Napret
Het leuke van de sociale media van tegenwoordig is dat zo’n evenement als de Beach2Beah Challenge van afgelopen zondag een boel napret oplevert, zelfs zonder dat ik een eigen camera bij me had. De Facebookpagina van het evenement is een goudmijn. Zie bijvoorbeeld dit filmpje, dat een mooie indruk geeft van het zwemmen in het algemeen en van de golven in het bijzonder.
Deze foto van Luckydivers geeft aardig weer wat ik zondag bedoelde met het intimiderende karakter van de golven als je vanaf het keerpunt terug keek naar start en finish: En ik ging natuurlijk ook op zoek naar mezelf. Bij het keerpunt keek ik wel erg serieus:
Maar voor de start, in mijn fel-oranje finishersshirt van Bocholt en met mijn arm over mijn hoofd, en na de finish (je kijkt tegen mijn zijkant, met knotje en wit horloge) aan het ‘bier’ ziet het er ontspannener uit:
Ik heb ook nog wat napret op mijn hand, want mijn startnummer is nog zichtbaar, in een juist ouderwets medium van stift-op-huid, niks chip:
Gelukkig hoefde ik vandaag en gister niet naar een sjieke opdrachtgever! Dat blauwe bandje is mijn sport-ID-armbandje voor geval van nood. Mijn naam staat erop, en manliefs telefoonnummer.
Tot slot: in de nacht van zondag op maandag had ik nog een andere vorm van napret: ik lag in bed voor mijn gevoel nog steeds een beetje te dobberen op golven. De golfslag zat helemaal in mijn lijf!
Edit: ik zie net dat mijn eigen verslag van zondag ook op de Beach2Beach challenge Facebook staat, wat leuk – en het is al 21 keer geliket!
En nog een soort mijlpaaltje
Gister had ik een echte mijlpaal in de aanloop naar mijn beoogde Ironman van volgend jaar, vandaag een soort-van. Vandaag begint namelijk officieel mijn marathonvoorbereiding: het is de eerste dag van het trainingsschema dat ik van Aad, trainer bij RA gekregen heb. En het begint met…. een rustdag! Dat is niet zo gek na gisteren natuurlijk. En deze hele week is nog rustig.
Eigenlijk zou je het hele schema kunnen zien als rustig, want het is een minimaal schema: ik wil kijken of het lukt met maximaal drie keer in de week hardlopen en 30 km als langste duurloop. Dat is namelijk ook zo’n beetje wat ik volgend jaar in de aanloop naar de Ironman maximaal denk te kunnen doen, en de marathon is bedoeld als trainingsloop daarvoor, het eerstvolgende grote tussendoel.
In het schema staan die hardlooptrainingen (twee keer in de week bij de club en één keer in het weekend), de rest, zoals zwemmen en fietsen, vul ik er zelf omheen in. Ik ga die ‘rest’ vandaag laten bestaan uit het uitproberen van een les Body Balance in de sportschool. Zoiets is misschien goed qua blessure-preventie. Maar met mijn armen doe ik vandaag nog even voorzichtig!
Belangrijk voor de komende tijd is om in mijn trainingen de regelmaat weer te pakken te krijgen. Die was al een tijdje wat verder te zoeken dan normaal (helemaal regelmatig is mijn trainingsweek nooit, omdat ook mijn werk dat niet is), vanwege blessure, onze eigen vakantie en andere leuke zomerdingen, vakantieroosters van zwembad en sportschool en niet te vergeten al die evenementen waarvoor ik taperde en waarvan ik ook weer moest herstellen. Dat is nog niet helemaal afgelopen: er volgt nog één triathlon.
Maar verder op naar het ritme van de komende tijd: 2 (zwemmen) – 1 (fietsen) – 3 (hardlopen) + 1 (body balance/core stability/fitness). Met ook nog een rustdag in de week betekent dat dat ik af en toe combi’s zal maken en/of iets overslaan, dat is okee. Enne: ik heb er weer zin in!
Beach2Beach challenge: mijlpaal!
Vandaag heb ik weer een fraai tussendoel bereikt op weg naar de Ironman: ik heb 3,5 kilometer gezwommen. Dat was in de vorm van de Beach2Beach challenge: heen en weer de Zevenhuizerplas over. Okee, dat is nog 300 meter korter dan volgend jaar, maar die 300 meter geloof ik wel, zeker onder de omstandigheden van vandaag, want die waren niet mis. Ik heb zeker weer meer openwaterzwemrobuustheid bijgekweekt.
