Blog2023-10-12T13:20:50+02:00

! , !

Bij het plannen van de wedstrijden had ik bedacht dat de Triathlon 010 mijn hoofddoel zou worden van het eerste deel van het seizoen. Niet alleen is dat een leuke wedstrijd; ik deed hem eerder en was vorig jaar supporter, maar ook wist ik dat het even zou duren voordat mijn fietsen op niveau zou zijn vanwege een relatief late seizoensstart (na de marathon). Ik wist toen nog niet dat daar een aardige vormdip bij zou komen.

Die dip voelde ik de afgelopen weken wegtrekken, en eronder kwam langzaam-maar-zeker juist een verrassend goede vorm te voorschijn – gewoon stug door blijven trainen is duidelijk toch wel ergens goed voor geweest. Dus ik had zin om lekker te knallen, een mooi uitroepteken achter de eerste seizoenshelft.

Mooi doel leek me om mijn tijd van 2015 te verbeteren. Dat was toen een 1/8e, nu ging het om een sprint, dat is officieel 250 meter langer zwemmen. Maar het zwemmen in 2015 was te lang en steenkoud, en bovendien was ik toen niet in goede doen (zie het verslag). Dus die paar minuutjes langer zwemmen kon ik vast wel compenseren, ook gezien de recente resultaten.

Maar toen bereikte mij het bericht dat het zwemmen niet door zou gaan. Blauwalg. Alwéér. Ik hoorde het zaterdag; het was vrijdagavond laat bekend geworden. Dat was sowieso heftig, want zaterdag waren er ook al wedstrijden, en niet de minste: de teams van alle divisies plus een NK! De divisiewedstrijden zijn als run-bike-run doorgegaan, maar het NK werd afgelast (bericht). En ook de wedstrijden op zondag, voor het gewone volk, werden een run-bike-run.

De moed zakte me even in de schoenen, want lopen is mijn slechtste en moeilijkste onderdeel, en ik had juist erg veel zin in een echte triathlon. Ik had bovendien niet zulke goede run-bike-run-ervaringen: in Luxemburg vorig jaar had ik de indruk dat mijn fietsen had geleden onder het hardlopen ervoor, en over Krimpen in mei, in het diepste dal van mijn dip, wil ik het maar niet meer hebben.

Ik was bang dat het uitroepteken zou veranderen in een komma in mijn seizoen, op weg naar nu zeven weken lang trainen en dan de resterende wedstrijden in september.

Maar niet getreurd, en gisterochtend op naar Zevenhuizen. Want het heet wel 010, maar het is niet in Rotterdam en het is 17,5 km hiervandaan, zo mat manlief precies onderweg naar huis, want hij is terug gelopen. Hij was mee voor support en foto’s, en terug trainen dus (zie zijn blog). Hij maakte veel meer foto’s dan ik hier laat zien, ook van anderen, dus voor de geïnteresseerden, zie zijn album.  

Ik had er toch wel zin in en de sfeer rond de roeibaan voegde daar nog wat aan toe – het is een hartstikke leuke wedstrijd, misschien wel de allerbreedste triathlon (inclusief fietsen met boodschappenmandjes en OV-fietsen), met altijd een aantal bekenden en verder ook aanspraak in het parc fermé. Als je goed kijkt, zie je op de grond naast me iets roods, dat is de Feyenoord-handdoek van mijn aardige buurman. Dat was voor mij ook een handig oriëntatiepunt bij het wisselen:

2017_07_16_0026

Door de omzetting naar run-bike-run liep alles wel wat uit, dus 40 minuten later dan gepland gingen we van start. Over het fietsparcours, en dus moest de laatste deelnemer van de startserie ervoor klaar zijn met fietsen. Wij stonden al klaar om te starten en hebben haar met luid applaus binnengehaald – zo’n wedstrijd is het dus.

2017_07_16_0104

De eerste 2,5 km (nouja, iets korter) liep ik in 12’12. Dat is voor mijn doen prima. Mijn lopen is door het diepste dal gedaan van de drie sporten, en is nu duidelijk op de weg terug naar boven, overigens mede dankzij een chi-running-opfriscursus vorige week. Het ging goed dus:

2017_07_16_0135

Maar het was vooral op de fiets dat ik mezelf verraste. Ineens voelde fietsen weer zoals het voelt als ik goed ben. Alles met een hartslag vlak onder mijn omslagpunt, zonder dat mijn benen pijn doen. De trapfrequentie rond de 100 zonder dat dat moeite kost. En voldoende power in mijn benen voor de stukken tegenwind. Aaah, zo lekker!

2017_07_16_0169

En voeg daar dan bij dat ik 20 kilometer lang tientallen deelnemers heb ingehaald. Het was misschien wel het beste pacman-spelen dat ik ooit heb gedaan. Ik reed tegen het einde nog een dame voorbij die opzij keek en ‘sodeju’ zei, dat was wel een momentje. Ik ben zelf maar één keer ingehaald, door een bekende van manlief nogalliefst. Hier heb ik er aan het einde van het eerste rondje net weer een hele zwik ingehaald:

2017_07_16_0154

En het resultaat daarvan was dat ik bij de wisselzone hoorde dat ik op dat moment 4e dame lag van mijn serie, en dat later bleek dat ik in de leeftijdscategorie 40+ (87 vrouwen) de derde fietstijd van de hele dag heb gereden: 40’25. 40+, hè, dus met vrouwen tot wel 11 jaar jonger ertussen!

2017_07_16_0187

De tweede loopbeurt (kleine 5 km) voelde iets moeizamer, maar het ging toch aardig. Relatief was mijn klassering zelfs beter dan de eerste loop (17e versus 28e), dus anderen hadden het nog moeizamer. Ik heb 5’30 gemiddeld gelopen, net zo hard als vorige week in Terneuzen, toen met frisse benen maar onder zwaardere omstandigheden. Er zijn me nog twee dames voorbij gekomen, dat viel niet tegen, en ik werd dus 6e vrouw in mijn serie, 3e 40+’er (jammer dat ze geen 50+ onderscheiden).

https://www.flickr.com/photos/henkvermaas/35153224503/in/album-72157683872961961/

2017_07_16_0432

En zo finishte ik dus, in 01:23:19 (uitslagen) – en was ik hartstikke tevreden. Het was toch een uitroepteken geworden! En misschien toch vaker doen, een run-bike-run. Gepland dan, hè. Want als het een triathlon is, wil ik toch graag zwemmen.

2017_07_16_0564

!

