Vandaag is wel een mooi moment om het te hebben over koudwaterzwemmen. Ik heb namelijk gister voor het eerst ooit meegedaan  met een georganiseerde nieuwjaarsduik! Samen met manlief en onze buren, erg gezellig. Het werd nog even lastig natuurlijk vanwege alle afgelastingen, waaronder die in Wemeldinge. Die in Kortgene ging wel door: het Veerse Meer is wat rustiger en dat strandje ligt vrij beschut. Het was heel grappig: je kon een borreltje krijgen bij de duiksteiger (achterop de foto als je de link hiervoor opent), maar daarvoor moest je precies wel helemaal door – in water van 7 graden.

Als dip was het voor mij een eitje. We konden ons namelijk omkleden in een tent met een beetje verwarming, en ik kon niet veel verder zwemmen dan een  paar slagen terug na dat borreltje, dus het was heel kort. Zo’n duik is dan ook iets heel anders dan dippen, dat viel me wel op: bijna iedereen rent als een gek het water in, en er zo snel mogelijk weer uit, al dan niet na dat borreltje – velen keerden al eerder om. Je zo druk maken  is juist níet de formule voor een succesvolle dip, en het idee daarvan is ook dat je de kou ‘omarmt’, niet zo snel mogelijk weer achter je laat (zie de mentale lessen van vorig jaar – dat leerproces zet zich dit jaar voort).

Manlief en ik deden het daarom wat kalmer aan: rustig erin lopen, geleidelijk door. Ik was ook op het laatst uit de tent gekomen, en zodoende zagen we elkaar pas in  het water. Dat moment is toevallig net vastgelegd op de foto (facebook camping Paardekreek – kan even geen linkje maken). Ik heb het uitgeknipt, je moet goed kijken, en dan zie je achterin links (ik, zwart badpak) en rechts twee mensen naar elkaar kijken. Ik ben ook nog een beetje te onderscheiden door mijn donkerdere muts – ik wilde geen sponsor-muts op omdat er geen vegetarische erwtensoep was:

We liepen daarna naar elkaar toe en haalde in de ‘achterhoede’ allebei een borreltje. Als stormachtig heb ik het niet ervaren, en heel koud dus ook niet.

Ik vond het erg leuk om te doen. Met onze buren, in het Veerse Meer – ons nieuwe Zeeuwse leven, zo noem ik dat wel eens. Het openwaterzwemmen is hier sowieso anders dan in Rotterdam. Het grote verschil is dat ik daar het water om de hoek had (Schie) en hier op 5,5 kilometer afstand (Oosterschelde, strandje Wemeldinge). Dat heeft twee consequenties:

  • De temperatuur bij het omkleden is veel bepalender voor het ervaren van kou dan de watertemperatuur. Me omkleden deed ik in Rotterdam binnen, thuis – een paar tellen na de dip stond ik onder m’n eigen warme douche. Op het strand is geen beschutting, dus ik kleed me nu om vol in de elementen. Dat maakt veel uit. Ergens in oktober gingen manlief en ik dippen en dat is tot nu toe de koudste van allemaal geweest: het water was nog 14 graden maar er stond een ijzige wind op het strand en de gevoelstemperatuur lag onder nul.Vorige week, op eerste kerstdag, was het water 7,5 graad, maar er stond nauwelijks wind en de dijk brak die nog ook, dus dat was eigenlijk heel makkelijk, in een rustige, grijze Oosterschelde:
    De kou bij het omkleden maakt dat ik korter dip dan in de Schie. Vorige week 90 slagen, ervoor was het minder. Dat is 1 à 2 minuten. Ik vind het best. Ik word ondertussen ook handiger in me omkleden: sneller en ’tactischer’ (kledingkeuze, volgorde).

 

  • Ik kan de dip opnemen in een rondje lopen, alleen of met manlief. De combinatie van hardlopen en dippen is populair, onder andere door de promotie via Sportrusten. Het blijkt inderdaad een geweldige combi te zijn. Het zwemmen gaat makkelijker als ik al ben warmgelopen: ik neem de hardloopwarmte mee het water in. Naderhand loop ik me weer warm, tot in de puntjes van mijn lijf – dat duurt wel een kilometer of 5, mijn tenen zijn weer warm als ik in Kapelle aankom. Het lopen voelt dan bovendien heel lekker, met de post-dip-kick, zelfs als het van dat grauwe weer is als vorige week:

    Het is een ongeëvenaard gevoel: na zo’n dip voel ik me onoverwinnelijk en voelt mijn lijf energiek en fris. Dat maakt de langere duurlopen, anders altijd nogal taai voor me, een feest. Ja, het is doorbijten, maar enorm de moeite waard. Het is sowieso die kick waar ik het voor doe, en daarin kunnen hardlopen blijkt heerlijk. Ik bedoel: ik heb geen idee of het gezondheids- of andere effecten heeft, een zo’n korte dip per week, maar de kick verzoent me extra met die moeilijke winter – het kan alleen dan! (Er was gister een documentaire over winterzwemmers op TV – erg leuk, alleen dacht ik wel: ‘je kan ook best dippen zonder psychische problemen, hoor’ – want er kwam nogal wat voorbij).

Andere verschillen met de Schie zijn ook nog dat het water zout is, het uitzicht weids en dat de temperatuur minder fluctueert, allemaal dingen waar ik erg van geniet. Ik wacht nog op het spotten van m’n eerste bruinvis!

Tot slot nog een klein praktisch dingetje over de hardloop-dip-combi. Ik had me het hoofd gebroken over hoe dat dan moest met sport-BH voor de terugweg, want die krijg ik onmogelijk weer aan met koude handen over een nat lijf, maar de oplossing blijkt simpel: hem aanhouden. Ik trek dus bij zo’n loop-dip-combi geen badpak aan, maar zwarte sport-BH en dito elastische onderbroek, zodat het er op afstand een beetje bikini-achtig uitziet (zie de kerstfoto hierboven). Na het zwemmen trek ik wel een droge onderbroek aan, maar de sport-BH verdwijnt gewoon onder mijn kleren. Dat gaat prima: het is op de terugweg niet koud.