Ik had voor het eerst dit seizoen enige wedstrijdspanning. Die had ik eerst niet vanwege de blessure, toen was alles wel wél lukte al mooi meegenomen. En sindsdien heb ik alleen korte triathlonnetjes gedaan, en die lukken ook altijd wel. Maar 3,5 kilometer, dat had ik nog nooit gezwommen. Afgelopen dinsdag in de Schie zwom ik 3,1 kilometer, en dat ging goed, maar langzaam, en ik had daarna best moeie armen. Bovendien was ik toch een beetje bang om als laatste uit het water te komen. Zeker toen bleek dat manlief niet meekon: die zwemt trager dan ik, maar die zit nu nog in De Kuip.
Maar goed, toch gaan natuurlijk, op weg naar het enige evenement waarbij ik ooit dit in de reglementen heb zien staan:
deelnemers mogen tijdens deelname aan de zwemtocht niet onder invloed zijn van enige stof, behoudens een eventueel door een arts voorgeschreven medicatie;
Daar heb ik me braaf aan gehouden!
Onderweg op de fiets naar de Zevenhuizerplas voelde ik het al: het woei stevig (windkracht 5 volgens Weeronline). Zo stevig dat een paar van de bekenden die ik tegenkwam (Leonie en Yolanda die ik o.a. bij de clinics en de Vrouwentriathlon was tegengekomen) twijfelden of ze wel heen en weer zouden zwemmen – een enkeltje en terug lopen kon ook. Ik ging prompt ook twijfelen, maar ik heb toch mijn schoenen niet meegegeven met het busje dat naar het andere strandje ging. Ik was toch niet helemaal naar Nesselande gefietst voor 1,75 km zwemmen met de wind in de rug? Want dat was het: heen wind mee, terug wind tegen. En golven dus.
Ik ben heel rustig begonnen, en eenmaal uit de kust ging ik ze voelen, die golven. Het leek wel een beetje surfen soms. Zeker als ik ‘m net goed raakte tegelijk met een golf voelde ik hoe ik een stuk verder geduwd werd. Dat zwom wel lekker eigenlijk, en ik probeerde angstige gedachten over de terugweg weg te duwen. Ik zag dat ik zeker niet de achterste was, en verder ging het ook prima. Hooguit vond ik één boei een beetje mager om op te navigeren, ik moest af en toe stoppen om goed te kijken, want met 130 deelnemers in zo’n grote plas had ik soms wel, maar vaak ook niet, een zwemmer makkelijk in het vizier.
Aan de overkant het strandje op. Snelle blik op mijn horloge: 36 minuten! Dat is voor mij supersnel over 1,75 kilometer! Nouja, ik wist wel dat ik me niet rijk moest rekenen, maar toch lekker. Slokje sportdrank, en meteen maar weer het water in. Dat was misschien het meest intimiderende moment: die hoge golven met kopjes erop tegemoet kijken. Gelukkig hadden we bij die eerste clinic ook in pittige golven gezwommen, en daarvan had ik vooral onthouden dat ademhalen toen best ging, dus: vooruit dan maar.
Nou, het was pittig, vooral de eerste helft van de terugweg. Ademhalen was inderdaad het probleem niet, maar ik kreeg maar geen fatsoenlijk ritme want elke slag was anders en ik wiebelde zelf ook alle kanten op. De golven vroegen zo veel van mijn aandacht dat ik af en toe vergat mijn benen te gebruiken, iets wat ik me van het begin van openwaterzwemmen ook herinner. Ik had ook moeite met navigeren, want soms zag ik voor me alleen maar een muur van water.
Het duurde eindeloos voordat ik die ene halverwege-boei voorbij was. Daarna werden de golven minder, maar was mijn batterij wel een aardig eind op, en ging ik mijn armen voelen. Niet zo gek natuurlijk. En dat finish-strandje, dat wilde maar niet dichterbij komen. Maar uiteindelijk was het er toen dan toch. Yeah, ik ben er!
Volgende blik op mijn horloge: oeps, 57 minuten nodig gehad voor de terugweg! Gek, zo lang voelde het nou ook weer niet, het ‘spel’ met de golven zorgde voor afleiding. Maar ik was er, en dat was hartstikke gaaf. Leonie en Yolanda ook, ook gewoon stoer heen-en-weer gezwommen. Er was prima verzorging met een alcoholvrij biertje en ik heb ook nog een handdoekje als souvenir gekocht.
