Afgelopen donderdag was de laatste training van de cursus Techniek&Conditie bij TriExperience in Rhoon. Die bestond uit vijftien trainingen. Elke training bestond uit een ‘droog’ gedeelte met losmaken en rekken als warming-up en/of krachttraining. Daarna zwommen we in, deden we techniek en pasten we die toe in een SWOD: swim workout of the day. Daarbij gaven Frank en Cynthia ook individuele feedback.

We waren met zes zwemmers per baan, geordend naar borstcrawl-snelheid. Ik zwom in de middelste baan. Met zes was die wel vol, maar dat is maar een enkele keer geweest: de bezetting wisselde en nam ook wat af. Ik heb zelf twee keer gemist, om eerder al geplande culturele redenen (concert en theater). Er deden een paar meer of minder bekenden mee. Ik vond het sociaal eerst wat zoeken en ben ook nog een keer pissig geweest in de gemeenschappelijke dames-kleedkamer, waarna ik voor een individueel hokje koos, maar gaandeweg werd het ook wel gezellig.

Het zwembad in Rhoon, foto van mei 2022

Ik heb ‘T&C’ heel erg leuk gevonden, om twee hoofdredenen:

1. Ik heb een boel nieuwe dingen geleerd

Ik heb het hier al vaker geschreven: als ik nou één ding leuk vind, is het wel nieuwe dingen leren. Daarvan was er tijdens deze 15 trainingen verrassend veel. Ik deed mijn eerste cursus bij TriExperience in 2011, toen leerde ik van Frank en Cynthia borstcrawlen. Dit was mijn zevende cursus bij hen, en tussendoor deed ik ook nog dingen bij andere trainers. Toch blijk ik nog steeds niet uitgeleerd aan de borstcrawltechniek.

Het eerste onderdeel van deze serie, strekken en insteken, was weliswaar zeer nuttig voor mij (hoofd laag houden, Louise!) maar wel herhalend. Daarna gingen we aan de slag met ademhaling en daar leerde ik echt iets nieuws: ik ben vooral veel flexibeler geworden in mijn ademfrequentie. Ervoor zwom ik in 1 op 2 (1 ademhaling op 2 slagen) of 1 op 3 en daar hield ik me dan aan, maar nu wissel ik dat veel makkelijker af. Klinkt logisch, maar het was voor mij toch een eye-opener. Uit het derde onderdeel pikte ik vooral een veel ontspannener contrafase (hand boven water terug naar voren brengen) op – wat zwom dat ineens relaxed!

Alsof dat nog niet genoeg was, waren er ook nieuwe andere dingen. Bij de landtrainingen deed ik wat nieuwe ideeën op voor loszwaai- en core-oefeningen. Ik schreef hier eerder al over hoe leuk het was om te leren zinken. Later gingen we aandacht besteden aan schoolslag en vlinderslag. Schoolslag heb ik natuurlijk vroeger geleerd en sindsdien altijd nog wel gedaan, maar er nooit meer instructie of training in gehad. De modernere, kortere doorhaal met hoge elleboog had ik wel eens uitgeprobeerd, maar dat was alles. Die doorhaal zetten we in, en daarbij kwam ook nog een andere houding voor mijn hoofd en dieper ‘duiken’, zodat je langer uitdrijft. Dat was toch een geheel nieuwe schoolslagervaring, moet ik zeggen. Kicken – letterlijk ook, want mijn beenslag bleek al effectief te zijn en we zwommen soms met een dubbele beenslag. Dan word je van schoolslag ook goed moe!

Tijdens de cursus heb ik geen foto’s gemaakt, maar hier demonstreer ik mijn school-beenslag in het open water, eerder vandaag (manlief maakte weer het filmpje):

 

En toen begonnen we aan de vlinderslag. Halverwege die les snapte ik er niks van en dacht ik dat het niet voor mij was weggelegd, maar daarna viel het kwartje en zwom ik een paar baantjes in een slag die ik nog nooit eerder had gedaan. Het leek me altijd heel zwaar, en zo’n krachtpatser ben ik niet met mijn armen. Zwaar is het zeker, maar ook hier kon ik met inzet van romp en benen vrij ver komen. Ik zwem al sinds de middelbare school altijd een baantje uit met wat ik ‘man van Atlantis-slag’ noem (alleen een leeftijdsgenoot uit de baan naast de mijne kende die ook), en precies die dolfijn-achtige golfbeweging is de basis voor vlinderslag. Wist ik veel, waren al die uitzwem-baantjes voor het lekker ineens toch nuttig! De zwaarte zat ‘m vooral in m’n rug – het leverde een aangenaam soort spierpijn op daar. En dus weer die kick, met die benen, ook figuurlijk: kijk mij nou, ik vlinderzwem!

