Dat maakt wel duidelijk dat het moeilijk is om vooruit te blikken op het nieuwe jaar – en mijn post van gisteren maakt net zo duidelijk dat je ondanks dat alles een fraai sportjaar kunt hebben.

Met een heleboel slagen om de arm zijn dit de belangrijkste doelen voor 2022:

  • Ik ben op dit moment aan het trainen om in februari of begin maart een goede halve marathon te lopen. Met ‘goed’ bedoel ik: in de buurt van de 2 uur, en als het dan mee wil zitten, is een PR (onder de 1:58:12) ook nog mogelijk. Ik zou ‘m het liefst bij een echte wedstrijd lopen, maar anders op eigen houtje. En ik kan eventueel wel twee pogingen wagen.
  • Ik sta ingeschreven voor triathlons in Ter Aar (kwart – op dat snelle parcours, maar als ik daadwerkelijk eindelijk eens die PR-poging daar wil doen, moet de zwemstop niet te lang gaan duren) en Delft (een nieuwe – kwart ook) in mei/juni en de al twee keer doorgeschover Zwintriathlon (kwart) in september. Daar kan nog wel wat bij. Ik heb wel wat ideeën daarvoor, maar het gaat onder andere afhangen van het doorgaan van wedstrijden en vakantieplannen. Misschien een halve, maar wat ik wel al weet: ik wil dat niet doen bij een peperduur mega-evenement en dan is de spoeling dun.
  • Een mooie fiets- of wandelvakantie weer – maar nog geen concrete plannen. Een verre reis zal er nog wel niet in zitten.

Voor de rest wil ik een boel van de goede en leuke dingen van afgelopen jaar voortzetten, en er mag in één opzicht wel een tandje bij: ik wil weer wat vaker op doordeweekse dagen lang naar buiten, voor een rustige duurtraining die ook een beetje zwerven is. Liefst op de fiets, anders wandelend. Graag naar de ‘wide open spaces’ van de eilanden ten zuidwesten van Rotterdam. In het eerste coronajaar heb ik dat veel gedaan. De afgelopen maanden viel het eenzijdige werken me zwaar (zie mijn andere blog) en net de laatste paar dagen werd me duidelijk dat dat zwerven daar een belangrijke rol in kan spelen. Vier dagen in de week werken is genoeg in deze tijd, en juist dat langere fietsen is wat mijn geest en ziel nodig hebben.

Het was vorig jaar voor lange zwerffietstochten vaak te slecht weer, zeker in het voorjaar en in de zomer. Dat heb ik niet in de hand. Maar in de herfst was het regelmatig te druk met werk, en daar kan en wil ik wel degelijk beter op sturen.

Gelukkig nieuwjaar allemaal!

 

Door |2022-01-01T21:08:23+01:001 januari 2022|Fiets, Triathlon algemeen|4 Reacties

Prestaties in het tweede coronasportjaar

Ten opzichte van het eerste coronajaar waren in 2021 prestaties weer wat belangrijker. Net als vorig jaar stond plezier en gezondheid voorop en was het belang van wedstrijden relatief, maar ik presteerde een paar keer wel opvallend goed en dat was toch ook wel weer erg leuk.

Over die bijzondere prestaties (dikke PR’s eind augustus op de sprinttriathlon en de 5 kilometer) schreef ik hier al eerder, ook met wat het volgens mij verklaart. Ik schreef ook al dat de trend doorzette in de vakantie (waar ik met heel veel plezier op terugkijk) en dat doet-ie nog steeds: ook de laatste weken heb ik opvallend lekker hardgelopen.

Hier zijn de getallen van het jaar, in vergelijking met het eerste coronajaar:

(kilometers) 2021 2020
Zwemmen    75  132
Fietsen 4863 4686
Hardlopen 1003  780

Hardlopen is de ’topper’ van de drie sporten van dit jaar. Ik denk dat het in volume mijn tweede loopjaar ooit is: ik heb waarschijnlijk in 2015 meer kilometers gelopen, maar ik ben dat jaar pas in februari begonnen met registreren, dus ik weet dat niet precies. In kwaliteit was dit jaar sowieso beter dan toen: ik ben technisch vooruitgegaan, ik liep lekkerder, trainde gedoseerder – en ik ben nu veel frisser en fruitiger dan eind 2015.

