Ik had voor mijn post van maandag de meest optimistische titel gekozen die ik kon bedenken, niet alleen maar kommer en kwel, maar ondertussen baalde ik toch behoorlijk, en waren er vlagen de afgelopen dagen dat mijn humeur tot ver beneden nul zakte. Met de nieuwe vloer hier ging maandag ook niet alles naar wens, of althans: we wisten dat er in zo’n oud huis als het onze verrassingen konden zijn, maar dat die zo groot zouden zijn, overviel ons toch. Ondertussen zag onze woonkamer er zo uit:
Nouja, en ik moest ineens ruimte in mijn agenda zien te vinden voor een bezoek aan Hilversum, mijn werk moest ook nog af met werklui hier over de vloer (er zijn van die dagen dat kantoor-aan-huis zo z’n nadelen heeft), ik heb nog steeds last van die heup en ik ben bij vlagen bang geweest dat het hele-triathlon-avontuur voortijdig ging eindigen vanwege iets serieus aan mijn heupgewricht. Ik wist wel dat ik dan aan het doemdenken was (bestaat dat woord nog?), maarja, zo gaat dat soms.
En los van volgend jaar: er moet wel een mirakel gebeuren wil ik over 3,5 week kunnen starten in Bocholt, dus daar gaat m’n belangrijkste seizoensdoel overboord. En kort daarna ‘moet’ ik ook nog op wandelvakantie met die pijnlijke heup, aaargh!
Enfin, ik kreeg wat peptalk, o.a. van collega-sporters Jo en Nicole, en dat hielp wel. Die halve triathlon die in het water dreigt te vallen is maar een tussendoel, het komt wel weer goed. Er zijn belangrijkere zaken in de wereld, ik hoef er niet van te leven, ik doe het voor de lol. En ook wel, vanwege de angst dat het project hele triathlon voortijdig eindigt: ik heb wel mijn nek uitgestoken door te zeggen dat ik de hele triathlon als doel heb, dat heeft nogal een faalrisico. Ik had er daarom ook níet aan kunnen beginnen, kiezen voor de makkelijkste weg, ik schreef daar eerder over. Dus ik doe het mezelf aan, en dat wil ik ook. En verder is het een kwestie van nu geduld, kalmte en vertrouwen betrachten… niet altijd mijn sterkste kant, maar wel goed om mee te oefenen dus.
En langzaam-maar-zeker ging zo de zon weer wat meer schijnen, letterlijk (want ook dat nog: een echt lekker voorjaar is het niet, op het moment) en figuurlijk. Vandaag dus naar Hilversum geweest, aan het eind van een ochtend met nogal duidelijke stress-verstrooidheidssymptomen (oeps, even kalm aan en het koppie erbij!), met als resultaat:
- De fiets had geen kapot lager maar waarschijnlijk speling en/of gebrek aan smeervet in het bracket. Het was niet heel duidelijk, maar Jeroen heeft alles los gehad, nagekeken en goed vastgezet, en de tik is nu weg – en hopelijk blijft dat zo.
- Ik ga een ISM-zadel uitproberen (de PR 2.0). Dat merk noemden alledrie de vrouwen die ik de afgelopen dagen vroeg waarop ze reden (Rose, Sione en Marijke – dank). Ik heb dat maar eens uitgeprobeerd, het is wel even wennen want je moet er ver naar voren op gaan zitten, maar dan lijkt de druk weliswaar nog steeds ver naar voren te zitten (je zit in die triathlon-houding nou eenmaal niet op je zitbotjes, bevestigde ook Jeroen), maar net wat verder naar opzij en minder ver naar voren dan bij het probleemzadel, waardoor de druk meer richting mijn liezen gaat dan naar mijn edele delen. Dat lijkt me op de langere termijn beter te harden, enfin, dat ga ik uitproberen: ik krijg van ISM een zadel op proef. Jeroen heeft de afstelling van m’n fiets er alvast op aangepast, ik ben erg benieuwd.
- Jeroen had ook nog wel wat slimme dingen te zeggen over mijn heupblessure. Hij kon bijvoorbeeld vaststellen dat ik niet symmetrisch op het zadel druk, maar links harder dan rechts – wat op een bekkenprobleem duidt. Hij maakte daar trouwens een mooi plaatje van dat ik hier zal plaatsen als hij het me stuurt. Hij liet me ook nog een paar oefeningen doen op basis waarvan hij ook aan bekken- en middenrugproblemen dacht. Daarmee kan ik weer terug naar de fysiotherapeut, voor het oplossen ervan, op korte termijn (losmaken) en lange (voorkomen dat ik steeds die bekkenproblemen krijg, want dit is de zoveelste keer). Dinsdag ga ik weer, ik zou de tijd wel vooruit willen duwen!
Dus ik kan weer vooruit voorlopig. Wat me vooral hoop geeft, is dat die blessure mogelijk toch gewoon een kwestie is van iets wat vast en scheef zit, en wat dus weer los en recht te krijgen is. Tenminste, dat lukte tot nu toe nog altijd, dus waarom nu niet? En dan kan ik weer verder. Of het nog op tijd is voor Bocholt, weet ik niet – maar ach, dat was maar een tussendoel, toch? En ik kan dan in elk geval mijn nieuwe zadel goed testen op die 90 km!
Louise geduld is een schone zaak lekker rustig blijven trainen en die halve gewoon als training zien.