Nou, de covidhersteltriathlon ging eigenlijk best wel goed. Het plezier is zeker gelukt. Oud Gastel is een van mijn favoriete triathlons: precies de goede balans tussen de kneuterigheid van een echte dorpstriathlon (het lijkt alsof het hele dorp óf meedoet óf vrijwilliger is, of allebei, en anders staan ze wel te supporteren) en een goede organisatie. Net een tikkie ingewikkeld met twee wisselzones, dus we waren er al anderhalf uur van te voren. Toen bleek manlief z’n helm vergeten, maar gelukkig hadden ze leenhelmen – oef. Het was van de kinderwedstrijd de dag ervoor:
Het was een gekke dag qua weer, want het wisselde tussen kil, grijs & grauw met regen bij een graad of 17 en warm en zonnig en dus een beetje benauwd.
Ik had net weer zo’n sprongetje vooruit gemaakt qua herstel. Bij het zwemmen had ik eigenlijk meer last van m’n verkleumde handen. Net voor de start was het zo’n kil en nat moment namelijk, dus stonden we – zonder wetsuit, watertemperatuur 22,5 – met z’n allen te bibberen. Dat is ook een beetje de makke van de complexe logistiek: naar de zwemstart neem je alleen het minimale mee. Een jackie leek me niet nodig, want eerder was het juist wat klef-warm geweest.
30′ gezwommen, ik heb geen idee of de afstand (1300m) klopte; meestal meet mijn horloge te veel en Strava blaast dat nog verder op. Als het klopt, zwom ik wel traag, maar geen drama. Ik had last van die koude handen, en ik merkte wel, woensdag ook al: ik ben misschien ook net de puntjes op de techniek-i van de cursus powerstroke kwijt door het vormverlies en het gebrek aan training. Ik voelde vooral m’n linkerarm ‘slippen’, dus dat ik dan die elleboog niet voldoende kon knakken om echt te stuwen. Bekend probleem, en ik vond het op zich al goed dat ik het in de gaten kreeg. Dan komt het ook wel weer terug. Tijdens zo’n wedstrijd kan ik me er alleen niet op concentreren, dat heeft even aandacht nodig weer.
Op de fiets reed ik misschien maar een Watt of 5 lager dan oorspronkelijk (pre-covid) beoogd, bij een normale hartslag. Snelheid daarbij was hoger dan ik had verwacht (31,4), ondanks niet eens heel gunstige wind. Harder ging niet, maar ik vond dit al lang best. Wel voelden m’n benen wat moeier dan normaal, en mijn vermogen liep ook iets terug gaandeweg. Als ik m’n rug en nek vandaag voel was dat meer de trainingsachterstand dan de covid zelf: ik had moeite om de houding te houden. Dat moet ik sowieso voorzichtig opbouwen en ik heb al vaker gemerkt dat ik het ook gauw kwijtraak.
Maar goed: dik tevreden, ik vind het een fijn parcours, door het westbrabantse platteland. Ik zag net in de uitslag dat ik in het (recreatieve) veld de derde fietstijd overall heb gereden bij de vrouwen, haha. Nouja, de snelle vrouwen waren ’s ochtends gestart in de wedstrijdserie.
Daarna heb ik nog één rondje gelopen zonder het te pushen, dus dat werd duurlooptempo. Dat ging eigenlijk ook best, alleen zit dan het slijm in m’n luchtwegen meer in de weg dan bij de andere sporten. Bovendien wilde ik mezelf niet uitputten, vandaar dat ik ben gestopt. Dat was verstandig, denk ik, want ik was ’s avonds flink afgedraaid, 10 uur geslapen vannacht.
Vandaag dus spierpijn in m’n rug en verbrande schouders, want voor de start leek er echt geen aanleiding om die in te smeren.
Manliefs schouders zien er ongeveer net zo uit. Hij is wel gefinisht, ook hij had het als – naar omstandigheden – wel okee ervaren.
Al met al was ik (ook naar die omstandigheden natuurlijk) supertevreden. Vorige week om deze tijd was het voor mij nog een grote vraag of ik zou kunnen starten immers – of ik de puf zou hebben om naar Oud Gastel af te reizen zelfs. Maar jawel, en dan is het fijn om een startnummer op te spelden:
Frappant: zwemmen en fietsen gingen allebei stukken beter dan in 2017, dus ik zou kunnen stellen dat de overgang toen een dramatischer effect had op mijn vorm dan covid nu. Maar dat is wel appelen met peren vergelijken. De overeenkomst is dat het niet lukt om diep te gaan. Toen verwoordde ik het als ‘het gaspedaal niet kunnen vinden’, dat was gister zeer zeker ook aan de hand, maar het was daarbij ook een kwestie van niet willen – niet tot het gaatje willen gaan dus, zeker bij het lopen.
Hoe dan ook: ik ben nog nooit zo blij geweest met een DNF!
Geef een reactie