Dus: 2021 was mijn beste loopjaar ooit. De foto van hieronder is van tijdens het PR op de 5 kilometer bij de Parkrun – de grootste sportieve verrassing van dit jaar.

IMG_2735 2

Ik zag de kaap van de 1000 kilometer aankomen dus ik heb er mijn best op gedaan om die daadwerkelijk te halen. Dat werd nog even spannend, want de booster van afgelopen maandag gaf me een aardige klap, harder dan de eerste twee vaccinaties: ik kon woensdag nog niet hardlopen na een koortsaanval op dinsdagavond. Maar het is gelukt, door bij uitzondering twee dagen achter elkaar te lopen. Gister geïntervald, vandaag gezellig met Nicole getraild in de duinen.

Qua zwemmen was het een mager jaar, zeker in de wetenschap dat 2020 ook al niet overhield. Alles bij elkaar heb ik in 2021 meer dan een half jaar niet gezwommen: 5 maanden in de twee lockdowns (t/m half mei en nu sinds twee weken weer) en dik 5 weken door vakantie en andere prioriteiten (september/oktober). Het koude voorjaar werkte ook niet mee. Helemaal terug op de snelheid die ik had net voor de eerste lockdown in maart 2020 ben ik niet gekomen, al kwam ik af en toe wel weer in de buurt. Verder heb ik ook niet veel bijzonders gedaan, behalve de leuke cursus slagfrequentie in open water bij TriExperience. Nouja, Zwemmen blijft fijn om te doen en als magertjes zwemmen de grootste coronaschade is, valt het allemaal nogal mee.

Fietsen heb ik meer gedaan dan in de voorgaande jaren, maar zonder de 1878 kilometer tijdens de vakantie in september was het juist minder. Er zaten wel weer mooie ritten bij: tijdens die vakantie was het elke dag raak, maar ook de 216 kilometer heen en weer naar Vlissingen en de goede tijdrit in oktober zijn mooie herinneringen. Kort na die tijdrit reed ik bij een veldtest mijn hoogste FTP in meer dan tien jaar. Kennelijk heb ik toch wel goed getraind – relatief wat intensiever.

Bij het wat mindere aantal kilometers speelt beslist een rol dat het zo’n beetje heel 2021, op september na, veel slecht weer is geweest. Dat koude voorjaar vooral, dat heeft me heel wat kilometers gescheeld.

Dan heb je ook nog ‘de rest’:

  • Dankzij alle yoga (bijna 100 uur!) is mijn core stability volgens mij beter dan ooit en ik heb er sowieso veel van geleerd en plezier door gehad. Sinds de zwembaden twee weken geleden dicht gingen, ben ik weer een ‘streak’ begonnen en yoga ik weer dagelijks, net als vorig jaar. Over wat yoga me brengt, schreef ik toen ook.

  • Wandelen is nog steeds een bron van plezier, gezelligheid en dagelijks daglicht. Wel minder dan vorig jaar: ik haalde nu 456 kilometer (vorig jaar 549). Ik weet niet precies waar dat ‘m in zit. De vakantie in elk geval, maar ik zou in september anders echt geen 100 kilometer gelopen hebben. Het is nog steeds wel meer dan in niet-corona-jaren, en dat mag ook wel, want op de stadsfiets rijd ik nog steeds veel minder. Met wandelen compenseer ik dat gebrek aan dagelijkse beweging.
  • Anders dan vorig jaar heb ik maar weinig gekajakt – ook daarbij speelde het vele slechte weer een rol, denk ik. En dat terwijl we een nieuw bootje kochten en ik m’n vaarbewijs haalde! Wel heb ik zowaar in februari een keer geschaatst!

Ondanks dit alles vind ik mijn grootste prestatie van 2021 dat het me, net als vorig jaar, is gelukt om mezelf uit het zwarte gat te houden dat ik af en toe wel zie liggen. Ik vind het bij vlagen nare en sombere tijden, door corona en door ontwikkelingen in de maatschappij en politiek. Desalniettemin gaat het mij nog steeds goed: ik voel me gezond, sterk en veerkrachtig. Daar helpt sporten bij.