 

17 juli 2017|Categories: Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Comments

Zeeuws drieluik # 3: duo in Terneuzen

Afgelopen zaterdag alweer een primeur: niet alleen was het sowieso de eerste triathlon die in Terneuzen werd georganiseerd (hopelijk niet de laatste!), maar het was ook mijn eerste duo-triathlon, of meer in het algemeen: de eerste triathlon niet in mijn eentje, want ook als trio heb ik er nog nooit een gedaan. Nicole zou fietsen, ik zwemmen en lopen, wat voor mij toch wel licht masochistisch voelt eigenlijk, maar voor ons tweetjes is het de sterkste opstelling.

Het was wat verder rijden dan de vorige twee Zeeuwse evenementen, dus een vrij vroege start, maar manlief was zelfs nog een uur eerder van huis gegaan om naar Terneuzen te fietsen – kilometers maken vanwege z’n Ironmantraining. Nouja, hij kwam tot aan de Westerscheldetunnel, want dan moet je als fietser op een bus stappen. Die tunnel is voor mij ook nog altijd gek, ik ben immers opgegroeid met de ponten, en dat had wel wat, maar goed, dit gaat echt wel sneller.

Nicole en ik kwamen ruim op tijd aan. Het was een ietsjepietsje ingewikkelde logistiek omdat het meldpunt vrij ver van de wisselzone en de start lag. Maar het was allemaal wel heel prima verzorgd. Zo zat er onder andere in het startpakket een startnummerband en A4-kleurenprintjes van het hele parcours. 

Zo ging het op naar de start, tussen vooral Zeeuwen en wat Vlamingen – het was een nogal regionaal deelnemersveld en een echte laagdrempelige breedtetriathlon. Dus weer gemoedelijk en gezellig. Nicole in het parc fermé:

Nicole trekt schoen aan bij fiets

Goed te zien op de foto: het was prachtig weer, zelfs iets aan de warme kant. En alweer zwemmen zonder wetsuit. Hier ga ik te water:

Trapje afIk trek daar een beetje vies gezicht, dat kwam door de dunne treetjes die nogal hard in mijn voeten duwden. Even later trok ik een  nog viezer gezicht, want het water rook niet bepaald lekker. Het was brak, blubberig en het stonk. Nouja, doorbijten maar, en gelukkig hadden ze een prima douche. De temperatuur was heerlijk.

Zo lag ik klaar voor de start, aan mijn gele badmuts te herkennen als onderdeel van een duo:

In het water tussen een boel andere badmutsenHet zwemmen ging lekker, al bleef het druk om me heen. Het leek me wel ook langer dan 500 meter en dat gaf m’n GPS ook aan. Als ik dat in zo’n 12 minuten heb gezwommen, ging dat prima.

Manlief was ondertussen aangekomen en die maakte deze overzichtsfoto van de kreek, met het zwemgeweld in de verte:

Kreek met zwemmertjesSnel eruit, en chip-enkelband doorgeven aan Nicole:

Nicole op de fietsOndertussen kon ik op mijn dooie akkertje wisselen, met manlief praten, de laatste zwem-finishers aanmoedigen, naar de wc, beetje warming-up doen… gek hoor, een triathlon met een pauze!

Nicole was netjes op de afspraak terug en toen kon ik gaan lopen. Dat ging wel goed, mede dankzij de rust natuurlijk, en ik had er bijvoorbeeld ook voordeel van dat mijn pakje nog vochtig was. Want het was goed warm geworden. En steeds harder gaan waaien, wat voor verkoeling zorgde, maar ook zwaar was geweest bij het fietsen. Dat ging precies ongunstig namelijk: de wind nam toe en de fietsers hadden hem terug tegen. En waaien kan het natuurlijk, in Zeeland!

Ik kwam in 1u22:08 over de finish. We waren tevreden én we kregen allebei een medaille:

Nicole en ik met medaille

We blijken het snelste duo geweest te zijn, hahaha! Overall werden we 99e van de 141 finishers, en 22e van 49 dames (zie details) – voor wat het waard is, want de meesten daarvan deden het alleen natuurlijk.

Ten opzichte van wat ik aankondigde als uitgelichte deelnemer zijn we daarna niet gaan toeren, dat werd veel gedoe voor kort. We zijn wel nog naar een geocache gewandeld aan zee, daar doet Nicole aan. De Zeeuwse kust was op dat moment op z’n aller-zomer-mooist, vond ik, in het licht, helder, met dat windje.

Daarna wel naar Philippine voor de mosselen. Eindresultaat:

Pan met lege mosselschelpen

Nicole met lege pannen en schelpenConclusie: mijn belangrijkste doel van dit seizoen was lekker sporten en lol hebben. In dat opzicht was deze triathlon buitengewoon geslaagd!

(foto’s van Paul Borght komen van de site van de triathlon, de rest zijn van mij of manlief)

10 juli 2017|Categories: Loop, Triathlon algemeen, Zwem|1 Comment

Zeeuws drieluik #2: triathlon voor de lol

De triathlon in Wilhelminadorp wordt georganiseerd door het CIOS in Goes, en voordat de ‘buitenstaanders’ startten, hadden de leerlingen van die opleiding hun triathlon afgelegd. Dat was voor sommigen een verplicht nummer, want toen ik samen met wat andere ‘buitenstaanders’ met mijn fiets aan kwam lopen bij het parc fermé, hoorde ik een leerling tegen een paar anderen zeggen, wijzend in onze richting:

Die mensen, die doen dit voor hun lol, hè? Dat kun je je toch niet voorstellen?

Nou, de toon was gezet!

Het was mijn eerste doordeweekse triathlon, en dat was gek. Donderdag al: m’n vaste rustdag de dag voor een wedstrijd voelde onwennig, dat ik ’s avonds om me heen zat te kijken zo van: Ga ik niet trainen? Onee, morgen wedstrijd! De start was ook pas om 3 uur, dus vrijdagochtend heb ik nog gewoon wat werk gedaan en ik heb zelfs nog de badkamer staan dweilen, wat me tot dit stilleven inspireerde van wetsuit, triathlonspulletjestas én dweilemmer:

emmer, dweil, tas, wetsuit

Desalniettemin vroeg op pad gegaan naar Zeeland, en dat was maar goed ook, want ik moest over Dordrecht rijden om de opstoppingen van verkeer naar Concert at Sea te vermijden. ‘Moeten al die mensen niet werken op vrijdag?’ dacht ik nog, maar dat gold voor mijzelf ook natuurlijk (overigens: ook de terugweg liep over Dordrecht, want toen stond er weer van alles vast vanwege een stremming bij de Haringvlietbrug).