Op de fiets terug naar huis zag ik hier en daar afgewaaide takjes liggen, en dat deed me ook nog wel goed: zie je wel, het woei écht hard!

De trofeeën!
Vakantieterugblik
Het heeft even geduurd, maar inmiddels heeft manlief een uitgebreid vakantieverslag met foto’s gepost op zijn weblog, onder de titel Who, Ireland, Who. Van harte aanbevolen! Ik kreeg er weer trek in Guiness van 😉
Nicoles verrassing
Ik had afgelopen zondag naast mijn eigen sportieve bezigheden nog een ander aandachtspuntje: hoe Nicole’s 1/16 triathlon zou gaan. Ik ken Nicole al een tijdje, via zowel het Fiets- als het triathlonforum. We hebben een aantal overeenkomsten, om maar te noemen: die sporten, Rotterdam, vrouw van rond de 50, en schrijven. Dus elkaar een keer IRL leren kennen moest bijna wel, en dat is tot nu toe steeds leuk geweest, we zijn vooral een paar keer wezen zwemmen.
Nicole zwemt graag maar niet zo goed, en ze had twee jaar geleden een nare triathlon-zwem-ervaring. Maar de triathlon bleef trekken. In de afgelopen weken zijn we een keer samen in de Zevenhuizerplas gaan zwemmen, en toen had ik op mijn GPS ongeveer 250 meter bepaald en dat ging goed. De week erna is ze naar een Siosport-zwemclinic geweest en toen lukte het ook, en durfde ze zich in te schrijven voor Beesd. Kort van tevoren begreep ze echter dat de tweede start van de 1/8 vijf minuten na de 1/16 zou zijn, en ze was bang ‘overzwommen’ te worden.
Inderdaad kwam ze als laatste het water uit, maar niet eens zo heel ver achter de voorlaatste (vorig jaar was dat gat veel groter), ruim voor de 1/8 dus zeker niet overzwommen, en royaal binnen de tien minuten, sneller dan ze had verwacht. Ik zag kans haar dat toe te roepen toen ze uit het water kwam. Ik hoorde haar geloof ik nog net ‘Echt waar?’ zeggen.
Vervolgens ging ik naar de finish, want ik moest ook nog wat deelneemsters interviewen voor de nieuwsbrief van de Vrouwentriathlon. Ik hing daar wat rond, en hoorde op een gegeven ogenblik de speaker zeggen dat er een Nicole aankwam, en toen nog één. ‘Frappant,’ dacht ik, ‘Twee Nicoles vlak achter elkaar. Nicole. Nicole?? NICOLE!!!’ Véél sneller dan ik had verwacht finishte ze al, als vijfde nogalliefst! Ja, fietsen en lopen kan ze wel, me dunkt. Wat een verrassing, en wat gaaf! Ik was trots, en bovendien is dit precies waar de Vrouwentriathlon voor bedoeld is: zulke succeservaringen mogelijk maken.
Maar veel beter beschrijft ze dit allemaal in haar eigen woorden. Ik mag dit verslag van haar hier overnemen, ze plaatste hem op die twee forums:
Ik heb twee jaar geleden geprobeerd aan een 8ste triatlon mee te doen. Dat ging mis door gebrek aan zwemskills, hyperventileren en een paniekaanval. Ik heb eerst bijna een jaar niet meer durven zwemmen maar ben toen toch maar weer eens naar het zwembad getogen, want zwemmen vind ik op zich wel relaxed.
Een aantal mensen is ook met me mee geweest om wat borst crawl dingen voor te doen, waaronder Louise die jullie kennen. Oefenen, oefenen, oefenen. Tja…na pak hem beet 1.5 jaar lukt het me dan om een afstand van een paar honderd meter zwemmend/drijvend/levend af te leggen.
Dus dan toch die triatlon maar weer eens proberen. Maar ja die 250 meter zwemmen is voor mij de bottle neck. Ik had wel al een keer in buitenwater langs een rij boeien geprobeerd of ik die afstand kon halen en mee gedaan aan de buitenwater zwemclinic, zodat ik wist dat ik in theorie wel die afstand moest kunnen zwemmen. Ook mijn enge bruine buitenwater angst verdween inmiddels een beetje.
Zaterdagavond alles klaar gelegd en wilde mijn banden nog zo hard mogelijk oppompen. Toen begaf mijn onverwoestbare SKS pomp het… Omdat het ventiel van mijn achterband nog open stond liep dat gelijk leeg… Met een gewone fietspomp lukte het me niet om meer dan hooguit 4.5 bar (ofzo) in mijn banden te krijgen, fijn zeg.