Net als vorig jaar gaf sporten vertier, gezelligheid en houvast in nog steeds onzekere en beperkte tijden. Net als vorig jaar vroeg dit jaar om sportkunstenaarschap. Net als vorig jaar heb ik, ondanks alles, met veel plezier gesport. Op naar 2022!

 

Door |2021-12-31T15:57:54+01:0031 december 2021|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|0 Reacties

Aan de bloeddoping ????

Ik heb het hier vaker verteld: ik ben al lang bloeddonor, ik heb er dik 70 donaties op zitten. Altijd met liefde gedaan, blij om zo anderen te helpen met mijn gezondheid. Het was wel eens passen en meten met het sporten, want het effect van een donatie merkte ik tot zo’n twee weken. Daar moest ik rekening mee houden en de donaties zorgvuldig plannen rond zware trainingen en wedstrijden.

Ik wist al lang ook dat Sanquin graag wil dat je plasma gaat doneren. Je kunt dan per keer meer geven en veel vaker, dus alles bij elkaar levert je inzet veel meer waardevolle spullen op. Elke keer als ik bij de bloedbank kwam, dacht ik er even over na, maar ik vond het toch een te raar, kunstmatig idee dat je rode bloedcellen eruit gaan en er dan weer terug in.

Langzaam-maar-zeker ging het echter toch kriebelen. Een dik jaar geleden viel eigenlijk pas echt het kwartje dat ik als plasmadonor veel minder planningsproblemen zou hebben: je bent van plasmadonatie supersnel hersteld. Het enige is dat je de dag zelve beter wat kalmer aan kan doen, vanwege het wondje in je elleboog en het uitdrogingseffect.

Bij een donatie heb ik het me een keer allemaal laten uitleggen en gepraat met een plasmadonor die net bezig was. En toen dacht ik: ik waag het erop. Als ze het graag willen, waarom niet? Het kost wat meer tijd, maar het is wel beter planbaar en als ik zo meer kan helpen, is dat mooi.

Gister was mijn tweede plasmadonatie. Het gaat prima. Het blijft gek om je eigen rode bloedlichaampjes buiten je lichaam te zien en te weten dat die er terug in gaan om gewoon weer hun werk te doen:

Maar dat is natuurlijk ook een knap technisch hoogstandje! En inderdaad: ik merk er bijna niets van. Misschien ietsje moe meteen erna, door het vochtverlies, verder niets.

Bijna halverwege: ik mag 660 ml plasma doneren

Maar ik ben nu dus wel dopingzondaar. Schijnt het – ik had het gehoord via het Triathlonforum, ik vind er één bron voor. Volgens dat stuk vindt de WADA het terug-inbrengen van delen van je eigen bloed foute boel, en heeft het tijdelijk verhoogde Hb een prestatiebevorderend effect. Dat laatste is echt onzin: die verhoging is relatief en duurt totdat je vochtbalans hersteld is, en die uitdroging heft elke prestatiebevordering in de tussentijd op – en welke halve gare gaat meteen na de donatie een serieuze prestatie leveren? Het eerste is wel heel dogmatisch natuurlijk. Het speelt voor mij natuurlijk sowieso niet, want ik presteer echt niet op een niveau met dopingcontrole.

Het deed bij mij wel een kwartje vallen. Die aanvankelijke weerzin bij het idee van bloedcellen eruit en er weer terug in en tussendoor zichtbaar in beeld, misschien komt die bij mij wel door de associatie met de bloedzakken uit de Fuentes-jaren en de verhalen van Tyler Hamilton. Ik ben blij dat ik me daarvan heb weten los te maken!

(Foto’s gemaakt met toestemming van Sanquin, en alleen met m’n linkerhand, dat was een beetje behelpen)

 

Door |2021-12-21T09:41:27+01:0021 december 2021|Triathlon algemeen|2 Reacties

Grapjas, dat horloge

Ik heb sinds april een sporthorloge dat meer doet dan voor mij nodig is. Die overbodige informatie, daar kijk ik toch wel eens naar, en dat is best wel grappig. Grappig, ja, want het is niet iets om serieus te nemen.

