Ik ben nu een dikke maand uit mijn normale trainingsdoen vanwege een blessure. Ergens begin mei is mijn rug van nek tot en met bekken vast/scheef/uit balans geraakt, met gevolgschade voor mijn schouder, bilspier en hamstring (links). Het is deze week voor het eerst ietsje beter, maar nog zeker niet goed. Hoe het gekomen is, weet ik niet precies, en waarom het maar niet op wil schieten al helemaal niet. Mijn wedstrijdseizoen is in het water gevallen en mijn belangrijkste triathlondoel voor dit jaar, de halve van Bocholt, ga ik niet halen. De toekomst daarna is ongewis.
Een oorzaak voor allerlei fysieke problemen, zeker ook met rug en schouders, is natuurlijk stress. Daarvan heb ik in die vijf weken wel een portie gehad. Werk was bovengemiddeld druk en niet bepaald makkelijk, zeker niet begin mei, al heb ik wel voor heter vuren gestaan. Daarbij kwam ‘project nieuwe vloer’, wat sowieso al gedoe was, en waarvan een paar dingen vies tegenvielen. Bij elkaar was dat me bij vlagen wel wat te veel, zoals bijvoorbeeld toen ik vorige week donderdag terugkwam na een pittige werkdag, en hoorde dat het niet de verwachte 6 maar misschien wel 14 weken ging duren voordat we de woonkamer weer echt kunnen inrichten. Wat ik leer hiervan is dat ik niet nog een keer werkdrukte, thuisgedoe en wedstrijden samen moet laten vallen.
Maar ik kan het ook moeilijk los van die fysieke problemen beoordelen. Want op die donderdag dacht ik na het incasseren van het slechte vloernieuws: ik ga een stukje hardlopen, eens kijken hoe dat nu gaat. En dat is dan twee kilometer lang fijn: lekker buiten, bewegen, heerlijk. En daarna ging mijn bilspier pijn doen. Dat was het moment waarop het voor mij definitief was: dat gaat ‘m niet worden, die halve in Bocholt. En dat komt er dan ook nog eens bij. In plaats van dat sport een vorm van afreageren is, of van de boel de boel laten, of van gewoon lekker en leuk, is het nu een bron van zorg.
Wat erbij is gekomen, bij werk en verbouwing, is al 5 weken lang niet kunnen hardlopen, voorzichtig moeten fietsen, met pijn en minder kracht en coördinatie zwemmen, uitstappen bij twee wedstrijden. Ik kan al weken niet ‘los’, ik ervaar ongemak, ik mis het onbezorgde sporten verschrikkelijk. Sporten is misschien wel mijn belangrijkste uitlaatklep is, juist in tijden met gedoe.
Wat erbij is gekomen is telkens weer die teleurstelling slikken dat het na de fysiotherapie nog steeds niet echt verbetert. Dat het nog steeds zeer doet, of weer opnieuw. De vragen: hoezo, waarom, wat is er toch? Vertwijfeling soms ook: het komt niet meer goed, daar gaan mijn doelen en plannen en mijn plezier.
Wat erbij is gekomen is mentale reparatie na de twee DNF’s – want ja, ik wist het, maar toch, een wedstrijd is niet half zo leuk als je uit moet stappen.
Wat als ik de afgelopen weken lekker had kunnen sporten? Dan was ik de werk- en vloerdrukte misschien wel veel beter doorgekomen. Stress is misschien oorzaak, maar zeker een gevolg van de blessure. Het lijkt wel een vicieuze cirkel.
Ondertussen heb ik met de huisarts besproken dat ik volgende week bloed ga laten prikken, dat gaat worden nagekeken op een heel scala aan mogelijke oorzaken voor hardnekkige spier- en gewrichtsproblemen, van vitaminegebrek tot tropische infectieziekten. ‘Daar gaat je eigen risicio,’ zei hij, maar het lijkt me desalniettemin de moeite waard.
Ik houd jullie op de hoogte natuurlijk.
Geef een reactie