Ruim op tijd daar, en wat een schattig triathlonnetje, zeg. Een klein parcje fermé vlakbij de parkeerplaats waar mijn auto stond (logistiek heel handig), heel weinig deelnemers (80, hoorde ik zeggen, zou kunnen, er is nog geen uitslag), heel kneuterig, geen enkele pretentie, hartstikke gezellig onderling (praatje pot in het parc fermé en zelfs onderweg, vind ik altijd erg leuk, zeker zoiets als met de dame naast me zadel-ervaringen uitwisselen), veel lokale deelnemers (aan de accenten te horen – ze zeggen daar allemaal hoed voor goed). En ontzettend on-commercieel, met zelfs geen enkele sponsor-aanduiding op het startnummer, kom daar nog eens om:

Alleen een nummer (423)

Voeg daarbij ideale omstandigheden: afgerond was het voor Zeeuwse begrippen windstil (je voelde wel net verschil tussen mee en tegen, maar nog minder wind dan dit heb je in Zeeland amper), het bleef droog, het was aangenaam maar niet te warm, en het water was voor mij warm genoeg om zonder wetsuit in te gaan, ook al mocht het ook met. En daarbij voelde ik me ook helemaal fit, en dat, misschien wel voor het eerst sinds eind april, zelfs al een paar dagen achter elkaar.

Wat ik ook nog niet eerder had meegemaakt, was dat het zwemmen in een rechte lijn was, en dat we dus met z’n allen eerst dik 500 meter moesten lopen naar de start, in een optocht van triatleten en supporters. Daar het kanaal in, in hetzelfde zoute Oosterscheldewater als woensdag, alleen nu dus in een andere vorm (en warmer).

Ik lag nog wat te dobberen, had net iemand horen zeggen dat het nog 3 minuten was tot de start en toen startten ze ineens al, oeps. Ik moest mezelf door twee klonten schoolslagzwemmers heen knokken en toen ik eenmaal uit het water was, bleek ik bij de plotselinge start niet hard genoeg op het knoppie van mijn horloge gedrukt te hebben, dus ik heb niets precies geregistreerd (urgh, ik heb een slecht knoppie-druk-seizoen). Verder lekker gezwommen, ik denk in ongeveer tien minuten, da’s prima.

Je moest jezelf aan een touw uit het kanaal hijsen, over een tapijtje heen. Dat ging op zich okee, ware het niet dat de persoon na mij het touw uit het lood trok, en daardoor kukelde ik om. Ik werd omhoog geholpen door Dennis die ik ken van het Triathlonforum, die erbij was als vrijwilliger. Zonder erg, maar het kostte wel even tijd. En T1 was al traag, want we moesten een behoorlijk eind lopen naar de fiets en ook met de fiets nog een stuk.

Maar toen kon ik eindelijk gaan fietsen en dat ging hartstikke lekker. Voor mijn gevoel althans, want ik had m’n horloge maar helemaal uit gezet. Ook wel eens prima: geen idee van gemiddelde snelheid en hartslag, puur op wat de benen willen. De eerste ronde was voorbij eer ik er erg in had. Ik was weer eens lekker pacman aan het spelen: inhalen, inhalen, inhalen. Ik denk een stuk of 15 anderen? Zelfs een op het oog sterke kerel op een triathlonfiets! En op het laatst – hoera – nog net de kerel die ik al het hele tweede rondje in het vizier had.

Zo vloog het fietsen voorbij. Na de langere afstanden van de laatste weken ervoer ik 22 km als ultrakort. Uit wat ik opving van de klokken die ik wel zag of tijden die ik hoorde omroepen, heb ik die 22 kilometers binnen 40 minuten gereden, gemiddeld nog net iets sneller dan in Ter Aar en mijn snelste ‘bike split’ ooit (ergens in de buurt van de 33 km/u gemiddeld).

Wisselen en toen lopen, en dat ging wel okee naar mijn huidige vorm – samen binnen de 30 minuten, nou, vooruit dan maar, en verder geen noemenswaardige problemen, behalve dan dat er zich een zandkorreltje in mijn hiel boorde, maar daar kon ik goed mee doorlopen.

Een beetje haast had ik wel, want toen ik begon met lopen had ik mijn supporter zien staan: mijn broer was uit Vlissingen gekomen om te kijken en daarna zouden we uit eten. Daarna maakte ik deze foto:

Met Ko

Met broer, Dennis en Kitty, NTB-official en bekende van de Vrouwentriathlon, had ik lekker veel persoonlijke aanmoedigers!

Zo finishte ik in 1u23-nogwat (uitslagen staan nog niet op de site). Daarmee ben ik dik tevreden. Dat is een prestatie die zich verhoudt tot mijn recente PR: de omstandigheden waren beter (vooral: minder wind), maar het was nu twee kilometer langer fietsen en T1 kostte veel meer tijd. Het is wel een soort bevestiging van dat het dit seizoen óf goed gaat, óf prut, met niks ertussenin!

Nog veel tevredener dan over de tijd was ik over hoe het voelde en dat het gewoon weer hartstikke leuk was. Dat gevoel was ik een paar weken kwijt geweest, en dat had ik dus echt even nodig. Want ja, ik doe dit dus écht voor de lol!

 

2 juli 2017|Categories: Triathlon algemeen, Waarom|1 Comment

Zeeuws drieluik # 1: een streep in de Oosterschelde

Gister ben ik begonnen aan drie evenementen in Zeeland kort achter elkaar. Het eerste was de zwemtocht die ik vorig jaar ook heb gedaan en die zich laat omschrijven als: het zetten van een streep (nouja, haakje) in de Oosterschelde:

GPS-registratieDe start van de zwemtocht Kattendijke-Wemeldinge is in het niks bij de oude haven van Kattendijke, en je loopt dan nog een stukje het water in eerst. De finish is op het strand van Wemeldinge. Ze plannen ‘m altijd zo dat je het getij mee hebt, en meestal ook de wind.

Gister was dat zeker het geval, want ik was meer dan tien minuten sneller dan vorig jaar, en mijn tijd van 49’15 is zo’n beetje wat de beste triatleten, de profs, zwemmen over 3,8 km. Hahaha! Het steuntje in de rug voel je dan ook wel. Het was aan het eind zelfs nog relatief lastig om recht naar het strandje toe te zwemmen, dwars op de stroming, ik moest steeds corrigeren. Verder was het navigeren een eitje trouwens, mede dankzij de felle saferswimmers van je voorgangers die je altijd wel in het vizier hebt.