Het eerste grappige extraatje is het meten van mijn totale dagelijkse activiteit. Nogal logisch gezien de plek van het horloge overschat het hoe actief ik ben bij dingen die ik met mijn handen doe, en onderschat het andere activiteiten. De twee grootste slachtoffers van de onderschatting zijn stadsfietsen en yoga. Opvallende voorbeelden van overschatting zijn douchen en applaudiseren.

Zo kan het gebeuren dat het douchen na de yoga volgens mijn horloge meer activiteit is dan de yoga zelf. Tsja, bij een loodzware plank beweeg ik mijn handen niet. Toch kan ik douchen een stuk langer volhouden dan dit:

Stadsfiets (ongeregistreerd) tikt minder aan dan wandelen. Als ik fietsen als training registreer, telt de rit als activiteit zwaarder mee. Ik weet niet precies hoe dat werkt, misschien laat mijn horloge dan hartslag meetellen. 

De onderschatting van de stadsfiets doet mij wel eens mijmeren: deze vorm van activiteit meten is vast ontwikkeld in een land zonder stadsfietscultuur. Als er een Nederlandse vinding was voor het meten van activiteit, zou die dan om je been zitten? Zou de focus van sommige gezondheidsvoorlichting dan ook niet liggen op 10.000 stappen, maar op 10.000 omwentelingen?

Het tweede dat ik maar niet serieus neem is wat mijn horloge vertelt over mijn belasting. Het is duidelijk dat het daarin veel te veel alleen maar uitgaat van pure tijdsduur: het vergelijkt het recente aantal uren met een gemiddeld aantal uren in een voorafgaande, vrij korte periode.

In het begin van onze fietsvakantie sloeg het zodoende door naar het uiterste puntje van ‘overbelasting’, diep in het rood (maar ik voelde me kiplekker). Later trok dat bij, door het verschuiven van de referentieperiode. Kort na de vakantie, toen ik alleen maar kort en hard trainde, zakte het naar ‘ondertraining’. Op dit moment neigt het ook weer steeds naar de overbelasting omdat ik weer wat meer opbouw.

Dat zijn sowieso veel te grote uitslagen natuurlijk. Als je in september bijna 2000 kilometer hebt gefietst, raak je een maand later echt niet overbelast van 4,5 uurtjes gravelen, zoals afgelopen vrijdag op de Brabantse Wal (foto gemaakt door Jo):

Ik moet af en toe wel grinniken hoe ik door een miniem dingetje volgens mijn horloge ineens in het rood (overbelasting!) ga. In het weekend zakte ik weer naar ‘productief’ maar maandag werd het weer rood, na een ommetje rond de Kralingse Plas, keuvelend met een vriend:

Als ik van 5 bijpraatkilometers wandelen al overbelast raak… Hij zakte daarna gauw terug naar ‘productief’, ook weer gek – daar zou toch iets van ‘herstellend’ tussen moeten zitten. Maar daar doet mijn horloge niet aan.

Bij manlief was het helemaal komisch: ook hij had in de fietsvakantie eerst overbelasting, daarna deed hij te weinig. De app bij zijn horloge gaat dan dingen roepen als ‘ga vaker of langer trainen’, terwijl we dagelijks urenlang fietsten. Dat je dan denkt: nóg langer, nóg vaker – hoe dan?

Eenmaal terug was het helemáál te weinig, zelfs toen hij vorige week een marathon had gelopen (zijn 32e finish in Rotterdam!). Net daarvoor zei de app ‘hersteld’ – die doet dat wel. Dat was mooi en dat kon ook wel kloppen. Maar na de marathon zei de app dat nog steeds! Dus hij zat lekker op de bank uit te puffen van 42 kilometer hardlopen en dan is de melding:  ‘dit is precies de goede vorm voor als je vandaag of morgen een wedstrijd hebt’. Wat, nog een?

