Dik tevreden over gister! Alles ging goed, en ik reed het vermogen dat ik zo’n beetje had verwacht: 237 Watt NP. Geen wonderdag, maar gewoon goed – sinds ik een vermogensmeter heb, heb ik niet eerder zo’n hoog vermogen gehaald over 20 kilometer.

En ik vond het leuk: ik kon voor mijn gevoel het maximale geven. Opnieuw denk ik: ik heb het maximale eruit gehaald, uit m’n korte seizoentje.

Bij dat hogere vermogen dan vorig jaar reed ik wel langzamer, ik denk vooral door de tegenwind op de terugweg. Mijn officiële eindtijd was 33’55; volgens Strava heb ik 35,4 gemiddeld gereden maar ik drukte m’n horloge wat te laat in.

Waar ik vorig jaar laatste werd van zeven vrouwen 55-59, werd ik dit jaar zowaar een-na-laatste van vier, en dat betekende: podium! En al weet ik dat dat héél relatief is, ik vond het toch leuk.

We hadden verder een drukke, lange, leuke dag. Manlief reed de tijdrit in de Vintage klasse, op z’n Gazelle uit 1982. Dat ging ook goed; ook hij kreeg een beker, ’s middags al. We praatten met een heleboel andere deelnemers en maakten talloze foto’s. Vooral die vintage fietsen en outfits blijven erg leuk om te zien. Maar daarover later meer.

Morgen mag ik weer aan de bak, voor een geintje: een sprint-tijdrit van 1 kilometer. #doetzeandersnooit maar als ik hier toch ben…