Het was weer net zo leuk, gemoedelijk en gezellig als vorig jaar, en daarmee is het één van mijn favoriete evenementen. Ik was samen met manlief dit keer, helaas voor Nicole hebben ze de 1 km afgeschaft.

Het weer dreigde een beetje naar somber, zeker bij de start:

Zwemmers, grauwe luhct

(foto van Facebook Eric Kops)

zwemmers met donkere lucht

(foto van Facebook van Kattendijke-Wemeldinge)

Maar gaandeweg werd het steeds beter en net toen ik – onverwacht snel dus – Wemeldinge zag naderen kwam zelfs de zon door en zag ik blauwe lucht.

Zwemmen in zout water dat golft, met de wind eroverheen en een dijk aan de ene kant en aan de andere kant de contouren van een ‘overkant’, meeuwen erboven en af en toe een schip in de verte, dat is voor mij het oer-zwemmen zoals ik dat vanuit Vlissingen ken – het ultieme zwemmen ook.

Daar hoort ook vaak iets bij wat ik vorig jaar niet had gezien maar nu wel, en dat zijn kwallen. Er passeerden een paar kleine kwalletjes onderlangs, zag ik, wat dan net genoeg is om me een paar keer te doen opschrikken van het gevoel van harig zeewier tegen mijn gezicht of handen – ik ben er als de dood voor. Maar verder niets gevoeld, gelukkig – en gelukkig had ik nog niet gelezen ook dat er één water verderop, in het Veerse Meer, een kwallenplaag is waardoor mensen zelfs in het ziekenhuis belanden!

Een beetje opsteker na zaterdag was ook dat ik weer ‘gewoon’ 5 minuten sneller was dan manlief. Verder is m’n prestatie niet echt op waarde te schatten, maar dat maakt niet uit: ik heb lekker gezwommen en ervan genoten.

’s Avonds thuis resteert dan het uithangen van de spullen,waarvan ik een wat vage foto maakte (commentaar manlief: ‘maar het is ook een vage bezigheid, dat zwemmen’):

Boeien, badmutsen, wetsuit,...Morgen pak ik een paar daarvan meteen weer in, op naar deel 2 van het drieluik en mijn eerste doordeweekse triathlon: die van Wilhelminadorp. Waar dat ligt, is ook nog net te zien op het kaartje bovenaan!

 

 

29 juni 2017|Categories: Zwem|1 Comment

Waar een triathlon al niet goed voor is

Bij de 1/3e triathlon van Oud Gastel afgelopen zaterdag had ik bij het fietsen en het lopen een stijgende lijn te pakken ten opzichte van de vorige keer. Bij het fietsen had ik ondanks regen en knetterharde en toenemende wind een hoger gemiddelde dan in Bocholt…

Op de fiets, mooie scherptediepte

… en lopen ging zonder wandelen en voelde dynamischer dan toen – ook wel geholpen door de koelte, natuurlijk.

Het lukte met m’n eindtijd van 04u13’22 om niet laatste te worden (uitslag), wat in dat veld nog best een beetje spannend is – knetterhoog niveau – maar ik haal dan gelukkig op de fiets wel een boel deelnemers van de kortere afstanden in.

En nog een klein leuk dingetje: ik had persoonlijke jury-aanmoediging, langs de kant en zelfs vanaf de motor. Hans Geerts was NTB-jury en hij en ik waren ooit, heel lang geleden, huisgenoten, in onze studietijd op Uilenstede. Hans deed toen ook al aan triathlon; ik vond dat toen nog echt een volstrekt idiote bezigheid, herinner ik me. Een paar jaar geleden was ik hem, ook in Oud Gastel, voor het eerst weer tegengekomen, erg leuk. Het moet voor hem toen eigenlijk gekker zijn geweest dan voor mij, denk ik zo. Maar goed, we hebben na afloop nog even staan praten en we gaan elkaar vast vaker tegenkomen.

Oja, en de jury was verder ook erg aardig: het jurylid op deze foto had me in de eerste wisselzone net geholpen bij het aantrekken van een fietsshirt over m’n natte pakje (want brr, het was fris):

Jurylid op de voorgrond, ik zet helm op in de achtergrond

Maar ter zake. Ik had deze triathlon eerder gedaan, 3 jaar geleden, en toen gezwommen in 26 minuut-nogwat. Dat was voor mij toen razendsnel, maar de afstand was waarschijnlijk iets korter dan 1300 meter (ik had toen nog geen GPS-horloge). Ik ben sindsdien sneller gaan zwemmen, dus ik dacht dat 25-minuut-nogwat echt wel haalbaar zou zijn, mits ze de afstand gelijk hadden gehouden.

Het zwemmen mocht niet in wetsuit, dat scheelt misschien iets, maar bij mij niet heel veel. Het voelde hartstikke lekker. Weinig last van de drukte, lekker water, mijn slag voelde goed, ik haalde zwemmers in.

Mijn eerste verrassing was dat ik bij de keerboei naast manlief bleek te zwemmen – normaal ben ik toch echt wel sneller, afgelopen woensdag nog, toen we samen in de Schie zwommen. ‘Ben ik nou zo langzaam of jij nou zo snel?’ vroeg ik hem nog gauw.

De terugweg voelde echter nog lekkerder, en ik dacht hem ook wel echt losgezwommen te hebben. Maar bij het klauteren uit de Roosendaalse Vliet was hij de persoon vóór mij.

En toen zag ik de klok. 

35 minuut-nogwat.

35 minuten? Over 1300 meter? 10 minuten langzamer dan mijn inschatting? Ja, de klok klopte, mijn horloge liet hetzelfde getal zien.

Vijfendertig minuten??? Man-o-man, wat was dat een dreun. Beslist de grootste discrepantie tussen inschatting, gevoel en resultaat ooit. Mijn langzaamste zwemgedeelte ooit in een triathlon. Totaal onverklaarbaar. Nouja, inmiddels heb ik van Henk en clubgenoot Marcel (die met ons meereed, was gezellig) begrepen dat ze 5 minuten langzamer waren dan bij eerdere edities, en het was ook echt langer, zeker 1400 meter – maar dan nog houd ik zo’n 5 onverklaarbare minuten over. En dat is nog steeds veel op zo’n tijd. Ter vergelijking: in Ter Aar was ik 10 seconde langzamer dan ik had voorspeld.