Heel kort daarna kreeg ook hij dreigender berichten:

Bij hem is ook gek dat die app ergens in juni is begonnen met zijn conditie bijhouden op een hoog punt en sindsdien gaat het alleen maar bergafwaarts, ondanks een goede sportzomer, een fietsvakantie en een marathon:

Het gaat echt goed met Henk, hoor! 

Mij leert dit vooral dat de algoritmes te beperkt zijn. Wij zijn gelukkig oud en wijs genoeg om ons er niks van aan te trekken, sterker nog, we lachen erom. Maar je zal het maar serieus nemen…

 

 

Door |2021-11-03T18:06:19+01:003 november 2021|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

De nameting

Op het moment dat mijn zoektocht naar snelheid richting de tijdrit van zaterdag begon, deed ik een ‘nulmeting’: een FTP-veldtest. Ik was benieuwd wat het effect van de vijf intensieve trainingen daarna en de tijdrit zou zijn op dat FTP (= vermogen bij omslagpunt, dus het maximale vermogen dat je een uur vast kunt houden, een belangrijke conditie-maat). Dat is een andere vorm van het evalueren van het experiment ‘op zoek naar snelheid’.

Vanochtend was het zo ver. Ik had een beetje aarzelingen want het vergt diepgaan en ik had matig geslapen, het regende een beetje en voor mijn hoofd was het wel heel anders dan voor de tijdrit: dit was echt een meting alleen maar voor het doel daarvan. Het fiets- en triathlonseizoen zit er nu op namelijk, fietsen gaat hierna voor de winter in de onderhoudstand. Ik had afgelopen week ook voor het eerst weer hardgelopen en gezwommen en dat was allebei toch ook wel erg leuk weer.

Toch gegaan, en ik kwam uit op een FTP van 226. Dat is 6 Watt hoger dan aan het begin van het experiment, twee weken geleden; 11 Watt (5 %) meer dan in april en mogelijk mijn hoogste FTP sinds 2011 (als de aannames die ik doe kloppen: ik ben veranderd van fiets, meetmethode en meetmomenten sinds ik zelf een vermogensmeter heb en dus deze veldtesten kan doen). 

Wat betekent dat? Dat ik inderdaad met die paar felle trainingen behoorlijk de puntjes op de i van een toch al goede basisvorm gezet heb. Dat het beeld van ‘beste vorm in jaren‘ ook op de fiets bevestigd wordt. En dat ik vorige week inderdaad naar behoren heb gepresteerd op die tijdrit.

En dat er meer in zit. Want eerst 3,5 week fietsvakantie en dan in twee weken topvorm kweken is niet de ideale trainingsopbouw natuurlijk. Met een gebalanceerder aanpak zou ik verder kunnen komen.

Aan de andere kant: ik ben wel zes weken alleen fietser geweest, in plaats van triatleet.  Ik ben soms wel benieuwd wat er nog in zou zitten als ik weer alles op het fietsen zou zetten. Maar hardlopen en zwemmen vind ik toch te leuk eigenlijk, en ik kon ook wel merken dat het beter voor mijn lichaam is om die twee sporten ook te doen.

* * *

Nu ik toch nog over de tijdrit bezig ben nog een paar dingetjes daarover.

Harry van ’t Veld maakte er prachtige foto’s bij en die kreeg ik van hem, erg leuk – het zijn de foto’s in dit bericht, met dank!

Ik begreep dat ik nog in aanmerking was gekomen voor een prijs ook, als tweede in mijn leeftijdscategorie, oeps, daar had ik geen erg in, ik zat al ergens op een zonnig terrasje.

Het is wel een week van spierpijn geworden zo. Zondag voelde ik van de tijdrit m’n hele rug en van het weer oppakken van hardlopen en zwemmen sloten onder andere m’n hamstrings, schouders en bovenarmen daar later naadloos op aan. Beetje kalm aan doen de komende tijd, want daar is dit het moment in het jaar voor. Daarna ga ik vooruit kijken naar volgend seizoen!

Door |2021-10-15T17:00:53+02:0015 oktober 2021|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Waarom toch die herrie?

