Ik steek het op dit weblog niet onder stoelen of banken: ik vind het heerlijk in Zeeland, mijn leven is er door onze verhuizing echt op vooruit gegaan. Ik geniet van dorp en omgeving en we zijn hier fantastisch ingeburgerd, mede dankzij de sport (en, terzijde, de politiek). Maar er zijn een paar kleine dingetjes die tegenvallen.

Ik schreef eerder al over de zwembaden die me een cultuurshock gaven. Dat gaat sindsdien beter. Ik heb nu al lang niet binnen gezwommen – het open water is veel te lekker. Het zou nu ook best druk kunnen zijn hier, want het zwembad in Goes is de hele zomer dicht vanwege een verbouwing en het Kapelse zomerrooster is niet verruimd. Ik heb er geen last van gehad. Ook de maanden voor de zomer waren wel okee: geen al te grote drukte of ergernissen meer gehad.

Iets anders wat ons opvalt, is dat vegetarisch eten hier veel ongebruikelijker is dan in de Randstad. De restaurants hebben weinig keus en mensen kijken vreemd als we zeggen dat we geen vlees eten. Ze zeggen niet zo veel, en ik vraag me wel eens af wat ze denken.

Het speelt ook bij het sporten. Na het zwemmen in de Oosterschelde doe ik als enige niet mee met de bitterballen die in die groep echt een dingetje zijn. Ik geef ook niks om gefrituurde hapjes, dus een vega alternatief hoeft voor mij niet aangerukt te worden. Verder is het daar niet moeilijk en de groep weet het ondertussen, maar rond het sporten is het al wel een paar keer vervelend geweest. Zo kregen we bij de inschrijving van de Jo de Roo toertocht bonnetjes voor een broodje na afloop. We hadden toen best trek, maar wat bleek? Alleen met knakworstjes ofzoiets. Daar snappen we dan niks van: hoe moeilijk is het om een paar plakjes kaas of een bakje humus klaar te zetten? Als we daar iets van zeggen, kijken mensen alsof ze het in Keulen horen donderen.

Van dat soort ervaringen hebben we nu een hele verzameling. Na de zwemmarathon vorig jaar: keuze tussen kroket of frikandel. Bij een atletiekevenement waar Henk vrijwilliger was: een broodje ham en een broodje kaas in elk lunchpakket. Dat komt op mij ronduit ouderwets over. Enzovoort.

Ik verwonder me niet alleen als vegetariër, het is steeds ook zulk slecht vlees. Je hoeft geen vegetariër te zijn om dat niet te willen eten; er zijn ook zat mensen die om religieuze en/of gezondheidsredenen geen ham en vlees-snacks eten. Ik heb wel eens als grap gezegd: in Rotterdam verkeerde ik in kringen die na het sporten aan de vegan herstelshake gingen, hier zijn het bitterballen met bier. En daar zit ik dan met m’n kopje thee tussen.

Na die toertocht heb ik, bozig, zelf voor ons broodjes van de tafel gerukt en daar de smaakmakers op gekwakt: hete saus en gebakken uitjes. Dat was best lekker. Maar toch… onze ervaringen bevestigen wel echt een cliché over het verschil tussen Randstad en ‘regio’. Bij die toertocht was het druk, dus ik keek met dat broodje-met-saus-en-uitjes om me heen en dacht: dus die eten állemaal klakkeloos knakworst? Dat vind ik best wel schokkend.

Laat ik het er dus nog maar eens even radicaal inpeperen, voor het eerst zo uitgesproken op dit weblog (zo militant ben ik anders niet). Vlees zo centraal stellen kán gewoon niet meer. Met het oog op klimaat, milieu, sociale rechtvaardigheid, dierenwelzijn en gezondheid moet onze vleesconsumptie drastisch omlaag. Er zijn weinig dingen waar ik zo zwart-wit over denk. Ik vaar dan ook al meer dan 40 jaar wel bij vegetarisch eten, en ja, dat is met veel sporten. En zonder vegan herstelshakes (;