Ik voelde me ook lichamelijk niet echt fit en werd veel te vroeg wakker. Ik overwoog nog om thuis te blijven, maar daar zou ik dan ook weer spijt van krijgen. Ik besloot te ontbijten en te zien hoe ik me dan voel. Eigenlijk nog steeds niks. Nou ja…aankleden en gaan dan maar. Ik beloofde mezelf dat ik bij iedere stap nog terug kon… ofzo.
Wat wel fijn was is dat de locatie op 500 meter afstand van een treinstation is, dus voor mij ook makkelijk te bereiken. Alleen wel op een camping vol kinderen en drukte…ik snapte niet veel van de briefing waar je heen moest etc…nou ja, ik zag wel waar het schip strandt. Ik heb Louise nog zien finishen maar die zag helemaal niks. 🙂
Ik had het bij het begin al koud…we stonden klaar om het water in te gaan…gaat het regenen… Dat verzin je toch niet. Nou ja, nat wordt je toch wel. Omdat ik zo slecht kan zwemmen bleef er steeds iemand bij me in de buurt voor het geval dat, dat vond ik wel een veilig gevoel. Ik moet zeggen dat ik wat het zwemmen betreft prima begeleiding heb gekregen van de dames van Vrouwentriatlon, die wisten dat ik niet goed kon zwemmen, waarvoor veel dank! Gelukkig is het maar een heel klein plasje zodat het er niet zo eng uit ziet, ook staat er geen sterke stroming als toen in de Binnenmaas en was er geen golfslag. De afstand zwemmen lukte! Maar ik was wel de aller-aller-aller-aller laatste. Toen de laatste schoolslagzwemster de kant op klommen moest ik nog zeker 40 meter. Nou ja, ik had het overleefd.
Dan naar de wisselzone. Ik verwachtte niemand meer te zien maar er stonden nog heel wat dames te hannissen met tassen en handdoeken… Tja, broek aan je gat, schoenen aan, helm op je ei en gaan. Ik had er al een paar “ingehaald” met het verkleden. 🙂
Dan maar hard fietsen. Ik ging er een erestrijd van maken om zoveel mogelijk mensen in te halen en zelf niet ingehaald te worden. Louise noemde dat eens Pacmannen op de fiets. Dat ging best goed. Op de laatste kilometers heb ik nog opgeschakeld en nog geprobeerd flink snelheid te maken. Toen hoorde ik links achter me geratel…nee zeg! Het zal toch niet? Maar gelukkig was het de trein naar Geldermalsen. 😎 Die deed niet mee.
De regen werkte ook een beetje in mijn voordeel; ik ben niet zo bang om dan hard door bochten te gaan. Hardlopen ging ook wel lekker. Eerst even inkomen, en daarna vond ik wel lekker uitlopen eigenlijk. Toen het goed ging deed ik een versnellinkje, en dat deed ik steeds als ik weer aan het nieuwe tempo gewend was. En toen trok ik nog een sprintje en was onder de paarse finishboog heen. Niet te geloven ik had het gehaald!
Ik pleur bijna in het zeildoek en haal een hersteldrankje. Ik drink de helft op en kieper het smerige drankje in het gras en realiseer me dat ik niet eens gekeken had hoe snel ik was. Ik loop terug naar de klok bij de finish die inmiddels op 44:43 staat. 😮 😮 😮
WTF! Dan komt Louise aan die verbaast is dat ik er al was. Ik ging zelf eigenlijk uit van net onder uur ofzo… Volgens de officiële lijst blijk ik 5de te zijn!!! Van de 65 deelneemsters. Ik ben nauwelijks een halve minuut van het podium af, dat zou ik al gehaald hebben als ik een trisuit had gehad. 😮
Ik heb dit jaar niet echt een goeie start gehad, ik heb qua sport (en ook wel andere dingen) uit een behoorlijk dal moeten komen…voor mij is dit heel erg vet! Ik had al blij geweest als ik niet de laatste was geweest…dit had ik echt nooit verwacht. Een vijfde plaats met een gouden randje.
Verder was het evenement ook precies wat ik hoopte dat het was; een gezellig sportfeestje. Lekker uitleven voor grote kinderen. Eerste maar zeker niet de laatste keer!
Foto-drieluik Vrouwentriathlon
Er zijn bij de Vrouwentriathlon een heleboel foto’s gemaakt, en daaruit heb ik dit drieluik samengesteld:
De zwemfoto vertoont overigens frappante overeenkomsten met die uit Bocholt: mond open, badmuts omhoog geschoven, sprieten haar op mijn voorhoofd. Kennelijk spoel ik altijd zo aan?!
