Benadrukte ik hier vorige week nog dat Ironmantraining niet alleen maar bestaat uit leuke evenementen, ga ik er daar vandaag toch weer over schrijven – een van de mafste ooit. Ik had bedacht dat het goed was om nog wat open-water-zwem-robuustheid op te doen door lange afstanden ook eens elders dan in de vertrouwde Schie te zwemmen, vooral omdat ik nog altijd moet wennen aan de ‘wezenloosheid’ van niet weten waar je bent of hoe lang je bezig bent (kop in de groene soep en doorzwemmen maar). Nou, bij dit evenement wist ik vóór de start al amper meer waar ik was, want die was nogal in the middle of nowhere!
Via de NOWW had ik de zwemtocht Kattendijke-Wemeldinge gevonden, van 3,8 km. Nou kom ik weliswaar uit Zeeland, maar die dorpen moest ik toch echt even googlen – ah, in de Oosterschelde. Heb ik daar ooit eerder in gezwommen?
Het leek me wel wat, alleen had ik de tijden van vorig jaar gezien (op die Facebookpagina) en toen dacht ik: heb ik daar wel wat te zoeken? Totdat ik me realiseerde dat de winnaar zo snel was, sneller dan wereldrecordsnelheid, dat er ongetwijfeld met de stroming mee gezwommen was. Toch heb ik ook nog even gevraagd hoe dat zat, en of er kwallen waren, want daar ben ik panisch voor (jeugdtrauma). Nee, nouja, meer op de kant dan in het water, kreeg ik als antwoord, hihi! Toen heb ik de gok maar gewaagd. Nicole ging mee, die wilde dat wel eens zien en misschien de 1 km zwemmen.
We waren ruim op tijd, eerst in Wemeldinge, maar je moest je melden bij de start. Wij langs de dijk naar Kattendijke gereden. Ergens voor het dorp zag Nicole een paar auto’s staan en daar waren mensen bezig. In het niks. Daar schijnt de oude haven van Kattendijke te zijn, maar daar is niks meer van te zien. Er was daar gewoon echt niks, alleen een stuk beton, en daarop waren ze een kraampje aan het opbouwen. En ja, dat was de start. Nouja, ook nog een stukje de Oosterschelde in lopen eerst, want die begint daar heel ondiep (goed voor de oesters):
En ze moesten ook nog even bellen of het wel door mocht gaan van Rijkswaterstaat, met de wind en het wat instabiele weer – het had kennelijk in Vlissingen stevig geonweerd eerder op de dag. Maar dat bleek allemaal geen belemmering.
Wij hadden eerst nog een logistieke noot te kraken, want als ik de auto bij de start zette, hoe kwam ik dan na de finish weer terug (nat en koud), of omgekeerd? Uiteindelijk loste dat zich prima op en konden we meerijden van finish naar start, maar van zoiets kan ik altijd erg zenuwachtig worden, vooral omdat ik niet afhankelijk wil zijn van anderen. Dan krijg ik van die rampfantasieën over kleddernat en klappertandend 3,8 km terug moeten lopen op mijn blote voeten ofzoiets.
Nicole moest ook nog de knoop doorhakken of ze wel of niet mee zou durven doen, en ook de start van de 1 km was ergens in het niks langs de dijk tussen de oesters. Maar die heeft ze dus ook gehaald, en zij had haar spullen kunnen afgeven. Dat had ik ook kunnen doen, bleek achteraf, dus het had zich allemaal sowieso wel opgelost. Me weer eens druk gemaakt om niks.
Verder moesten we ook wel moed verzamelen, want er stond een straffe wind waardoor het helemaal niet warm was. Het water zou warmer zijn dan de lucht, uh, ja… En dan spreek je ook nog even iemand die zegt dat hij helemaal niet snel is: in het zwembad 4 km in een uur (ik haal de 3 niet). Ik vond het spannend.