In de coronatijd leek/lijkt het een beetje een luxeprobleem, want ik ben blij met alles wat doorgaat, maar toch: het is mij al jaren een doorn in het oog hoe veel herrie er is bij sportevenementen. Hier de drie meest pregnante herinneringen:

  • In Klazienaveen was mijn plekje in het parc fermé recht voor een speaker. Als daar muziek doorheen kwam, deed het pijn aan mijn trommelvliezen om met m’n spulletjes bezig te zijn – echt van dat hoofdpijnvolume.
  • Bij de Rottemerenloop, een verder leuk en kneuterig loopje in Zevenhuizen, stond na de finish een DJ te draaien. Voor een leeg plein. Alle lopers waren uitgeweken, want die wilden met elkaar ouwehoeren, en dat kon niet op dat pleintje: veel te hard. Iedereen had een plekje in de ‘luwte’ gezocht.
  • Bij een cross in de bossen bij Bergen op Zoom denderde de muziek over het terrein. Ook weer zo hard dat met elkaar praten moeilijk was. Bij een cross. In een bos. Daar komen toch natuurliefhebbers, lijkt me?

Ik vind het af en toe moeilijk te begrijpen. Wie doe je daar een plezier mee? Als je naar harde muziek wil luisteren, ga je toch (onder normale omstandigheden) naar een concert of festival of iets dergelijks, niet naar een loopje of een triathlon? Ik ben redelijk geluidsgevoelig – herrie kan bijdragen aan de overprikkeling die ik in drukte en bij vermoeidheid wel kan ervaren (zoals toen ik onlangs om die reden maar wegvluchtte van Tri Almere). Daarin ben ik echter bepaald niet de enige en ik ben zéker niet de enige die met andere sporters wil kunnen ouwehoeren zonder mezelf te hoeven overschreeuwen.

In Leiderdorp maakte ik onlangs deze foto van de speakers, op het zwemwater gericht.

Dat leek me niet zo fijn voor de bewoners aan de overkant, maar het voordeel was dat ze dus afgekeerd stonden van het parc fermé. Daarin was het goed te doen: omroep verstaanbaar zonder doof te worden. Dichterbij start en finish was het veel harder. Ik was ooit al eens eerder in Leiderdorp geweest, als vrijwilliger, en toen was ik veel meer in de buurt van de herrie en ik vond dat toen slopend en mede daarom niet voor herhaling vatbaar.

Bij de Parkrun is geen herrie. Misschien is het juist daarom wel zo gezellig? Ik herinner me ook nog dat er bij de koppeltijdrit van de Hoeksche Renners geen herrie was, helemaal geen muziek zelfs, en ook daarbij was de nazit reuze-gezellig. Manlief en ik hebben daarover nog expliciet een compliment gegeven aan de organisatie.

Feedback geven, dat is wat ik eraan kan doen. Soms vragen organisaties erom, zoals Leiderdorp laatst. Dat waardeer ik zeer!

 

Door |2021-09-22T11:55:41+02:0022 september 2021|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Vaarbewijs gehaald!

Het heeft zijdelings met sporten te maken, vandaar dat ik het wel leuk vindt om hier te vermelden: ik heb vorige maand Klein Vaarbewijs 1 gehaald. Al sinds we regelmatig kajakken, dus sinds we de Hobie hebben (16 jaar), speelde dat wel eens door mijn hoofd. Het is er niet verplicht voor, maar het leek me wel leuk om wat beter te weten hoe het gaat op het water.

In onze Hobie trapkajak (vorig jaar)

Dit jaar was het dan eindelijk zo ver: ik heb begin augustus een examendatum geboekt en ben gaan leren. Ik had al een boek in huis, een oudere editie hiervan, en ik zag een mooie Groupon-aanbieding voor een e-learning, die heb ik ook gedaan. Ik had ergens zien staan dat het zo’n tien uur studeren zou vergen en elders boden ze een live cursus aan van een dag, ‘met slaaggarantie’. Ik ben een makkelijke leerder, dus ik dacht: dat doe ik wel even.

