Schrijf ik hier zaterdag een blogpost over dat begrenzen, genieten en accepteren van elke prestatie veel belangrijker zijn bij het sporten dan presteren, en wat doe ik dan de dag erna?

Winnen.

Ik heb gisteren de 50+-vrouwen-categorie gewonnen van de 1/8e triathlon Hoeksche Waard (voorheen Binnenmaas)! Althans, zo leek het, maar daarover verderop meer.

En ja, dat is leuk. Ik heb vaker m’n leeftijdscategorie gewonnen, maar nog niet eerder van zo veel vrouwen (20) en mét prijsuitreiking.

En dat terwijl het eigenlijk helemaal niet heel goed ging. Zwemmen ging eigenlijk zelfs gewoon belabberd. Achteraf hoorde ik van zo’n beetje iedereen hetzelfde verhaal: het was een partij vrij worstelen. Ik ben halverwege de heenweg maar om de meute heen gaan zwemmen, daarna ging het beter. Maar bijna 14 minuten – zo langzaam ben ik nog nooit geweest op die afstand, volgens mij, zelfs niet bij mijn triathlondebuut, in hetzelfde water, in 2011. Lopen ging dan weer wel okee en steeds lekkerder, ondanks dat ik veel had gegeven bij het fietsen.

Het maakte me allemaal niet zo veel uit: met het oog op de 180 kilometer tijdrit in Almere over twee weken wilde ik maar één ding: hard fietsen. En dat ging wel goed. (Nouja, ik had eerlijk gezegd nog op een iets hoger vermogen gehoopt – de lagere trainingszones, die ik in Almere nodig ga hebben, hebben duidelijk meer progressie geboekt dan de hogere. Dat is hoe ik het wil en waar ik voor getraind heb, dus dat is okee. Afgezien van gister ben ik daar zelfs superblij mee, met hoe m’n training aan het uitpakken is. Maar daarover later meer.)

Eén ding? Nee, ik wilde twee dingen: hard fietsen en lol hebben. Dat tweede is ook gelukt, op dat eerste stuk zwemmen na. Ik heb lekker gesport, daar was het prima weer voor, de Hoeksche Waard lag onder een fraaie wolken-en-zonlucht. Daarna was ik vrijwilliger-parcourswachter tijdens het fietsen op de kwart afstand, en daarna supporter en fotograaf langs het loopparcours van manlief en een hoop andere bekenden, onder andere van het Triathlonforum. Hier loopt Henk voorbij:

Altijd gezellig bij deze ‘moeder aller triathlons’ die voor ons voelt als een thuiswedstrijd (zie eerdere verslagen). Die een andere naam heeft, voor het eerst op zondag was, een prachtig parc fermé heeft gekregen (kunstgras hockeyveld) en gelukkig minder tumultueus verliep dan vorig jaar.

Ik heb bovendien genoten van de prestaties van anderen. Van Nicole, die een vlekje (nare zwem-DNF) van een paar jaar geleden wegpoetste door nu wél prima te finishen.Hier staan we samen te glunderen:

Van die boel bekenden. En van manlief, die tot zijn verrassing tweede werd bij de H60+.

Dus we gingen met twee trofeeën naar huis:

Ik weet hoe relatief het is. De winnares van de 60+-categorie was een stuk sneller dan ik!

Er zijn ook heus een boel snellere 50+-vrouwen. Gister misschien zelfs wel. De uitslagen waren namelijk een zootje en werden vanmiddag nog gecorrigeerd. Als de nieuwe versie klopt, was ik maar derde. Dat vind ik zelf een beetje katerig, en ook lullig tegenover die andere twee vrouwen. Maar geen idee wat er nou wel echt klopt.

Voor de rest, en hoe dan ook: 1e, 3e, wat maakt het uit; het gaat er niet om.

Gaan doet het veel meer om die glunderende koppies op de foto’s hierboven!