Beter-bespiegelingen
Ongeveer halverwege de vijf kilometer lopen van afgelopen zondag dacht ik: laat ik mezelf maar eens beter verklaren. Ik ben niet meer geblesseerd. In mijn blogpost schreef ik daarom niet meer dat het ‘pijnvrij’ was: dat is nu weer de default situatie, dus niet meer het vermelden waard.
Het is nog niet helemaal over. Het gebied rond mijn linkerbekken en -heup is nog steeds wat beperkt qua bewegelijkheid. Ik heb sinds een week last van mijn rug, die is kennelijk aan het zoeken naar een nieuwe balans. Vandaag zeurt mijn linkerschouder, maar dat doet-ie wel vaker. Ik ga nog naar fysiotherapeut, chiropractor en osteopaat, en ik doe oefeningen (rekken, ont- en aanspannen) om de laatste restantjes weg te werken en herhaling te voorkomen. Ik ben er dus nog wel even zoet mee.
Ook in een ander opzicht ben ik ermee bezig: ik kan merken dat ik 3,5 maand niet normaal heb kunnen trainen. Mijn duurloop- en zwemtempo zijn ingekakt en op de fiets bereik ik geen heel hoge hartslag. Dat begrijp ik wel, maar het frustreert af en toe toch.
Maar: ik kan weer alles. Sinds een week of twee gaan bij alle drie de sporten zowel lange duur als intensiteit goed. Ik merkte tussen de twee triathlons een groot verschil: waar ik op 1 augustus nog mijn bilspier zich voelde verzetten tegen aanzetten op de fiets en op eieren liep, had ik afgelopen zondag nergens meer last van en voelde ik power in mijn benen bij het lopen. En dat voelde hartstikke lekker!
Ik kan nu dus terugblikken, op 3,5 maand waarin ik voor het eerst ooit een ‘vage’ blessure had: eentje die niet recht-toe-recht-aan beter werd van rust, massage en/of fysiotherapie. Het is me nog steeds niet helemaal duidelijk wat er is gebeurd, wel dat het ging om een subtiel probleem met relatief verstrekkende gevolgen. Het volgende verhaal bevat de hypotheses:
Waarschijnlijk had ik al langer een disbalans in de spieren rond bekken en heup: links stijver, veel spaninng aan de binnenkant van mijn bovenbenen, te veel met mijn bekkenbodem en te weinig met de dwarse buikspier, en mogelijk ook iets met mijn darmen of iets anders in mijn buik. Misschien had ik begin mei een licht vitamine D-tekort en/of iets onder de leden, waardoor een subtiel probleem dat doen ontstond heftigere gevolgen had dan normaal. Dat subtiele probleem was dat ik vermoedelijk mijn bekken heb scheefgetrokken, en ik denk dat fietsen op mijn oude racefiets (langere cranks en lager zadel dan mijn nieuwe triathlonfiets) daar een rol in heeft gespeeld, bijvoorbeeld tijdens de toch al niet zo gelukkig verlopen Kreders Klassieker, al heb ik daar toen niets van gemerkt. Ik heb toen wel heel hard aangezet, en met hard aanzetten op die fiets heb ik vorig jaar wel zoiets voelen gebeuren. Meer in het algemeen ben ik misschien in het voorjaar iets te hard van stapel gelopen met het fietsen. Ik kwam met een goede loopconditie de winter uit, maar mijn lijf had mogelijk iets rustiger moeten wennen aan de fietshouding. Mijn bovenrug ging de scheefstand compenseren, kwam toen erg vast te zitten, en dat leidde tot een schouderpeesontstekinng. Ik heb toen mogelijk iets zelf in stand gehouden door uit ongemak en voorzichtigheid nor meer met ‘dichtgeknepen billen’ te fietsen en te lopen.
Ik ben in die 3,5 maand geadviseerd, onderzocht en/of behandeld door drie fysiotherapeuten, een chiropractor, een osteopaat, mijn vaste masseur, bike-fitter Jeroen, trainers, mijn huisarts, een sportarts en diverse mede-sporters, o.a. Sione en Kitty van de Vrouwentriathlon en via het Triathlonforum. Dat was een hele puzzel, want lang niet alle adviezen waren zinvol. Vooral na het bezoek aan de sportarts ben ik eigenwijs geweest – achteraf gezien gelukkig terecht.