De dreun nam ik als het ware mee de fiets op – ik heb niet de bewonderenswaardige vaardigheid van veel topsporters om een teleurstelling meteen naast me neer te leggen en te focussen op het vervolg. Fietsend in de grauwe, kille motregen tegen windkracht 4, 5, misschien aan het eind wel 6 in, vroeg ik me ernstig af waarom het nog doe, triathlons. En of ik het nog wel leuk vind. Dat is wel een beetje te zien, geloof ik:

Op de fiets met een vertrokken bekkie

Ook niet zo vrolijk door een bochtDat soort vragen stellen is ze beantwoorden natuurlijk. Ik train niet om zo weinig loon naar werken te krijgen. Ja, het trainen is ook leuk, maar het wordt als het ware gekleurd door het werken naar doelen toe. Op dat punt heb ik vorig jaar een topjaar gehad, en is het dal nu wel heel diep, in dit season after.

Waarom fietste ik verder? Er ging van alles door mijn hoofd. Hoop dat het beter zou gaan – en het ging ook beter, nouja, beter dan in Bocholt, nog niet echt op niveau, maar ik had in elk geval weer enige macht in mijn benen. Het besef dat ik op dit moment extreem wisselvallig presteer, en dat het vast ook wel weer eens de goede kant op zal vallen, maar daar moet ik wel voor door blijven gaan, anders ontneem ik mezelf de kans op succes helemaal. Een tijd is maar een tijd, als ik stop omdat die tegenvalt laat ik me ringeloren door meetbare prestaties, en dat is lang niet het enige wat telt. Zie het als nuttige training (‘ik ben er nou toch’). Enne: ik laat me niet zomaar kennen.

Maar vrolijk werd ik er niet van. Het zijn sowieso – nog steeds – vrij taaie tijden voor mij, voor ons, ook op ander vlak. Ook dat weegt mee.

Zondag kikkerde ik weer een beetje op. Ik was als vrijwilliger bij de Vrouwentriathlon (ik heb o.a. naderhand het persbericht geschreven). Dat was sowieso leuk en gezellig, en bemoedigend om al die vrouwen op hun eigen (sterk uiteenlopende) niveau te zien sporten, plezier maken en hun grenzen verleggen.

Maar ook maakte ik een praatje met collega-vrijwilliger Wilma, die – met een topsportachtergrond – inmiddels overgangsconsulente is. Hèhè, eindelijk eens iemand die iets zinnigs te melden heeft over sporten in de overgang! (Zie mijn eerdere, tevergeefse zoektocht naar informatie). Mijn verhaal over extreem wisselvallig presteren en af en toe het gaspedaal totaal niet kunnen vinden herkende ze en ze kon het uitleggen aan de hand van de wisselwerking van die wiebelige vrouwelijke hormonen en stresshormoon cortisol.

Cortisol is hetzelfde hormoon dat waarschijnlijk verantwoordelijk is geweest voor al mijn slechte slapen in een eerdere fase van de overgang. Kennelijk komt dat bij mij heel nauw, ook al heb ik bepaald niet het gevoel dat ik van stress aan elkaar hang. Maar, zo begreep ik ook al eerder: het hormonale gewiebel is al een bron van stress op zich voor je lichaam. Wilma noemde dat interne stress, waardoor je minder ‘aanspoorbaar’ bent door externe stressoren zoals een wedstrijd. Dus waar ik denk met een wedstrijd bezig te zijn, denkt mijn lijf pompiedom – zoiets.

Wiebelen, dat hebben de hormonen de afgelopen weken gedaan als nooit eerder (zie hier). Het heel grillige (en vaak onder-)presteren is eigenlijk sinds februari (zie mijn eerdere marathontwijfels) en het lijkt alleen maar zotter te worden. Ik verlang enorm naar meer voorspelbaarheid en stabiliteit, naar het einde van de menstruaties (maar vergeet dat voorlopig maar weer – gewoon weer na 4 weken, en op het ogenblik het heftigst ooit).

Er zijn nog twee overeenkomsten tussen dat slapen en de wisselvallige sport, en dat zijn duidelijk mijn levensthema’s op dit moment.

In de eerste plaats zijn het lessen in de dingen nemen zoals ze komen. Ik kon niet op wilskracht in slaap komen, ik kan ook niet op wilskracht beter presteren (dat is juist het hele punt). Ik heb het niet in de hand. Ik doe wat ik kan doen, en dan komt het of niet. Ik heb niet anders dan dat te accepteren, ook al is dat soms moeilijk.

In de tweede plaats confronteert het me met de angst dat het nooit meer goed komt, dat het vanaf nu alleen maar een rechte lijn naar beneden is. Dat ik nooit meer de sportvrouw kan zijn die ik was. Dat ik nooit meer boven mezelf uit kan stijgen. Dat ik nooit meer de kick van wél goed presteren zal ervaren. Dat de verslechtering in dit tempo doorzet. Dat ik dus binnenkort dit soort dingen niet meer kan doen. Dat ik niet meer kan genieten van het sporten. Dat ik instort. Dat het einde van mijn sportieve bestaan rap nadert.

Ik weet dat dat niet waar is allemaal. Die angst voor de rechte lijn naar beneden, richting het zwarte gat, die draag ik al mijn hele leven met me mee, maar die is niet rationeel. Mijn PR op de 1/8e is nog maar zes weken geleden (ik word daar achteraf hoe langer hoe blijer mee). Net als met het slapen gaat het met het sporten ooit weer goedkomen. Deze levensfase, en zelfs dus de 1/3e triathlon van Oud Gastel, biedt me de kans weer een stukje van die angst af te verwerken en te oefenen in vertrouwen en hoop.

En ook daarom sport ik.

En nu echt vergeten verder, dat beeld van die klok. Vervangen door mooiere beelden, zoals de bovenste foto. Er zijn in Oud Gastel sowieso een boel leuke foto’s gemaakt, dus hier zijn er nog een paar. Mijn gang door T2 is helemaal te volgen: binnenkomst, sok aan, schoen aan, knoppie-druk en gaan!

Wisselzone in

Sok aanSchoen aan

Knoppie-druk

Hier is een mooie ‘zweeffoto’ van manlief:

Henk in zweeffase

En tot slot: deze vond ik gewoon grappig en kleurrijk, schoentjes wachtend op hun loper in T2 (het zijn twee gescheiden wisselzones):

(Dank aan Ilona van Nijnatten, Koen Mol, Petra Huijsmans en Paul van Dongen voor de foto’s en @tveerke voor het doorgeven ervan.)