Nou, dat viel tegen. Er zaten dingen bij die me weinig interesseerden, zoals over de werking van de motor, en al die lichten en tekens en borden en geluidssignalen… Het kostte me al moeite om door de stof heen te ploeteren, en daarna zakte ik faliekant voor het eerste proefexamen. Toen nog maar tien proefexamens erbij gekocht en aan de hand daarvan gaan herhalen en stampen.

Het heeft me echt wel het dubbele van die tien uur gekost, In de zomer kan dat, dan heb ik het niet zo druk met werk, al had ik ook dat een beetje onderschat: augustus was drukker dan anders. Wat fijn is voor mijn portemonnee. Maar wel – haha – schipperen met mijn tijd dus. Het moest wel leuk blijven. Daarom stond het leren laag op de prioriteitenlijst, dus na werk, sport en bijna alle andere leuke dingen. Ook omdat het niet ‘moest’ dus – halen is leuk, zakken is alleen maar pech.

Wat er lastig aan was, ik had dat ook al gelezen, is dat er eigenlijk geen een methode echt helemaal goed is. Er zitten hiaten in boeken en cursussen, er staan overbodige dingen in, ze zijn niet up-to-date of strijdig, en ze zijn slecht geschreven. In proefexamens kwam ik dingen tegen waarvan ik dacht: huh, niks over gelezen, moet ik dat weten? En ik had vragen fout terwijl mijn antwoorden volgens mijn materialen echt wel klopten. Enzovoort. Dat lag dus niet aan mij, dat gaat zo. Maar het maakte het niet makkelijker.

Ik heb natuurlijk ook weinig vaarervaring anders dan met roeien (vroeger) en kajakken, dus hoe je manoevreert en aanlegt enzo met een motorboot, dat moest ik echt uit het boekje leren. Dat scheelt ook. En er zaten wel degelijk ook leuke dingen in, zoals het berekenen van doorvaarthoogtes en dieptes: sommetjes maken.

Gaandeweg ging het wel beter en dacht ik dat ik het net wel moest kunnen gaan halen. En anders: jammer dan.

Ook op het examen kreeg ik nog een paar vragen waarvan ik dacht ‘hun, niks over gelezen, niks van gezien in een proefexamen’. De meeste daarvan kon ik gelukkig gokken.

En zo is het dus wel gelukt, en dat is toch fijn! Ik vind het ook leuk dat ik nu wel degelijk meer zie op het water. Het was me nooit eerder opgevallen bijvoorbeeld dat je vanaf ons gezien bij de Brug van Cyrene hier vlakbij links moet houden, te zien aan die rood-witte rechthoekjes – beetje onlogische doorvaartplek, rechts is meer ruimte en zit zo op het oog ook het hoogste stuk van de brug, maar goed:

Ga ik in het vervolg bij het kajakken braaf doen!

 

Door |2021-09-19T16:52:16+02:0019 september 2021|Triathlon algemeen|0 Reacties

Nog even doorreflecteren over doseerkunst

Het ene antwoord roept de volgende vraag op, want ik schreef laatst als antwoord op de vraag hoe PR’s op m’n 55e mogelijk zijn dat ik in mijn elfde seizoen triathlon nog steeds bijleer over de dosering tussen het fietsen en het hardlopen. Ik vroeg me toen zelf af: had ik dat niet al lang onder de knie moeten hebben, als triatleet en als trainer?

Eerst weer iets in het algemeen: in de topsport en door veel trainers wordt een beeld geschetst van totale controleerbaarheid en programmeerbaarheid. Bij het wielrennen hoor je het bijvoorbeeld best vaak: ze zitten alleen maar op hun vermogensmeters te koekeloeren. Alsof een wedstrijd winnen een kwestie is van precies het juiste getalletje treffen. Dat is (a) een eenzijdig beeld: een bepaalde framing die past in het tijdsgewricht van maakbaarheid van prestaties dankzij vooral technologische beheersing en (b) voor zover er een kern van waarheid in zit, is precisie in getalletjes treffen een kwestie van ervaringskennis. Als je, om bij wielrennen te blijven, als prof al een aantal grote rondes hebt gereden, weet je ongeveer wat je nog aan vermogen kunt trappen in de derde week.

