Ik heb gister een van mijn alternatieve seizoensdoelen bereikt. ‘Alternatief’ in de zin van: bedacht na het annuleren van allerlei andere dingen, waaronder een fietsvakantie en een boel triathlons. Om toch iets te hebben om mijn tanden in te zetten dacht ik: laat ik op de fiets de kaap van de 200 kilometer weer eens ronden. Dat kan niet geannuleerd worden, ik ben niet afhankelijk van anderen, dus dat gaat gewoon wél door.
200+ kilometer fietsen heb ik wel vaker gedaan toen ik nog alleen fietste, maar sinds ik aan triathlon doe is het zeldzamer geworden. De laatste keer was al vier jaar geleden: in juli 2016. Twee keer deed ik het toen, als lange duurtrainingen in de aanloop naar de Ironman. De foto die ik de eerste keer daarvan maakte, inspireerde me gister. Dit is de foto van toen, nog met m’n oude fietscomputer:
En deze maakte ik gister:
Dat was een beetje op een willekeurig moment, want ik was al ongeveer 10 kilometer daarvoor over de 200 kilometer gegaan: mijn horloge moest op de batterij-spaarstand vanwege de lange duur van de tocht, en dan doet de GPS het niet zo goed. Ik was al dichtbij huis: het werd in totaal ongeveer 215 in het echt, 204 op m’n horloge. Het blijft bijzonder, die een vooraan in een twee te zien veranderen!
Het traject was bijna helemaal gelijk aan dat van de andere 200+-tocht van 2016: heen en weer naar mijn broer in Vlissingen, om daar te gaan lunchen. Ik heb inmiddels meer parcourskennis, dus ik kan het wat scherper aansnijden. Dat ging gister maar op één plek niet helemaal goed: ik miste op de terugweg een afslag in Middelburg en reed te ver door over het bolwerk.
Dat missen van de afslag had er alles mee te maken dat ik op dat moment steeds angstvallig naar de lucht aan het kijken was en aan het tellen tussen de bliksems en het gedonder. Ik had bij mijn broer grondig de Buienradar bestudeerd en was op basis daarvan iets eerder vertrokken dan aanvankelijk gepland. Maar de dikke bui kwam wel heel snel doorzetten. De regen was wel lekker, na de hittegolf – we hebben hier nog niet veel regen gehad. Maar dat onweer… het bleef ver weg, maar eenmaal over de Veerse dam vertrouwde ik het toch niet helemaal, en bovendien regende het zo hard dat ik slecht zicht had. Dus toch maar even geschuild – tien minuten was genoeg.
Eenmaal op Schouwen zag ik de bui voor me uit wegtrekken:
Ook daarna heb ik nog regelmatig omgekeken, want volgens de Buienradar zou er nog een bui komen. Maar dat viel alles mee, en eigenlijk was het perfect fietsweer: uitstekende temperatuur, wind mee, zonnetje. En het was heel erg lekker rustig, want de bui had een heleboel toeristen verdreven!
Hier is Goedereede op die terugweg:
Ook de heenweg was rustig geweest. Het was iets heiïg en best warm. Wel met tegenwind, maar dat wist ik, en die viel niet tegen, ik hield een aardig tempo. Ik werd op de Oosterscheldekering ook nog eens geholpen door een passerende racefietser bij wie ik kon aanpikken. Ik heb een stukje van hem geprofiteerd en daarna nog even een praatje met hem gemaakt. Dat schoot ineens lekker op.
Hier is Goedereede op de heenweg:
De wind is de bepalende factor op het traject. Ik was al wekenlang naar de weerberichten aan het kijken op zoek naar een geschikt moment: een dag zonder andere verplichtingen en met niet al te harde wind uit de zuidwestelijke hoek, liefst iets aanzwellend in de loop van de middag. Dan kan het, en dan kan het veel beter dan toen in 2016. Toen woei het eigenlijk te hard en heb ik enorm afgezien. Gister was natuurlijk wel even spannend met die bui, maar verder ging het prima. De bui was wel heftiger dan ik op basis van het weerbericht had verwacht.
Afzien heb ik gister niet gedaan, ik heb lekker gefietst. Aan het eind kreeg ik wel wat moeite met het lange zitten: handen, polsen, rug; vandaag heb ik de meeste spierpijn in mijn triceps. Mijn benen bleven het uitstekend doen, zo lang het maar rustig bleef – brug-op en zo werd wat lastiger. Helemaal aan het eind draaide de wind net door naar het noordwesten, maar dat kon de pret toen niet meer drukken.
Het was zo’n dag dat mijn benen alles wel willen en kunnen. Lekker is dat! Ik was goed uitgerust en had eerder de lange duur geleidelijk en spelenderwijs opgebouwd. Ik vind veel en lang fietsen gewoon fijn, zeker als dat is over de eilanden van Zeeland en Zuid-Holland. Ik word er ook goed van: ik voel me op het moment topfit en energiek.
Het deed me gister ook veel goed dat het zo rustig was. De laatste tijd heb ik wat zorgen gehad om de toenemende drukte op de fietspaden, maar gister heb ik relaxed kunnen fietsen. Het kan nog – gelukkig.
Ik ben blij met het bereiken van dit doel. Met dank aan mijn broer voor de uitstekende verzorging halverwege, inclusief twee Zeeuwse energierepen (bolussen)!
Geef een reactie