26 juni 2017|Categories: Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|1 Comment

Na 11 jaar gefinisht!

Toen we 11 jaar geleden hier kwamen wonen, ontdekte ik al gauw dat op een steenworp afstand van ons huis een lange-afstandswandelpad liep, het Oeverloperpad.

Rood-witte LAW-aanduiding

Dichtstbijzijnde routemarkering

Nog diezelfde zomer kreeg ik het idee om dat hele pad te lopen, met z’n twee takken ten zuiden en ten noorden van Rotterdam (van/naar de ferries van Europoort en Hoek van Holland) naar Leerdam. De ronde rond Rotterdam leek me een uitgelezen manier om mijn nieuwe woonomgeving te verkennen, naast een mooi wandeldoel.

Dat had ik nog niet bereikt toen het project ‘per ongeluk’ ambitieuzer werd: het Oeverloperpad fuseerde met het Lingepad tot het Grote Rivierenpad en liep zo ineens door tot Kleef! Erg leuk natuurlijk, door onbekendere stukken Nederland en over de landsgrens, maar aanzienlijk verder lopen en een stuk bewerkelijker door de reisafstand naar oorden als Ochten en Zetten-Andelst.

Alles bij elkaar ben ik er 11 jaar mee bezig geweest, niet eens elk jaar een stukje (de vorige keer was bijvoorbeeld in november 2015; vorig jaar zat de Ironmantraining in de weg), soms een paar etappes per jaar en één keer eerder een tweedaagse. Het ging niet hard, maar het vorderde wel.

Vandaag was het dan zo ver: ik kan nu zeggen dat ik van huis naar Kleef gelopen ben, en dat ik alle andere stukjes van het Grote Rivierenpad gelopen heb, inclusief de doorsteek dwars door de stad (Erasmuspad)!

Grote Rivierenpad – in the pocket!

De laatste twee etappes behoren tot de hoogtepunten: gister Nijmegen – Kranenburg, vandaag Kranenburg – Kleef, met een afwisselend en bosrijk landschap met vrij veel hoogteverschil en met een verrassend leuke route Nijmegen uit en Kleef in. Samen met Jolanda, weekendje weg nog voor haar 50e verjaardag. Met prachtig weer, en met overnachting in een B&B. Met een beetje spierpijn tot gevolg, want wandelen is toch wel heel anders dan hardlopen.

Het einde was een tikje anticlimax, omdat het pad op een nogal willekeurige plek lijkt te eindigen, midden in Kleef, zonder ook maar iets van een bordje, en geen grote rivier te bekennen. Jolanda heeft toen maar een foto van  me gemaakt om te bewijzen dat ik echt was bij de laatste aanduiding in het boekje, de Grosse Strasse (‘Op kruising Grosse Strasse/Kavarinerstrasse eindigt het Grote Rivierenpad’, p. 183):

Bij bordje met markeringen en Grosse Strassse

En daarna hebben we het gevierd met koffie met iets lekkers:

Jolanda en ik aan de taart

En nu zit het erop. Misschien op zoek naar een nieuw wandeldoel? Dat weet ik nog even niet. Het Grote Rivierenpad is onderdeel van een Europese LAW, E8, die naar Bratislava en de Ierse Westkust doorloopt. Wat dat betreft zou ik nog even verder kunnen. Maar dat wordt iets heel anders dan gezellige dagwandelingen met vrienden.

Want dat was het ook: gezellig. In de loop der jaren hebben Jolanda, Jo, Leon, Marijke, Beatrijs en Karin stukken met me meegelopen (ik vergeet toch niet iemand?). Het was vooral fijn dat zij bereid waren om ook de wat taaiere stukken van zo’n lang pad mee te lopen. Maar eigenlijk zijn die taaie stukken juist ook wat LAW’s bijzonder maakt, want zo loop je op plekken waar je anders nooit zou komen. En ondertussen hebben we heel wat afgepraat – daarin is wandelen ook ongeëvenaard!

Bord met LAW's

Zaterdag, op de kruising met het Pieterpad, stond wel een bord, maar aan het eindpunt in Kleef dus niet.

 

 

18 juni 2017|Categories: Loop|1 Comment

Koel- en fietsfoto’s Bocholt

In vervolg op mijn vorige post: wat ook hetzelfde was dit jaar, was de enorme stortvloed aan foto’s die niet alleen zondag gemaakt zijn, maar die ook vrij beschikbaar zijn op internet. Daarin is Bocholt toch ook bijzonder. Het zijn er zo veel dat je je een ongeluk zoekt, maar gelukkig kreeg ik hulp van @jeanette van het Triathlonforum die mij had gespot.

Hier zijn twee koelfoto’s. Dat ziet er misschien niet uit, maar het is wel lekker:

Spons uitdrukken op hoofd

Water over mijn hoofd(da’s ook weer een fraaie in de categorie miss wet t-shirt met twee sterke punten…)

Oja, en die groene dingetjes om mijn armen, die zijn om je looprondes bij te houden. je krijgt er elke ronde één omgeschoven en met acht van die bandjes mag je finishen.

Op de fiets sta ik er iets normaler op. Nouja, wel met een blauwe stip, dat is om me van de voorkant te kunnen onderscheiden als Mitteldistanz-deelnemer – elke afstand heeft een andere kleur:

Fietsen

Fietsen met graffiti op de achtergrond

En dus danke schön Free.TriPix en Melanie Ivens Pixx.

En oja, ondertussen heb ik vandaag superlekker getraind, zwemmen en hardlopen. Waarom waren m’n benen zondag niet zoals vandaag?

14 juni 2017|Categories: Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Comments

Reprise Bocholt: anders en hetzelfde

Afgelopen zondag ging Bocholt in reprise. Twee jaar geleden deed ik daar mijn eerste (ongeveer) halve triathlon, de Mitteldistanz (2 km zwemmen, 90 fietsen, 20 lopen). Er waren dit jaar een paar dingen hetzelfde, maar ook anders.

Anders: dit jaar was het niet mijn seizoenshoofddoel. Ik had eigenlijk helemaal niet zo’n lange afstand willen of hoeven doen, maar manlief wilde graag nog een keer naar Bocholt voor z’n Ironman-voorbereiding. Ik heb nog overwogen om dan daar een kortere afstand te doen, maar toen liep het met Henks inschrijven bijna mis en het eindresultaat was dat ik toch ook ingeschreven stond (uitleg). Voor het lopen had ik niet echt lang meer getraind na m’n mislukte marathon, de andere twee sporten waren wel redelijk op niveau, maar ook vanwege de marathon heb ik nog minder gefietst dan andere jaren om deze tijd. Mijn seizoenspiek heb ik wat later in gedachten.