Bij de laatste training donderdag zwommen we als SWOD wisselslag, nooit eerder gedaan, erg leuk ook – die afwisseling heeft wat speels. Het is wel zo dat na het gehengst op de school- en vlinderslag borstcrawl ineens heel harmonieus en soepel voelt. Ik hoef op zich geen school- en vlinderslag te kunnen voor de triathlon, maar beide slagen helpen daarbij wel, als activering en krachttraining. En verder is het gewoon léuk.

2. Ik heb erg lekker gezwommen

Het schemerde hierboven al even door: het zwemmen ging vaak lekker. Niet altijd – halverwege die vlinderslagles had ik wat frustratie en ook bij het thema ademhalen ging niet alles goed. Toen ging ik net door een (laatste) rottige vlaag met m’n darmen, en m’n buik zat af en toe in de weg en mijn bereidheid tot afzien was kleiner dan normaal. En zwemmen met weinig adem is afzien. We zwommen wel tot 1 op 8, nou, dan heb je ademtekort hoor, dat voelt gewoon rot. We deden ook nog ‘hypoxy’-oefeningen: onder water zwemmen met weinig lucht. Daar bakte ik weinig van en ik kon die ook niet goed zelf oefenen in de drukte van het zwembad, dus dat heb ik verder maar laten zitten. Maar direct daarna, ook in de kick van het opgelost zijn van de darminfectie, heb ik heel erg lekker gezwommen, dankzij die grotere ontspanning in de contrafase die me helemaal zen maakte.

Ik kwam bijna elke keer best een beetje moe in het zwembad aan, want op donderdag gaf ik ik ook vier uur achter elkaar college. Dus bijna elke week dacht ik: ’t gaat ‘m niet worden. En dat viel altijd mee. Het ging dan altijd gaandeweg steeds lekkerder De vermoeidheid van college geven zit veel meer in mijn hoofd, en als ik daar na een tijdje overheen kwam, zwom ik heerlijk.Ook al was het soms best wel aanpoten. Maar ook dat is lekker natuurlijk.

Ik ging ook steeds lekker naar huis: vanaf het begin mede door de losmaak- en rekoefeningen lekker ‘opgerekt’, later in zen-toestand en/of dus met een grote kick. De vlinderslagkick was zo groot dat ik iets te hard naar huis reed: voor het eerst in al die ritjes naar het zwembad in Rhoon liep ik een bekeuring op!

Hoogtepuntje was ook nog een keer tijdens de schoolslag. We moesten toen met plankje in zo min mogelijk beenslagen een baantje zwemmen. Tot mijn eigen verbazing ‘won’ ik dat van iedereen, ook van de snelle mannen  in baan 1. Ik haalde het in zes slagen, daarna bijna in vijf (ik kwam 20 centimeter te kort), en in mijn eigen zwembad lukte het later zelfs in vier. Waar ik die beenslag vandaan heb, geen idee, maar ik ben competitief genoeg om bij zoiets stiekem 😇 te denken. Overigens zit een deel ervan volgens mij in geduld: mezelf helemaal uit laten drijven. En in sterke benen, dat wel natuurlijk ook, maar mijn beenslag bij borstcrawl is juist helemaal niet zo goed.

Wat ik vijftien weken lang ook erg leuk heb gevonden, was om weer doel en richting te hebben in mijn zwemmen. Het had een jaar in de onderhoudsstand gestaan met het oog op de tijdrit als seizoensdoel, en dat was niet verkeerd en ik behield een redelijk niveau. Maar ik moest wel vaak een beetje zoeken naar een nuttige en aangename invulling van m’n trainingen. Nu nam ik naar het zwembad een printje mee van de oefenstof die we steeds na de training toegestuurd kregen, en ging ik dus ‘huiswerk maken’. Ik realiseerde me maar weer eens hoe fijn het is om zo’n soort structuur te hebben, dat is wel een van de leuke dingen aan gericht trainen.

* * *

Ik ben benieuwd wat vijftien weken donderdagavond-trainen en huiswerk maken me heeft opgeleverd. In januari ga ik weer eens wat op tempo zwemmen – langzaam-maar-zeker richting het nieuwe seizoen. Voorlopig kan ik ook nog wel verder oefenen, ook met school- en vlinderslag. De inspiratie duurt dus langer dan de duur van de cursus. Frank & Cynthia – bedankt, en tot de volgende keer!