Als je een aantal sprinttriathlons gedaan hebt, weet je dus ook steeds beter hoe je moet fietsen Dat is het eerste waar het hem in zit bij mij: zo heel veel korte afstanden (t/m OD) heb ik de laatste jaren niet gedaan, en zeker net op het scherp van de snede. Ik schreef het over het hardlopen al: ik ben een deel van die afgelopen elf seizoenen bezig geweest met het onder de knie krijgen van langere afstanden (1/3 en meer). Er waren ook wel korte bij, maar die waren soms een opwarmertje voor het seizoen, of het werd een run-bike-run, of ik had een pijntje waardoor ik het lopen toch niet heel serieus hoefde te nemen, of een lolletje, het doseren gebeurde toevallig vanwege het vermijden van stayeren en/of een glad parcours (elke link is een voorbeeld).

Het tweede wat precisie in getalletjes vraagt, is een enigszins betrouwbaar lichaam, dus een niet al te grote onvoorspelbare variatie in de vorm van de dag. Dat is het tweede waar het mij al jaren aan ontbreekt: door de overgang had ik die onvoorspelbare fluctuaties de hele tijd, tot wel -10% of meer, een jaar of acht. Het heeft me jaren gekost om daarmee om te leren gaan (sleutelervaring). Daar heb ik veel van geleerd: het accepteren van de vorm van de dag, van de vormdips; het nemen zoals het komt, het dan nog steeds leuk blijven vinden en kunnen genieten, mezelf okee blijven vinden, vertrouwen te houden. Lessen met een relevantie ver buiten de triathlon. Achteraf ben ik bovendien heel blij dat ik heb doorgezet. Ik was af en toe de vertwijfeling nabij, maar ik pluk nu de vruchten van al dat toegewijde trainen. Mede daardoor ben ik nu zo goed in vorm.

Ze worden steeds zeldzamer met de menopauze achter de rug, maar in Almere had ik toch nog weer zo’n anders onverklaarbare fluctuatie, al was het geen 10 %. Ik reed toen met een vermogen en een hartslag waarbij ik normaal gesproken genoeg over zou houden om te lopen. Maar mijn benen vertelden me eigenlijk al dat ik toch te diep ging, dat ze meer pijn hadden dan normaal bij die getallen. Mijn benen vertelden me: je hebt een slechte dag.

Ondanks al die oefening ermee vond ik dat toen toch moeilijk om te accepteren. Ik wilde niet luisteren naar die benen. Wat daar een rol in speelde, is dat me inhouden op de fiets vraagt om dat wat ik het liefste doe, op te offeren voor iets ongewis in de toekomst (het lopen). Dat is denk ik voor iedereen moeilijk, en echt een kwestie van discipline, van hoofd over gevoel. Dat kan ik wel, en dat is ook precies het kunstje van triathlon natuurlijk: de spreiding over de drie disciplines. Maar op zo’n slechte dag is het een worsteling. Op een slechte dag is ook mijn discipline niet op z’n best immers.

Wat me in Leiderdorp hielp bij het doseren is dat ik toen een veel beter gevoel had over mijn benen, dus al veel tevredener was op driekwart van het fietsen. Dan is het makkelijker om het fietsen los te laten en me te gaan richten op het lopen. Bovendien had ik meer in mijn hoofd dat er ook nog een keer alleen maar fietsen gaat volgen: een tijdrit, begin oktober. Dat ik dus dan die goede fietsvorm echt helemaal onbeperkt uit mag leven. Dat hielp ook.

Dus ja, ook na elf seizoenen triathlon is het zoeken. Maar precies dat is sportkunstenaarschap! Sowieso, en zeker ook om wat ik hierboven schreef: dat dat zoeken gepaard gaat met inzichten die voor veel meer relevant zijn dan alleen voor een snelle sprinttriathlon. Daarom vind ik het ook nuttig om erover door te denken. Waarvan acte!

 

Door |2021-09-13T17:17:00+02:0013 september 2021|Triathlon algemeen|0 Reacties
Ga naar de bovenkant