Te weinig anders: twee jaar geleden tobde ik met de bekken-/heup-/schouderblessure, had ik bij alledrie de sporten pijn, amper meer getraind al weken, en had ik eigenlijk niet verwacht te kunnen finishen. Dit jaar was alles op zich heel, maar in goede vorm ben ik niet (zie hier). En helemaal heel was ik toch ook niet, want net op zaterdag kreeg ik last van onderrug en schouder – aan de andere kant dan twee jaar geleden. Het gaat eigenlijk heel goed met dat type problemen, dit was echt een gevalletje pech.

Hetzelfde: een slechte hotelnacht. Het hotel was op zich hartstikke leuk, maar we zaten in een apart huis en de andere gasten daar kwamen om half 5 ’thuis’ van een bruiloft en die hadden niet het idee dat ze misschien stilletjes konden doen. Henk is er nog wat van gaan zeggen, maar ze waren amper aanspreekbaar. Dus van half 5 tot kwart over 5 hadden we diverse soorten herrie en last van de buitenlamp die aan en uit ging (geen goede gordijnen ook), en we moesten om 6 uur op – geslapen heb ik niet meer. Ik kwam chagrijnig uit bed, dat is niet zo’n goed begin.

Anders: dat we nu wel normaal konden ontbijten, compleet met koffie. Er waren zelfs al meer gasten wakker, niet-triatleten!

Anders: dat ik kennelijk m’n titel had opgegeven bij het aanmelden? Ik gebruik mijn titel alleen als ze ernaar vragen, of bij officiële brieven. Dat kan volgens mij echt alleen in Duitsland, triathlonnen als Dr. Cornelis, gelukkig stond ’t niet op mijn startnummer. Maar wel in de uitslag en op de envelop met startbescheiden:

Dr. Louise Cornelis, startnummer 528

Heel erg anders: twee jaar geleden werd m’n helm afgekeurd en hadden we enorme stress tot vlak voor de start. Nu heeft er niemand ook maar ergens naar gekeken: niet naar helm, niet naar fiets, de mijne niet en die van Henk niet. Dat is wel heel erg van het ene in het andere uiterste! Ik vond het wel weer een beetje spannend en ik had nog vlak van tevoren iets aan het bandje onder mijn kin lopen prutsen omdat dat niet goed zat – maakte allemaal dus geen ene moer uit. Raar hoor. Zo streng als twee jaar geleden heb ik elders nooit meegemaakt, maar zo achteloos als zondag ook niet! Die helm van twee jaar geleden bevalt trouwens nog steeds prima.

Hetzelfde: dat het lekker zwemmen was. Nouja, de tijd viel me eerst een beetje tegen, 44 minuten, 2 minuten sneller dan twee jaar geleden, maar mijn GPS geeft dik 2200 meter, en dan is het wel okee. En het is gewoon lekker zwemwater daar, een prettig parcours van 8 ‘rakken’ van 250 meter en duidelijke boeien.

Anders: dat het fietsen ontzettend tegenviel. Normaal is dat het hoogtepunt van de triathlon, maar ik kon er nu weinig lol aan beleven. Ik was langzamer dan twee jaar terug. Ik kon het gaspedaal niet vinden. Mijn hartslag wilde maar niet omhoog en al net boven m’n rustige duurzone kreeg ik zere benen, ik had eerst last van m’n zwem-armen en later van mijn rug. De bijkomstigheden gingen ook niet goed: ik kon niet eten volgens plan (werd gelukkig geen probleem) en m’n drinken viel er gewoon doorheen waardoor ik steeds moest plassen –  kom ik zo nog op terug. En dan is het fietsparcours ook nog eens best wel saai eigenlijk: drie rondes over een brede asfaltweg met alleen soms wat andere deelnemers als vermaak. Het was een hele worsteling en ik baalde behoorlijk.

Hetzelfde: dat het lopen wel ging, maar bepaald niet hard – maar gelukkig wel leuk was. Het zijn 8 lusjes, met per lusje twee keer verzorging, wat gezien de warmte wel fijn was. Boel publiek, veel anderen bezig, dus altijd wat te zien.

Anders: dat het me niet mee- maar tegenviel. Dat ik nóg langzamer was dan twee jaar terug, 11 minuten maarliefst, en in 6u23-nogwat finishte. Waar ik had gehoopt op minstens een parcoursrecord, en misschien wel een tijd onder de 6 uur – wat ik op zich in me heb, volgens mij. Dus dat viel me zwaar tegen. Nouja, ik had het onderweg zien aankomen, maar toch. En ik heb ook eigenlijk te weinig lol gehad, moet ik zeggen, terwijl dat mijn hoofddoel is van dit seizoen.

Hetzelfde: dat ik blij ben dat ik ben gefinisht. Twee jaar terug vond ik dat een mirakel, nu vind ik het vooral een mentale overwinning. Toen het baalgevoel wegtrok, was ik toch ook wel een beetje trots op mezelf dus. Want ja, ik heb overwogen om uit te stappen. Na het tweede fietsrondje. Na het derde fietsrondje. In de eerste kilometers lopen. Maar daar heb ik mezelf steeds overheen weten te lullen. Proberen te accepteren dat het zwaar tegenvalt. Dat ik nog steeds ernstig uit vorm ben, mogelijk van een wekenlange hormonale kermis (het is nu weer wat stabieler, maar toch). Ergens diep van binnen ben ik moe. Kennelijk. Maar de vorm is niet ver weg, dat weet ik ook, want mijn PR op de 1/8e is nog maar 4 weken oud en het lopen gaat sindsdien juist nog weer ietsje beter.

Hetzelfde: dat je er dan een boel bidons aan overhoudt, die een dag daarna in de afwas gaan, samen met o.a. de glazen van het biertje dat we na thuiskomst zondag dronken – en ongeveer meteen daarna ben ik 10 uur lang knock-out gegaan in bed!

Anders, zelfs een primeur: ik heb nog één grote stap gezet, en dat is dat ik, jawel, voor het eerst tijdens een triathlon op de fiets heb geplast. Ja, echt, dat hoort erbij, ik heb er zelfs wel eens over geschreven. Maar ik had het nog nooit gedáán. Maar nu – ondanks dat ik vlak voor de aankomst nog tijdens het zwemmen had geplast, moest ik op de fiets vrijwel meteen weer. En ik ging al zo langzaam… Dus, vooruit dan maar. Nou, dat ging best wel goed, en het is zó weer droog!