Beter worden kostte ook veel tijd: ‘even’ naar de chiropractor kost me twee uur, want die zit op 40 minuten fietsen. Gelukkig had ik in de zomer die tijd, omdat mijn werk rustig was. Oja, en het kostte ook veel geld, want een deel wordt sosieso niet vergoed, maar ik ben ook nog eens niet aanvullend verzekerd (zeer bewuste keuze overigens). Nouja, dat kon wel lijden. En ik ben hartstikke dankbaar voor al die hulp.
Dat is een van de dingen die ik ervan geleerd heb: vasthoudend op zoek gaan naar de juiste hulp, uitgaande van mijn eigen intuïties. Die vasthoudendheid kenmerkt mij wel, ik gooi tegen zoiets makkelijk een hele bups energie, dat doet me ook goed, dan dóe ik tenminste wat. Ik ben blij om wat het me heeft opgeleverd.
En ik heb er meer van geleerd. Hoogtepunt daarin was de manier waarop ik in Bocholt toch heb kunnen finishen, vanuit de ‘ik zie wel waar het schip strandt’-houding. Ik heb weer kunnen ervaren dat ik mijn eigen rampdenken mag relativeren, vertrouwen mag hebben – want er zijn periodes geweest dat ik bang was dat het einde van mijn sportieve ambities daar was. Rationeel wist ik dat ik zo nog niet hoefde te denken, maar toch.
Ik heb ook weer ervaren hoe belangrijk sport in mijn leven is, vooral als ontspanner. In mei en juni, met ook nog werkdrukte en hier thuis een verbouwing (nog steeds niet helemaal afgerond overigens, we weten sinds gister dat het nog minstens een maand langer gaat duren, urgh), vloog ik tegen de muren op. Sporten was toen een bron van frustratie, teleurstelling en zorg in plaats van plezier, bevestiging en ontspanning. Die maanden waren pittig. Ik ben daar nu in de zomer lekker van bijgekomen, en dat was nodig.
Concrete leer- en verbeterpunten waren verder nog dat ik in de winter ook af en toe op de race- of triathlonfiets ga stappen en het fietsen in het voorjaar rustiger ga opbouwen. Ik ben die oude fiets aan het aanpassen, vitamine D aan het slikken en oefeningen aan het doen voor een betere balans in de spieren rond mijn bekken.
Wat ik verder hoop, is dat dit in mijn gestel een noodzakelijke correctie was waardoor ik weer even voort kan. Ik weet: geen garanties, ik heb het te nemen zoals het komt. Maar ik hóóp dat ik nu een tijdje zonder al te grote problemen lekker verder kan sporten. Op naar dat grote doel van eind augustus 2016: de Ironman. Dat doel staat nog. Of het staat wéér. Gelukkig maar.
Vrouwentriathlon Beesd
Vanochtend al vroeg met manlief afgereisd naar Beesd, ik om te starten op de 1/8 Vrouwentriathlon, hij als vrijwillige verkeersregelaar op het parcours. Het was een beetje grijzig en kil en het heeft nog even geregend, maar eigenlijk waren de omstandigheden prima om te sporten: lekker warm water en verder juist niet te warm. In Beesd haalde ik vorig jaar mijn PR op de 1/8, net onder de 1u20, maar ik zou nu al tevreden zijn met duidelijke progressie ten opzichte van Triathlon 010.
Nou, die progressie was er: ik finishte nu in 1u23’12, ruim 10 minuten sneller dan twee weken geleden. Het zwemmen was 50 meter (1 minuut) korter, het fietsparcours iets sneller, maar vooral was ikzelf in betere doen: ik voelde me gewoon helemaal goed en kon dieper gaan. Op de fiets viel dat nog een beetje tegen, want mijn hartslag wilde niet doorklimmen tot aan mijn omslagpunt. Desalniettemin reed ik 32,3 gemiddeld en haalde ik tientallen deelneemsters in – de lol van pacman spelen! De 5 km lopen in net geen 26 minuten was maar net boven mijn PR, dus dat was prima en dat is op dit moment het belangrijkste. Het zwemmen voelde goed, maar het was wel 500 meter lang druk om me heen, en daar had ik last van.
