De laatste weken waren op sportgebied druk en leuk. Er was van alles te beleven hier in de buurt en we grappen al dat we wel bezig lijken met een sportieve inburgeringscursus. Daarover echter een andere keer meer. Dit weekend hadden we twee evenementen die niet met onze verhuizing te maken hadden en die we allebei al eerder gedaan hadden: de Dordtse Biesbosch Triathlon en de Koppeltijdrit Hoeksche Waard.
Die dubbele planning was een beetje per ongeluk: we hadden ons al ingeschreven voor de triathlon toen de datum van de koppeltijdrit bekend werd, en die wilden we echt heel graag doen. We vinden dat sowieso leuk om te doen, vorig jaar konden we niet want ziek, en we komen graag bij De Hoekse Renners. Al is het alleen maar omdat we elkaar hebben leren kennen bij hun cyclo in 2002. Bij de verhuizing doken de handdoekjes die we toen kregen weer op, en we hebben er eentje laten inlijsten. Sinds vrijdag hangt die op een mooi plekje in ons nieuwe huis:
Ik ging het weekend echter in vol met twijfels. Ik schreef een paar weken geleden al over de ‘niet in de koude kleren’ van de afgelopen tijd, en de verkoudheid die ik daar omschreef als ‘een van de zwaarste ooit’ duurt nog steeds voort. Ik heb dus al kennisgemaakt met de nieuwe huisarts en met de andere ontstekingsremmende neusspray die ik van hem kreeg, verbetert het wel, maar het gaat traag. Ik ben nu dik zes weken bezig, waarvan ik er vijf niets ruik. De lange duur en de combinatie van volle holtes, vermoeidheid en het effect van niet ruiken (kort samengevat: sterk verminderd genot, onder andere doordat ik bijna niets proef; vervreemding doordat ik niet ruik waar ik ben) maakte me de afgelopen tijd af en toe ook somber. Wat gek is, want ik heb het reuze naar mijn zin op onze nieuwe plek.
Ik verlangde vorig jaar al naar onbevangenheid (zie die link naar ‘want ziek’ van hierboven), nou, het aantal weken sindsdien dat dat het geval is geweest, is ergens rond de vijftien. Écht fit is van september 2022. Er is de hele tijd wat. Dat frustreert. Nou weet ik wel dat ik kort na een verhuizing niet kan verwachten in topvorm te zijn, maar ik mis op mijn slechtere dagen ook het perspectief erop. Het is op dit moment vooral een geduldskwestie – waar de huisarts ook voor waarschuwde. Ik en m’n freaky verkoudheden… Gelukkig gaat sporten op zich wel, beetje aangepast soms.
Nou goed, en daar kwamen nog een paar andere kleine pijntjes bij in de aanloop naar zaterdag, vandaar de twijfels. Oja, en het is ook de hele tijd behelpen met het weer natuurlijk. Wat een voorjaar, zeg, of meteorologische zomer sinds gister. Nou, de lucht zag eruit als in november. Gelukkig bleef het wel droog, en de watertemperatuur was okee, met een dikke 18 graden.
De Dordtse Biesbosch Triathlon is een zeer breed evenement, waar het vooraan knetterhard gaat, maar waar ook een boel debutanten aan meedoen, een enkeling op stadsfietsen enzo. Dat zijn de leukste triathlons! We kwamen bovendien nog bekenden tegen ook, het lijkt dan soms een kleine wereld.
Het ging eigenlijk verrassend goed. Zwemmen gewoon okee, in precies elf minuten, daar is nooit veel over te zeggen in buitenwater, maar het voelde goed. Fietsen ging zoals ik had gehoopt (dus beter dan gevreesd), met een vermogen dat leek op wat ik vorig jaar (beter getraind maar en fit maar met gekneusde ribben achter de rug) reed.
Het woei zo hard dat ik met zijwind het stuur niet durfde los te laten om te drinken, maar verder ging het lekker. Bij het binnenkomen van de wisselzone had ik even een moment van glorie want ik was op dat moment derde dame. Ik wist dat dat van korte duur zou zijn. Ik werd al voorbij gewisseld, en ben ook nog stevig ingehaald bij het lopen. Dat ging bij mij niet hard, maar wel gestaag, en geheel pijnvrij – dat viel weer alles mee, ik had wat last gehad van een voet namelijk. Tijdens het lopen kon ik ook het beste van het fraaie parcours genieten, dat was leuk.
Ik finishte zo in 1:22:54, in het linkerrijtje bij de dames, en met nog één andere 50+-dame voor me. Ik hoef me nog steeds nergens voor te schamen.
En het leverde een erg leuke medaille op:
Met ’s avonds nog bezoek was het een drukke maar leuke dag. De fietsschoenen waren nog niet eens helemaal droog toen ze vanochtend bij een vroege start weer in de auto verdwenen op weg naar de Hoeksche Waard. De koppeltijdrit van de Hoekse Renners is een leuk, klein evenement. Met bekenden weer natuurlijk – manlief is een Hoekschewaarder. Met jeugd en dus ouders die twee keer meedoen: voor zichzelf en als gangmaker voor zoon (vooral) of dochter. Of andersom: de enige andere oudere vrouw die meedeed (voor zover ik zag) werd gegangmaakt door haar volwassen dochter, erg leuk. Bovendien met relatief veel handbikers, en die startten ook gewoon tussen de rest in. Terwijl ook hier ‘vooraan’ knetterhard gereden werd.
Ik voelde de dag ervoor wel hier en daar in mijn benen, dus ik had opnieuw geen idee wat ik kon verwachten. Gezien de omstandigheden ging het best wel goed, alleen blies ik mezelf in de tegenwind in het derde rondje op. Toen moest manlief even de kop overnemen, daarna ging het weer. Met 33,9 hebben we harder gereden dan in 2019, en opnieuw kwam mijn vermogen goed in de buurt van dat van vorig jaar, minus de triathlon gister, die ik echt nog wel voelde.
Het was ook leuk om te doen: je gaat een soort tunnel in, van 21,5 kilometer hard doorstampen. En zo veel voor écht met z’n tweeën is er verder niet. Ik kwam wel vrij dood over de finish. Gelukkig zei manlief dat hij af en toe best moeite had gehad om in m’n wiel te blijven.
Wat ik wel merkte, allebei de dagen, is dat mijn hartslag niet zo hoog oploopt. Dat is de verkoudheid, denk ik. Dat is jammer maar het biedt ook perspectief: ik rijd dezelfde vermogend bij een iets lagere hartslag dan vorig jaar. Als ik weer fit ben… Als ik weer eens wél helemaal fit ben. En als ik dan eens echt lekker door zou kunnen trainen de komende tijd. Als….
Nou goed, dit was gewoon een leuk weekend. Lekker moeie benen nu. En ondertussen is de zon nog gaan schijnen ook!
(de twee triathlon-actiefoto’s met dank aan de organisatie)
Geef een reactie