Hetzelfde: dat het leuk was om weer eens met manlief onderweg te zijn in zo’n triathlon-weekend. Hij is zelf net ook klaar met een uitgebreid verslag – van z’n eerste triathlon als zestiger, jawel! Hij was vrijdag jarig!

13 juni 2017|Categories: Triathlon algemeen|0 Comments

Help, ik raak mijn spullen kwijt!

Eerst maar het goede nieuws: ik ben een stuk opgeknapt sinds vorige week. De hormonen rommelen af en toe nog een beetje, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Ik had het niet zo druk met werk, heb dus veel kunnen slapen, veel gelezen ook, dat was lekker.

Ik heb ook goed kunnen trainen, mede dankzij het heerlijke weer. Het werk dat ik wel had ging sneller dan verwacht, zodoende kon ik woensdag gaan fietsen en toen heb ik er in dik 5 uur de vormstrepen aardig ingebrand. Het zwemwater is ook geweldig. Lopen voelt nog een beetje amechtig, maar de relatie tussen snelheid en hartslag is weer normaal en het voelt weer lekker.

Dus, allemaal okee weer. Ik kijk inmiddels uit naar volgende week.

Maar… ondertussen is manlief serieus aan het trainen voor zijn Ironman. Daar hoort natuurlijk ook bij dat hij bepaalt met welke spullen hij die gaat doen. Nadat hij eerst al mijn shorty-wetsuit had ingepalmd, wat ik nogalliefst van hem gekregen had, heeft hij vandaag proefgereden op mijn fiets – met mijn schoenen:

Henk op mijn fiets, met mijn schoenen aanHet gaat ongeveer goed: mijn zadel zat hem niet zo heel lekker en die schoenen zijn een maatje te klein. Maar met een paar kleine aanpassingen kan hij erop voort.

Op zich is het natuurlijk een voordeel dat we zo veel spullen van elkaar aan kunnen. Ik geloof dat mijn vlinderbroekjes van oorsprong ook van hem waren, en ik draag ook wel zijn spijkerbroeken. We schelen één schoenmaat, enkele centimeters in lengte (ik ben langer), een paar kilo (hij is zwaarder), en we hebben iets andere verhoudingen – naast de gebruikelijke man-vrouwverschillen heb ik bijvoorbeeld dikkere bovenbenen. Dus sommige broeken kan ik niet aan. Maar veel is dus wel uitwisselbaar.

Alleen, hoe gaan we dat nou praktisch doen bij de komende triathlons? Help, ik raak mijn spullen kwijt!

3 juni 2017|Categories: Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Comments

Wanprestatie

Twee weken geleden was ik nog blij met een PR, vandaag heb ik één van mijn grootste sportieve wanprestaties ooit geleverd, volgens mij: bij de triathlon van Krimpenerwaard, die vanwege blauwalg helaas een run-bike-run werd, ben ik al na 3,5 van de eerste 7,5 km hardlopen uitgestapt. Ik voelde me doodmoe, en kon alleen als ik heel langzaam liep (boven de 6’30/km, met een hartslag meer dan 15 slagen hoger dan normaal) voorkomen dat mijn ademhaling ging piepen. Het wilde echt helemaal totaal niet. 

Toen ik vanochtend erheen ging, had ik op zich goede hoop om ‘m relaxed te volbrengen (zonder zwemmen is de lol er een beetje af, zeker met m’n huidige loopvorm), maar eenmaal op gang dacht ik: hmm, ik had het eigenlijk kunnen voorspellen. Ik ben moe, leeg en uitgewrongen.

Duidelijkste fysieke aanleiding is weer eens de overgang. Ik werd twee weken geleden ongesteld, en sindsdien heb ik vier dagen gehad zonder bloedverlies. Ik ben dus al bijna non-stop twee weken ongesteld – ofzoiets: twee keer heel kort achter elkaar, heel lang met een pauze erin, of nog iets anders. Inclusief de bijverschijnselen van vadsigheid, buikpijn en een zweterige nacht slecht slapen. In elk geval, qua menstruatie de raarste overgangsgril tot nu toe.

In die twee weken heb ik ook nog eens: (1) allergische uitslag gehad van iets, dat is net weer weg en jeukte gelukkig niet heel erg, maar heeft toch anderhalve week geduurd, (2) een recordweek aan declarabele uren gedraaid, vorige week – maar dat was natuurlijk ook een heel pittige werkweek, (3) stevig getraind, deze week, inclusief het eerste openwaterzwemmen (het duurde lang, maar nu is het water superlekker) en (4) nog wat andere dingen gedaan, waaronder naar een concert van Kiss woensdag, wat ook vermoeiend was, met lang staan en laat naar bed (maar het was ook leuk, zie deze recensie). En oja, ik had begin deze maand ook nog bloed gegeven. Toen wist ik nog niet wat me boven het hoofd hing!

Alles bij elkaar was ik verspreid over de afgelopen twee weken een dag of vijf ’s avonds totaal afgedraaid, en soms ook overdag merkbaar moe in een periode waarin ik toch al wisselvallig presteer en qua lopen een stevige vormdip heb (zie eerder). Ik had afgelopen week ook al wel in de gaten dat ik maar matigjes herstelde en me bepaald niet top voelde.

Nouja, en dan was het ook nog tropisch warm vandaag. Daar kan ik normaal gesproken goed tegen, maar misschien vandaag niet? Hardlopen voelde in elk geval als marteling – ik heb mezelf de rust gegund waar mijn lichaam om smeekte.

Ik heb me daarna wel vermaakt met kijken en ik heb ook nog foto’s kunnen maken van manlief. De eerste twee zijn van z’n doorkomst na het eerste rondje van de afsluitende 5 km (2 rondjes) hardlopen, en de derde is wazig maar toch de moeite waard, want dat was net voor de finish, hij haalde daar nog iemand in. Het zag er bij hem sowieso nog relatief energiek uit, ondanks dat hij het ook heel warm had gehad:

Henk aan het hardlopen

Henk haalt in

Goed, moed verzamelen, uitrusten en verder gaan. Maar op een dag als vandaag ben ik heel blij dat er dit seizoen niet over een paar maanden iets Heel Groots moet…

27 mei 2017|Categories: Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport|1 Comment

Recente berichten

Archief

Ga naar de bovenkant