Helaas drukte ik na het zwemmen op het verkeerde knopje van m’n horloge, daardoor heb ik maar fragmentarische registraties. Van vorig jaar heb ik alleen de eindtijd, en dat vind ik nu wel jammer, want ik vraag me af waar ik die dikke 3′ sneller toen vandaan heb gehaald. In het algemeen snap ik het wel: ik liep twee weken geleden nog op eieren uit blessure-voorzichtigheid, dus ik ben bij lange na niet in topvorm en ik heb bijvoorbeeld sinds begin mei misschien maar een keer of 3 m’n omslagpunt gehaald op de fiets. Maar concreet: ik reed toen op een langzamere fiets en volgens mij woei het toen ook. Waar was ik dan toch zo veel sneller? Meten is weten, maar ik heb toen niet gemeten. Nouja, pech.
Verder was het gezellig, want ik ken inmiddels best veel Vrouwentriathlonvrouwen en ik heb er weer wat kennissen aan toegevoegd omdat ik wat interviewtjes heb gehouden voor de nieuwsbrief.
Manlief heeft kans gezien een paar foto’s te maken. Eerst hier ik op de fiets, en daarna een blije Louise in het parc fermé:
Terug uit Drenthe
Ik ben weer terug uit Drenthe, waar ik een week heb gekampeerd en creatieve workshops heb gedaan (Buitenkunst). Mijn tentje stond tussen de eikenbomen van de Boswachterij van Grolloo: Het was een goeie, lekkere week, mede dankzij het mooie weer. Inspirerend ook. Vooral door de workshops, maar ik heb ook twee keer lekker gelopen. De eerste keer was op zaterdag, direct nadat ik mijn tent had opgezet; de tweede keer op woensdagochtend. Toen heb ik dus één dagdeel workshops overgeslagen; ’s middags ben ik meteen weer aangehaakt voor iets geks: een middag percussie, erg leuk. De meeste workshops zijn een dag, maar er zijn er dus ook van een halve dag, en dat maakt het enerzijds mogelijk om even je eigen gang te gaan en anderzijds eens een heel andere kunstvorm uit te proberen.
Het waren twee rustige lange duurlopen door de bossen en de velden, van 17 en 20 kilometer, zonder blessureproblemen. Wel heel traag, dat verbaast me een beetje, dat moet iets technisch zijn, dat ik kennelijk nog steeds heel voorzichtig loop ofzo? Verder heb ik een klein beetje gefietst, al was dat veredeld boodschappen doen. De eerste keer, maandag, ben ik ook nog langs voormalig kamp Westerbork gefietst, daar was ik nog nooit eerder geweest, ik vond het een indrukwekkende plek. Gezwommen heb ik ook nog, in de kleine Ieberenplas, vlakbij de camping. Klein maar fijn overigens. Verder dus veel rust, en ik voel me lekker nu zo op weg naar de Vrouwentriathlon morgen.
Twee Buitenkunstdingetjes dan nog:
- Net als andere jaren (ik ging voor de 9e keer naar Buitenkunst, al waren de eerdere 8 keer op de andere locatie) voelde ik me wat ongemakkelijk op het terrein in mijn sportkleren. Voor mijn gevoel botst dat toch enigszins, de kunsten en sport. Dus zodra ik dan in vol ornaat klaar sta om te gaan hardlopen, voel ik me een beetje misplaatst, en borstcrawlend door dat plasje ook. Het is niet echt erg, natuurlijk, hooguit wat vervreemdend. Aan de andere kant is het ook wel weer eens goed om tussen mensen te verkeren die ongeveer omvallen als je zegt dat je 20 km hebt hardgelopen – in triathlonkringen is dat niet zo heel bijzonder, en is sowieso wat ik doe niet zo bijzonder, want ik ben maar een trage, oude vrouw, zeg maar. Maar tussen de Buitenkunstenaars ben ik dan ineens een supersportvrouw – zo zie je maar hoe situationeel dat is.
- Ook net als andere jaren sloop de sport de kunsten binnen. Op dinsdagochtend schreef ik onderstaande korte scène, in een workshop met als thema ‘grow up’, die ging over ergernissen van jongeren aan ouderen en omgekeerd. Hij is op eigen ervaring gebaseerd, al ging ik niet op de knieën. ’s Midddags hebben we een aantal scènes gespeeld, met jongeren in de rol van de volwassenen en omgekeerd. Daar was deze niet bij trouwens, die was niet op tijd af. Maar leuk was het wel.
***
Douchen
Plaats: de kleedkamer van een sportschool, met twee douchecabines met afsluitbare deuren.
Spelers: 5 vrouwen van 16, 17, 25, 35 en 45 jaar oud (die oudste drie bij benadering). De twee jongsten zijn bloedmooi, de veertiger heeft een BMI van rond de 30.
