Sinds onze verhuizing  lezen we twee kranten: naast de NRC hebben we nu  ook de PZC. In allebei was onlangs aandacht voor oudere sporters, wat ik op zich leuk vind. Alleen zou ik ze geen van beiden als voorbeeld nemen voor optimaal blijven sporten.

Sterker nog: eentje sport al niet meer. Dat gaat om de vader van de Zeeuwse triatleet Mike, die zelf een laatbloeier was: op zijn 39e ging hij voor het eerst naar het WK in Kona. Inmiddels is hij 48, en is hij naar eigen zeggen ‘uitgerangeerd’: hij heeft heupproblemen en een frozen shoulder; triathlonnen zit er niet meer in. Het klinkt alsof hij te veel heeft gedaan – hij rept zelf van een verslaving. Zoonlief heeft die overgenomen, zo luidt zelfs de kop van het artikel. Mike presteert ook goed, maarja, denk ik dan, hoe lang zou dat goed blijven gaan?

De ander sport nog wel. Dat gaat om Jeannine Liebrand, die op haar 70e hardlooprecords verpulvert. Dat is knap, alleen gaat het in haar verhaal heel erg om doorgaan, pijn, lijden en afzien. Ze moet een sterk lichaam hebben dat dat dat op haar 70e nog steeds pikt. Bij heel veel andere sporters, overigens ook jongere, zou die houding leiden tot blessures en overbelasting en mogelijk het einde van het sporten. Liebrand is naar eigen zeggen beter in discipline dan in genieten. Daar zitten boodschappen van haar vader achter, zelf een ‘keiharde’, staat in het artikel. Wat mij betreft mag je daar op je 70e wel iets meer los van komen. Jezelf leren genieten lijkt mij een mooi streven als je ouder wordt!