Het is maar goed dat ik vrijdag die proces-terugblik had geschreven, want vandaag zou ik toch een stuk minder tevreden zijn. Ik schreef het al: er kan van alles gebeuren. Inderdaad.

Gister strandde mijn halve marathon na 9,4 km. Toen verrekte ik een kuitspier, althans, ik denk dat dat het is. Ik had rond 6 km ook al even felle pijn gevoeld maar die trok toen weer weg, maar op 9,4 was het plotseling nog pijnlijker en het ging niet meer weg. Tsja, weer eens een DNF…  

Ik wist toen al wel dat het geen wereldprestatie ging worden, die halve marathon, want daarvoor kwam de snelheid te moeizaam. Toen ik later m’n horloge uitlas, zag ik dat ik bij gemiddeld zo’n 10 seconden langzamer dan twee weken eerder met een hogere hartslag liep dan toen – dat kwam door het restant verkoudheid waar ik vrijdag al over schreef, ook voelbaar aan wat futloosheid. 

Maar ik liep verder wel lekker, in het zonnetje en mooi landschap, en die verrekking kwam uit het niets. Ik heb eigenlijk nooit last van m’n kuiten. Twee jaar geleden heb ik daar in de buurt wel iets soortgelijks gehad, meer van voren zat dat (tegen m’n scheenbeen), en dat was eenmalig en snel over, hopelijk gaat dat nu ook zo. Dat het links is, is vast weer niet toevallig, daar zit steeds al m’n gesukkel: bekken, heup, rib, achillespees en nu kuit.

Als ik nu zo’n terugblikpost als vrijdag had geschreven, had ik daarin vermoedelijk geconcludeerd dat ik te vroeg gepiekt heb, met die goede lopen in januari, daarna verkouden, tegenstribbelende spieren en nu die verrekking – tekenen van er net overheen zitten qua belasting – maar mogelijk was het gewoon pech allemaal? Waar gehakt wordt, vallen nou eenmaal spaanders, en dat geldt voor mij (en voor veel anderen) zeker voor hardlopen.

Ook van die gedachten als dat het toch echt niet wil bij mij, hardlopen in het algemeen en die halve marathon in het bijzonder, druk ik weg – daar is die evaluatie van vrijdag ook goed voor geweest. Het wilde wél. Beter dan ooit. Alleen geen kers op de taart gister.

Nog geen kers op de taart? Wat ik hoop is om binnen vier weken alsnog een halve-marathonpoging te kunnen wagen, na weer een beetje trainen. Dat zit er minstens een week niet in, denk ik, al valt het me vandaag niet tegen: op een kleine plek hoog in mijn kuit voelt het als extreme spierpijn – niet meer dan dat (ook niet minder overigens, de trap af is best lastig). Zou dat met een week rust over zijn? Ik hoop het! Er zijn eind februari/begin maart nog leuke halve marathons in de omgeving.

Over een maand wil ik het vizier op fietsen gaan richten. Dan is dit nog steeds een goede trainingsperiode voor de halve triathlon geweest. Maar ik wil dus eigenlijk nog graag dat beetje meer.

Als trainer was ik trouwens wel tevreden, want Nicole was mee voor de 5 kilometer en die loopt op ‘mijn’ trainingschema’s elke keer sneller, dus dat gaat hartstikke goed. En het was gezellig, wat hielp tegen mijn blessurechagrijn. 

En tot slot: hulde voor de organisatie van AV Gouda. Verkeersregelaars waren behulpzaam, de EHBO was attent (al was er voor hen weinig eer aan me te behalen), ik kreeg na 2 km wandelen een lift met de auto die de verkeersregelaars kwam ophalen, iedereen was bezorgd en aardig – dat ging echt helemaal prima. Nadat ik me er eventjes wel zorgen over had gemaakt of ik 10 moest gaan wandelen, want zoiets gebeurt natuurlijk altijd op het verste punt…