(De deur van de kleedkaker zwaait open. Eerst komen de 2 jongsten binnen, daarna de andere drie, verhit. De twee jongsten pakken hun spullen en lopen meteen door naar de douche. De andere drie kleden zich uit, nog wat nahijgend en –puffend en –pratend.)
Vrouw van 25: Zo, dat was weer pittig.
Vrouw van 35: Ja, bij Carlo is het altijd zweten.
Vrouw van 45: Zeker! Maar we hebben weer lekker veel calorieën verbrand dames!
(Gelach. De twintiger begint met het aantrekken van haar gewone kleren, de andere twee pakken hun handdoek)
45: Ga jij thuis douchen?
25: Ja, tot volgende week, meiden!
(De vrouw van 25 vertrekt. De resterende 2 lopen naar de douchecabines.)
35: O, ze zijn allebei bezet. Dat wordt wachten dus.
(De twee vrouwen hangen wat rond, frummelen aan hun haar, tenen, nagels. De dertiger doet daarbij alle moeite om haar lijf onder haar handdoek te verbergen, de veertiger is een stuk nonchalanter.)
45: Het duurt wel lang he? Ik hoor ook helemaal geen water lopen. Zit er wel echt iemand in? Wacht, ik kijk even.
(Ze valt op haar knieën en gluurt onder de deur door.)
45: Hè, ik zie sokken en schoenen?!
(Dan gaan beide deuren open. De veertiger kan er een maar nauwelijks ontwijken. Ze blijft op de vloer. De twee jonge meiden komen eruit, helemaal aangekleed, opgemaakt en hun haar anders opgestoken dan net. Ze blijven van schrik stilstaan als ze de vrouw op de grond zien. Die kijkt naar hen op.)
45: Staan jullie je helemaal op te tutten onder de douche, zijn jullie nou helemaal betoeterd? En wij maar wachten. De douches zijn om te douchen, dames, de rest kan gewoon in de kleedkamer!
(De meiden kijken naar de vrouw aan hun voeten, dan naar elkaar.)
Meid 1 tegen de andere: Dikke billen, is dat eigenlijk besmettelijk?
Volgende duurloop in Drenthe
Zometeen vertrek ik naar Drenthe, voor een week Buitenkunst aldaar. Tot nu toe ben ik altijd naar de andere locatie geweest, Randmeer, en dan ging ik op de fiets. Dat laatste zat er dit jaar niet in: door de trainingsfocus op de andere twee sporten en het blessureleed van de afgelopen tijd is 150 km fietsen met volledige bepakking niet aan de orde. Met de auto kan ik net zo goed doorrijden naar Drenthe, en bovendien hoef ik dan niet te kiezen tussen schrijven, toneel en zang, want daar bleef ik maar tussen twijfelen, en in Randmeer kies je één van de kunsten; in Drenthe kies je per dag. Ik ben benieuwd, het schijnt er mooi te zijn; het weerbericht ziet er geweldig uit.
Ik ga ook trainen: straks en dinsdag een lange duurloop, is het plan. Beetje zwemmen en fietsen kan er ook; fiets gaat mee in de auto. En dan aan het eind van de week rusten onderweg naar de Vrouwentriathlon in Beesd, waar ik beter voor de dag hoop te komen dan vorige week. Maar daarover later meer.
Ik ben optimistisch: de laatste week heb ik grote stappen vooruit gezet qua herstel van al het blessuregedoe. Het is als het leggen van een puzzel: naast de chiropractor had ook de vakantie-vervangster van mijn vaste fysiotherapeut nog wel wat goede ideeën over de balans in spierspanning tussen bekkenbodem en dwarse buikspier: ik span vermoedelijk mijn bekkenbodem te veel aan. Ga ik mee aan de slag.
Ondertussen gaat het gewoon hartstikke goed vooruit. Dinsdag voluit hardgelopen en in totaal 16 km zonder een centje pijn; woensdag voor het eerst sinds lang met helemaal twee armen gezwommen, in plaats van met anderhalve arm, of met 1,9. Gister 75 kilometer gefietst, ook probleemloos, ik voel me alleen nog wat onzeker bij het optrekken en daardoor ben ik mijn explosiviteit totaal kwijt, maar dat komt wel weer. Het is erg fijn dat sporten weer lekker gaat!
Tot slot nog een mooi linkje dat me deze week bereikte via @Ironmantri: een post over hoe oudere atleten steeds beter worden, c.q. hoe ouderen steeds langer fit en gezond blijven. Aanrader!
Tot volgende week!