Ik beken meteen: ik denk erover om toch nog een keer een hele triathlon te gaan doen. Ja, ik had gezegd dat het eenmalig zou zijn. En dat heeft ook zo zijn charme. Maar toch… Ik zet mijn overwegingen op een rijtje.
 
1. Ik kan beter dan in Vichy. Dat is meteen ook de belangrijkste ‘kriebel’. Ik zie de volgende verbetermogelijkheden:
  • Kleding zwemmen/fietsen: belangrijkste ‘fout’ in Vichy was de keuze voor mijn gewone triathlonpakje. Bij zwemmen zonder wetsuit ben ik daarmee echt in het nadeel, want het is gewone textiel met een forse drag. Ik had op dat punt beter in mijn badpak kunnen zwemmen, of kunnen investeren in een ‘hydrodry’ pakje.
    Maar dan nog had dat in de weg gezeten bij het fietsen, of athans: ik had er een shirt met lange mouwen overheen tegen de zon, en voor de (dreigende) grote boodschap was dat een tijdrovende verkleedpartij. Met een badpak en daarna een losse fietsbroek was ik misschien al de 8 minuten sneller geweest die me van de 15-uursgrens scheidden.
  • Haar/eerste wissel: als ik dan ook nog eens m’n haar in één keer goed had gehad… ik had het nu bij het zwemmen in een knot, dan zit m’n brilletje beter, maar daar past geen fietshelm overheen, dus ik moest het in de eerste wissel ‘omwerken’ tot een staart, en dat ging niet zo lekker met die witte vingers van na het zwemmen. Ik ben aan het studeren op een hoge staart, die bij beide sporten goed zit. En bovendien gaat dat lange haar er echt wel weer een keer af – ik laat het doorgroeien totdat ik het kan doneren; ik vind het leuk maar toch eigenlijk ook te onpraktisch (het was een experiment; ik heb nooit eerder lang haar gehad). 
  • Zwemmen: met mogelijk wat minder wedstrijdspanning zou ik de eerste 500 meter wellicht kunnen zwemmen in plaats van het ploeteren dat ik in Vichy deed.
  • Fietsen: die knieklachten van vlak van tevoren, en het ongemak dat ik op de dag zelve had, dat heeft toch echt wel gescheeld.
  • Lopen: ik was nog maar net terug op niveau na de voetblessure, en zeker niet in beste doen.
  • Algemeen: Voor mijn gevoel sta ik er op dit moment al stukken beter voor dan vorig jaar om deze tijd. Ik voel me veel beter, ik ben opmerkelijk fit zelfs, ik ben net met zwemmen al duidelijk progressie aan het boeken (zelfs sinds mijn post daarover ben ik alweer sneller, ik kan de zwembadklok soms niet geloven) en ik heb het idee dat dat met lopen ook nog kan.
2. Ik zou het graag een keer zonder pillen doen – omdat ik die hormoonsuppletie toch wel een beetje als doping heb ervaren, of in elk geval als kunstmatig ‘rechttrekken’ – hoe fijn het ook was om goed te slapen en verder ook van een boel hormonaal gehannes af te zijn. Ooit las ik ergens een opmerking op een forum van een leeftijdsgenote met ernstige overgangsklachten die vermoedde dat alle vrouwen van rond de 50 die nog tot serieuze sportprestaties komen wel aan de hormonen zouden zijn – want anders is sporten in de overgang toch onmogelijk, zoiets schreef ze (ik heb de post al eens gezocht, maar helaas niet meer teruggevonden, ik dacht dat het op SlowTwitch was). Ik denk dat niet; ik zie ook wel voorbeelden om me heen van vrouwen van rond de 50 die prima presteren en die ook helemaal nergens last van hebben. Maar ik ben zelf zo’n voorbeeld (nog) niet. Wel heb ik sinds ik ben gestopt met die hormoonpillen ook afgerond nergens last van, en in dat opzicht zou het dus ‘pilloos’ kunnen.
 
3. Het kan qua training best nog wel een keer. Ik ga al een marathon lopen, is het plan, en opbouwen naar het marathonrevolutie-maximum van 42 weekkilometers is (zonder blessureleed) geen grote toer. Als ik van de zomer weer van die leuke zwemtochten wil doen, kan ik sowieso al zo’n 3 km zwemmen. En fietsen is sowieso het probleem niet, zeker niet als ik eens met manlief meefiets in diens Ironmanvoorbereiding of me toch wil voorbereiden op onze fietsvakantie in Nieuw-Zeeland. Dan is het hooguit een beetje puzzelen wanneer die drie dingen dan samen zouden kunnen vallen met elkaar en met een mogelijke Ironman/andere hele triathlon. Een optie is om er eentje te doen in Australië voordat we aan die fietsreis beginnen, maar dat heeft wel wat logistieke voeten in de aarde.
 
Belangrijkste redenen om het niet te doen:
  • Het bij die ene keer houden heeft zo z’n charme. Voicu, met wie ik de laatste kilometers in Vichy samen liep, vertelde dat er geen enkele Ironman zo indrukwekkend was als zijn eerste.
  • Ik reken me hierboven met wat er beter kan dan in Vichy wel een beetje rijk, want er kunnen ook een heleboel dingen slechter natuurlijk: slechter weer, lekke band, blessures…
  • Ik moet het benodigde trainen niet onderschatten. Het is een tweede keer misschien iets makkelijker, maar dan nog vraagt het wel een toewijding die ik niet steeds wil opbrengen, omdat mijn leven daarvan te eenzijdig wordt.
Ik ben er nog niet uit – de ene dag neig ik meer naar wel, de andere dag meer naar niet. Ik wil sowieso wachten met de knoop doorhakken tot na de marathon. Want ik moet eerst nog maar eens zien of het nou wel wil lukken om 42 kilometer te blijven hardlopen. Mezelf door die afstand heen blijven martelen, daar houd ik echt wel een keer mee op. Dus voorlopig laat ik het lekker nog even doorkriebelen!