Op die plek in het niks waren ondertussen wel heel veel mensen terechtgekomen die zich gereedmaakten om het water in te gaan, met supporters, en die leken allemaal heel relaxed. Tussen hen in maakte Nicole deze foto van me:
Enfin, zo gingen we het water in en waadden we naar de start. En toen TOET, het startschot, en zwemmen maar! Van schrik was ik eerst vergeten m’n brilletje op te zetten, maar gelukkig zaten allebei m’n contactlenzen nog op hun plek. Wel even wennen aan de golven, het eerste stuk was net een beetje schuin in de wind. Maar daarna draaide het parcours gunstiger en kregen we inderdaad wind en stroming mee. Bovendien zag ik dat ik niet de laatste was en haalde ik een paar zwemmers in. Altijd een lekker gevoel.
Even later passeerde me zelfs een drietal, ik haakte aan, en voor het eerst ooit kon ik heel lang draften: klem achter hen aan zwemmen. Dat zwemt lekker, maar bovendien was ik blij dat ik niet hoefde te navigeren, want dat was vrij lastig, met aan de walkant kleine boeien waar je wel echt buiten moest blijven omdat je anders tussen de oesters en de strekdammetjes kon belanden. De andere kant was makkelijker, want we mochten de vaargeul niet in en dat lag een boot van Rijkswaterstaat luid en duidelijk te bewaken. Veel zwemmers hadden, net als ik (zie foto boven), een saferswimmer mee, die zie je voor je uit beter dan alleen een badmuts, maar toch was dat in de golfjes best lastig te zien of te onderscheiden van de boeien.
Maar ik zwom dus gewoon achter die drie, later twee, aan, dat bleken twee dames te zijn ook trouwens, zwemmend had ik daar geen idee van gehad. Ik heb ze na aankomst bedankt en mijn excuses aangeboden voor het ‘knabbelen’ aan hun tenen – dat je die af en toe aanraakt is onvermijdelijk.
Toen ik eenmaal gewend was, zwom ik wel lekker eigenlijk, in het zoute water. Dat is voor mij oer-zwemmen, zeg maar, dat heb ik mijn hele jeugd gedaan. Maar zoals altijd geen idee weer van hoe hard en hoe ver en hoe lang. Af en toe kreeg ik een glimp mee van wat ondertussen een mooie zomeravond geworden was: witte wolkjes in een blauwe lucht, met dat felle, heldere licht dat ik ook uit Vlissingen ken waardoor je over het water heel ver kunt kijken. Dat was dus wel genieten, en dat bleef zo zelfs toen mijn vingers weer doodgingen – de kou viel mee, maar ik heb het water toch echt graag ietsje warmer.
Daar was het strandje van Wemeldinge, vol met mensen! Ik kom uit het water, druk mijn horloge af en zie dat ik er een uur over gedaan heb! Ik schiet spontaan in de lach: 3,8 kilometer in een uur, dat is scheuren! Knettersnel! Dat is tweederde van mijn gewone tijd! Geweldig zeg, het effect van de stroming en de wind! Een duurtraining was het zo niet, ik was zelfs niet eens moe, nouja, ik was aan het eind mijn armen net even beginnen te voelen. Maar wel een heel positieve openwaterzwemervaring!
Wel kreeg ik het meteen koud, dus snel naar de auto voor m’n kleren. Daar kwam Nicole ook aan, en zij had de 1 km volbracht! Wel aan de schelpen haar voeten opengehaald, maar dat bleek niet erg, en ze vond het een geweldige belevenis (zie hier voor haar eerdere zwemervaring). Zij had een medaille, ik een handdoek als trofee:
Nicole vond ook nog een geocache, de avond bleef schitterend, en zo reden we tevreden weer terug naar Rotterdam! Ik overpeinsde nog: misschien doe ik dit nooit meer, ik weet niet of ik m’n vorm kan blijven onderhouden om zo lang te zwemmen. Maar Ironmantraining maakt het mogelijk om op gekke plekken heel leuke dingen te doen. En dat is ook wel één van de redenen om het te doen.
Mooi verslag weer. Kattendijke en Wemeldinge, dat klinkt voor mij ook als iets uit de tijd dat ik als kind nog met mijn ouders op vakantie ging naar het exotische Breskens en we dat het einde van de wereld vonden.
Fijn dat ik deel heb kunnen zijn van dit blije zwemfeestje.:)