In deze terugblik geef ik niet meer een overzicht van interessant leesvoer op Internet of elders, zoals ik eerder wel deed (meest recente voorbeeld en zie ook de boekencategorie). Ik heb het ook niet meer echt bijgehouden – het lezen wel, maar ik heb de links niet meer bewaard. Ik beperk de leestips daarom tot twee die wel bijzonder relevant zijn:

  1. Ik werd tot deelneemster van de maand uitgeroepen door de Vrouwentriathlon: http://www.vrouwentriathlon.nl/vrouwentriahtlon-webredacteur-louise-shes-an-ironman/ Ik vond het een hele eer, erg leuk om door collega-vrijwilliger Laura geïnterviewd te worden. Ik werd er een beetje raar van, want ik ben zelf webredacteur dus ik heb het stukje zelf geplaatst, en ik zat toen ook nog (tijdelijk) achter de Twitter-account @vrouwentriatlon, en dus was het gek om in de derde persoon over mezelf te tweeten, dat kon ik niet zonder te blozen:

Tweet over Ironman Louise

En dan uitloggen, onder m’n eigen naam inloggen, en ‘m retweeten – moderne schizofrenie!

2. Ik kreeg een mailtje van een ‘lotgenoot’: nog iemand die op z’n 50e Ironman werd, en daar een boek over had geschreven: De hemel, de hel, de triathlon van Ardy Felius (met de mooie domeinnaam triatfifty). Cover boekDat moest ik hebben natuurlijk! Ik heb het achter elkaar uitgelezen, benieuwd naar hoe het hem verging.

Dus lekker leeswerk, dat zeker, maar het boek bevredigt toch niet, vind ik. Felius jaagt zichzelf vanaf het begin van z’n sportcarrière regelmatig over zijn grenzen, met de ene overbelastingsblessure na de andere. Hij traint de hele tijd te vaak, te veel, te lang en te hard. Sport door met pijn. Kan dan lang niet trainen en geeft dan toch op het laatst nog even vol gas om toch aan een evenement mee te kunnen doen. Gunt zichzelf nauwelijks rust. Streeft ondanks al versleten knieën en ouder worden naar dezelfde tijden als vroeger. 

En nu zit hij dus een kapotte knie die het voor hem onmogelijk maakt om zelfs maar aan een tweede Ironman te kunnen denken – hij kan niet meer hardlopen (je ziet op de coverfoto de brace die hij nodig had bij zijn Ironman).

Dan is het sowieso duidelijk: dat is een totaal ander soort sporter dan ik. Voor mij staat heel blijven op de lange termijn altijd voorop, vóór wat voor prestatie dan ook. Dan presteer ik maar  wat minder, want ja, dat is ook zo ten opzichte van Ardy. Voor het boek mis ik iets van een persoonlijke ontwikkeling of leerproces – hij blijft het hele boek lang dezelfde fouten maken, geeft dat ook toe, gaat er zelfs een beetje prat op, noemt het ‘karakter’ (letterlijk: ‘de een noemt het karakter en de ander noemt het dom’, p. 139). Dat is zijn keuze, zijn leven, zoals hij zelf zegt, en dat is natuurlijk zo. Maar ik vind het niet interessant genoeg om er 200 pagina’s over te lezen.

Verder wemelt het boek van de taalfouten, ook dat is jammer. Wat wel weer voor Ardy pleit is dat hij me om feedback vroeg, dus in deze post staat voor hem niks nieuws.

Erg leuk vond ik wel zijn term ’tobsporter’ voor als het niet allemaal van een leien dakje gaat Daar herken ik mezelf dan weer wel in, en ik ben jaloers op het mooie woord!